BMNLANDSCH OVERZICHT. Plaatselijke berichten. Het einde der crisis schijnt gena derd. De lieer van Tienhoven is gisteren naar het Loo geweest, vermoedelijk om H.M. een voorstel te doen tot beëediging vrm de nieuwe ministers. Het Ministerie zou nu, zooals de laat ste berichten luiden, als volgt zijn samen gesteld Tak van Poortvliet, Binnenlandsche Zaken, Mr. G. van Tienhoven, Buitenland- sche Zaken, Mr. N. G. Pierson, Financiën, Overste Seyfiardt, Oorlog, Mr. W. K. van Dedem, Koloniën, J. C. Jansen, (thans hoofdingenieur der Marine, chef van het materieel voor het dept. van Marine, die nu weder in plaats van Rahusen genoemd wordt), Marine, Smidt, Justitie, Conrad, Waterstaat. Officieel zijn echter deze na men niet. Op de hofstede «Polderzicht" on der Nijkerk is een zuivel-cursus met 26 toehoorders aangevangen. Zondag hield het comité der Friesche Volkspartij eene meeting te Drachten, ten gunste van landnationalisatie. De bij eenkomst werd, aldus schrijft men aan het Hbl., door 6000 personen bezocht. Uit alle deelen van Friesland was men derwaarts gekomenalleen de Ned. Tram wegmij. vervoerde 1300 personen. Opeen door den regen drassig stuk weiland had de betooging plaats. Er waren twee groote tenten voor het comité opgericht en een muziektempel. Aan deze waren ruim 50 vaandels opge hangen, meest alle van afdeelingen, van den bond voor Alg. Kies- en Stemrecht. Aan die van den sociaal-deinocratischen bond zag men een zeer enkele, zeker een gevolg van den raad in Recht voor Allen gegeven, om zich van deelneming te ont houden. Op het terrein woei zoowel de nationale driekleur als de roode vaan en een witte vlag, de laatste met het op schrift «Geen landheeren, geen slaven. Nadat het muziekkorps de Marseillaise had doen liooren, opende de heer D. H. Mansholt, van Westpolder (.Gr.), de voor zitter van den Ned. Bond voor Landna tionalisatie, de bijeenkomst. Hij verheugde zich in de groote opkomst, waarin hij een bewijs zag dat het Nederl. volk wakker werd, en zijn best deed mede te werken lot het opheffen zijner nooden. Hij oor deelde, dat een hongersnood in aantocht was, terwijl de Nederlandsche bodem vruchtbaar genoeg was om allen te voe den. Toch werd er altijd gebrek geleden door een groot gedeelte des volks, terwijl geen enkele poging aangewend wordt, duizenden bij duizenden H. A. woesten grond vruchtbaar te maken. Daarna traden het eerst in de twee tenten als sprekers op de heeren Gerhard, van Amsterdam, Stoffel, van Deventer, en D. de Clercq, van Haarlemde laatste sprak op de muziek-tribune. Hierna werd pauze gehouden, en vervolgens traden op de heeren rnr. van Eek, van Leeuwarden, G. L. v. d. Zwaag, te Wolvega. en mej. Stellinwerf-Jenlink, van Leeuwarden de laatste hield eene rede in de Friesche taal. Allen bespraken den maatschappelijken toestand onzer dagen en drongen op na tionalisatie van den boden aan. Gerhard, v. Eek en v. d. Zwaag zagen daarin als sociaal-democrater. niet het afdoende middel, maar meenden er toch op te moe ten aandringen de beweging te steunen, daar deze een groote stap is op den weg, dien zij wenschen in te slaan. Alle sprekers wezen ook op het mis lukken van den oogst en voorspelden hongersnood, ofschoon er nog genoeg voorraad was orn dezen te bezweren. Maar de speculatiegeest zou den hongers nood dan nog te voorschijn roepen. Toen de sprekers geëindigd hadden, volgde een optocht door Drachten, waartoe het hoofd der gemeente toestemming ge geven had. Men vereenigde zich onder de banieren, en met muziek aan het hoofd ging het door Drachten, omstuwd door eene groote menigte. Alles ging in de beste orde toe; de burgemeester be geleidde met eene kleine politiemacht den optocht. Dat socialistische liederen weerklonken, is bijna overbodig te melden. De optocht eindigde op het terrein der meeting, waar de heer Mansholt de bijeenkomst sloot, na dank betuigd te hebben aan den burgemeester voor zijne houding. Daar na het was ongeveer 4 uur ver strooide het publiek zich door