BIMLANDSCH OVERZICHT. Gemengd Nieuws. Plaatselijke berichten. moet gaan van een verandering in de lasten die de Rijkswetten op de gemeen ten leggen. De wik- en weegloonen zijn geregeld bij Kon. Besluit, dat de Regee- ring moet eerbiedigen; uit de rekening der gemeenten over 1892 zal kunnen blijken, of liet behoort te worden ver nietigd. De prostitutie-verordeningen acht de Min. stellig een ondeiwerp van ge- meentezorg; die, welke de persoonlijke vrijheid aanranden zal de Min. ter ver nietiging voordragen. Omtrent de grens verlegging van de gemeente Leiden heeft de Min. nadere inlichtingen van Ged. Staten gevraagd Het denkbeeld, subsidies ook vooi onderwijs wettelijk te regelen, acht de Min. onuitvoerbaar. De heer Rutgers bmekent dat een weeg loon van 20 cents per lUO kilogram kaas voldoende is om de kosten te dekken. Met den heer Zijp stelde Spr. een motie voor, waarin de wensch wordt uitgesproken dat de Reg. de noodige stappen tot verlaging zal doen. De heer Tijdens wenscht de hoofdelijke omslagen in Friesland door inkomstenbelasting vervangen te zien, om ook de uitwonende eigenaars te treffen. Bij de behandeling der artikelen drong de heer Hartogh er op aan de armenwet zoodanig te wijzigen, dat de gemeenten niet langer onderstand weigeren aan be- hoeftigen die een zij het nog zoo geringe ondersteuning uit kerkelijke armenkassen ontvangen Art. 22 dier wet werkt hel heen en weer zenden der armen in de hand Spr. wenscht wijziging in dien zin, dat na tweejarig verblijf de woonplaats wordt domicilie van onderstand, zooals de Duitsche wet voorschi ijft. De heer Dobbelman verlangt dat in de groote ste den het burgerlijk armbestuur meer zal kunnen doen tot ondersteuning. De heer Hintzen bestreed dien aandrang; de on derstand van overheidswege mag alleen bij onvermijdelijke noodzakelijkheid plaats hebben; het stelsel onzer armenwet acht Spr. beter dan het Duitsche. De Min. ontkent dat onze wet belet onderstand te geven waar kerkelijke armbesturen; reeds hulp verleenen; de gemeentebe sturen moeten hierin vrij blijven. Van elk denkbeeld ter verbetering dier wet zal de Min. een dankbaar gebruik ma ken. De heeren Beelaerts en Van Velzen maakten eenige opmeikingen omtrent de overbrenging van sommige landbouwbe langen van Waterstaat naar Binnenland- sche Zaken. Uil het antwoord des Minis ters bleek, dat zulks alleen geschiedt met die aangelegenheden, welke met het on derwijs en het veeartsenijkundig staats toezicht in verband staan. Vergadering van Vrijdag. De heer Havelaar kan niet goedkeuren, dat eenige posten ten behoeve van den landbouw naar de begrooting van Binnenl. Zaken zijn overgebracht. De heer Dobbelman drong aan op meerdere aanleg van proef velden hier en daar, waar de grond ver schillend is. De heer Van der Kaay meent dat de indeeling, thans door den Min. ge maakt, overeenkomt met de wenschen der Landbouw-commissie. De heer A. van Dedem verlangt vertegenwoordiging van den landbouw door middel van Kamers, welker leden door de boeren, niet door enkele landbouw-vereenigingen, gekozen moeten worden. De heer Beelaerts stelde een motie voor, de wenschelijkheid uil- drukkende de zorg voor alle landbouw- aangelegenheden te brengen in één hand, en wel in een afzonderlijke afdeeling, te vormen bij hel Departement van Water staat. De heer Zaaijer ontried deze motie, vooral omdat men de noodige onderwijs krachten alleen bij Binnenl. Zaken vindt. De Min. van Binnenl. Zaken verdedigde de gemaakte onderscheiding. Over de in stelling van