BUTEMDSÜI OVERZICHT.
Officiëele Publicatiën.
BINNENLAND.
Plaatselijke berichten.
Pro v inciale berichten.
Door H. M. de Koningin-Regentes
zullen spoedig bepalingen worden vast
gesteld, nopens den titel van de officieren
uit Hare omgeving, die vroeger bepaalde
lijk voor den dienst bij wijlen den Konin
waren aangewezen en thans nog den
titel voeren, aan die bediening vei bon
den.
In de distinctieven zal geene verande
ring worden gebracht.
De terugreis van H.H. M. M. de Ko
ningin Regentes en de Koningin zal ver
moedelijk 4 Mei a. s. uit Zwitserland
worden ondernomen.
H. K. H. de groothertogin van Saksen
wordt in het laatst var. Mei te 's Hage
verwacht, om eenigen tijd op het paleis
Buitenrust te verblijven.
De groothertog zal waarschijnlijk
wederom in den loop van het seizoen
Scheveningen bezoeken.
Bij ken. besluit van 4 April jl. is
bepaald, dat de wet van 21 Juni 1890
houdende regeling van het militair on
derwijs bij de landmacht, voor zoover
daarbij de opleiding voor den officiers
rang en de hoogere vorming van den
officier zijn betrokken, op 20 April 1891
in wrrking treedt. In vptband daarmede
zijn eenige overgangsmaatregelen vastge
steld. De voorzieningen, bij art. 3, laat
ste lid der wet bedoeld, zullen nader
worden getroffen. Mede zullen nader de
tijdstippen worden vastgesteld, waarop
de bij de artt. 1, 2 en 3 der wet ge
noemde inlichtingen voor militair onder
wijs zullen worden opgericht en, in ver
band daarmede, de thans bestaande in
richtingen van dien aard zullen worden
opgeheven.
Uit Luxemburg wordt aan de Köln
Ztg. gemeld, dat de Groothertog het voor
nemen heeft om de privaat-domeinen van
den overleden Koning-Groothertog aan
te koopen; de onderhandelingen over den
koopprijs zijn in vollen gang. Men voegt
er bij, dat de regeering, om de wettelijk
verboden majoraats-vorming mogelijk te
maken, aan de Kamer een desbetreffend
wetsvoorstel zal indienen, waarvan de aan
neming als zeker wordt beschouwd.
Aan de onderofficieren, die als dra
gers gefungeerd hebben bij de plechtige
begrafenis van wijlen Z. M. den Koning
zijn gratificatiën toegekend, en welaan
de onderofficieren uit om omstreken van
het Loo en zij, die te 's-Gravenhage dienst
hebben gedaan bij het vervoer van het
Koninklijk lijk van het station naar het
Paleis, iedei lien guide en aan de on-
der-officieieo, die dienst hebben gedaan
bij de begrafenis, ieder vijf-en-twindig
gulden.
De correspondent van het Vad. te
Paramaribo seint, dat de oneenigheid tus-
schen den Gouverneur en irir. Kalff tot
verschillende heftige looneeleri in den Raad
van Bestuur aanleiding heeft gegeven, en
dal de heer Kalff, ten gevolge der onder
gane bejegening, Zaterdag de vergadering
van den Raad van Bestuur verliet.
De gelegenheid tot dienstneming
bij het valide gedeelte der Koloniale re
serve is geopend voor Nederlanders van
den vollen leeftijd van 18 jaar tot en met
36 jaar.
Dit jaar zullen weder twee treinen
tegen verminderd tarief naar Zwitserland
loopen, uitgaande van Brussel, in aan
sluiting op treinen uil Holland, en wel
een naar Luzern op 10 Augustus, en een
naar Bern op 14 Augustus a. s.
Zaterdagavond kregen de Bildkers,
werkzaam aan het graven van een kanaal
in de gemeente yEngwirden, geschil over
het loon met den uitvoerder van het werk
Het loon was hun te laag; zij wilden
per dag f 1 50 hebben.