Drachten, dat zwart van menschen was. Te vijf uur begonnen tram en stoom- booten (van deze waren 15 voor deze gelegenheid overgekomen) het publiek weder af te voeren. Tot deelneming aan de oefeningen in de legerplaats bij Zeist, van 28 Au gustus tot 3 September, zijn aangewezen a. de staf, de le, 2e en 3e batterij van het le reg. veld-art. uit 's-Hage, de 3e batterij te Soesterberg), wordende bij de gecombineerde regimentsoefeningen de le, 2e en 3e batterij resp. ingedeeld bij het reg. gren. en jagers, het 4e en 7e reg. inf.; b. de staf, een halve regiments staf, het le, 2e en 4e escadron van het 3e reg. huzaren, welke gekantonneerd worden, de staf te Soest, de halve regi mentsstaf met het le en 2e escadron te Leusden, en het 4e escadron le Wouden berg, wordende bij de gecombineerde regimentsoefeningen het le, 2e en 4e escadron resp. ingedeeld bij het reg. gren. en jagers, het 4e en 7e reg. inf. Voor politiedienst worden in het kamp gedetacheerd1 wachtmeester, 3 briga diers en 8 maréchausées. Behalve de aan gegeven oefeningsterreinen mogen ook gebruikt worden de heide- en zandgron den, behoorende tot de gemeente Soest, mits de jonge aanplant niet beschadigd wordt. Aan eene particuliere correspon dentie dd. 1 Juli uit Kota-Radja aan het Bat. Handelsblad is het volgende ont leend «De order «ophouden met terugvuren" is gelukkig en nog ter goeder tijd inge trokken. De gouverneur heeft n.l. den post-commandanten order gegeven, om indien hunne bentings of transporten beschoten worden, met eenige granaten de kampongs te tuchtigen, die in de richting liggen, van waaruil geschoten wordt. De afstand dier kampong is natuurlijk vrij juist bekend. De kampong-bewoners worden dus solidair verantwoordelijk ge steld voor ieder schot, dat uit hunne omgeving op de onzen gelost wordt. Deze order is in alle opzichten toe te juichen en wordt dan ook flink in toe passing gebracht. Geregeld hoort men thans in verschillende richtingen het artillerievuur der onzen, zoowel bij dag als des nachts. De thans genomen maat regel, of liever het intrekken van het vroeger gegeven bevel om niet terug te vuren, heeft nog een ander voordeel. De goede geest onder onze troepen op de posten begon onder en door die order allengs uit te doovener begon zich onder de mindere militairen een soort van moppergeest te ontwikkelen, die bij langer voortbestaan zeer schadelijke af metingen zou hebben kunnen aannemen. Er is dan ook niets verdrietiger voor een soldaat, dan om aanhoudend bescho ten te worden en nu en dan een kame raad te zien neèrzinken en zich niet te mogen wreken over de ondergane be- letdiging of het geleden verlies. Thans moeten de Atjehers hunne roe keloosheid, hun overmoed duur betalen. Van drie gewapende Atjehers, die dezer dagen tusschen Lambaroe en Siroen de kali trachten over te zwemmen, doch uit een hinderlaag werden ontdekt, werden twee neergeschoten om in de diepte te verdwijnen en zoo wordt er dagelijks vooral door de patrouilles maréchaussées nog wel eens een enkele geknipt. gen, zoo wij hom niet geheel willen verplet teren," zeide Delancy; ,,ik verfoei alle ach terhoudendheid, waut ik heb eene gewoonte altijd over te loopen als het water van een slecht gemaakte theeketelmaar in dit geval zie ik er de noodzakelijkheid, van in tot hij mij beter kent en de drangreden weet, die u deed handelen Dan zal ik het hem zeg gen, en hem vergeving vragen voor het kwaad van niet volgens aller verwachting gestorven to zijn." „Zoo het ons gelukken mocht het gebeurde te vergeten, het als niet geschied te beschou wen, Ncd," zeide zij zoo wij trachtten elk weder zijn standpunt van vroeger in te nemen, met betrekking tot elkander; zoo ik u afstond aan uwe moeder die voor mij zoo goed en hartelijk geweest is, en gij mij aan hem wiens ecuig geluk nog aanstaande is." „Nooit beproef ik het, iets onmogelijks te ondernemen," zeide Delancy„dat is mijne gewoonte niet." „Gij zijt boos op mij, omdat ik zoo tot u spreek," zeide Anna, zich snel tot hem