BMNLANDSCH OVERZICHT.
Plaatselijke berichten.
Het einde der crisis schijnt gena
derd.
De lieer van Tienhoven is gisteren naar
het Loo geweest, vermoedelijk om H.M.
een voorstel te doen tot beëediging vrm
de nieuwe ministers.
Het Ministerie zou nu, zooals de laat
ste berichten luiden, als volgt zijn samen
gesteld
Tak van Poortvliet, Binnenlandsche
Zaken, Mr. G. van Tienhoven, Buitenland-
sche Zaken, Mr. N. G. Pierson, Financiën,
Overste Seyfiardt, Oorlog, Mr. W. K. van
Dedem, Koloniën, J. C. Jansen, (thans
hoofdingenieur der Marine, chef van het
materieel voor het dept. van Marine, die
nu weder in plaats van Rahusen genoemd
wordt), Marine, Smidt, Justitie, Conrad,
Waterstaat. Officieel zijn echter deze na
men niet.
Op de hofstede «Polderzicht" on
der Nijkerk is een zuivel-cursus met 26
toehoorders aangevangen.
Zondag hield het comité der Friesche
Volkspartij eene meeting te Drachten,
ten gunste van landnationalisatie. De bij
eenkomst werd, aldus schrijft men aan
het Hbl., door 6000 personen bezocht.
Uit alle deelen van Friesland was men
derwaarts gekomenalleen de Ned. Tram
wegmij. vervoerde 1300 personen. Opeen
door den regen drassig stuk weiland had
de betooging plaats.
Er waren twee groote tenten voor het
comité opgericht en een muziektempel.
Aan deze waren ruim 50 vaandels opge
hangen, meest alle van afdeelingen, van
den bond voor Alg. Kies- en Stemrecht.
Aan die van den sociaal-deinocratischen
bond zag men een zeer enkele, zeker een
gevolg van den raad in Recht voor Allen
gegeven, om zich van deelneming te ont
houden. Op het terrein woei zoowel de
nationale driekleur als de roode vaan en
een witte vlag, de laatste met het op
schrift «Geen landheeren, geen slaven.
Nadat het muziekkorps de Marseillaise
had doen liooren, opende de heer D. H.
Mansholt, van Westpolder (.Gr.), de voor
zitter van den Ned. Bond voor Landna
tionalisatie, de bijeenkomst. Hij verheugde
zich in de groote opkomst, waarin hij een
bewijs zag dat het Nederl. volk wakker
werd, en zijn best deed mede te werken
lot het opheffen zijner nooden. Hij oor
deelde, dat een hongersnood in aantocht
was, terwijl de Nederlandsche bodem
vruchtbaar genoeg was om allen te voe
den. Toch werd er altijd gebrek geleden
door een groot gedeelte des volks, terwijl
geen enkele poging aangewend wordt,
duizenden bij duizenden H. A. woesten
grond vruchtbaar te maken.
Daarna traden het eerst in de twee
tenten als sprekers op de heeren Gerhard,
van Amsterdam, Stoffel, van Deventer,
en D. de Clercq, van Haarlemde laatste
sprak op de muziek-tribune. Hierna werd
pauze gehouden, en vervolgens traden op
de heeren rnr. van Eek, van Leeuwarden,
G. L. v. d. Zwaag, te Wolvega. en mej.
Stellinwerf-Jenlink, van Leeuwarden de
laatste hield eene rede in de Friesche taal.
Allen bespraken den maatschappelijken
toestand onzer dagen en drongen op na
tionalisatie van den boden aan. Gerhard,
v. Eek en v. d. Zwaag zagen daarin
als sociaal-democrater. niet het afdoende
middel, maar meenden er toch op te moe
ten aandringen de beweging te steunen,
daar deze een groote stap is op den weg,
dien zij wenschen in te slaan.
Alle sprekers wezen ook op het mis
lukken van den oogst en voorspelden
hongersnood, ofschoon er nog genoeg
voorraad was orn dezen te bezweren.
Maar de speculatiegeest zou den hongers
nood dan nog te voorschijn roepen.
