BUITENLANDSE OVERZICHT.
Gemengd Nieuws.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
ADVERTENTIËN.
ieder het bewijs zijn, dat hij de welvaart
van de kolonie naar zijn vermogen heeft be
vorderd."
Omstreeks 1 uur in den namiddag verliet
mr. Lobman met zijne dochter en zijn zoon
in alle stilte en zonder gezelschap het gou
vernementshotel, om zich aan boord van de
„Prins Willem II" te begeven, waarmede hij
in den vooravond de stad zou verlaten.
Tegelijkertijd met zijn vettrek werd de
volgende afscheidsgroet geplaats in eene
buitengewone uitgave van het officiëele blad
Bij zijn vertrek uit de kolonie wenscht de
ondergeteekende een woord van welgemeen-
den dank te richten tot allen, die in de
stad en iu de distrieten deden blijken van
hunne instemming met de inzichten, die hem
gedurende zijn bestuur hebben geleid of van
toegenegenheid en symphatie voor zijn per
soon en die hem daardoor zijne taak in niet
geringe mate hebben verlicht en veraange
naamd.
In het bijzoudor ook betuigd hij zijn har-
telijken dank aan hen, die in de ODlangs
hem aangeboden adressen, op voor hem zoo
vleiende wijze, gevoelens aan den dag leg
den, waarvan hij de uitingen met voldoening
naar Holland medeneemt. Hij beschouwt die
adressen als een onderpand, dat de bevol
king van Suriname hem in hare herrinne-
ring eene plaats zal bewaren, op welke hij
prijs stelt. Wat hem aangaat, kan zij verze
kerd ziju, dat hij niet zal ophouden iu haar
en in alles wat haar aangaat levendig belang
te stellen.
Moge de welgezinde bevolking de gevoe
lens van gehechtheid cu liefde, waarvan zij
deed blijken jegens hem, overbrengen op ziju
opvolger, die zijnerzijds in het behartigen
barer belangen en iu het streven naar op
beuring der kolonie, bij den ondergeteekende
zeker niet zal achterstaan.
En hiermede zijn allen vaarwel gezegd.
Buste Gods zegen op u en op het land.
DE SAVORNIN LOHMAN.
Paramaribo, 27 Juni 1891.
Een saluut van 13 schoten van het fort
Nieuw-Amsterdam deelde Zaterdagmorgen
omstreeks 9 uur mede, dat mr. Lohman het
fort voorbijstoomde en Suriname verliet.
Zondagmorgen had in de konink
lijke hofkapel van het Loo een godsdienst
oefening plaats voor HH. MM. de Koning
innen, het gevolg en genoodigden. De
voorganger, ds. Faure, van Rhenen, had
voor deze gelegenheid tot tekst gekozen
Lukas 15: 3—7. De gezongen liederen
zijn: Psalm 118: 7; Gezang 38: 7 en
Gezang 39: 3.
Aan den dienst der Castle Line
wordt eene belangrijke uitbreiding ge
geven. Voortaan zullen de stoomschepen
dier lijn Hamburg aandoen, dan naar
Londen vertrekken, tot completeering der
lading enz., om daarna te Vlissingen
passagiers en goederen in te nemen, en
van die haven direct naar Zuid Afrika te
vertrekken.
Naar het Utr. Dgbl. verneemt, kan
in het begin van September de aanbe
steding plaats hebben voor het nieuwe
Universiteitsgebouw te Utrecht. Het voor
nemen bestaat, daarvoor tegen den win
ter de noodige uitgraving te laten doen
en de fondamenten te doen leggen, waarop
in het voorjaar het leggen van den eer
ster. steen kan volgen.
De minister van waterstaat heeft
de directiën der Holl. IJzeren Spoorweg
maatschappij en der Exploitatie-maat
schappij uitgenoodigd om onderling in
overleg te treden, ten einde tot overeen
stemming te geraken omtrent het aan
te nemen tariefstelsel voor het personen
vervoer in binnenverkeer. Vad.