Zondagmiddag kwamen zij in het dorp
ken en hem beloofd zijne vrouw te zul
len worden. Dus komt uwe waarschuwing
te laat Mr. Delancy."
«Gij zijt dus verloofd en het hu
welijk
«Zal binnen twee maanden worden
voltrokken, indien Mr. Aynard gelukkig
genoeg is zijn proces tegen zijne bloed
verwanten te winnen, die hem ongeschikt
achten zijne eigene zaken te beheereo en
hem onder curateelen willen geplaatst
zien. Alles is reeds bepaald."
Geen de minste schijn van ingenomen
heid met dezen gewichtigen stap open
baarde zich in hare stem. Zelfs wendde
zij hel hoofd van Mr. Delancy af, opdat
deze de aandoening niet zoude bemerken,
die er op te lezen stond. Hij echter was
verbaasd en sloeg geen acht op hare aan
doeningen.
«Gij wilt mij dus vergunnen u geluk
te wenschen," zeide hij. «Het verheugt
mij voor u beiden want gij zoudt hem
niet tol uw echtgenoot gekozen hebben,
zoo gij zijne deugden, zijne vuiige liefde
niet opgemerkt, en hem niet wedeikee-
rig bemind hadt. Lady Burlinson, ik
wenschte dal gij mij dit reeds eerder ge
zegd hadt. dan zou ik u wellicht eenige
smait bespaard hebben."
«Het is niets, mijnheer; wij vrouwen
kunnen smart verdragen."
(Hordt vervolgd).
Terband, warr de aannemer vertoefde
Zij bleven voor diens woning op den
straatweg staan, terwijl de politie _aan
het hek stond, teneinde ongeregeldheden
te voorkomen. De aannemer wilde uit
betalen volgens zijn opmeting, doch daar
van wilden de Biltkers niet weten. Toen
begonnen zij te dringen met het doel op
het erf te komen, doch de politie wis
dit te voorkomen en de burgemeester
werd dadelijk van de dreigende toestand
onderricht. Spoedig daarna verscheen
deze, evenals de Substituut-officier van
Justitie en de burgemeester der aangren
zende gemeente Schoterland. Langer dan
twee uren hielden dezen met den aan
nemer een conparitie en de burgemees
ter wist het zoover te brengen, dat de
aannemer f 1 dagloon toezegde, doch de
werklieden bleven bij hun eisch van
fl.50 per dag. Zij zouden niet eerder
vertrekken dan voor dezen te beuren en
besloten den straatweg voor den woning
niet te verlaten, waarop de politie is
versterkt en het huis bewaakt, met het
oog op de minder kalme houding der
Bildlkers.
Tegen den avond gingen de Biltsche
arbeiders naar het dorp Nieuwebrug teru
Daar zij geen geld hebben, werd hun
brood en koffie aangeboden, waarvoor
een soin te Heerenveen bijeengebracht
was.
Te 10 men kwnin een detachement
maiéchaussée te Heerenveen aan en ver
trok naar Nieuwebrug, om met de Rijks
politie Maandag op het werk te surveil
leeren, De staking duurt voort.
Men schrijft aan de Arnh. Ct.
«De mededeeling in uw blad, dat bet
op der. Ssteo Mei 1853 zeer koud was en
sneeuwde, is volkomen juist. De annalen
van het Koninklijk Nederlandsch Meteoro
logisch Instituut te Utrecht kunnen dat
bewijzen, en in het verslag omtrent den
weerstoestand van die maand wordt dooi
wijlen dr. Krecke geschreven: «De 8ste
Mei was de koudste dag dezer maand
zijnJe toen de gemiddelde temperatuur
(uit 3 waarnemingen daags) 10.1 graden
C. lager dan de normale; er viel toen
ook sneeuw".