Toen de sprekers geëindigd hadden,
volgde een optocht door Drachten, waartoe
het hoofd der gemeente toestemming ge
geven had. Men vereenigde zich onder
de banieren, en met muziek aan het
hoofd ging het door Drachten, omstuwd
door eene groote menigte. Alles ging in
de beste orde toe; de burgemeester be
geleidde met eene kleine politiemacht den
optocht.
Dat socialistische liederen weerklonken,
is bijna overbodig te melden. De optocht
eindigde op het terrein der meeting,
waar de heer Mansholt de bijeenkomst
sloot, na dank betuigd te hebben aan den
burgemeester voor zijne houding. Daar
na het was ongeveer 4 uur ver
strooide het publiek zich door Drachten,
dat zwart van menschen was.
Te vijf uur begonnen tram en stoom-
booten (van deze waren 15 voor deze
gelegenheid overgekomen) het publiek
weder af te voeren.
Tot deelneming aan de oefeningen
in de legerplaats bij Zeist, van 28 Au
gustus tot 3 September, zijn aangewezen
a. de staf, de le, 2e en 3e batterij van
het le reg. veld-art. uit 's-Hage, de 3e
batterij te Soesterberg), wordende bij de
gecombineerde regimentsoefeningen de
le, 2e en 3e batterij resp. ingedeeld bij
het reg. gren. en jagers, het 4e en 7e
reg. inf.; b. de staf, een halve regiments
staf, het le, 2e en 4e escadron van het
3e reg. huzaren, welke gekantonneerd
worden, de staf te Soest, de halve regi
mentsstaf met het le en 2e escadron te
Leusden, en het 4e escadron le Wouden
berg, wordende bij de gecombineerde
regimentsoefeningen het le, 2e en 4e
escadron resp. ingedeeld bij het reg. gren.
en jagers, het 4e en 7e reg. inf.
Voor politiedienst worden in het kamp
gedetacheerd1 wachtmeester, 3 briga
diers en 8 maréchausées. Behalve de aan
gegeven oefeningsterreinen mogen ook
gebruikt worden de heide- en zandgron
den, behoorende tot de gemeente Soest,
mits de jonge aanplant niet beschadigd
wordt.
Aan eene particuliere correspon
dentie dd. 1 Juli uit Kota-Radja aan het
Bat. Handelsblad is het volgende ont
leend
«De order «ophouden met terugvuren"
is gelukkig en nog ter goeder tijd inge
trokken. De gouverneur heeft n.l. den
post-commandanten order gegeven, om
indien hunne bentings of transporten
beschoten worden, met eenige granaten
de kampongs te tuchtigen, die in de
richting liggen, van waaruil geschoten
wordt.
De afstand dier kampong is natuurlijk
vrij juist bekend. De kampong-bewoners
worden dus solidair verantwoordelijk ge
steld voor ieder schot, dat uit hunne
omgeving op de onzen gelost wordt.
Deze order is in alle opzichten toe te
juichen en wordt dan ook flink in toe
passing gebracht. Geregeld hoort men
thans in verschillende richtingen het
artillerievuur der onzen, zoowel bij dag
als des nachts. De thans genomen maat
regel, of liever het intrekken van het
vroeger gegeven bevel om niet terug te
vuren, heeft nog een ander voordeel. De
goede geest onder onze troepen op de
posten begon onder en door die order
allengs uit te doovener begon zich
onder de mindere militairen een soort
van moppergeest te ontwikkelen, die bij
langer voortbestaan zeer schadelijke af
metingen zou hebben kunnen aannemen.
Er is dan ook niets verdrietiger voor
een soldaat, dan om aanhoudend bescho
ten te worden en nu en dan een kame
raad te zien neèrzinken en zich niet te
mogen wreken over de ondergane be-
letdiging of het geleden verlies.
Thans moeten de Atjehers hunne roe
keloosheid, hun overmoed duur betalen.
