BIMLANDSCH OVERZICHT.
Gemengd Nieuws.
Plaatselijke berichten.
moet gaan van een verandering in de
lasten die de Rijkswetten op de gemeen
ten leggen. De wik- en weegloonen zijn
geregeld bij Kon. Besluit, dat de Regee-
ring moet eerbiedigen; uit de rekening
der gemeenten over 1892 zal kunnen
blijken, of liet behoort te worden ver
nietigd. De prostitutie-verordeningen acht
de Min. stellig een ondeiwerp van ge-
meentezorg; die, welke de persoonlijke
vrijheid aanranden zal de Min. ter ver
nietiging voordragen. Omtrent de grens
verlegging van de gemeente Leiden heeft
de Min. nadere inlichtingen van Ged.
Staten gevraagd Het denkbeeld, subsidies
ook vooi onderwijs wettelijk te regelen,
acht de Min. onuitvoerbaar.
De heer Rutgers bmekent dat een weeg
loon van 20 cents per lUO kilogram kaas
voldoende is om de kosten te dekken. Met
den heer Zijp stelde Spr. een motie voor,
waarin de wensch wordt uitgesproken dat
de Reg. de noodige stappen tot verlaging
zal doen. De heer Tijdens wenscht de
hoofdelijke omslagen in Friesland door
inkomstenbelasting vervangen te zien, om
ook de uitwonende eigenaars te treffen.
Bij de behandeling der artikelen drong
de heer Hartogh er op aan de armenwet
zoodanig te wijzigen, dat de gemeenten
niet langer onderstand weigeren aan be-
hoeftigen die een zij het nog zoo geringe
ondersteuning uit kerkelijke armenkassen
ontvangen Art. 22 dier wet werkt hel
heen en weer zenden der armen in de
hand Spr. wenscht wijziging in dien zin,
dat na tweejarig verblijf de woonplaats
wordt domicilie van onderstand, zooals
de Duitsche wet voorschi ijft. De heer
Dobbelman verlangt dat in de groote ste
den het burgerlijk armbestuur meer zal
kunnen doen tot ondersteuning. De heer
Hintzen bestreed dien aandrang; de on
derstand van overheidswege mag alleen
bij onvermijdelijke noodzakelijkheid plaats
hebben; het stelsel onzer armenwet acht
Spr. beter dan het Duitsche. De Min.
ontkent dat onze wet belet onderstand
te geven waar kerkelijke armbesturen;
reeds hulp verleenen; de gemeentebe
sturen moeten hierin vrij blijven. Van
elk denkbeeld ter verbetering dier wet
zal de Min. een dankbaar gebruik ma
ken.
De heeren Beelaerts en Van Velzen
maakten eenige opmeikingen omtrent de
overbrenging van sommige landbouwbe
langen van Waterstaat naar Binnenland-
sche Zaken. Uil het antwoord des Minis
ters bleek, dat zulks alleen geschiedt met
die aangelegenheden, welke met het on
derwijs en het veeartsenijkundig staats
toezicht in verband staan.
Vergadering van Vrijdag. De heer
Havelaar kan niet goedkeuren, dat eenige
posten ten behoeve van den landbouw
naar de begrooting van Binnenl. Zaken
zijn overgebracht. De heer Dobbelman
drong aan op meerdere aanleg van proef
velden hier en daar, waar de grond ver
schillend is. De heer Van der Kaay meent
dat de indeeling, thans door den Min. ge
maakt, overeenkomt met de wenschen
der Landbouw-commissie. De heer A. van
Dedem verlangt vertegenwoordiging van
den landbouw door middel van Kamers,
welker leden door de boeren, niet door
enkele landbouw-vereenigingen, gekozen
moeten worden. De heer Beelaerts stelde
een motie voor, de wenschelijkheid uil-
drukkende de zorg voor alle landbouw-
aangelegenheden te brengen in één hand,
en wel in een afzonderlijke afdeeling, te
vormen bij hel Departement van Water
staat. De heer Zaaijer ontried deze motie,
vooral omdat men de noodige onderwijs
krachten alleen bij Binnenl. Zaken vindt.