Het is de koudste 8ste Mei geweest in
de laatste 40 jaren, daarop volgen 1855,
'79, '74 en '81. Maar daar staat tegen
over, dat die datum in 1867 een Augus-
tuswarmte gaf, en in 1865, '68 en '86
eveneens veel warmte opleverde. De be
wering dus, dat in het bijzonder de 8ste
Mei een dag van sneeuw en hagel schijnt
te zijn, gaat niet op. Het is wel bijna
zeker, dat men hij onderzoek voor eiken
datum van het jaar zulke abnormaliteiten
zal aantreffen, in de onbestendigste maan
den, de wintermaanden, zullen die hel
talrijkst, in de bestendige maanden, Sep
tember bijv., het minst voorkomen.
In de voorspelling van den heer Falb.
naar aanleiding waarvan bovenstaande
mededeeling gedaan is, dat de 8ste Mei
weder een kritieke dag zal zijn, zal rnet
nkritieke" wel storm bedoeld zijn. Ove
rigens dient opgemerkt te worden, dat
aan de voorspellingen van den heer Falb
door de meteorologen weinig waaide
wordt gehecht."
In den laatsten tijd, zegt het D. v.
Z.-H., is dikwerf de vraag gerezen, van
waar toch al het «antiek" zilverwerk af
komstig is, dat men in zulk een buiten-
gewonen overvloed thans verkrijgbaar
stelt. Het antwoord daarop komt van een
zijde, waarvan men het zeker 't minst
verwacht zou hebben. In de offioëele
tabellarische opgave van de vermoedelijke
of onbekende oorzaken der verschillen
tusschen de raming en de opbrengst van
's Rijks middelen en inkomsten over 1888
deelt de Regeering mede, dat de hoogere
opbrengst der belasting op den waarborg
der gouden en zilveren werken «voorna
melijk is toe Ie schrijven aan den aan
maak van zoogenaamd antiek zilverwerk."
De predikant bij de Remonstrantsche
gemeente te Utrecht, de heer dr. P. H.
Ritter is ter gelegenheid van zijn aan
staand vertrek, men weet de heer Ritter
treedt met 1 Mei op als hoofdredacteur
van het Nieuws een aandenken aan
geboden door zijne vele vrienden, ver
eerders en volgelingen. Dat aandenken
bestaat uit een schilderstuk van Willem
Maris, en stelt een landschap voor met
grazende koeien aan een plas. Het ge
heel is gevat in een fraai vergulde lijst.
Bij dat huldeblijk is een sierlijke oor
konde gevoegd, waarop onder meer de
namen voorkomen van de geefsters en
gevers, en die getuigt van de achting en
toegenegenheid, welke men dien herder
en leeraar toedraagt, die men noode ziet
vertrekken.
Naar wij vernemen, zal bij den
Uitgever P. Gouda Quint, te Arnhem,
een nieuw weik over de Gemeentewet
ter perse komen. De bekende uitgave
dier wet door Mr. G. van Oosterwijk, die
n het bezit is van bijna elk Raadslid,
loopt slechts tot het jaar 1867, zoodat
er niets in vooikomt van al de hoogst
belangrijke administratieve en rechtsge
leerde kwestiën, die na dien tijd hebben
plaats gehad, terwijl bovendien de toe
passing van vele ai tikelen, tengevolge van
eranderde inzichten, sedert in verschei
dene gevallen aanzienlijk gewijzigd is.