Van drie gewapende Atjehers, die dezer
dagen tusschen Lambaroe en Siroen de
kali trachten over te zwemmen, doch uit
een hinderlaag werden ontdekt, werden
twee neergeschoten om in de diepte te
verdwijnen en zoo wordt er dagelijks
vooral door de patrouilles maréchaussées
nog wel eens een enkele geknipt.
gen, zoo wij hom niet geheel willen verplet
teren," zeide Delancy; ,,ik verfoei alle ach
terhoudendheid, waut ik heb eene gewoonte
altijd over te loopen als het water van een
slecht gemaakte theeketelmaar in dit geval
zie ik er de noodzakelijkheid, van in tot hij
mij beter kent en de drangreden weet, die
u deed handelen Dan zal ik het hem zeg
gen, en hem vergeving vragen voor het kwaad
van niet volgens aller verwachting gestorven
to zijn."
„Zoo het ons gelukken mocht het gebeurde
te vergeten, het als niet geschied te beschou
wen, Ncd," zeide zij zoo wij trachtten
elk weder zijn standpunt van vroeger in te
nemen, met betrekking tot elkander; zoo ik
u afstond aan uwe moeder die voor mij zoo
goed en hartelijk geweest is, en gij mij aan
hem wiens ecuig geluk nog aanstaande is."
„Nooit beproef ik het, iets onmogelijks te
ondernemen," zeide Delancy„dat is mijne
gewoonte niet."
„Gij zijt boos op mij, omdat ik zoo tot
u spreek," zeide Anna, zich snel tot hem
wendende; „maar maar ik zie leed voor
hem in de toekomst, en dat wilde ik hem
besparen, het koste wat het wil. Gij kunt
het niet begrijpen welk een reeks van onge
in kkeu het leven van dien dierbaren man
geschokt hebben en hoe dit laatste eene
teleurstelling in mij hem geheel zou ver
nietigen. Ja, geen enkel oogenblik moet bij
het weten dat gij over mij gedacht hebt, want
hij moet het vertrouwen blijven behouden in
haar, die het reeds misbruikt heeft."
Zij wischte eenige tranen uit hare oogen,
die zij met hare handen bedekte tot Ned
Delancy deze zacht wegnam.
Wij hebben beiden onze belofte verbroken,"
zeide hij„maar wij hebben geen van beiden
reden berouw te gevoelen, en, al leven wij
eenigen tijd van elkander gescheiden, toch
zal eene zalige herinneriug onze harten scha-
gen om elkander getrouw te blijven. Ik zie
de toekomst nevelachtig door het vergroot
glas en daar glinstert iets in het midden
dat moet de hoop zijn, lieve."
„Wij zulleu nooit huwen, Ned," zeide
Anna; „dat weet ik zeker. Ook gij moet
daar nooit aan denken. Zoo ik u daartoe
aanspoorde, zou ik oneerlijk jegens u bande
len, en gij behoeft u in geen enkel opzicht
als aan mij gebonden te beschouwen, of een
oogenblik te wachten, zoo gij iemand anders
ontmoeten mocht, die gij meeneu zoudt even
lief te kunnen hebben."
„Lieve Anna!"
„Ik ben Anna Judge de ongehuwde; neen,
het is geen scherts, Nedzeide zij, hem smee-
kend aanziende; „en gij moet nooit weer tot
mij van liefde spreken. Dat zou mij wellicht
doen wankelen mij misschien zelfs hem
moede doen worden aan wiens verdere leven
het mijne geheel gewijd moet zijn."