De Min. van Binnenl. Zaken verdedigde
de gemaakte onderscheiding. Over de in
stelling van Kamers van Landbouw moet
hij met zijn ambtgenoot van Waterstaat
in overleg treden. De heer A. Van Dedem
stelde een andere motie voor, waarin met
behoud van het gronddenkbeeld der eer
ste, de bepaling dat de te vormen af
deeling voor landbouw bij Waterstaat
behoort wegvalt.
De motie-Beelaerts werd verworpen met
67 tegen 17 stemmen.
„Anna Judge was ongelukkig, en hij was
van haar verwijderd!"
„Gij zoudt haar nog ongelukkiger maken."
„Dat ontken ik."
„En ik verzeker het u."
„Heeft zij dat gezegd?" vraagde Delaucy.
,,Zij doet bet mij denken. Hare moeder
schijnt haar lief te hebben, en Anna heeft
zich verbonden voor haar te waken en het
verledene te vorgetp n, dat de wereld niet ge
makkelijk vergeven zal. Hare moeder moet
rfeeds aan allen omgang onttrekkenzij
rgj. j n met haar berouw en heeft Annaal-
om hare overige levensjaren te verhel-
jren zij is eene zwakke, ontevreden, jaloer
se vrouw zelfs jaloersch op de brieven,
a ik aan Anna en Anna aan mij schrijft
«rhter blijft zij hare moeder."
zal die moeder een bezoek brengen
EN '?-net haar spreken."
'heeft nooit naar reden willen hoo-
J ante
zal Anna spreken en zeggen dat ik
avond ffh'eu en haar getrouw blijf. Ik heb
het i £oe" mec'e te deelen, waardoor alle
'ende schikte moeilijkheden op onzen weg
'i udgo 'overwonnen worden."
xe mededeeliug zou voor haar een be
was te meer ziJa'"
Wordt vervolgd).
Over de motie-Van Dedem staakten de
stemmen.
De heer Zijlma drong er op aan, de
vlekziekte der varkens uit de wet op de
besmettelijke ziekten te doen verdwijnen.
De Min. betoogde het nut dier opneming,
die vooral nu moet gehandhaafd worden,
nu onderzoekingen hangende zijn over de
inenting.
Bij de afdeeling Hooger Onderwijs
wenscht de heer Vermeulen verkorting
van de voorbereidende opleiding der aan
staande medici, en opheffing van de
theologische faculteit der hoogescholen.
De heer De Beaufort (Amsterdam) drong
aan op overbrenging van de leerstoelen
voor moderne talen naar een meer cen-
tiaal punt dan Groningen, wat door den
heer Veegens werd bestreden.
De heer Ruëll nam het op voor het
behouil der vijf faculteiten aan elke
hoogeschool, en oordeelt dat ten minste
aan één der universiteiten een leerstoel
voor psychiatrie behoort te zijn.
De Min. zal gaarne de indiening be
spoedigen van een herziening der genees
kundige wet met betrekking tot de op
leiding der geneeskundigen, niet echter
in den zin als de heer Vermeulen wenscht.
De Reg. stelt een onderzoek in of door
een verzwaring van de eischen voor het
geven van Middelb. Onderwijs in moderne
talen, de universitaire opleiding der aan
staande leeraren meer algemeen is te
maken. Ook over de psychiatrie is een
onderzoek aanhangig.
Bij Afd. Middel Onderwijs werd door
den Min. op aandrang van den heer Heldt
een spoedige regeling van het kosteloos
toegankelijk stellen der H. B. scholen
toegezegd.
De heer Pijnacker Hordijk wenschte
uitbreiding van het onderwijs op de Rijks
landbouwschool met de vakken, die be
trekking hebben op den landbouw in de
koloniën. De heer Vermeulen bestreed de
subsidièn aan industriescholen voor meis
jes. De heer van Gijn hoopte dat de Min.
de vroegere subsidiën aan 11. B. Scholen
voor meisjes zou herstellen.