Kamers van Landbouw moet hij met zijn ambtgenoot van Waterstaat in overleg treden. De heer A. Van Dedem stelde een andere motie voor, waarin met behoud van het gronddenkbeeld der eer ste, de bepaling dat de te vormen af deeling voor landbouw bij Waterstaat behoort wegvalt. De motie-Beelaerts werd verworpen met 67 tegen 17 stemmen. „Anna Judge was ongelukkig, en hij was van haar verwijderd!" „Gij zoudt haar nog ongelukkiger maken." „Dat ontken ik." „En ik verzeker het u." „Heeft zij dat gezegd?" vraagde Delaucy. ,,Zij doet bet mij denken. Hare moeder schijnt haar lief te hebben, en Anna heeft zich verbonden voor haar te waken en het verledene te vorgetp n, dat de wereld niet ge makkelijk vergeven zal. Hare moeder moet rfeeds aan allen omgang onttrekkenzij rgj. j n met haar berouw en heeft Annaal- om hare overige levensjaren te verhel- jren zij is eene zwakke, ontevreden, jaloer se vrouw zelfs jaloersch op de brieven, a ik aan Anna en Anna aan mij schrijft «rhter blijft zij hare moeder." zal die moeder een bezoek brengen EN '?-net haar spreken." 'heeft nooit naar reden willen hoo- J ante zal Anna spreken en zeggen dat ik avond ffh'eu en haar getrouw blijf. Ik heb het i £oe" mec'e te deelen, waardoor alle 'ende schikte moeilijkheden op onzen weg 'i udgo 'overwonnen worden." xe mededeeliug zou voor haar een be was te meer ziJa'" Wordt vervolgd). Over de motie-Van Dedem staakten de stemmen. De heer Zijlma drong er op aan, de vlekziekte der varkens uit de wet op de besmettelijke ziekten te doen verdwijnen. De Min. betoogde het nut dier opneming, die vooral nu moet gehandhaafd worden, nu onderzoekingen hangende zijn over de inenting. Bij de afdeeling Hooger Onderwijs wenscht de heer Vermeulen verkorting van de voorbereidende opleiding der aan staande medici, en opheffing van de theologische faculteit der hoogescholen. De heer De Beaufort (Amsterdam) drong aan op overbrenging van de leerstoelen voor moderne talen naar een meer cen- tiaal punt dan Groningen, wat door den heer Veegens werd bestreden. De heer Ruëll nam het op voor het behouil der vijf faculteiten aan elke hoogeschool, en oordeelt dat ten minste aan één der universiteiten een leerstoel voor psychiatrie behoort te zijn. De Min. zal gaarne de indiening be spoedigen van een herziening der genees kundige wet met betrekking tot de op leiding der geneeskundigen, niet echter in den zin als de heer Vermeulen wenscht. De Reg. stelt een onderzoek in of door een verzwaring van de eischen voor het geven van Middelb. Onderwijs in moderne talen, de universitaire opleiding der aan staande leeraren meer algemeen is te maken. Ook over de psychiatrie is een onderzoek aanhangig. Bij Afd. Middel Onderwijs werd door den Min. op aandrang van den heer Heldt een spoedige regeling van het kosteloos toegankelijk stellen der H. B. scholen toegezegd. De heer Pijnacker Hordijk wenschte uitbreiding van het onderwijs op de Rijks landbouwschool met de vakken, die be trekking hebben op den landbouw in de koloniën. De heer Vermeulen bestreed de subsidièn aan industriescholen voor meis jes. De heer van Gijn hoopte dat de Min. de vroegere subsidiën aan 11. B. Scholen voor meisjes zou herstellen. De heeren van Beuningeri, Vermeulen, van Velsen, Heldt en Rink betuigden in genomenheid met de subsidiën voor de ambachtsscholen; de heer Heldt wenschte die ook uitgestrekt te zien tot die scho len, waar alleen des avonds teekenles en theoretisch vakonderwijs wordt gegeven. De heer Rink betreurde dat de school te