De Parijzenaars hebben het met Groot
vorst Alexis nogal schappelijk gemaakt,
waartoe vooral bijdroeg, dat hij opzette
lijk niet op het vooraf bepaalde uur
aankwam; gedurende zijn kortstondig
verblijf in het «Hotel Continental"
schreeuwden eenige troepjes af en toe
wat i>Vive la Russie," en hetzelfde had
plaats 's avonds in den Tuilerieën-luin,
toen het orkest het Russisch volkslied
blies, maar dat was ongeveer alles. Over
het algemeen neemt de bevolking van
Parijs minder deel aan zoogenaamde
politieke demonstraties dan men buitenaf
denkt,
Maar de Russomanie trad weer krach
tig te voorschijn, toen de hooge gast
naar de badplaats Vichy spuorde. Op
alle stations, waar de trein passeerde of
stilhield, stonden volkshoopen meestal
met de plaatselijke autoriteiten voorop,
om hein toe te juichen, en te Vichy zelf
was het een dolle boel. Bij aankomst
werd de grootvorst gecomplimenteerd
door het gemeentebestuurbovendien was
een tallooze menigte aanwezig met mu
ziek en zangvereenigingen. De prefect, de
burgemeester en de consul van Rusland
hielden in de wachtkamer lange rede
voeringen, en toen eindelijk het rijtuig
van den grootvorst het station verliet,
kostte het hem veel moeite te beletten
dat de opgewonden schreeuwers de paar
den uitspanden en zelf den wagen gin
gen trekken. Toen de vorst op het bal
kon van zijn hotel verscheen, defileerden
de vereemgingen met haar banieren
's avonds was de stad geïllumineerd, den
geheelen nacht duurde de feestvreugde.
Niet minder vurig was de geestdrift in
den schouwburg, waar hij de vertooning
van «Robert le Diable" bijwoonde; bij
zijn binnenkomst werd door het koor
en de solisten hel Russisch volkslied ge
zongen. De vorst heeft zich deze eerbe-
wijzingen laten welgevallen, onder voor
waarde dat men hem gedurende den
overigen tijd van zijn verblijf te Vichy
met rust laten en zijn incognito eerbie
digen zou't is te hopen voor de herse
nen der Franschen dat men zich aan die
afspraak houden zal. De bladen doen hun
best de «geestdrift" wat te temperen,
door er op te wijzen dat de natie groot
gevaar loopt haar fatsoen te grabbelen
te gooien.
Het besluit van de Russische Regee
ring tot verbod van den rogge-uitvoer
heeft voorat in Duitschlaiid veel sensatie
gemaakt, omdat dit land voor zijn groote
consumtie van deze graansoort geheel
van Rusland af hankelijk is. De agrarische
organen, «Kreuzzeitung" en «Post" er
kennen het ernstige van den toestand en
zouden ook geen bezwaar hebben tegen
schorsing van de graanrechten, doch
waarschuwen tegen overijling. De con
servatieve «Reichsbote" verlangt verbod
van uitvoer voor alle broodvruchten en
vooi aardappelen, en in dien geest laten
zich ook eenige liberale bladen uit. De
«Norddeutsche Allgemeine Zeilung" acht
den toestand niet bedenkelijk, omdat de
tarwe-produceerende landen der wereld
kunnen aanvullen, wat men uit Rusland
mist. De liberale bladen diingen ernstig
aan op onmiddellijke opheffing der graan
rechten. Richler's «Freisinnige Zeitung"
doet een beroep op den Keizer, orn den
rijkskanselier Von Caprivi te ontslaan,
indien deze de verantwoordelijkheid van
schorsing der tolrechten, nu de Rijksdag
niet bijeen is, niet wil aanvaarden. De
Keizer, zegt het blad, heeft reeds dik
wijls bewezen, dat hij de belangen van
den économischen toestand des volks
goed begrijpt.
In de regeeringskricgen is men, even
als dit bij de pers het geval is, overtuigd
dat het Russisch gouvernement alleen
uit het oogpuut van den économischen
toestand des lands, en niet om politieke
redenen, het verbod van uitvoer uitvaar
digde. Men gelooft voor het overige, dat
de maatregel niet lang zal gehandhaafd
„Waarom spreekt gij thans zoo ernstig?"
vraagde hij.
„Opdat gij niet te veel aan mij zoudt deu
ken, of mij voor zwakker houden dan ik ben."
„O, Anna, ik vrees dat ik er u des te
meerder om bemiu."
„Gij moogt mij niet meer beschouwen als
de Anna Judge van voor weinige weken,"
zeide zij op verwijtenden toon.
„Dat is niet waarschijnlijk."
„Maar van heden af zullen wij elk ons
vroeger standpunt innemen."