wendende; „maar maar ik zie leed voor hem in de toekomst, en dat wilde ik hem besparen, het koste wat het wil. Gij kunt het niet begrijpen welk een reeks van onge in kkeu het leven van dien dierbaren man geschokt hebben en hoe dit laatste eene teleurstelling in mij hem geheel zou ver nietigen. Ja, geen enkel oogenblik moet bij het weten dat gij over mij gedacht hebt, want hij moet het vertrouwen blijven behouden in haar, die het reeds misbruikt heeft." Zij wischte eenige tranen uit hare oogen, die zij met hare handen bedekte tot Ned Delancy deze zacht wegnam. Wij hebben beiden onze belofte verbroken," zeide hij„maar wij hebben geen van beiden reden berouw te gevoelen, en, al leven wij eenigen tijd van elkander gescheiden, toch zal eene zalige herinneriug onze harten scha- gen om elkander getrouw te blijven. Ik zie de toekomst nevelachtig door het vergroot glas en daar glinstert iets in het midden dat moet de hoop zijn, lieve." „Wij zulleu nooit huwen, Ned," zeide Anna; „dat weet ik zeker. Ook gij moet daar nooit aan denken. Zoo ik u daartoe aanspoorde, zou ik oneerlijk jegens u bande len, en gij behoeft u in geen enkel opzicht als aan mij gebonden te beschouwen, of een oogenblik te wachten, zoo gij iemand anders ontmoeten mocht, die gij meeneu zoudt even lief te kunnen hebben." „Lieve Anna!" „Ik ben Anna Judge de ongehuwde; neen, het is geen scherts, Nedzeide zij, hem smee- kend aanziende; „en gij moet nooit weer tot mij van liefde spreken. Dat zou mij wellicht doen wankelen mij misschien zelfs hem moede doen worden aan wiens verdere leven het mijne geheel gewijd moet zijn." De Parijzenaars hebben het met Groot vorst Alexis nogal schappelijk gemaakt, waartoe vooral bijdroeg, dat hij opzette lijk niet op het vooraf bepaalde uur aankwam; gedurende zijn kortstondig verblijf in het «Hotel Continental" schreeuwden eenige troepjes af en toe wat i>Vive la Russie," en hetzelfde had plaats 's avonds in den Tuilerieën-luin, toen het orkest het Russisch volkslied blies, maar dat was ongeveer alles. Over het algemeen neemt de bevolking van Parijs minder deel aan zoogenaamde politieke demonstraties dan men buitenaf denkt, Maar de Russomanie trad weer krach tig te voorschijn, toen de hooge gast naar de badplaats Vichy spuorde. Op alle stations, waar de trein passeerde of stilhield, stonden volkshoopen meestal met de plaatselijke autoriteiten voorop, om hein toe te juichen, en te Vichy zelf was het een dolle boel. Bij aankomst werd de grootvorst gecomplimenteerd door het gemeentebestuurbovendien was een tallooze menigte aanwezig met mu ziek en zangvereenigingen. De prefect, de burgemeester en de consul van Rusland hielden in de wachtkamer lange rede voeringen, en toen eindelijk het rijtuig van den grootvorst het station verliet, kostte het hem veel moeite te beletten dat de opgewonden schreeuwers de paar den uitspanden en zelf den wagen gin gen trekken. Toen de vorst op het bal kon van zijn hotel verscheen, defileerden de vereemgingen met haar banieren 's avonds was de stad geïllumineerd, den geheelen nacht duurde de feestvreugde. Niet minder vurig was de geestdrift in den schouwburg, waar hij de vertooning van «Robert le Diable" bijwoonde; bij zijn binnenkomst werd door het koor en de solisten hel Russisch volkslied ge zongen. De vorst heeft zich deze eerbe- wijzingen laten welgevallen, onder voor waarde dat men hem gedurende den overigen tijd van zijn verblijf te Vichy met rust laten en zijn incognito eerbie digen zou't is te hopen voor de herse nen der Franschen dat men zich aan die afspraak houden zal. De bladen doen hun best de «geestdrift" wat te temperen, door er op te wijzen dat de natie groot gevaar loopt haar fatsoen te grabbelen te gooien. Het besluit van de Russische Regee ring tot verbod van den rogge-uitvoer heeft voorat in Duitschlaiid veel sensatie gemaakt, omdat dit land voor zijn groote consumtie van deze graansoort geheel van Rusland af hankelijk is. De agrarische organen, «Kreuzzeitung" en «Post" er kennen het ernstige van den toestand en zouden ook geen bezwaar hebben tegen schorsing van de graanrechten, doch waarschuwen tegen overijling. De con servatieve «Reichsbote" verlangt verbod van uitvoer voor alle broodvruchten en vooi aardappelen, en in dien geest laten zich ook eenige liberale bladen uit. De «Norddeutsche Allgemeine Zeilung" acht den toestand niet bedenkelijk, omdat de tarwe-produceerende landen der wereld kunnen aanvullen, wat men uit Rusland mist. De liberale bladen diingen ernstig aan op onmiddellijke opheffing der graan rechten. Richler's «Freisinnige Zeitung" doet een beroep op den Keizer, orn den rijkskanselier Von Caprivi te ontslaan, indien deze de verantwoordelijkheid van schorsing der tolrechten, nu de Rijksdag niet bijeen is, niet wil aanvaarden. De Keizer, zegt het blad, heeft reeds dik wijls bewezen, dat hij de belangen van den économischen toestand des volks goed begrijpt. In de regeeringskricgen is men, even als dit bij de pers het geval is, overtuigd dat het Russisch gouvernement alleen uit het oogpuut van den économischen toestand des lands, en niet om politieke redenen, het verbod van uitvoer uitvaar digde. Men gelooft voor het overige, dat de maatregel niet lang zal gehandhaafd „Waarom spreekt gij thans zoo ernstig?" vraagde hij. „Opdat gij niet te veel aan mij zoudt deu ken, of mij voor zwakker houden dan ik ben." „O, Anna, ik vrees dat ik er u des te meerder om bemiu." „Gij moogt mij niet meer beschouwen als de Anna Judge van voor weinige weken," zeide zij op verwijtenden toon. „Dat is niet waarschijnlijk." „Maar van heden af zullen wij elk ons vroeger standpunt innemen." „Wij zullen ten minsto daarvan den schijn aannemen. Geheel teruggaan is onmogelijk, Anna. Hebben wij dat niet beiden bele den?" „Maar „Maar dit zij voortaan elks standpunt en ik verzoek u mij er niet meer over lastig te vallen, of gij zult mij morgen weder op mijn rug zien liggen," zeide hij, eene bedreiging die haar van schrik het bloed naar het hart joeg. Wij zullen zoo stijf en deftig jegens elkander zijn, als gij het ver langt; al onze vrienden, betrekkingen en kennissen zullen geen verschil in ons zien; wij zulleu nauwlijks aaD een verschil in ons zeiven kunnen gelooven, zoo wij niet terug zien, zullen wij ons des te gelukkiger gevoe len. Zeggen wij, dat wij geenszins aan el kander verbonden zijn, dat er niet de minste wederkeerige belofte bestaat, dat wij vrij zijn worden, wegens de terugwerking op den Russischen handel en den invloed op de roebel waarde. Zaterdag hield het Rijks-ministerie een vergadering onder presidium van den Rijkskanselier. Besloten werd vooreerst geen verandering te brengen in de graan rechten en den loop der zaken af te wachten. Daarentegen heeft de Regeering het besluit genomen, wegens de ongun stige oogst verwachtingen en het Rus sisch verboil van uitvoer, bij wijze van proef op de Staatsspoorwegen de tarie ven te verlagen voor het transport van granen, peulvruchten en alle meelsoorten. Het zal nu moeten blijken of uit dezen maatregel een merkbare verlaging van de prijzen der levensmiddelen voortvloet. Uit Shangaï wordt gemeld dat de Chi- neesche Regeering weigert de door de Europeesche Mogendheden geëischte scha deloosstelling ten behoeve van de mis handelde Europeanen te geven. Wordt in deze weigering volhard, dan zal waar schijnlijk met een vijandig optreden der vereenigde Engelsche, Fransche, en Duit- sche en Amerikaar.sche vloten worden gedreigd. Reeds nu, vele maanden van te voren zijn in de Vereenigde Staten van Noord- Amerika de toebereidselen tot de presi- dents-verkiezing in gang. Hieibij zullen de économische belangen den doorslag geven. De democratische partij treedt krachtig op tegen de Mac-Kinley-wet haar kansen zijn aanmerkelijk gestegen door de duurte van allerlei onmisbare artikelen ten gevolge dier draconische wet. De democraten komen er rond voor uil, dat zij de afschaffing dier wet ver langen en dientengevolge zal Grover