De minister van waterstaat had
gister audiëntie bij H. M. de Koningin-
Regentes, op hel Loo.
Daar het gebruikelijk is, de audientiën
voor de ministers te staken, wanneer een
opdracht tot kabinetsformatie is gegeven,
wordt hieruit afgeleid, dat nog niemand
keimoedig hart. Dat het misschien beter is
Mr. Delancy niet hier te brengen."
Liever deed ik geheel afstand van Mr.
Aynard," zeide Anna; „het is niet edel,
niet eerlijk zoo te handelen."
„Dat moogt gij niet zeggen," riep Lady
Burlinson„ik ben mijn geheele leven ge
trouw aan mijn plicht geweest. Maar ik beu
onstandvastig en ongelukkig Anna, en dat
is nu de vergelding voor den raad, dien ik
u gegeven heb."
„Uwe liefde voor Edmund Delancy is te
rug gekeerd."
„Zou ik wel ooit hebben opgehouden hem
te beminnen?" zeide zij zuchtende.
„O, mevrouw, zoudt gij daaraan nog kun
nen twijfelen en dan aan Mr. Aynard be
loven zijne vrouw te zullen worden. Hem
te de Hemel zij hem genadig. Zie ginds I"
„Hem wien Wat bedoelt gij waarop
wijst gij? Is er iemand die daar door het
venster ons bespiedt?"
Bij deze woorden omvatte Lady Burlin
son Anna Jvdge, als zocht zij bij haar be
scherming te vinden tegen de nieuwe vrees,
die zich vun haar had meester gemaakt.
„De hemel zij den man genadig, dien
gij bemint," zeide Anna, hare handen wrin
gende; „wat kunnen wij doen om hem te
helpen
„Verhaal mij wat dat bcteokent, zoo gij
niet wilt dat ik krankzinnig worde."
met de samenstelling van een ministerie
belast is.
In overeenstemming biermede is ook
het bericht van het Vad., dat nog nie
mand belast is met de samenstelling van
een ministerie.
Omtrent de op 1-3 Augustus a.s.
te 's-Gravenhage te houden herinnerings
feesten (1831) wordt bericht, dat de ter
mijnen van inschrijving tot deelname van
15 tot 24 dezer is verlengd.
De directie der Staatsspoorweg-maat
schappij heeft toestemming gegeven (bij
uitzondering voor dit goede doel, daar
de aanvragen te veelvuldig werden), tot
gratis vervoer heen en terug van be
hoeftige oud-strijders, terwijl de directie
der Holl. IJz. Spoorw.-maatschappij be
paald heeft, dat op aanvraag aan den
administrateur te Amsterdam, ook door
haar vrije overtocht wordt verleend aan
de behoeftige oud-strijders.
Heeren officieren van het regiment
grenadiers en jagers, welk corps Zaterdag
1 Augustus een concert aanbiedt, hebben
welwillend een bedrag van f 76 bijeen
gebracht, om eenige behoeftige mannen
van 183032 in de gelegenheid te stel
len tot bijwoning der feesten.
Door de Exploitatie-Maatschappij is
op het door de ambtenaren en beambten
tot haar gericht verzoek om lotsverbete
ring, voorloopig afwijzend beschikt.