„Wij zullen ten minsto daarvan den schijn
aannemen. Geheel teruggaan is onmogelijk,
Anna. Hebben wij dat niet beiden bele
den?"
„Maar
„Maar dit zij voortaan elks standpunt
en ik verzoek u mij er niet meer over lastig
te vallen, of gij zult mij morgen weder op
mijn rug zien liggen," zeide hij, eene
bedreiging die haar van schrik het bloed
naar het hart joeg. Wij zullen zoo stijf en
deftig jegens elkander zijn, als gij het ver
langt; al onze vrienden, betrekkingen en
kennissen zullen geen verschil in ons zien;
wij zulleu nauwlijks aaD een verschil in ons
zeiven kunnen gelooven, zoo wij niet terug
zien, zullen wij ons des te gelukkiger gevoe
len. Zeggen wij, dat wij geenszins aan el
kander verbonden zijn, dat er niet de minste
wederkeerige belofte bestaat, dat wij vrij zijn
worden, wegens de terugwerking op den
Russischen handel en den invloed op de
roebel waarde.
Zaterdag hield het Rijks-ministerie een
vergadering onder presidium van den
Rijkskanselier. Besloten werd vooreerst
geen verandering te brengen in de graan
rechten en den loop der zaken af te
wachten. Daarentegen heeft de Regeering
het besluit genomen, wegens de ongun
stige oogst verwachtingen en het Rus
sisch verboil van uitvoer, bij wijze van
proef op de Staatsspoorwegen de tarie
ven te verlagen voor het transport van
granen, peulvruchten en alle meelsoorten.
Het zal nu moeten blijken of uit dezen
maatregel een merkbare verlaging van
de prijzen der levensmiddelen voortvloet.
Uit Shangaï wordt gemeld dat de Chi-
neesche Regeering weigert de door de
Europeesche Mogendheden geëischte scha
deloosstelling ten behoeve van de mis
handelde Europeanen te geven. Wordt
in deze weigering volhard, dan zal waar
schijnlijk met een vijandig optreden der
vereenigde Engelsche, Fransche, en Duit-
sche en Amerikaar.sche vloten worden
gedreigd.
Reeds nu, vele maanden van te voren
zijn in de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika de toebereidselen tot de presi-
dents-verkiezing in gang. Hieibij zullen
de économische belangen den doorslag
geven. De democratische partij treedt
krachtig op tegen de Mac-Kinley-wet
haar kansen zijn aanmerkelijk gestegen
door de duurte van allerlei onmisbare
artikelen ten gevolge dier draconische
wet. De democraten komen er rond voor
uil, dat zij de afschaffing dier wet ver
langen en dientengevolge zal Grover
Cleveland, die vóór president Harrison
aan het hoofd der Republiek stond, hoogst
waarschijnlijk hun candidaal zijn. Voor
Europa zou het van onwaardeerbaar be
lang zijn, als met dezen president het
noodlottig beschermend stelsel der Ver
eenigde Staten door mildere handelsbe
ginselen werd vervangen. Het ontbreekt
dan ook niet aan waarschuwingen aan
het adres der Duitsche tolpolitiek, om
niet den schijn aan te nemen dat zij een
Europeesche coalitie tegen Amerika be
oogt, want daardoor zouden de Ameri-
kaansche voorstanders van den vrijhan
del worden uitgetart en zou het uitzicht
op de zoo gewenschte omkeering verlo
ren gaan.
De Belgische Kamer heeft Vrijdag haar
zitting gesloten, nadut haar was mede
gedeeld dat de rapporteur van het ver
handelde in de centrale sectie over de
grondwetsherziening, de heer De Smet
de Naeyen, zijn verslag bij die sectie
had ingediend. Ook was dien dag nog
beraadslaagd over de aanvullingscredie-
tén voor de versterking der Maaslinie.