Arnhem geen steun ontvangt en beval haar in de zorg des Min. aan. Vergadering van Maandag. De motie van den heer A. van Dedem, de instel ling wenschende van een afzonderlijke afdeeling voor alle landbouwaangelegen- heden aan pen der Departementen van algemeen bestuur, werd bestreden door de heeren De Beaufort, Reekers en De Kanter en daarna door den voorsteller ingetrokken. Ambachtsonderwijs. De heer De Kanter drong aan op samenstelling daar van met het herhalings-onderwijsde lieer Zaaijer hoopte dat niet van al de leeraren eene acte Middelbaar onderwijs zou worden gevorderd, en waarschuwde tegen verplichte schoolgeldheffing, die de heer Van Velzen verdedigde. De Min. was het met deze beschouwingen eens; schoolgeldhzffing als eiscli voor het doen verkrijgen van subsidie acht de Min. niet raadzaam. De heer Ferf vroeg steun voor de school voor zuivelbereiding te Oudshoorn. Zoo mogelijk zal de Min. dien verleenen. Lager onderwijs. De heer De Meijier acht een kleine wetswijziging noodig, ten einde aan onderwijzers, die voor hel einde van 1889 de acte a verkregen, zonder nader examen bevoegdheid toe te kennen tot het geven van onderwijs in vrije- en orde-oefeningen der gymnas tiek. De heer Vermeulen zou liever bepaald zien dat geen onderwijzer kan worden ontslagen wegens 't niet bezitten dier bevoegdheid, en beperking van het examen. Verder sprak hij over zekere anti-nationale gezindheid, door sommige onderwijzers aan den dog gelpgd bij nationale feesten. De heer Mackay be aamde de bezwaren der vorige sprekers aangaande de vrije en orde-oefeningen, maar zou liever het heele vak weer af geschaft zien; hij vroeg of ook in 1892 gelegenheid zal gegeven worden voor hei examen. De heer Borgesius ondersteunde het gevoelen van den heer De Meijier, als zijnde het billijkst. De Min. zou het laatste punt in de lede van den heer Vermeulen onbespro ken laten, daar deze geen feiten heeft genoemd. Over de vrije en orde-oefenin gen kan de Min' nog geen oordeel uit spreken, alvorens de verslagen der exa- men-commissiën te kennen. De voorgestelde subsidie aan de ver- eeniging voor onderwijs in handenarbeid te Amsterdam werd door den heer Ver meulen bestreden, door den Min. ver dedigd. Na een driedaagsch debat, ingeleid door een flinke redevoering van den Rijkskanselier Yon Caprivi, besloot de Duitsclie Rijks dag Zaterdag, dat onmiddellijk zou worden overgegaan tot de tweede lezing der lian- delstractaten, zonder verzending dus naar een commissie van onderzoek. Voor niet- Duitsche lezers hebben de gehouden be raadslagingen weinig belangwekkends, ook omdat het zoo goed als vaststaat dat vol daan zal worden aan den wensch van Von Caprivi, deze zaak voor Kerstmis af te doen. Verauderingen kunnen in de tarieven niet gemaakt worden. Nog even vóór de stemming herhaalde de Rijkskanselier, wat hij reeds in zijn groote redevoering had gezegd, dat de belangen van den landbouw niet waren opgeofferd aan die der nijverheid; integendeel heeft het hem nog veel moeite gekost om het invoer recht voor granen te houden op 3V2 marek, het bedrag vóór de verhoogiiig van 1885. In den loop der discussien verklaarde hij nog, dat de Regeering voornemeus is een wijziging voor te stellen in de armenwet, ten einde de bepaling te verzachten dat iemand twee jaren in een plaats moet heb ben gewoond om daar onderstand te kunnen erlangen De Sociaal-democraat Singer verklaarde zich namens ziju partijgenooten vóór de verdragen. Wel zou hij de voorkeur geven aan vaststelling van een