BUITENLANDSE OVERZICHT. Gemengd Nieuws. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. ADVERTENTIËN. ieder het bewijs zijn, dat hij de welvaart van de kolonie naar zijn vermogen heeft be vorderd." Omstreeks 1 uur in den namiddag verliet mr. Lobman met zijne dochter en zijn zoon in alle stilte en zonder gezelschap het gou vernementshotel, om zich aan boord van de „Prins Willem II" te begeven, waarmede hij in den vooravond de stad zou verlaten. Tegelijkertijd met zijn vettrek werd de volgende afscheidsgroet geplaats in eene buitengewone uitgave van het officiëele blad Bij zijn vertrek uit de kolonie wenscht de ondergeteekende een woord van welgemeen- den dank te richten tot allen, die in de stad en iu de distrieten deden blijken van hunne instemming met de inzichten, die hem gedurende zijn bestuur hebben geleid of van toegenegenheid en symphatie voor zijn per soon en die hem daardoor zijne taak in niet geringe mate hebben verlicht en veraange naamd. In het bijzoudor ook betuigd hij zijn har- telijken dank aan hen, die in de ODlangs hem aangeboden adressen, op voor hem zoo vleiende wijze, gevoelens aan den dag leg den, waarvan hij de uitingen met voldoening naar Holland medeneemt. Hij beschouwt die adressen als een onderpand, dat de bevol king van Suriname hem in hare herrinne- ring eene plaats zal bewaren, op welke hij prijs stelt. Wat hem aangaat, kan zij verze kerd ziju, dat hij niet zal ophouden iu haar en in alles wat haar aangaat levendig belang te stellen. Moge de welgezinde bevolking de gevoe lens van gehechtheid cu liefde, waarvan zij deed blijken jegens hem, overbrengen op ziju opvolger, die zijnerzijds in het behartigen barer belangen en iu het streven naar op beuring der kolonie, bij den ondergeteekende zeker niet zal achterstaan. En hiermede zijn allen vaarwel gezegd. Buste Gods zegen op u en op het land. DE SAVORNIN LOHMAN. Paramaribo, 27 Juni 1891. Een saluut van 13 schoten van het fort Nieuw-Amsterdam deelde Zaterdagmorgen omstreeks 9 uur mede, dat mr. Lohman het fort voorbijstoomde en Suriname verliet. Zondagmorgen had in de konink lijke hofkapel van het Loo een godsdienst oefening plaats voor HH. MM. de Koning innen, het gevolg en genoodigden. De voorganger, ds. Faure, van Rhenen, had voor deze gelegenheid tot tekst gekozen Lukas 15: 3—7. De gezongen liederen zijn: Psalm 118: 7; Gezang 38: 7 en Gezang 39: 3. Aan den dienst der Castle Line wordt eene belangrijke uitbreiding ge geven. Voortaan zullen de stoomschepen dier lijn Hamburg aandoen, dan naar Londen vertrekken, tot completeering der lading enz., om daarna te Vlissingen passagiers en goederen in te nemen, en van die haven direct naar Zuid Afrika te vertrekken. Naar het Utr. Dgbl. verneemt, kan in het begin van September de aanbe steding plaats hebben voor het nieuwe Universiteitsgebouw te Utrecht. Het voor nemen bestaat, daarvoor tegen den win ter de noodige uitgraving te laten doen en de fondamenten te doen leggen, waarop in het voorjaar het leggen van den eer ster. steen kan volgen. De minister van waterstaat heeft de directiën der Holl. IJzeren Spoorweg maatschappij en der Exploitatie-maat schappij uitgenoodigd om onderling in overleg te treden, ten einde tot overeen stemming te geraken omtrent het aan te nemen tariefstelsel voor het personen vervoer in binnenverkeer. Vad. De minister van waterstaat had gister audiëntie bij H. M. de Koningin- Regentes, op hel Loo. Daar het gebruikelijk is, de audientiën voor de ministers te staken, wanneer een opdracht tot kabinetsformatie is gegeven, wordt hieruit afgeleid, dat nog niemand keimoedig hart. Dat het misschien beter is Mr. Delancy niet hier te brengen." Liever deed ik geheel afstand van Mr. Aynard," zeide Anna; „het is niet edel, niet eerlijk