In 1884 werden de kosten voor die for
ten geraamd op 24 millioen francs; ten
gevolge van telkens aangevraagde ver
hoogingen is nu reeds het cijfer van 71
millioen bereikt. Bij gelegenheid van
deze discussie, die met aanneming
van het crediet eindigde werd door een
der leden gevraagd of niet een geheim
protocol de mogendheden, die België's
neutraliteit hebben gewaarborgd, het
recht geeft in oorlogstijd het land met
troepen te bezetten, waardoor juist de
bouw der Maasforten een gevaar zou op
leveren voor de onafhankelijkheid. Dit
werd door den president-Minister Beer-
naert ontkennend beantwoord; de waar
borging der neutraliteit kan nooit in dien
zin worden bedoeld, en België is volko
men vrij in zijn defensie-maatregelen,
behoudens zijn natuurlijke verplichting
om voor de handhaving der onzijdigheid
in geval van oorlog de noodige zorg te
dragen. Met die opvatting verklaarde de
leider der uiterste linkerzijde, de heer
Janson het volkomen eens te zijn.
De Centrale sectie hield dienzelfden
dag nog een vergadeiing om kennis te
nemen van het rapport van den heer De
Smet. Alvorens tot de lezing over te gaan,
deelde de voorzitter, de heer De Lantsheere,
een schrijven mede, gedagteekend 1 Juli,
te huwen, wie wij trillenen houden wij ons
daarbij overtuigd dat er gebeurtenissen kuu-
uen plaats grijpen die op eens ons geheele
leven kunnen veranderen."
„Ik heb geen hoop."
„Doch ik heb hoopik sta vast in het
geloof dat alles ten beste schikken zal, hoe
klein uw vertrouwen op de toekomst ook zij."
„En welk een armzalig geheim, waarmede
uwe moeder, en uwe eerste geliefde, Lady
Burlinson, beiden bekend zijn, en die beiden
ons zulleu gadeslaan."
Clara Burlinson I hoe is zij daarmede
bekend worden?"
„Ik heb het haar medegedeeld, want lk
was dien avond zoo trotsch en zoo gelukkig,
in weerwil mijner smart, die ik ook over u
gevoelde."
„Onverschillig of zij het tvete of niet, zij
behoort tot onzen kriug niet, en mijne moe
der kunnen wij vertrouwen. Aldus hebben
wij alles op de meest voldoende wijze ge
schikt, en van heden af zijt gij weder Miss
Judge, zoo gij het verlangt."
„Zeer gaarne. Ik treed terug uit de we
reld der verbeelding van gisteren, om tot
het dagelijksehe werkelijke leven terug te
keeren, dat mij beter past. Laat het dus
Miss Judge zijn, Mr. Delancy."
„Ja, morgen; heden nog niet;" liet hij
er spoedig op volgen. „Heden zijt gij nog
mijne geliefde en moet gij mij nog herhalen
door hem gezonden aan den rapporteur,
om hem te herinneren aan de belofte, bij
het uiteengaan van de sectie-vergaderin
gen gedaan, dat het rapport over 14 dagen
zou inkomen. De heer De Smet verklaar
de dat hij werkelijk geen tijd had gehad,
spoediger met zijn werk gereed te zijn.
Het rapport geeft slechts een overzicht
van hetgeen in de sectie-vergaderingen
is behandeld. Ten aanzien van het kies
recht wordt verklaard, dat het algemeen
stemrecht niet in aanmerking kan komen,
omdat het, blijkens de overal opgedane
ondervindingen, steeds vermindering van
vrijheid ten gevolge heeft; dat het copa-
citeitenstelsel niet bruikbaar is, omdat
het geen voldoende waarborgen geeft;
dat een vertegenwoordiging van de ver
schillende belangen in de toepassing op
bezwaren stuit; dat dus alleen het stel
sel van den census aannemelijk is, mits
gezuiverd van gebreken, Als zijn persoon
lijk gevoelen bepleit vervolgens de heer
De Smet den woning-census.
De le luit. Jhr. A. W. van Holthe
van het O. I. leger die voor den tijd van
5 jaren gedetacheerd is bij het leger hier
te lande is ingedeeld bij het 2e bat. 5.
regiment Infanterie alhier in garnizoen.