De Nijm. Cl. doet het volgende
grappige verzoek
De secretarissen van kiesvereenigingen
en verdere opstellers van circulaires en
manifesten worden beleefd uitgenoodigd,
daar zij de dingen vooreerst zeiven toch
niet noodig hebben, eens ter bezichtiging
te willen stellen de volgende voorwer
pen
a. «de sporen" die door hunne candi-
daten bij verschillende gelegenheden zijn
verdiend
b. «de spitsen" waaraan deze zich al
tijd gesteld hebben;
c. een proelje van «de brandende kwes
tie"
d. den welbekende «vogelaar" met zijn
r> fluit";
e. twee kiezers, die «schouder aan
schouder" naar de slembus zijn gegaan
de «eigen beenen" waarop alle flin
ke kiezers gestaan hebben
g. de «neuzen" waarop al de kiezers
hebben moeten passen
h. de «eigen oogen" waardoor zij heb
ben moeten kijken;
i. den candidaat, die het een of ander
«in den kortst mogelijken tijd tot eene
oplossing zou brengen";
j. den dito die de vrijheid redden zou
«eer hel te laat is"
k. een teekening en platte grond van
«de haardsteden en altaren" in Neder
land
l. «het hart en de nieren" van een
bijzonder braaf kiezer;
En m of ten slotte: een paar droppels
van het veel besprokene «nieuwe bloed".
De Fransche Kamer van Afgevaardig
den en de Senaat zijn Zaterdag uiteen
gegaan, nadat de eerste, met 387 tegen
110 stemmen, het nieuwe tarief van
invoerrechten in zijn geheel had goed
gekeurd.
In de laatste dagen vóór de scheiding
heeft de Kamer nog het bewijs willen
leveren, hoe onzeker daar te lande de
politieke toestanden zijn. Donderdag werd
door den Boulangist Laur de volgende
interpellatie ingediend: Is het waar, dat
graaf Münster (de Duitsche gezant te
Parijs) sedert het begin dezes jaars alle
passen weigert, door Fransche handels
huizen gevraagd voor hun vertegenwoor
digers, die evenals vroeger in Elzas-
Lotharingen willen reizen. Bij de toe
lichting verwees Laur naar een artikel
van den Frankforter vrede, waarin aan
Auua strekte hare baud bevende uit naar
den stikdonkeren nacht. „Zie naar het Boot
huis in het Backwater, waar Mr. Delancy
zich bevindt, waar hij in levensgevaar is,
zoo als ik wel vreesde zoo als ik wel
wist. O, mevrouw, zie daar, daar giuds
het witte lichthet wenkt het roept I"
NEGEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Gespannen verwachting.
Algemeene ontsteltenis heerschte in het
huis van Ayuard en twee vrouwen met den
doodsangst op het gelaat liepen door de
gangen en wekten de dienstboden op. Mrs.
Delancy was eene vaste slaapster, en niet
te wekken door het geritsel of het heen- en
wederloopen buiten de kamer, en Anna Judge
hield Lady Burlinson tegen, toen deze op
het punt stond om de deur van de slaap
kamer der oude dame te openen.
„Nog niet. Het zou kunnen zijn dat er
geen ongeluk heeft plaats gehad, en waartoe
haar dan noodeloozen' schrik aangejaagd,
Lady Burlinson," zeide Anna, die te gelijk
de hand haar meesteres gegrepen had„er
is niemand in de wereld die hem meer lief
heeft dan zij, en zij is niet zoo sterk als wij."
„Gij hebt gelijk," zeide Clara Burlinson,
de kamerdeur verlatende. „Ik ben mijzelve
niet het is mij als droomde ik, en gij
Frankrijk behandeling op den voet der
mcestbegunstigde natiën is gewaarborgd.
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
Ribot, verzocht de beantwoording van de
interpellatie uit te stellen, verzekerende
dat er in het verleenen van passen geen
verandering is gebracht. Laur was daar
over niet tevreden, en vroeg stemming;
de meerdeiheid der Kamer besliste, dat
de behandeling den volgenden dag zou
plaats hebben.
Vrijdagmorgen verkreeg de Minister
Ribot terstond het woord. In overeen
stemming met een besluit, na afloop der
vergadering van Donderdag door den
Minister genomen, begon hij te verklaren,
dat er een misverstand had plaats gehad.