Ofschoon het werk van Mr. van Ooster
wijk nog op een groot aantal punten
bruikbaar is en het in elk geval voor de
geschiedenis der weten de vroegere recht
spraak zijne waarde blijft behouden, was
het dus toch hoog noodig dat in dit ge
mis voorzien werd. Daar liet vrij dure
werk zich in zoo vele handen bevindt,
was het niet wenschelijk het geheel te
herdrukken, maar heeft de uitgever er
de voorkeur aan gegeven eene aanvulling
en bijwerking tot op den dag der ver
schijning, die zich geheel daaraan sluit,
tegen een zeer matigen prijs verkrijgbaar
te stellen. De bewerking is toevertrouwd
aan een Rechtsgeleerde, die reeds onder
scheidene andere belangrijke wetten van
aanteekeningen heeft voorzien en deswege
om zijne nauwkeurigheid geroemd wordt
Omtrent de wijze van bewerking kunnen
wij mededeelen dat deze zooveel mogelijk
overeenkomstig die van den lieer van
Oosterwijk zijn zal, met inachtneming
van beknoptheid, waar zulks zonder
schade geschieden kan. De tijd der uit
gave is nog niet met zekerheid te bepa
len, maar het voornemen bestaat om met
den druk spoedig een begin te maken.
De verkiezing voor den Duitschen Rijks
dag in het district van Geestemünde
heeft tot uitslag gehad, dat Von Bis
marck in herstemming komt met den
sigarenmaker Schmalfeld, den candidaat
der sociaal-democraten: de eenvoudig
mededeeling van het feit zegt meer dan
de ellenlange beschouwingen, welke de
Duitsche bladen over de zaak gegeven
hebben. Zeker is de ex-kanselier van
plan, den zetel te aanvaaiden, en er ge
bruik van te maken ook. Het is een
domheid, verklaarde hij nog onlangs tot
een deputatie van groot-industriëelen,
van hem te verlangen dat hij zich met
de staatkunde niet meer zou bemoeien.
Als deskundige heeft hij niet alleen recht
van meespreken, maar is het zijn plicht
het vaderland met zijn advies te dienen
wanneer door onnoodige hervormingen
onrust wordt verwekt.
De Duitsche Rijksdag zet de beraad
slagingen over de arbeidswet voort. Een
voorstel van de sociaal-democraten om
een maximalen werktijd in de wel op te
nemen gaf den Minister Von Berlepsch
gelegenheid zijn zienswijze over dit punt
uit te spreken. Over het algemeen achtte
hij vaststelling van een normalen werk
dag bij de industrie mogelijk, doch bet
zou dan moeten geschieden in overleg
met andere mogendheden; niet alleen
hebben pogingen in die richting totgeen
resultaat geleid, maar na hetgeen reeds
gedaan is om door het stellen van hoo-
geie eischen de productie te verminderen
en de producten duurder te maken zou
Duilschland, als het verdere maatregelen
van dien aard nam, de concurrentie met
het buitenland niet kunnen volhouden.
Bovendien zou vermindering van werk
uren ook het bedrag van het loon lager
doen worden, reden waarom de meeste
werklieden met dien wensch volstrekt
niet instemmen. Enkele sprekers uil an
dere partijen achtten werktijdsbeperking
in bedrijven die voor de gezondheid geen
nadeel opleveren, ongewenscht; alleen
voor de mijnwerkers zouden zijdenacht
uursdag vastgesteld willen zien. Het voor
stel werd verworpen.
Tusschen Groot-Brittanië en Poitugal
wil 't maar niet vlotten: Een telegiam
uit Zuid-Afrika meldt, dat een Engelsche
stoomboot door de Portugeesche autori
teiten onder het lossen van eenige ka
nonschoten is aangehoudenzij had een
expeditie aan boord, bestemd voor Mas-
honaland, onder bevel van John Wil-
loughby. Toen deze vervolgens aan wal
ging, werd de Engelsche vlag door de
Portugeezen weggenomen en door de
hunne vervangen. De expeditie kan h ar
tocht niet voortzetten en keert naar Natal
terug. De Portugeesche gouverneur ver
klaart dat, nu de Engelsche maatschappij
het voorloopig tractaat tusschen Engeland
en Portugal heeft geschonden, de Portu
geezen het ook mogen doen.
Er is in dit bericht, zooals de bladen
het mededeelen, veel duisters; intusschen
zijn de groole Engelsche bladen weer
dapper aan het razen gegaan. De Times
zegt o. a. dat er grenzen zijn aan het
geduld, aan de verdraagzaamheid welke
men tegenover zwakken behoort te too-
nen, aan de opofferingen, die men zich
zou willen getroosten om een wankelende
monarchie te steunen.