Cleveland, die vóór president Harrison aan het hoofd der Republiek stond, hoogst waarschijnlijk hun candidaal zijn. Voor Europa zou het van onwaardeerbaar be lang zijn, als met dezen president het noodlottig beschermend stelsel der Ver eenigde Staten door mildere handelsbe ginselen werd vervangen. Het ontbreekt dan ook niet aan waarschuwingen aan het adres der Duitsche tolpolitiek, om niet den schijn aan te nemen dat zij een Europeesche coalitie tegen Amerika be oogt, want daardoor zouden de Ameri- kaansche voorstanders van den vrijhan del worden uitgetart en zou het uitzicht op de zoo gewenschte omkeering verlo ren gaan. De Belgische Kamer heeft Vrijdag haar zitting gesloten, nadut haar was mede gedeeld dat de rapporteur van het ver handelde in de centrale sectie over de grondwetsherziening, de heer De Smet de Naeyen, zijn verslag bij die sectie had ingediend. Ook was dien dag nog beraadslaagd over de aanvullingscredie- tén voor de versterking der Maaslinie. In 1884 werden de kosten voor die for ten geraamd op 24 millioen francs; ten gevolge van telkens aangevraagde ver hoogingen is nu reeds het cijfer van 71 millioen bereikt. Bij gelegenheid van deze discussie, die met aanneming van het crediet eindigde werd door een der leden gevraagd of niet een geheim protocol de mogendheden, die België's neutraliteit hebben gewaarborgd, het recht geeft in oorlogstijd het land met troepen te bezetten, waardoor juist de bouw der Maasforten een gevaar zou op leveren voor de onafhankelijkheid. Dit werd door den president-Minister Beer- naert ontkennend beantwoord; de waar borging der neutraliteit kan nooit in dien zin worden bedoeld, en België is volko men vrij in zijn defensie-maatregelen, behoudens zijn natuurlijke verplichting om voor de handhaving der onzijdigheid in geval van oorlog de noodige zorg te dragen. Met die opvatting verklaarde de leider der uiterste linkerzijde, de heer Janson het volkomen eens te zijn. De Centrale sectie hield dienzelfden dag nog een vergadeiing om kennis te nemen van het rapport van den heer De Smet. Alvorens tot de lezing over te gaan, deelde de voorzitter, de heer De Lantsheere, een schrijven mede, gedagteekend 1 Juli, te huwen, wie wij trillenen houden wij ons daarbij overtuigd dat er gebeurtenissen kuu- uen plaats grijpen die op eens ons geheele leven kunnen veranderen." „Ik heb geen hoop." „Doch ik heb hoopik sta vast in het geloof dat alles ten beste schikken zal, hoe klein uw vertrouwen op de toekomst ook zij." „En welk een armzalig geheim, waarmede uwe moeder, en uwe eerste geliefde, Lady Burlinson, beiden bekend zijn, en die beiden ons zulleu gadeslaan." Clara Burlinson I hoe is zij daarmede bekend worden?" „Ik heb het haar medegedeeld, want lk was dien avond zoo trotsch en zoo gelukkig, in weerwil mijner smart, die ik ook over u gevoelde." „Onverschillig of zij het tvete of niet, zij behoort tot onzen kriug niet, en mijne moe der kunnen wij vertrouwen. Aldus hebben wij alles op de meest voldoende wijze ge schikt, en van heden af zijt gij weder Miss Judge, zoo gij het verlangt." „Zeer gaarne. Ik treed terug uit de we reld der verbeelding van gisteren, om tot het dagelijksehe werkelijke leven terug te keeren, dat mij beter past. Laat het dus Miss Judge zijn, Mr. Delancy." „Ja, morgen; heden nog niet;" liet hij er spoedig op volgen. „Heden zijt gij nog mijne geliefde en moet gij mij nog herhalen door hem gezonden aan den rapporteur, om hem te herinneren aan de belofte, bij het uiteengaan van de sectie-vergaderin gen gedaan, dat het rapport over 14 dagen zou inkomen. De heer De Smet verklaar de dat hij werkelijk geen tijd had gehad, spoediger met zijn werk gereed te zijn. Het rapport geeft slechts een overzicht van hetgeen in de sectie-vergaderingen is behandeld. Ten aanzien van het kies recht wordt verklaard, dat het algemeen stemrecht niet in aanmerking kan komen, omdat het, blijkens de overal opgedane ondervindingen, steeds vermindering van vrijheid ten gevolge heeft; dat