zoo te handelen." „Dat moogt gij niet zeggen," riep Lady Burlinson„ik ben mijn geheele leven ge trouw aan mijn plicht geweest. Maar ik beu onstandvastig en ongelukkig Anna, en dat is nu de vergelding voor den raad, dien ik u gegeven heb." „Uwe liefde voor Edmund Delancy is te rug gekeerd." „Zou ik wel ooit hebben opgehouden hem te beminnen?" zeide zij zuchtende. „O, mevrouw, zoudt gij daaraan nog kun nen twijfelen en dan aan Mr. Aynard be loven zijne vrouw te zullen worden. Hem te de Hemel zij hem genadig. Zie ginds I" „Hem wien Wat bedoelt gij waarop wijst gij? Is er iemand die daar door het venster ons bespiedt?" Bij deze woorden omvatte Lady Burlin son Anna Jvdge, als zocht zij bij haar be scherming te vinden tegen de nieuwe vrees, die zich vun haar had meester gemaakt. „De hemel zij den man genadig, dien gij bemint," zeide Anna, hare handen wrin gende; „wat kunnen wij doen om hem te helpen „Verhaal mij wat dat bcteokent, zoo gij niet wilt dat ik krankzinnig worde." met de samenstelling van een ministerie belast is. In overeenstemming biermede is ook het bericht van het Vad., dat nog nie mand belast is met de samenstelling van een ministerie. Omtrent de op 1-3 Augustus a.s. te 's-Gravenhage te houden herinnerings feesten (1831) wordt bericht, dat de ter mijnen van inschrijving tot deelname van 15 tot 24 dezer is verlengd. De directie der Staatsspoorweg-maat schappij heeft toestemming gegeven (bij uitzondering voor dit goede doel, daar de aanvragen te veelvuldig werden), tot gratis vervoer heen en terug van be hoeftige oud-strijders, terwijl de directie der Holl. IJz. Spoorw.-maatschappij be paald heeft, dat op aanvraag aan den administrateur te Amsterdam, ook door haar vrije overtocht wordt verleend aan de behoeftige oud-strijders. Heeren officieren van het regiment grenadiers en jagers, welk corps Zaterdag 1 Augustus een concert aanbiedt, hebben welwillend een bedrag van f 76 bijeen gebracht, om eenige behoeftige mannen van 183032 in de gelegenheid te stel len tot bijwoning der feesten. Door de Exploitatie-Maatschappij is op het door de ambtenaren en beambten tot haar gericht verzoek om lotsverbete ring, voorloopig afwijzend beschikt. De Nijm. Cl. doet het volgende grappige verzoek De secretarissen van kiesvereenigingen en verdere opstellers van circulaires en manifesten worden beleefd uitgenoodigd, daar zij de dingen vooreerst zeiven toch niet noodig hebben, eens ter bezichtiging te willen stellen de volgende voorwer pen a. «de sporen" die door hunne candi- daten bij verschillende gelegenheden zijn verdiend b. «de spitsen" waaraan deze zich al tijd gesteld hebben; c. een proelje van «de brandende kwes tie" d. den welbekende «vogelaar" met zijn r> fluit"; e. twee kiezers, die «schouder aan schouder" naar de slembus zijn gegaan de «eigen beenen" waarop alle flin ke kiezers gestaan hebben g. de «neuzen" waarop al de kiezers hebben moeten passen h. de «eigen oogen" waardoor zij heb ben moeten kijken; i. den candidaat, die het een of ander «in den kortst mogelijken tijd tot eene oplossing zou brengen"; j. den dito die de vrijheid redden zou «eer hel te laat is" k. een teekening en platte grond van «de haardsteden en altaren" in Neder land l. «het hart en de nieren" van een bijzonder braaf kiezer; En m of ten slotte: een paar droppels van het veel besprokene «nieuwe bloed". De Fransche Kamer van Afgevaardig den en de Senaat zijn Zaterdag uiteen gegaan, nadat de eerste, met 387 tegen 110 stemmen, het nieuwe tarief van invoerrechten in zijn geheel had goed gekeurd. In de laatste dagen vóór de scheiding heeft de Kamer nog het bewijs willen leveren, hoe onzeker daar te lande de politieke toestanden zijn. Donderdag werd door den Boulangist Laur de volgende interpellatie