normalen arbeids dag, maar deze tractaten geven toch in elk geval een verbetering. De Vrijzinnigen zijn er voor, omdat de graanrechten verlaagd wordenvele conservatieven, omdat die rechten nu ten minste voor 12 jaar worden vastgesteld. Zoo is nagenoeg ieder tevreden of houdt zich althans zoo, behalve de oude Von Bismarck, die gromt dat alles zoo onbe kookt in zijn werk gaat, en die niet van plan is aan de debatten over de handels- tractaten te komen deelnemen. En evenmin zijn het de agrariërs, die volhouden dat de landbouwbelangen zijn benadeeld. In Oosteitrijk-Hongarije loopt men niet zoo hard van stapel; de Hongaarsche Kamer heeft de overeenkomst gezonden naar haar vaste commissie voor économische aan gelegenheden, in welker bijeenkomst de Minister van Koophandel ook kwam vertellen dat de Regeering de verdragen beschouwt als een samenhangend geheel, waarin geen veranderingen mogen gebracht worden. Daarop werd besloten, tot de onmiddellijke behandeling te adviseeren. De beide laatste dagen der vorige week zijn zeer stormachtig geweest, in de Fran- soke Kamer van Afgevaardigden namelijk. Daar werd gediscussiëerd naar aanleiding eener interpellatie van den heer Hubbard, radicaal, over de houding der Fransche bisschoppen en de maatregelen der Regeering, om de hooge geestelijkheid bin nen de perken der wet te houden, welke maatregelen de interpellant, die met nadruk aandrong op scheiding van Kerk eu Staat, geheel onvoldoende noemde. De Minister De Fallières hield staande, dat de Regeering met voldoende kracht was opgetreden, en dat de bestaande wetten haar daartoe ge noegzaam in staat stellen; mocht zulks niet het geval blijken, dan zal zij verscherping vragen, maar de Regeering is tot nog toe evenzeer tegen scheiding van Kerk en Staat als tegen opzegging van het Concordaat. Bovendien ging het niet aan de geheele geestelijkheid te veroordeelen wegens de houding van enkele harer leden. Het is niet mogelijk een denkbeeld te geven van het geschreeuw en getier in de Kamer, gedurende die beide dagen telkens uitbarstingen van woede, vooral van den kant van De Cassagnac, die in zulke dingen een matador is. Een zeer onvoorzichtige uitdrukking van den President Floquet, in de vergadering van Zaterdag, deed vooral de hartstochten fel opbruischenhij her haalde namelijk, toen men aan Fallicres vroeg waarom hij geen circulaire had gericht aan de vrijmetselaars, de bewering dat de vorige Paus vrijmetselaar was geweest, hetgeen door bisschop Freppel ten stelligste werd ontkend. Een motie, door dezen voorgesteld, om eenvoudig tot de orde van den dag over te gaan, werd met opsteken en nederhouden der handen verworpen. Een andere, die van den heer Hubbard zei ven, en die een veroordeeling der Regeering inhield, werd verworpen bij stemming, (346 tegen 181). Nadat meu nu vergeefs met verschillende moties beproefd had een eind aan de zaak te maken, vond de heer Rivet een formule, die de -premier De Freyciuet kon aanvaar den. Zij luidde: „De Kamer, van oordeel, dat de jongste manifestatiën der clericale partij den maatschappelijkeu vrede zouden kunnen bedreigen en daarenboven een vol slagen inbreuk zijn op de rechten van den Staat, vertrouwen stellende in de verklarin gen der Regeering en er op rekenende, dat zij al die maatregelen zal nemen, waardoor van allen de eerbiediging der landswetten kan worden gevorderd, gaat over tot de orde van den dag." Deze motie werd aangenomen maar met slechts 20 stemmen meerderheid, 243 tegen 223. Ook in de Italiaansclie