De heeren van Beuningeri, Vermeulen,
van Velsen, Heldt en Rink betuigden in
genomenheid met de subsidiën voor de
ambachtsscholen; de heer Heldt wenschte
die ook uitgestrekt te zien tot die scho
len, waar alleen des avonds teekenles en
theoretisch vakonderwijs wordt gegeven.
De heer Rink betreurde dat de school te
Arnhem geen steun ontvangt en beval
haar in de zorg des Min. aan.
Vergadering van Maandag. De motie
van den heer A. van Dedem, de instel
ling wenschende van een afzonderlijke
afdeeling voor alle landbouwaangelegen-
heden aan pen der Departementen van
algemeen bestuur, werd bestreden door
de heeren De Beaufort, Reekers en De
Kanter en daarna door den voorsteller
ingetrokken.
Ambachtsonderwijs. De heer De
Kanter drong aan op samenstelling daar
van met het herhalings-onderwijsde
lieer Zaaijer hoopte dat niet van al de
leeraren eene acte Middelbaar onderwijs
zou worden gevorderd, en waarschuwde
tegen verplichte schoolgeldheffing, die de
heer Van Velzen verdedigde. De Min.
was het met deze beschouwingen eens;
schoolgeldhzffing als eiscli voor het doen
verkrijgen van subsidie acht de Min. niet
raadzaam.
De heer Ferf vroeg steun voor de
school voor zuivelbereiding te Oudshoorn.
Zoo mogelijk zal de Min. dien verleenen.
Lager onderwijs. De heer De Meijier
acht een kleine wetswijziging noodig,
ten einde aan onderwijzers, die voor hel
einde van 1889 de acte a verkregen,
zonder nader examen bevoegdheid toe
te kennen tot het geven van onderwijs
in vrije- en orde-oefeningen der gymnas
tiek. De heer Vermeulen zou liever
bepaald zien dat geen onderwijzer kan
worden ontslagen wegens 't niet bezitten
dier bevoegdheid, en beperking van het
examen. Verder sprak hij over zekere
anti-nationale gezindheid, door sommige
onderwijzers aan den dog gelpgd bij
nationale feesten. De heer Mackay be
aamde de bezwaren der vorige sprekers
aangaande de vrije en orde-oefeningen,
maar zou liever het heele vak weer af
geschaft zien; hij vroeg of ook in 1892
gelegenheid zal gegeven worden voor hei
examen. De heer Borgesius ondersteunde
het gevoelen van den heer De Meijier,
als zijnde het billijkst.
De Min. zou het laatste punt in de
lede van den heer Vermeulen onbespro
ken laten, daar deze geen feiten heeft
genoemd. Over de vrije en orde-oefenin
gen kan de Min' nog geen oordeel uit
spreken, alvorens de verslagen der exa-
men-commissiën te kennen.
De voorgestelde subsidie aan de ver-
eeniging voor onderwijs in handenarbeid
te Amsterdam werd door den heer Ver
meulen bestreden, door den Min. ver
dedigd.
Na een driedaagsch debat, ingeleid door
een flinke redevoering van den Rijkskanselier
Yon Caprivi, besloot de Duitsclie Rijks
dag Zaterdag, dat onmiddellijk zou worden
overgegaan tot de tweede lezing der lian-
delstractaten, zonder verzending dus naar
een commissie van onderzoek. Voor niet-
Duitsche lezers hebben de gehouden be
raadslagingen weinig belangwekkends, ook
omdat het zoo goed als vaststaat dat vol
daan zal worden aan den wensch van Von
Caprivi, deze zaak voor Kerstmis af te doen.
Verauderingen kunnen in de tarieven niet
gemaakt worden.
Nog even vóór de stemming herhaalde de
Rijkskanselier, wat hij reeds in zijn groote
redevoering had gezegd, dat de belangen
van den landbouw niet waren opgeofferd
aan die der nijverheid; integendeel heeft het
hem nog veel moeite gekost om het invoer
recht voor granen te houden op 3V2 marek,
het bedrag vóór de verhoogiiig van 1885.