ingediend: Is het waar, dat graaf Münster (de Duitsche gezant te Parijs) sedert het begin dezes jaars alle passen weigert, door Fransche handels huizen gevraagd voor hun vertegenwoor digers, die evenals vroeger in Elzas- Lotharingen willen reizen. Bij de toe lichting verwees Laur naar een artikel van den Frankforter vrede, waarin aan Auua strekte hare baud bevende uit naar den stikdonkeren nacht. „Zie naar het Boot huis in het Backwater, waar Mr. Delancy zich bevindt, waar hij in levensgevaar is, zoo als ik wel vreesde zoo als ik wel wist. O, mevrouw, zie daar, daar giuds het witte lichthet wenkt het roept I" NEGEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Gespannen verwachting. Algemeene ontsteltenis heerschte in het huis van Ayuard en twee vrouwen met den doodsangst op het gelaat liepen door de gangen en wekten de dienstboden op. Mrs. Delancy was eene vaste slaapster, en niet te wekken door het geritsel of het heen- en wederloopen buiten de kamer, en Anna Judge hield Lady Burlinson tegen, toen deze op het punt stond om de deur van de slaap kamer der oude dame te openen. „Nog niet. Het zou kunnen zijn dat er geen ongeluk heeft plaats gehad, en waartoe haar dan noodeloozen' schrik aangejaagd, Lady Burlinson," zeide Anna, die te gelijk de hand haar meesteres gegrepen had„er is niemand in de wereld die hem meer lief heeft dan zij, en zij is niet zoo sterk als wij." „Gij hebt gelijk," zeide Clara Burlinson, de kamerdeur verlatende. „Ik ben mijzelve niet het is mij als droomde ik, en gij Frankrijk behandeling op den voet der mcestbegunstigde natiën is gewaarborgd. De Minister van Buitenlandsche Zaken, Ribot, verzocht de beantwoording van de interpellatie uit te stellen, verzekerende dat er in het verleenen van passen geen verandering is gebracht. Laur was daar over niet tevreden, en vroeg stemming; de meerdeiheid der Kamer besliste, dat de behandeling den volgenden dag zou plaats hebben. Vrijdagmorgen verkreeg de Minister Ribot terstond het woord. In overeen stemming met een besluit, na afloop der vergadering van Donderdag door den Minister genomen, begon hij te verklaren, dat er een misverstand had plaats gehad. Den vorigen dag was eenvoudig verda ging van de interpellatie van den heer Laur verlangd, thans drong hij aan op intrekking. Na een heftig protest van genoemden Afgevaardigde, voegde hij er nog bij, dat voor de interpellatie geen grond bestondgeen bericht was ont vangen van eenige wijziging in de instruc ties, van den Duilschen gezant, en wie een pas verlangde verkreeg haar zonder moeite. De heer Laur had zich tot echo gemaakt van valsche geruchten; de bui tenlandsche politiek, die niet uitdagend wil zijn, doch alleen vastberaden en waakzaam is, beantwoordt misschien niet geheel aan de wenschen van eenige on zer politieke vrienden, zei de Min. met het oog op de radicalen, maar de regeering der Republiek weet wat haar te doen staat. Het voorstel der Regeering tot intrek king der interpellatie werd nu met 319 tegen 109 stemmen aangenomen. In den Senaat had den laatsten dag nog een incident plaats. De premier De Freycinet, Minister van Oorlog, wenschte de onmiddellijke behandeling van een voorstel tot het verleenen van zeker cre- diet ten behoeve der Polytechnische school dit vocrstel werd verworpen, waarop hij vertoornd de vergaderzaal verliet, onder verklaring dat hij den President der Re publiek zijn ontslag ging vragen. De ambtgenooten hebben hem evenwel we ten te beduiden, dat er geen de minste reden bestond om heen te gaan, aange zien het geen politiek votum betrof, en heel bedaard kwam hij een poosje later terug om het decreet tot sluiting der zitting voor te lezen. Eenige dagen is Frankrijk ernstig be dreigd geworden dooreen werkstaking van het