Den vorigen dag was eenvoudig verda
ging van de interpellatie van den heer
Laur verlangd, thans drong hij aan op
intrekking. Na een heftig protest van
genoemden Afgevaardigde, voegde hij
er nog bij, dat voor de interpellatie geen
grond bestondgeen bericht was ont
vangen van eenige wijziging in de instruc
ties, van den Duilschen gezant, en wie
een pas verlangde verkreeg haar zonder
moeite. De heer Laur had zich tot echo
gemaakt van valsche geruchten; de bui
tenlandsche politiek, die niet uitdagend
wil zijn, doch alleen vastberaden en
waakzaam is, beantwoordt misschien niet
geheel aan de wenschen van eenige on
zer politieke vrienden, zei de Min.
met het oog op de radicalen, maar de
regeering der Republiek weet wat haar
te doen staat.
Het voorstel der Regeering tot intrek
king der interpellatie werd nu met 319
tegen 109 stemmen aangenomen.
In den Senaat had den laatsten dag
nog een incident plaats. De premier De
Freycinet, Minister van Oorlog, wenschte
de onmiddellijke behandeling van een
voorstel tot het verleenen van zeker cre-
diet ten behoeve der Polytechnische school
dit vocrstel werd verworpen, waarop hij
vertoornd de vergaderzaal verliet, onder
verklaring dat hij den President der Re
publiek zijn ontslag ging vragen. De
ambtgenooten hebben hem evenwel we
ten te beduiden, dat er geen de minste
reden bestond om heen te gaan, aange
zien het geen politiek votum betrof, en
heel bedaard kwam hij een poosje later
terug om het decreet tot sluiting der
zitting voor te lezen.
Eenige dagen is Frankrijk ernstig be
dreigd geworden dooreen werkstaking van
het spoorwegpersoneel, waarvooruit Parijs
het sein was gegeven, uitgaande van de
wissel- en baanwachters. Op het eind
der vorige week scheen het er te zullen
gaan spannen, daar de misnoegden er
van spraken de lijnen tot een eind bui
ten de stad op te breken, zoodal militaire
bewaking noodig was. Ook tot Bordeaux
en Lyon breidde de beweging zich uit,
maar de machinisten, stokers en conduc
teurs deden er niet aan mede. Van Re-
geeringswege werden dadelijk soldaten
beschikbaar gesteld om den arbeid over
te nemen; in een vergadering, te Lyon
gehoudeu, werd het voorstel om tot een
algemeene werkstaking over te gaan, ver
worpen. Een zoo gebrekkig voorbereide
en roekeloos ondernomen zaak moest wel
mislukken; Zaterdag kondigde de Maat
schappij van de lijn Parijs-Lyon-Middel-
landsche zee, die er het meest bij betrok
ken was, aan. dat wie der werklieden
Maandag op den gewonen tijd niet op
zijn post was, zich ontslagen moest re
kenen. Dit schijnt ook geholpen te heb
ben, althans de verdere berichten mel
den, dat de werkstaking als geëindigd te
beschouwen is.
Een bericht als zouden de Franschen
in Achter-Indië hun gebied uitbreiden,
is in het Britsch Hoogerhuis door Lord
Salisbury tegengesproken. Er bestaat, zei
de premiergeen grond om te gelooven
dat zij tot een afstand van honderd mij
len de provincie Lerang-Prabang zijn ge
naderd ook betwijfelt hij het gerucht
dat de Franschen voornemens zijn de
onafhankelijkheid dier provincie te be
dreigen. De onafhankelijkheid van Siam,
hoopte hij, berust op hechte grondslagen,
en het is onwaarschijnlijk dat Europa
aanleiding zal vinden om haar te waar
borgen, daar deze quaestie alleen voor
Frankrijk en voor Engeland van belang is.
zijt zoo kalm nu de eerste schok voorbij is,"
„Ik bedeuk wat er het best kan gedaan
worden ik tracht het ten minste," voeg
de zij er bij.