De gemeente-rekening over 1890
wijst in ontvangst aan f190,979,861/,,
in uitgaaf f 177,262,64, en sluit alzoo
met een voordeelig saldo van f 13,717,22'/,
Aan G. Wolbers is voorwaardelijk
vergunning verleend tot de plaatsing van
eene stoommachine van zes paardekrachten
in het perceel wijk C. no. 94 aan de
Kampstiaat, tot het in werking brengen
van pons-en boormachines, enz., ten be
hoeve der uitoefening van de smederij
in genoemd perceel gevestigd.
In het militair hospitaal doet zich
een geval van febris typhoïdea voor.
Programma van het op heden avond op
het terras der Sociëteit Amicitia te geven con
cert door het Stafmuziekcorps van 't 5e reg.
Inf. Directeur de heer G. K. G. van Aken.
1. «tlohenzollern Ruhm" marsch,
Weissenbobn.
2. Ouverture «Raymond ou le secret de la
Reine," Amb. Thomas.
3. «La Sérénata Valse Espagnole, O. MÉrr.A.
4. Souvenir de Verdi, Grande Fantaisie,
van Aken.
5. Ouverture «Ruy Bias," Menoelsshon.
6 a. oAhendlied," Rob. Schumann.
b. «Rossignol" Polka pour picolo solo,
Steenebruguen.
7. «AuQbrderung zum Tanz," Introduction und
Rondo, C. M. von Weber.
8. Grosze Fantasie nach Moiive der oper «Der
Fliegende Hollander" von Rich. Wagner,
Fr. Blumentritt.
Vergadering van den raad der ge
meente Amersfooit op Zaterdag den 22.
Augustus 1891, des namiddags ten 1
ure.
Punten van behandeling
1. Onderzoek van de geloofsbrieven der
benoemde raadsleden.
2. Eerste aanvullings-kohier van den
hoofdelijken omslag, dienst 1891.
3. Advies op het request van den Kapt.
Adj. Schrek tot het rooien van boomen.
4. Rekeningen van de gemeente, schut
terij, het burger-weeshuis, het burgerlijk
armbestuur en de Kamer van Koophan
del, allen over 1890.
5. Benoeming van een lid der openbare
gezondheids-commissie.
Wij werden verzocht onderstaande
circulaire, dezer dagen alhier verspreid,
ter meerdere publiciteit, in onze kolom
men op le nemen, aan welk verzoek wij
gaarne gevolg geven.
Aan onze Stadgenooten I
De ondergeteekenden, kennis genomen
hebbende van de circulaire, door het
bestuur der «Alliance Israélite Univer-
selle" verspreid, wenden zich in overleg
met gemeld bestuur tot U.
Zij zijn diep bewogen met het lot der
ongelukkige zwervelingen, die, schier
dat gij mij bemiadt; dat zal mij kracht geven
om de toekomst met moed te gemoet te
gaau."
Hij trok haar tot zich bij de hand, die
hij in de zijne hield; maar zij bood weer
stand zeer zwak misschien, want hij was
nog zwak en moest nog voorzichtig opgepast
wordenechter was haar weerstand sterk ge
noeg, om zieh op een afstand te houden.
„Ik spring dadelijk uit mijn stoel, zoo
gij mij geen kus geeft voor de laatste
maal, Anna, ten minste zoo gij nog altijd
bij uwe meeniug blijft.
„Voor do laatste maal, dan; want Ned,
gij moet zorgen dat ik u steeds kan vertrou
wen, en nooit behoef te vreezen."
„Ja, vertrouw steeds op mij."
Toen drukte zij hare lippen op de zijnen,
en zij stortte tranen tranen, die een
meisje van zeventien jaar het recht heeft te
plengen bij het verlies van haren eersten ge
liefde op het oogenblik dat Mrs. Delancy
binnentrad.
„Vergeving ik zou niet binnen geko
men zijn, zoo ik het geweten had, mijne
kinderen," sprak de goede, moederlijke ziel."
„Ik ben blijde dat gij gekomen zijt," zeide
Anna, haar te gemoet suellende; „want ik
moet niet meer aan hem denken, en o, hij
is zeer standvastig en zal mij blijven bentin
nen, mevrouw."
Wordt vervolgd).