In den loop der discussien verklaarde hij
nog, dat de Regeering voornemeus is een
wijziging voor te stellen in de armenwet,
ten einde de bepaling te verzachten dat
iemand twee jaren in een plaats moet heb
ben gewoond om daar onderstand te kunnen
erlangen
De Sociaal-democraat Singer verklaarde
zich namens ziju partijgenooten vóór de
verdragen. Wel zou hij de voorkeur geven
aan vaststelling van een normalen arbeids
dag, maar deze tractaten geven toch in elk
geval een verbetering. De Vrijzinnigen zijn
er voor, omdat de graanrechten verlaagd
wordenvele conservatieven, omdat die
rechten nu ten minste voor 12 jaar worden
vastgesteld. Zoo is nagenoeg ieder tevreden
of houdt zich althans zoo, behalve de oude
Von Bismarck, die gromt dat alles zoo onbe
kookt in zijn werk gaat, en die niet van
plan is aan de debatten over de handels-
tractaten te komen deelnemen. En evenmin
zijn het de agrariërs, die volhouden dat de
landbouwbelangen zijn benadeeld.
In Oosteitrijk-Hongarije loopt men
niet zoo hard van stapel; de Hongaarsche
Kamer heeft de overeenkomst gezonden naar
haar vaste commissie voor économische aan
gelegenheden, in welker bijeenkomst de
Minister van Koophandel ook kwam vertellen
dat de Regeering de verdragen beschouwt
als een samenhangend geheel, waarin geen
veranderingen mogen gebracht worden.
Daarop werd besloten, tot de onmiddellijke
behandeling te adviseeren.
De beide laatste dagen der vorige week
zijn zeer stormachtig geweest, in de Fran-
soke Kamer van Afgevaardigden
namelijk. Daar werd gediscussiëerd naar
aanleiding eener interpellatie van den heer
Hubbard, radicaal, over de houding der
Fransche bisschoppen en de maatregelen der
Regeering, om de hooge geestelijkheid bin
nen de perken der wet te houden, welke
maatregelen de interpellant, die met nadruk
aandrong op scheiding van Kerk eu Staat,
geheel onvoldoende noemde. De Minister
De Fallières hield staande, dat de Regeering
met voldoende kracht was opgetreden, en
dat de bestaande wetten haar daartoe ge
noegzaam in staat stellen; mocht zulks niet
het geval blijken, dan zal zij verscherping
vragen, maar de Regeering is tot nog toe
evenzeer tegen scheiding van Kerk en Staat
als tegen opzegging van het Concordaat.
Bovendien ging het niet aan de geheele
geestelijkheid te veroordeelen wegens de
houding van enkele harer leden.
Het is niet mogelijk een denkbeeld te
geven van het geschreeuw en getier in de
Kamer, gedurende die beide dagen telkens
uitbarstingen van woede, vooral van den
kant van De Cassagnac, die in zulke dingen
een matador is. Een zeer onvoorzichtige
uitdrukking van den President Floquet, in
de vergadering van Zaterdag, deed vooral
de hartstochten fel opbruischenhij her
haalde namelijk, toen men aan Fallicres vroeg
waarom hij geen circulaire had gericht aan
de vrijmetselaars, de bewering dat de vorige
Paus vrijmetselaar was geweest, hetgeen
door bisschop Freppel ten stelligste werd
ontkend.
Een motie, door dezen voorgesteld, om
eenvoudig tot de orde van den dag over te
gaan, werd met opsteken en nederhouden
der handen verworpen. Een andere, die
van den heer Hubbard zei ven, en die een
veroordeeling der Regeering inhield, werd
verworpen bij stemming, (346 tegen 181).