Met de Newfoundlandsche visscherij-
quaestie is het ook lang niet in 't reine.
Tusschen de visschers aldaar, en de be
manning van den Engelschen ki uiser die
namens de Engelsche Regeering daar
toezicht houdt, moet het tot een formeel
gevecht zijn gekomen, dat met dearies-
tatie van eenige der visschers is geëin
digd.
Het Britsch Lagerhuis heeft in eerste
lezing met groote meerderheid het eerste
artikel goedgekeurd van de voordracht
der Regeering tot aankoop in Let groot
van gronden in Ierland, ten einde die in
het klein aan mingegoede landbouwers
weer te verkoopen.
Uit verschillende streken van België
komen berichten van werkstakingen in
de kolenmijnen: de leiders der volksbe
weging zijn daar niet zeer mee ingeno
men, omdat zoodoende de krachten wor
den verzwakt, die men zou willen sparen
voor het gemeenschappelijk verzet. Ook
in Duitschland, in Zweden, ja eigenlijk,
waar niet? komen stakingen voor, die
evenwel tot dusver geen rustverstoring
veroorzaakten.
Van ernstigen aard was het verzet van
een tweeduizendtal landbewoners op Si
cilië, die ontevreden waren over de be
lastingen. Toen een hunner makkers te
Laferda gearresteerd en in de gendarmerie
kazerne opgesloten was, hebben zij het
gebouw opengebroken en den man be
vrijd vervolgens bestormden zij het
Raadhuis en vernielden de belasting-re-
gisters.
In de rede, waarmee de markies Pigal
als voorzitter de zitting der Spaansche
Cortes opende, drukte hij de hoop uit
dat alle partijen zich zouden vereenigen
tot verdediging van de belangen des lands
en van de maatschappelijke orde. Dat
is plicht, nu de sociale quaestie een
dreigend aanzien verkrijgt en overal in
Europa op oeconomisch gebied strijd
heerscht.
In den Senaat is een wetsontweip
ingediend tot het verleenen van amnestie
voor alle gepleegde politieke misdrijven.
Naar wij vernemen zal a. s. Zondag
door den HoogEerwaarden Heer Mon
seigneur J. Heijkamp, aartsbisschop te
Utrecht, in het kerkgebouw der Oud-
Bisschoppelijke Clerezie aan het Zand
alhier, het H. Sacrament des vormsels
worden toegediend.
Bij het te Utrecht gehouden examen
voor de akte van onderwijzer is o. m.
geslaagd de fjeer J. G. van Gelder
alhier.
Bij de Hollandsche spoorwegmaat
schappij is de heer W. Meijer, thans stati
onschef 2. kl. te Winsterwijk, benoemd
lot adspirant adjunct-inspecteur en in uien
rang overgeplaatst naar Amersfoort.
De Hooge Raad heeft Maandag ver
worpen het cassatieberoep van den tap
per W. S. alhier, die door het Kanton
gerecht en de Rechtbank te Utrecht tot
geldboete weid veroordeeld, wegens bet
aanhitsen van een hond op den commis
saris van politie.
Maandagavond 20 April had in het
Café de Arend alhier een 2e soiree amu
sante plaats, gegeven door 11 Solisten
van het Stafinuziek van het 5e Regiment
Inf. en den Komiek van H
De goede indruk die de le Soirée hier
heeft achtergelaten, bad ten gevolge dat
bel publiek zeer talrijk was opgekomen.