het copa- citeitenstelsel niet bruikbaar is, omdat het geen voldoende waarborgen geeft; dat een vertegenwoordiging van de ver schillende belangen in de toepassing op bezwaren stuit; dat dus alleen het stel sel van den census aannemelijk is, mits gezuiverd van gebreken, Als zijn persoon lijk gevoelen bepleit vervolgens de heer De Smet den woning-census. De le luit. Jhr. A. W. van Holthe van het O. I. leger die voor den tijd van 5 jaren gedetacheerd is bij het leger hier te lande is ingedeeld bij het 2e bat. 5. regiment Infanterie alhier in garnizoen. De gemeente-rekening over 1890 wijst in ontvangst aan f190,979,861/,, in uitgaaf f 177,262,64, en sluit alzoo met een voordeelig saldo van f 13,717,22'/, Aan G. Wolbers is voorwaardelijk vergunning verleend tot de plaatsing van eene stoommachine van zes paardekrachten in het perceel wijk C. no. 94 aan de Kampstiaat, tot het in werking brengen van pons-en boormachines, enz., ten be hoeve der uitoefening van de smederij in genoemd perceel gevestigd. In het militair hospitaal doet zich een geval van febris typhoïdea voor. Programma van het op heden avond op het terras der Sociëteit Amicitia te geven con cert door het Stafmuziekcorps van 't 5e reg. Inf. Directeur de heer G. K. G. van Aken. 1. «tlohenzollern Ruhm" marsch, Weissenbobn. 2. Ouverture «Raymond ou le secret de la Reine," Amb. Thomas. 3. «La Sérénata Valse Espagnole, O. MÉrr.A. 4. Souvenir de Verdi, Grande Fantaisie, van Aken. 5. Ouverture «Ruy Bias," Menoelsshon. 6 a. oAhendlied," Rob. Schumann. b. «Rossignol" Polka pour picolo solo, Steenebruguen. 7. «AuQbrderung zum Tanz," Introduction und Rondo, C. M. von Weber. 8. Grosze Fantasie nach Moiive der oper «Der Fliegende Hollander" von Rich. Wagner, Fr. Blumentritt. Vergadering van den raad der ge meente Amersfooit op Zaterdag den 22. Augustus 1891, des namiddags ten 1 ure. Punten van behandeling 1. Onderzoek van de geloofsbrieven der benoemde raadsleden. 2. Eerste aanvullings-kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1891. 3. Advies op het request van den Kapt. Adj. Schrek tot het rooien van boomen. 4. Rekeningen van de gemeente, schut terij, het burger-weeshuis, het burgerlijk armbestuur en de Kamer van Koophan del, allen over 1890. 5. Benoeming van een lid der openbare gezondheids-commissie. Wij werden verzocht onderstaande circulaire, dezer dagen alhier verspreid, ter meerdere publiciteit, in onze kolom men op le nemen, aan welk verzoek wij gaarne gevolg geven. Aan onze Stadgenooten I De ondergeteekenden, kennis genomen hebbende van de circulaire, door het bestuur der «Alliance Israélite Univer- selle" verspreid, wenden zich in overleg met gemeld bestuur tot U. Zij zijn diep bewogen met het lot der ongelukkige zwervelingen, die, schier dat gij mij bemiadt; dat zal mij kracht geven om de toekomst met moed te gemoet te gaau." Hij trok haar tot zich bij de hand, die hij in de zijne hield; maar zij bood weer stand zeer zwak misschien, want hij was nog zwak en moest nog voorzichtig opgepast wordenechter was haar weerstand sterk ge noeg, om zieh op een afstand te houden. „Ik spring dadelijk uit mijn stoel, zoo gij mij geen kus geeft voor de laatste maal, Anna, ten minste zoo gij nog altijd bij uwe meeniug blijft. „Voor do laatste maal, dan; want Ned, gij moet zorgen dat ik u steeds kan vertrou wen, en nooit behoef te vreezen." „Ja, vertrouw steeds op mij." Toen drukte zij hare lippen op de zijnen, en zij stortte tranen tranen, die een meisje van zeventien jaar het recht heeft te plengen bij het verlies van haren eersten ge liefde op het oogenblik dat Mrs. Delancy binnentrad. „Vergeving ik zou niet binnen geko men zijn, zoo ik het geweten had, mijne kinderen," sprak de goede, moederlijke ziel." „Ik ben blijde dat gij gekomen zijt," zeide Anna, haar te gemoet suellende; „want ik moet niet meer aan hem denken, en o, hij is zeer standvastig en zal mij blijven bentin nen, mevrouw." Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 2