spoorwegpersoneel, waarvooruit Parijs het sein was gegeven, uitgaande van de wissel- en baanwachters. Op het eind der vorige week scheen het er te zullen gaan spannen, daar de misnoegden er van spraken de lijnen tot een eind bui ten de stad op te breken, zoodal militaire bewaking noodig was. Ook tot Bordeaux en Lyon breidde de beweging zich uit, maar de machinisten, stokers en conduc teurs deden er niet aan mede. Van Re- geeringswege werden dadelijk soldaten beschikbaar gesteld om den arbeid over te nemen; in een vergadering, te Lyon gehoudeu, werd het voorstel om tot een algemeene werkstaking over te gaan, ver worpen. Een zoo gebrekkig voorbereide en roekeloos ondernomen zaak moest wel mislukken; Zaterdag kondigde de Maat schappij van de lijn Parijs-Lyon-Middel- landsche zee, die er het meest bij betrok ken was, aan. dat wie der werklieden Maandag op den gewonen tijd niet op zijn post was, zich ontslagen moest re kenen. Dit schijnt ook geholpen te heb ben, althans de verdere berichten mel den, dat de werkstaking als geëindigd te beschouwen is. Een bericht als zouden de Franschen in Achter-Indië hun gebied uitbreiden, is in het Britsch Hoogerhuis door Lord Salisbury tegengesproken. Er bestaat, zei de premiergeen grond om te gelooven dat zij tot een afstand van honderd mij len de provincie Lerang-Prabang zijn ge naderd ook betwijfelt hij het gerucht dat de Franschen voornemens zijn de onafhankelijkheid dier provincie te be dreigen. De onafhankelijkheid van Siam, hoopte hij, berust op hechte grondslagen, en het is onwaarschijnlijk dat Europa aanleiding zal vinden om haar te waar borgen, daar deze quaestie alleen voor Frankrijk en voor Engeland van belang is. zijt zoo kalm nu de eerste schok voorbij is," „Ik bedeuk wat er het best kan gedaan worden ik tracht het ten minste," voeg de zij er bij. „En hij ligt misschien te sterven, terwijl gij den tijd hier verbeuzelt," riep Lady Bur linson ongeduldig. „O, zoo hij mij slechts zijn voornemen had medegedeeld van naar het Boothuis te gaan, dan had ik geweten, wat mij nu te doen stond en hoe ik in dit dreigend gevaar had moeten handelen. Waar om moest hij dat u juist in het geheim me- dedeelen en het voor mij verbergen riep zij uit, en toon en gelaat spraken van ver borgen jaloozie. „Welke bedoeling zou hij daarmede kunnen gehad hebben?" „Wij staan hier den tijd te verliezen," zeide Auna koel„ik moet eerst Mrs. Hol mes oproepen. Zorg gij intusschen dat de meiden naar de jagers- en tuinierswoning loopen, en alle manuen oproepen die op het laudgoed te vinden zijn, met den last om onmiddelijk naar het Boothuis te roeien. Zeg hnn wat wij vreezen, en laat een hunner in vliegenden draf naar Ilpham rijden om Mr. Aynard te halen." Wordt vervolgd Keizer Wilhelm laat zich op zijn Noor- weegsrhe reis geregeld alle besluiten brengen, die zijn bekrachtiging behoeven. Een bijzonderen indruk maakt zijn be slissing omtrent de bekroning voor de internationale tentoonstelling van schil derijen, te Berlijn gehouden, waarbij Z. M. eenvoudig de uitspraken van de jury ter zijde gelegd en zelf het oordeel vast gesteld heeft. De inzenders uit Nederland zijn daar slecht bij weggekomen; het is te hopen dat de enkelen, aan wie bij hooge gunst de kleinen gouden medaille is toegewezen, vriendelijk zullen bedanken. Onder zulke omstandigheden jury-lid te zijn, is ook niet alles. De Italiaansche President-Minister Di Rudini maakt zich niet met een praatje van zijn moeielijke taak af. Ondanks de bezwaren, door zijn ambtgenooten inge bracht, is het hem gelukt den Minister raad eenparig te doen besluiten, dat het tekort op de begrooting in elk geval moet verdwijnen. Op een onlangs te Lyon gehouden schuttersfeest zijn de Italiaansche deel nemers met veel onderscheiding