Nadat meu nu vergeefs met verschillende
moties beproefd had een eind aan de zaak
te maken, vond de heer Rivet een formule,
die de -premier De Freyciuet kon aanvaar
den. Zij luidde: „De Kamer, van oordeel,
dat de jongste manifestatiën der clericale
partij den maatschappelijkeu vrede zouden
kunnen bedreigen en daarenboven een vol
slagen inbreuk zijn op de rechten van den
Staat, vertrouwen stellende in de verklarin
gen der Regeering en er op rekenende, dat
zij al die maatregelen zal nemen, waardoor
van allen de eerbiediging der landswetten
kan worden gevorderd, gaat over tot de
orde van den dag."
Deze motie werd aangenomen maar
met slechts 20 stemmen meerderheid, 243
tegen 223.
Ook in de Italiaansclie Kauier
was het niet pluis. Daar werden een aantal
interpellatiëu afgestoken over de beweerde
ongerechtigheden in Massowali, en de
daarop gevolgde processen, die tot uitkomst
hebben gehad dat de felst beschuldigde, de
heer Livraghi, is vrijgesproken. Een der in-
terpellauten, de heer Cefalo, wilde strenge
maatregelen genomen zien tegen de gene
raals Baldissera, Orero, en Cassati die de
verantwoordelijkheid dragen voor het ter
dood brengen van verscheidene inboorlingen.
Hij, Cefalu, verklaarde dat hij na die gru
weldaden zich geschaamd heeft Italiaan te
zijn. De Tweede interpellant, de bekende
radicaal Imbriani, eischte dat aan het Parle
ment rekenschap worde gegeven van de da
den der generaals, en beriep zich op het
voorbeeld vau Engeland na de barbaarsch-
heden, door zijn bevelhebbers in Indië ge
pleegd. De smet, die thans op Italië's kolo
niale geschiedenis kleeft, wil hij uitgewischt
zien.
Dc Minister-president Di Rudini heeft
bondige verklaringen afgelegd. Vele beschul
digingen, zeide hij, zijn gebleken ongegrond
te zijnvoor vele andere, b. v. de geheime
executie van eenige, voor de rust gevaarlijke
personen, moeten verzachtende omstandighe
den worden aangenomen. Terecht verklaarde
generaal Baldissera dat het niet aangaat in
Afrika altijd consequent de beginselen van
het internationaal recht toe te passen Het
pijnigen van gevangenen om hen tot beken
tenis te brengen heeft plaats gehad, maar
door ondergeschikten buiten weten hunner
chefs. Voor het overige is door den Minis
ter van Oorlog aan een jury van drie gene
raals de vraag voorgelegd, of de drie hier
boven genoemde bevelhebbers, die achtereen
volgens, in Massowah het commando hebben
gevoerd, aan de discipline waren te kort
gekomen; het antwoord luidde ontkennend.
In Brazilië word het na de onrustige
dagen van verleden week, die de nieuwe
Regeering zelfs noodzaakten te Rio de Ja
neiro bewakingsmaatregelen te nemen en na
de herleving van de moeielijkheden met de
provincie Rio Grande, thans wat kalmer. Ten
miuste er is bericht dat de verschillende par
tijen aan het onderhandelen zijn, hetgeen de
hoop op overeenstemming doet terugkeeren.
De President der Vereenigde Staten
heeft zich iu zijn jongste Boodschap aan het
Congres vrij scherp uitgelaten over Chili
en dit gaf den Chileenschen Minister van
Buitenlandsche Zaken aanleiding om tot de
vertegenwoordigers der genoemde Zuid-Ame-
rikaansche Republiek bij de buitenlaudsche
Hoven een circulaire te richten, waarin hij
de beweringen van Presiden Harrisson en de
gronden, waarop deze rusten, onjuist noemt
hen tevens uituoodigende, een juist verslag,
zooals reeds is openbaar gemaakt, van het
gebeurde met de bemanning van de „Balti
more" en van de beleedigende taal van den
Amerikaanschen gezant, den heer Egan, aan
de Hoven over te leggen. Aan het slot dier
circulaire wordt gezegd, dat Chili's staat
kunde nooit een aanvallend karakter zal aan
nemen, maar zich evenmin vernederingen kan
laten welgevallen.