We kunnen zeer zeker niet anders dan
met grooten lof gewagen van de uitste
kende uitvoering die elk nummer ken
merkte. Mocht de Heer van H
zich reeds op de le Soirée als een' uit
stekenden comicus doen kennen, ook nu
heeft hij ons weer doen schudden van
't lachen. Het daverend applaus scheen
soms geen einde te zullen nemen, vóórdat
de Heer van Heen extra nummer
ten beste gaf. Ook inogen we niet onver
meld laten de voordracht van den pistonist
in Le postillon amoureux (Polka pour
Piston solo et piano). Door de zuiverheid
van uitvoering oogstte hij een welver
dienden lof. Ofschoon het pianoaccom-
pagnement in dit nummer onberis
pelijk werd uitgevoerd zoo was het o. i.
beter geweest indien hiervoor een klank
voller instrument genomen ware, daar
het dan wellicht beter tol zijn recht zou
zijn gekomen.
Ook ditmaal was weder een zeer ge
animeerd bal het slot van dezen genot
vollen avond.
Ten einde zoo juist en volledig mo
gelijk de door Zijne Excellentie den mi
nister van justitie verlangde inlichtingen
ten aanzien van het jachtiechl te kun
nen verstrekken, zijn de eigenaren van
meer dan twee hectaren bouw-, hooi-,
wei-, heide- of boschland onder Amers
foort gelegen, door burgemeester en wet
houders dezer gemeente verzocht.de na
volgende vragen te willen beantwoorden
1. Wordt het jachtrecht op uwe gronden
onder Amersfoort gelegen, door u ver
huurd? 2. Hoe groot is de uitgestrekt
heid van de jacht? 3. Welke zijn de na
men, het beroep en de woonplaats van
den huurder? 4. Worden de landerijen
door uzelf of door den huurder van het
land bebouwd? 5. Hoeveel hectaien be-
staSt uit grond, die in den regel met land-
of tuinbouwgewnssen bezet is? 6. Hoe
veel bedraagt de juarlijksche huur van
de jacht? 7. Is de jacht in het openbaar
of ondershands verhuurd?
Bij Burgemeester en Wethouders is
van den Minister van Oorlog een verzoek
om vergunning ingekomen tot oprichting
van een munitiemagazijn voor de bereden
artillerie aan den verbindingsweg van
den Woestijger- en Leusderwegen, op
het kadastrale perceel sectie B, no. 1643,
en van den heer J. Koppen tot oprich
ting van een klopperij van schors in het
perceel wijk A, no. 75, aan de Arnhem-
sche straat.
Het getal deelhebbers in de spaar
bank van het departement Amersfoort
der «Maatschappij tot nul van 't Alge
meen" bedroeg op 31 December jl. 920.
In den loop van 1890 zijn 107 nieuwe
deelhebbers ingeschreven, terwijl daaren
tegen als deelhebber zijn afgeschreven
71 personen, vereenigingen of administra-
tiën. Het aan de gezamenlijke deelheb
bers verschuldigde kapitaal met de ren
ten tot 31 December 1890 f200292.28'/j
In het getal der deelhebbers is in 1890
weer eenige vooruitgang gekomen, vooral
1. in dat der landbouwers; 2. in dat der
minderjarigen of personen zonder beroep
of wier beroep bij het bestuur niet be
kend is, en 3. in dat der vereenigingen
en administratiën. Wat de totaal bedra
gen van het hun komende betreft, is het
meerendeel der bedragen teruggegaan.
Alleen bij de ambachts- en kooplieden en
bij de landbouwers heeft eenige vooruit
gang plaats gehad.
In het nu afgeloopen jaar zijn 52 pos
ten meer ingebracht tot een gezamen
lijk hooger bedrag van f23,962.59». In
424 posten werd in 1890 uitbetaald een
gezamenlijk bedrag van f79.527.54». Het
kapitaal der spaarbank bedroeg op 31
December 1890 f230.539.28. Het aan de
deelnemers verschuldigde f200,292.28»,
zoodat hel voordeelig saldo, strekkende
tot reservefonds, beliep f30,246.99».