„En hij ligt misschien te sterven, terwijl
gij den tijd hier verbeuzelt," riep Lady Bur
linson ongeduldig. „O, zoo hij mij slechts
zijn voornemen had medegedeeld van naar
het Boothuis te gaan, dan had ik geweten,
wat mij nu te doen stond en hoe ik in dit
dreigend gevaar had moeten handelen. Waar
om moest hij dat u juist in het geheim me-
dedeelen en het voor mij verbergen riep
zij uit, en toon en gelaat spraken van ver
borgen jaloozie. „Welke bedoeling zou hij
daarmede kunnen gehad hebben?"
„Wij staan hier den tijd te verliezen,"
zeide Auna koel„ik moet eerst Mrs. Hol
mes oproepen. Zorg gij intusschen dat de
meiden naar de jagers- en tuinierswoning
loopen, en alle manuen oproepen die op het
laudgoed te vinden zijn, met den last om
onmiddelijk naar het Boothuis te roeien. Zeg
hnn wat wij vreezen, en laat een hunner
in vliegenden draf naar Ilpham rijden om
Mr. Aynard te halen."
Wordt vervolgd
Keizer Wilhelm laat zich op zijn Noor-
weegsrhe reis geregeld alle besluiten
brengen, die zijn bekrachtiging behoeven.
Een bijzonderen indruk maakt zijn be
slissing omtrent de bekroning voor de
internationale tentoonstelling van schil
derijen, te Berlijn gehouden, waarbij Z.
M. eenvoudig de uitspraken van de jury
ter zijde gelegd en zelf het oordeel vast
gesteld heeft. De inzenders uit Nederland
zijn daar slecht bij weggekomen; het is
te hopen dat de enkelen, aan wie bij
hooge gunst de kleinen gouden medaille
is toegewezen, vriendelijk zullen bedanken.
Onder zulke omstandigheden jury-lid te
zijn, is ook niet alles.
De Italiaansche President-Minister Di
Rudini maakt zich niet met een praatje
van zijn moeielijke taak af. Ondanks de
bezwaren, door zijn ambtgenooten inge
bracht, is het hem gelukt den Minister
raad eenparig te doen besluiten, dat het
tekort op de begrooting in elk geval
moet verdwijnen.
Op een onlangs te Lyon gehouden
schuttersfeest zijn de Italiaansche deel
nemers met veel onderscheiding behan
deld. De bladen toonen zich daarmee
zeer ingenomen, en zien er het bewijs
in van een toenadering tusschen de beide
Latijrische volken. Koning Umberto heeft
den premier Di Rudini opgedragen, den
Franschen gezant te Rome Z. M.'s bij
zondere tevredenheid te betuigen.
Aangaande Boelgarije zijn eenige met
elkander in verband staande berichten,
die aan een spoedige verandering in de
politieke verhoudingen aldaar doen den
ken. Kort geleden heeft de sultan van
Turkije een audiëntie verleend aan den
Boelgaarschen Minister van Financiën;
waarschijnlijk ter bespreking van de gel
delijke betrekking van het vorstendom
tot zijn suzerein, maar dat doet er min
der toe: het feit van de ontvangst der
Ministers bevat een begin van de erken
ning van Boelgarije als staat. En nu heb
ben de drie verbonden Mogendheden,
Duitschland, Oostenrijk en Italië, door
middel harer gezanten te Konstantinopel
aan de Porte te kennen gegeven, dat
deze handeling een uitmuntenden indruk
heeft gemaakt.
Een bittere pil om te slikken voor
Rusland, dat nog steeds in zijn onvrien
delijke houding tegenover Vorst Ferdinand
en zijn Regeering volhardt. De Czaar
moet evenwel te kennen gegeven heb
ben, dat hij zich van alle inmenging in
de zaken van Boelgarije wenscht te ont
houden, de verantwoordelijkheid voor
hetgeen er mocht gebeuren aan anderen
overlatende. De premier Stamboeloff is,
volgens een bericht uit Weenen, van plan
doortastend te werk te gaanhij moet
namelijk verklaard hebber, zich uit hot
politieke leven te willen terugtrekken,
zoo vorst Ferdinand er niet toe overgaat
de onafhankelijkheid van Boelgarije te
proclameeren.