behan deld. De bladen toonen zich daarmee zeer ingenomen, en zien er het bewijs in van een toenadering tusschen de beide Latijrische volken. Koning Umberto heeft den premier Di Rudini opgedragen, den Franschen gezant te Rome Z. M.'s bij zondere tevredenheid te betuigen. Aangaande Boelgarije zijn eenige met elkander in verband staande berichten, die aan een spoedige verandering in de politieke verhoudingen aldaar doen den ken. Kort geleden heeft de sultan van Turkije een audiëntie verleend aan den Boelgaarschen Minister van Financiën; waarschijnlijk ter bespreking van de gel delijke betrekking van het vorstendom tot zijn suzerein, maar dat doet er min der toe: het feit van de ontvangst der Ministers bevat een begin van de erken ning van Boelgarije als staat. En nu heb ben de drie verbonden Mogendheden, Duitschland, Oostenrijk en Italië, door middel harer gezanten te Konstantinopel aan de Porte te kennen gegeven, dat deze handeling een uitmuntenden indruk heeft gemaakt. Een bittere pil om te slikken voor Rusland, dat nog steeds in zijn onvrien delijke houding tegenover Vorst Ferdinand en zijn Regeering volhardt. De Czaar moet evenwel te kennen gegeven heb ben, dat hij zich van alle inmenging in de zaken van Boelgarije wenscht te ont houden, de verantwoordelijkheid voor hetgeen er mocht gebeuren aan anderen overlatende. De premier Stamboeloff is, volgens een bericht uit Weenen, van plan doortastend te werk te gaanhij moet namelijk verklaard hebber, zich uit hot politieke leven te willen terugtrekken, zoo vorst Ferdinand er niet toe overgaat de onafhankelijkheid van Boelgarije te proclameeren. Uit Sofia wordt gemeld dat de justitie op het spoor is van de mooi denaars van den Minister Betchef; onder verdenking van medeplichtigheid zijn twee studenten in hechtenis genomen. Ook van een on langs ontdekte samenzwering tegen Stam boeloff worden de leiders genoemdtwee docloien en een kolonel. Op een Montenegrijnsch schip, dat de Scutarie tegenover Constantinopel aankwam, moeten Turksche troepen ge schoten hebben. Vorst Nikita, die natuur lijk op zijn in wording zijnde zeemacht even trotsch is als een twintigjarig stu dent op zijn baard, heeft dit hoog opge nomen zijn regeering heeft aan de Porte voldoening gevraagd. Bij de gisteren gehouden verkiezing van leden voor den gemeenteraad zijn van de 786 kiezers 462 opgekomen; 10 biljet ten waren van onwaarde zoodat de vol strekte meerderheid 227 st. bedraagt. Hiervan verkregen de beeren E. L. Visser 341, J. J. de Koningh 319, H. W. A. v. d. Walle Bake 274, E. L. H. van Lanschot Hubrecht 280, Dr. P. Groeneboom 243 st. zoodat alle aftredende leden zijn her kozen. Voorts verkregen de heeren Knoppers 78, Koppen 57, Bloemendal 55, van As 26 stemmen terwijl op een groot aantal personen nog enkele stemmen waren uitgebracht. Voor de twee nieuwe zetels zijn uit gebracht 465 stemmen waarvan 7 van onwaarde; de volstrekte meerderheid be draagt dus 230 stemmen. Hiervan verkregen de heeren Mr. J. Heyligers 184, F. W. J. H. Tengbergen 149, M. F. W. J. de Jong 223, J. Sinnige 100 stemmen, terwijl op de heeren T. J. van As 21 en L. O. Verkerk 69stemmen werden uitgebracht. Herstemming moet dus plaats hebben tusschen de heeren Mr. J. Heyligers, F. W. J. H. Teng bergen, M. F. W. J. de Jong en J. Sinnige. Evenals het vorig jaar, stelt de Holl. IJzeren Spoorw.-Maatschij. zich voor, ook nu weder eiken Woensdag in de maanden Juli en Augustus exeursietreinen te laten loopen naar Rhenen, Nijmegen, Groesbeek en Kleef (zie achterst, advert.) Hebben ook al volen daarvan geprofiteerd en van het heerlijke natuurschoon in en om genoemde plaatsen genoten, dan zal er onder onze lezers nog menigeen zijn, die het vorig jaar om de een of andero reden te huis is moeteu blijven. Welnu laten wij heu hierbij mogen uanspo- ron met deze bekoorlijke plekjes konnis te gaan maken, oen meermalen herhaald bezoek zal zeker daarvan het gevolg zijn. Programma van het op heden Woens dagavond iu „Amicitia" te geven Concert door het Stafmuziekcorps van het 5e reg Inf. Kapelmeester de heer G. K, G. van Aken: 1. Friedensmarseh aus „Eienzi," It. Wagner. 