Bij de Vrijdag jl. te Amersfoort
door Heeren Watergraaf en Heemraden
van het Heemraadschap de Eem, Beken,
enz. gehouden aanbesteding voor het
weder op de diepte en onder profil bren
gen van de Luntersche-, Barneveldsche-,
Modder- en Moorsterbeek en den Ooste
lijken en Westelijken Buitensingel van
Amersfoort, in 8 perceelen, waren de
laagste inschrijvers voor de verschillende
perceelen
G. de Bruin, Woudenberg, le perc. f522
H. Velthuizen, 2e - 675
Idem 3e - 280
Idem 4e - 70
Idem 5e - 25
Idem 6e -255
P. van Dijk, Scherpenzeel. 7e -199
Jan v. d. Berg, Amersfoort. 8e -295
De Verpachting der Visscherij op de
rivier de Eem voor het tijdvak van 3 jaren
1 Juni 189131 Mei 1894 bracht dit
jaar f270 op. Pachter werd Gijs Koops
te Harlingen.
Soest, 18 April. Namens H. M. de
Koningin-iegentes hebben B. en W. de
zer gemeente van Z. E. den Minister van
W. H. en N. verlenging voor drie jaren
gekregen van de concessie tot tolheffing
op den straatweg van Soest naar Soes-
terberg.
Aan het verzoek van B. en W. om
een tweeden tolboom te mogen plaatsen
nabij Soestei berg werd door Z. E. af
wijzend beschikt. De bewoners van Soes-
terberg zullen dus voor hunne rijtuigen
en vrachtkarren van en naar het station
geen tolrecht behoeven te betalen, in
welk gunstig geval de bewoners van
Soest niet verkeeren. Dit is een nadeel
voor de gemeente, die aan het onderhoud
van dien weg veel te koste legt.
Eindelijk dan toch een tramplar., dat,
naar wij hopen tot uitvoering komt!
Z. E. de Minister heeft de verleende
voorloopige concessie voor den aanleg
van eene lijn Soest-station Baarn inge
trokken.
Een ingezetene, de heer P. J. M. Ste
vens beeft thans voorloopige concessie
verkregen om een paardentramlijn te
leggen van Amersfoort over Soest en
Soestdijk naar het station Baarn. Nu zijn
wij op den goeden weg. Reeds vroeger
hebben wij aangetoond het hooge belang
van de verbinding met Amersfoort, een
middelpunt van spoorwegen. Thans is de
reis naar Amersfoort duur, wijl geen enkel
openbaar middel van vervoer bestaat.
(Het station Soest ligt zoover van de kom
der gemeente, dat niemand, daar in den
trein stapt, om naar Amersfoort te komen).
Onze jongens, die de inrichtingen voor
middelbaar en hooger onderwijs willen
bezoeken, zouden door een train daartoe
in staat gesteld worden. En bovendien,
de streek waardoor de tram zal loopen,
is door natuurschoon zoo bekend, dat het
aan reizigers niet ontbreken zal. Van
harte hopen wij, dat de verbinding met
Baarn en Amersfoort spoedig tot stand
kome. Ons schoon dorp zal er wèl bij
varen.
20 April. Eenige socialisten hebben
gister avond in onze gemeente een ge
schrift verspreid, waarin de arbeidsdag
van acht uren aangeprezen werd en eene
opwekking te lezen stond om deel te
nemen aan de manifestatie op 1 Mei.
Daar de arbeiders hier ter plaatse
evenwel liever 12 uren per dag werk
hebben, dan 10 uren, hadden de heeren
zich de moeite kunnen sparen.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT.
Gelet op art. 6 der wet van den 2.
Juni 1875 (Staatsblad no. 95),
Brengen ter kennis van het publiek,
dat een door den Minister van Oorlog
ingediend verzoek, met bijlagen, om ver
gunning tot het oprichten van eene
luuuitieuiagazijii aan den verbindings
weg tusschen de Woestijger- en Leus
derwegen op het perceel bij het kadas
ter bekend onder Sectie B, No. 1643