Uit Sofia wordt gemeld dat de justitie
op het spoor is van de mooi denaars van
den Minister Betchef; onder verdenking
van medeplichtigheid zijn twee studenten
in hechtenis genomen. Ook van een on
langs ontdekte samenzwering tegen Stam
boeloff worden de leiders genoemdtwee
docloien en een kolonel.
Op een Montenegrijnsch schip, dat de
Scutarie tegenover Constantinopel
aankwam, moeten Turksche troepen ge
schoten hebben. Vorst Nikita, die natuur
lijk op zijn in wording zijnde zeemacht
even trotsch is als een twintigjarig stu
dent op zijn baard, heeft dit hoog opge
nomen zijn regeering heeft aan de Porte
voldoening gevraagd.
Bij de gisteren gehouden verkiezing
van leden voor den gemeenteraad zijn van
de 786 kiezers 462 opgekomen; 10 biljet
ten waren van onwaarde zoodat de vol
strekte meerderheid 227 st. bedraagt.
Hiervan verkregen de beeren E. L. Visser
341, J. J. de Koningh 319, H. W. A. v. d.
Walle Bake 274, E. L. H. van Lanschot
Hubrecht 280, Dr. P. Groeneboom 243
st. zoodat alle aftredende leden zijn her
kozen.
Voorts verkregen de heeren Knoppers 78,
Koppen 57, Bloemendal 55, van As 26
stemmen terwijl op een groot aantal
personen nog enkele stemmen waren
uitgebracht.
Voor de twee nieuwe zetels zijn uit
gebracht 465 stemmen waarvan 7 van
onwaarde; de volstrekte meerderheid be
draagt dus 230 stemmen.
Hiervan verkregen de heeren Mr. J.
Heyligers 184, F. W. J. H. Tengbergen
149, M. F. W. J. de Jong 223, J. Sinnige
100 stemmen, terwijl op de heeren T. J.
van As 21 en L. O. Verkerk 69stemmen
werden uitgebracht. Herstemming moet
dus plaats hebben tusschen de heeren
Mr. J. Heyligers, F. W. J. H. Teng
bergen, M. F. W. J. de Jong en J. Sinnige.
Evenals het vorig jaar, stelt de Holl.
IJzeren Spoorw.-Maatschij. zich voor, ook nu
weder eiken Woensdag in de maanden Juli
en Augustus exeursietreinen te laten loopen
naar Rhenen, Nijmegen, Groesbeek en Kleef
(zie achterst, advert.) Hebben ook al volen
daarvan geprofiteerd en van het heerlijke
natuurschoon in en om genoemde plaatsen
genoten, dan zal er onder onze lezers nog
menigeen zijn, die het vorig jaar om de een
of andero reden te huis is moeteu blijven.
Welnu laten wij heu hierbij mogen uanspo-
ron met deze bekoorlijke plekjes konnis te
gaan maken, oen meermalen herhaald bezoek
zal zeker daarvan het gevolg zijn.
Programma van het op heden Woens
dagavond iu „Amicitia" te geven Concert
door het Stafmuziekcorps van het 5e reg Inf.
Kapelmeester de heer G. K, G. van Aken:
1. Friedensmarseh aus „Eienzi," It. Wagner.
2. Vorspiel zur Oper „die sieben Eabon,"
Rheinberger.
3. „La vague," Valse do concert,
O. Metra.
i. Grande Fautaisie de l'Opéra „Hérodi-
ade," Massenet.
Pauze.
5. Ouverture „Ossians Nachkliinge,"
Niels Gade.
6. „Benediction des poignards" de l'Opéra
„Les Huguenots," Megerbeer.