De Temps" verneemt uit Sliangaï,
dat de oulusten in Mongolië geëindigd zijn.
Te Pakow zijn 42 rebellen, wegens moord
op christenen gepleegd, onthoofd. Een di
strictshoofd, die de moorden niet verhinderd
had, ontving van de regeering een berisping,
en werd daarover zoo baloorig dat hij zich
door vergif om het leven bracht.
Van andere zijde wordt echter gezegd, dat
de Chineesche opstanden niet uit zijn, daar
men er niet iu geslaagd is de insurgenten
te beletten, met een groote hoeveelheid wa
penen zich in veiligheid te stellen.
De Britsclie Regeeriug heeft be
richten ontvangen omtrent een gevecht met
de Hunra- en Nagarstammen in Kaschmir
(Britsch-Indië). De te Gilgit in garnizoen
liggende troepen, die juist ouiangs verster
king hadden ontvangen, trokken op 2 dezer
tegen de oproerige stammen op, toen het
bekend werd, dat zij zouden trachten zich
van het fort Chalt meester ie maken. Een
scherp gevecht was het gevolg, waarbij 3
Engelsche officiereu en 21 minderen gewond
werdeu en 3 sepoys (inlandsche soldaten)
sneuvelden. Op den 3den verdreef men den
vijand na een kortstondig gevecht uit Mayan,
waar hij een sterke stelliug bezet had,
waarbij een officier en 7 minderen werden
gewond. Men vermoedt dat de oorzaak vau
deu opstand te zoeken is in deu aanleg vau
een militairen weg naar het grondgebied,
door genoemde stammen bewoond.
Uit Kaapstad wordt gemeld dat door
den Minister van Openbare werkeu eu de
Nederla*dsch-Zuid-Afrikaansche Spoorweg
maatschappij een overeenkomst is getroffen
onder waarborg van de Regeering der Zuid-
Afrikaansche Replubliek, ten einde de vol-
tooiug te bespoedigen vau de verbindings
lijn tusschen de Praetoria-Vaalrivier eu de
Kaaplijn. Do Regeering van de Kaap schiet
400,000 pond sterling voor eu zal dan het
recht van vervoer over de nieuwe lijn ver
krijgen.
Van de hand des heeren Henry
Tindal is wederom een vlugschrift ver
schenen getiteld; Nog enkele opmerkin
gen naar aanleiding van de begrooting
van oorlog."
In tegenstelling met de in het buiten
land en ook bij ons opgevoerde kosten
voor het leger, dringt hij op bezuiniging
aan en geeft hij aan langs welken weg
honderd duizenden guldens kunnen be
spaard worden. Niet minder dan drie
honderdzestig milliocn zijn volgens schrij
ver verkwist om ons leger hoe langer
zoo weerloozer te maken. Schrijver heeft
echter het volste vertrouwen in den tegen-
woordigen minister van oorlog, die vol
gens hem reeds druk bezig is van ons
leger te maken, wat er van te maken is.
De off. van gez. Ie kl. dr. D. M.
Pronk, van het Ie reg. veld-art. alhier,
wordt overgeplaatst bij het reg. gren. en
jagers te 's-Hage.
Op Donderdag, den f7. Dec. 1891,
des namiddags te half twee, zal de Ge
meenteraad van Amersfoort eene verga
dering houden, waarin de punten van
behandeling zijn:
f. Voorstel van B. en W. ten aanzien
eener grensverandering tusschen Leusden
en Amersf.
2. Suppleloi:e begiooiimz van het bur
gerlijk armbestuur over 1891, met ont-
werp-besluit tot verhooging van het sub
sidie.
3. Ontwerp-besluit tut heffing van 100°'<,
van den aanslag in den hoofdei, omslag,
dienst f892.
4. Request van de vereeniging »Caecilia»
om eene toelage uit de gemeentekas,
met praeadvies van B. en VV.
5. Voorstel tot het gebruik maken van
de waterleiding tot het blusschen van
eventueelen brand op het raadhuis.