2. Vorspiel zur Oper „die sieben Eabon," Rheinberger. 3. „La vague," Valse do concert, O. Metra. i. Grande Fautaisie de l'Opéra „Hérodi- ade," Massenet. Pauze. 5. Ouverture „Ossians Nachkliinge," Niels Gade. 6. „Benediction des poignards" de l'Opéra „Les Huguenots," Megerbeer. 7. a. „Aubade Printanière," La Combe b. „Die Heiuzelmanchen," Edengerg. 8. Grande Fantaisie sur des motifs de l'Opéra „Robert le Diable," F. Dumkler. Bij het op 9 dezer gehouden toelatings examen voor het gymnasium te Amersfoort mocht o a. ook de jongeheer G. Koelewijn slagen, de eerste leerling der school met den Bijbel te Baarn die zich voor genoemd exa men bad aangemeldt. 337ate STAATSJLOTEKIJ. Eerste klasse. Trekking van 20 en 21 Juli. (1000 loten.) Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen: Prijzeu van f 70 816 823 838 5876 5887 7835 7860 7880 7895 7905 7925 7930 8961 8980 10502 10523 10548 10557 10558 10582 17801 17802 17812 17828 17834 17835 17864 18918 18930 18932 18990 20360 20361 en 20897. Te zamen 34 prijzen. Volgende trekkingen geschieden 22,23 Juli. Eeutues. Reeds begint de ziekte zich onder de vroege aardappelen te vertoonen. De latere soorten vertoonen er nog geen spoor van. Te verwonderen is het eigen lijk niet, dat er ziekte ontstaat met het bijna aanhoudend natte weder der laatste dagen. Sedert eenige dagen vertoeft de beken de Friesche dwerg Gerrit Keizer, thans 17 jaren oud, in zijne geboorteplaats, Oude-Biltzijl. Hij reist in gezelschap van zijne moeder of zuster en is tegenwoor dig verbonden aan een circus, dat in den laatsten tijd voorstellingen gaf te Parijs en te Londen. Steeds blijft hij hetzelfde kleine .tengere ventje; hoewel van even redigen lichaamsbouw, doet hij iu lengte onder voor menig tweejarig kind. Zijne verstandelijke vermogens zijn goed, doch hij is zeer eigenzinnig. Op school reeds toonde hij zich bijzonder koppig en later viel hij zijn ouders herhaaldelijk lastig om snoepcenten, welke hem, naar hij meende, toekwamen als kostwinner voor liet geheele gezin. Al spoedig reisde hij op kermissen en hij begreep zeer goed, hoe nuttig hij zijne overigens arme familie was. Van tijd tot tijd echter geniet hij thuis zijn volle vrijheid. Thans vermaakt hij zich op straat en speelt met de jon gens van het dorp. Binnenkort evenwel vertrekt hij weer naar Parijs en Berlijn. Als een bewijs van ontwikkeling van som mige veldwachters, kan de volgende brief dienen, ingezonden als sollicitatie naar de vacante veldwachtersbetrekking te Oldehove «Op date postmerk. M! Hoogachte heer burgemeester Op dat atverbacie in de Korrant Dat er een veldwachter kon Ge- plaats worden. Zoo rieem ik De vreihyt om mij hierop Aantebieden Wanneer ik das Door u Edik in aanmerking mocht komen En Gij mij suit ontbieden om Op den seeventienden mij ien poesoon Foor u te verschijnensoo ben ik Dan Gevee- ger om Siktig gulden Af te staan van mijn selaarid foor ein teid van sis Jaar Ter voordeele der Gemeente En vijvin wintig Gulden storten bij Mijn aarstiling feele Goede getugen staan mij Ter dienste waaneer dit wordt Geiest: bij deleeden irse Gemeenteraad Ieso teeken ik mij met hoogachten enz." Zulk een eigenhandige aanbeveling zal zeker gewicht in de schaal leggen. Y ©ebo^eu FREDJltUKUS WILHELMUS, ZOON vanJ G. W-ESSELS en E. WESSELS—Haar. Amersfc^rt, 19 Juli 1891.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 2