7. a. „Aubade Printanière," La Combe
b. „Die Heiuzelmanchen," Edengerg.
8. Grande Fantaisie sur des motifs de l'Opéra
„Robert le Diable," F. Dumkler.
Bij het op 9 dezer gehouden toelatings
examen voor het gymnasium te Amersfoort
mocht o a. ook de jongeheer G. Koelewijn
slagen, de eerste leerling der school met den
Bijbel te Baarn die zich voor genoemd exa
men bad aangemeldt.
337ate STAATSJLOTEKIJ.
Eerste klasse.
Trekking van 20 en 21 Juli.
(1000 loten.)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen:
Prijzeu van f 70
816 823 838 5876 5887 7835 7860 7880
7895 7905 7925 7930 8961 8980 10502
10523 10548 10557 10558 10582 17801
17802 17812 17828 17834 17835 17864
18918 18930 18932 18990 20360 20361
en 20897.
Te zamen 34 prijzen.
Volgende trekkingen geschieden 22,23
Juli.
Eeutues. Reeds begint de ziekte zich
onder de vroege aardappelen te vertoonen.
De latere soorten vertoonen er nog geen
spoor van. Te verwonderen is het eigen
lijk niet, dat er ziekte ontstaat met het
bijna aanhoudend natte weder der laatste
dagen.
Sedert eenige dagen vertoeft de beken
de Friesche dwerg Gerrit Keizer, thans
17 jaren oud, in zijne geboorteplaats,
Oude-Biltzijl. Hij reist in gezelschap van
zijne moeder of zuster en is tegenwoor
dig verbonden aan een circus, dat in den
laatsten tijd voorstellingen gaf te Parijs
en te Londen. Steeds blijft hij hetzelfde
kleine .tengere ventje; hoewel van even
redigen lichaamsbouw, doet hij iu lengte
onder voor menig tweejarig kind. Zijne
verstandelijke vermogens zijn goed, doch
hij is zeer eigenzinnig. Op school reeds
toonde hij zich bijzonder koppig en later
viel hij zijn ouders herhaaldelijk lastig
om snoepcenten, welke hem, naar hij
meende, toekwamen als kostwinner voor
liet geheele gezin. Al spoedig reisde hij
op kermissen en hij begreep zeer goed,
hoe nuttig hij zijne overigens arme familie
was. Van tijd tot tijd echter geniet hij
thuis zijn volle vrijheid. Thans vermaakt
hij zich op straat en speelt met de jon
gens van het dorp. Binnenkort evenwel
vertrekt hij weer naar Parijs en Berlijn.
Als een bewijs van ontwikkeling van som
mige veldwachters, kan de volgende brief
dienen, ingezonden als sollicitatie naar
de vacante veldwachtersbetrekking te
Oldehove
«Op date postmerk. M! Hoogachte heer
burgemeester Op dat atverbacie in de
Korrant Dat er een veldwachter kon Ge-
plaats worden. Zoo rieem ik De vreihyt
om mij hierop Aantebieden Wanneer
ik das Door u Edik in aanmerking mocht
komen En Gij mij suit ontbieden om Op
den seeventienden mij ien poesoon Foor
u te verschijnensoo ben ik Dan Gevee-
ger om Siktig gulden Af te staan van
mijn selaarid foor ein teid van sis Jaar
Ter voordeele der Gemeente En vijvin
wintig Gulden storten bij Mijn aarstiling
feele Goede getugen staan mij Ter dienste
waaneer dit wordt Geiest: bij deleeden
irse Gemeenteraad Ieso teeken ik mij
met hoogachten enz."
Zulk een eigenhandige aanbeveling zal
zeker gewicht in de schaal leggen.
Y ©ebo^eu
FREDJltUKUS WILHELMUS,
ZOON vanJ
G. W-ESSELS en
E. WESSELS—Haar.
Amersfc^rt, 19 Juli 1891.