6. 3e aanvullings-koliier van den hoof
delijke!) omslag dienst f891.
7. Ontwerp-besluit tot verhooging der
jaarwedden van de onderwijzeies Mej.
.1. B. Bruijn en den onderwijzer J. J. Blok.
8. Verzoek van den Heer A. A. J.
Quanjer om ontslag als lid der gez.-com-
missie wegens vertrek.
9. Ben. van een herschatter van de
dranklocalen.
10 Ben. van twee curatoren van 't
Gymnasium.
ff. Ben. van een lid der commissie
van toezicht op het middelbaar onder
wijs.
12. Benoeming van een lid der com
missie van toezicht op liet lager onder
wijs.
13. Ben. van twee leden der op. ge
zondheidscommissie.
14. Ben. van leden van het burg. arm
bestuur.
15. Ben. van leden der commissie van
fabricage.
16. Ben. van twee leden der commis
sie voor de gemeentereiniging.
338ste STAATSLOTERIJ.
Derde klasse,
Trekking van 14 en 15 Dec.
(1000 loten)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen
Prfjzeu van f 45
61 69 2313 2321 2324 2403 6849 6853
6855 16618 16669 16674 17673 17680
17687 17690 17743 17762 18852 18872
en 18898.
Te zamen 21 prijzen.
Volgende trekkingen geschieden;
16 en 17, 28—31 Dec. 11—14, 19—22,
2629 Jan. en 26 Februari.
Klassikale en doorgefoerneerde loten
en gedeelten zijn nog verkrijgbaar ten
voormelden kantore.
Te Bombay is een luchtreiziger onder
ongelukkige omstandigheden aan zijn eind
gekomen. Het was een jong zeeofficier,
Mansfield, die de luchtvaart aan militaire
en maritieme doeleinden dienstbaar wilde
maken. Hij had reeds eenige opstijgin
gen met goed gevolg verricht, het laatst
den 13den November, toen hij zich van
eene hoogte van elfduizend voet meteen
valscherm had laten neerdalen. De ballon
was toen in net water terechtgekomen
en had bij het ophalen scheuren gekre
gen, die waarschijnlijk niet goed toege
maakt waren. Dinsdag ging Mansfield
andermaal, in de Victoria Gardens te
Bombay, naar boven, in tegenwoordig
heid van lord Harris, den gouverneur,
een aantal officieren en ambtenaren en
eene menigte toeschouwers. Op vierhon
derd voet barstte de ballon met een knal
uileen; de ongelukkige officier poogde
tevergeefs het valscherm los te maken,
kwam met ijzingwekkende snelheid naar
beneden en viel te pletter.
Een zonderlinge ontmoeting. De
Duitsche bark Hesper heeft op haar rtis
van Japan naar San Francisco een vreemde
ontmoeting gehad. Op ongeveer 75 mij
len van de Japansche kust werd plotse
ling door de bemanning een eigenaardig,
rollend geruisch gehoord, te gelijker tijd
werd het schip hevig heen en weer ge
slingerd, terwijl torenhooge golven over
't dek sloegen.
De bemanning kwam tot de overtuiging,
dat het schip zich boven een vulkaan in
de zee bevond. Het water dat over het
dek stroomde was kokend heet. De man
schappen konden het door de hitte niet
meer uithouden en vluchtten in de mas
ten, waar zij vijf uur bleven. Gedurende
al dezen tijd lag er een dikke zwavel
damp op de kokende zee, zoodat men
bijna stikte van de gassen. Het zeewa
ter was zoo heet, dat 't pik in de naden
van 't schip smolt.
En komt 't je min gelooflijk voor,
Omdat je 't nooit vond in boeken,
Dan moet je, daar dient 't reizen voor,
enz.
Gevonden te Amersfoort:
Een parapluie;
Een gouden oorknopje;
Een zwarte vrouwenzak, o, a, inhou
dende een kerkboekje.
Rechthebbenden vervoegen zich ter te-
rugbekoming aan het bureau van politie.