Kauier was het niet pluis. Daar werden een aantal interpellatiëu afgestoken over de beweerde ongerechtigheden in Massowali, en de daarop gevolgde processen, die tot uitkomst hebben gehad dat de felst beschuldigde, de heer Livraghi, is vrijgesproken. Een der in- terpellauten, de heer Cefalo, wilde strenge maatregelen genomen zien tegen de gene raals Baldissera, Orero, en Cassati die de verantwoordelijkheid dragen voor het ter dood brengen van verscheidene inboorlingen. Hij, Cefalu, verklaarde dat hij na die gru weldaden zich geschaamd heeft Italiaan te zijn. De Tweede interpellant, de bekende radicaal Imbriani, eischte dat aan het Parle ment rekenschap worde gegeven van de da den der generaals, en beriep zich op het voorbeeld vau Engeland na de barbaarsch- heden, door zijn bevelhebbers in Indië ge pleegd. De smet, die thans op Italië's kolo niale geschiedenis kleeft, wil hij uitgewischt zien. Dc Minister-president Di Rudini heeft bondige verklaringen afgelegd. Vele beschul digingen, zeide hij, zijn gebleken ongegrond te zijnvoor vele andere, b. v. de geheime executie van eenige, voor de rust gevaarlijke personen, moeten verzachtende omstandighe den worden aangenomen. Terecht verklaarde generaal Baldissera dat het niet aangaat in Afrika altijd consequent de beginselen van het internationaal recht toe te passen Het pijnigen van gevangenen om hen tot beken tenis te brengen heeft plaats gehad, maar door ondergeschikten buiten weten hunner chefs. Voor het overige is door den Minis ter van Oorlog aan een jury van drie gene raals de vraag voorgelegd, of de drie hier boven genoemde bevelhebbers, die achtereen volgens, in Massowah het commando hebben gevoerd, aan de discipline waren te kort gekomen; het antwoord luidde ontkennend. In Brazilië word het na de onrustige dagen van verleden week, die de nieuwe Regeering zelfs noodzaakten te Rio de Ja neiro bewakingsmaatregelen te nemen en na de herleving van de moeielijkheden met de provincie Rio Grande, thans wat kalmer. Ten miuste er is bericht dat de verschillende par tijen aan het onderhandelen zijn, hetgeen de hoop op overeenstemming doet terugkeeren. De President der Vereenigde Staten heeft zich iu zijn jongste Boodschap aan het Congres vrij scherp uitgelaten over Chili en dit gaf den Chileenschen Minister van Buitenlandsche Zaken aanleiding om tot de vertegenwoordigers der genoemde Zuid-Ame- rikaansche Republiek bij de buitenlaudsche Hoven een circulaire te richten, waarin hij de beweringen van Presiden Harrisson en de gronden, waarop deze rusten, onjuist noemt hen tevens uituoodigende, een juist verslag, zooals reeds is openbaar gemaakt, van het gebeurde met de bemanning van de „Balti more" en van de beleedigende taal van den Amerikaanschen gezant, den heer Egan, aan de Hoven over te leggen. Aan het slot dier circulaire wordt gezegd, dat Chili's staat kunde nooit een aanvallend karakter zal aan nemen, maar zich evenmin vernederingen kan laten welgevallen. De Temps" verneemt uit Sliangaï, dat de oulusten in Mongolië geëindigd zijn. Te Pakow zijn 42 rebellen, wegens moord op christenen gepleegd, onthoofd. Een di strictshoofd, die de moorden niet verhinderd had, ontving van de regeering een berisping, en werd daarover zoo baloorig dat hij zich door vergif om het leven bracht. Van andere zijde wordt echter gezegd, dat de Chineesche opstanden niet uit zijn, daar men er niet iu geslaagd is de insurgenten te beletten, met een groote hoeveelheid wa penen zich in veiligheid te stellen. De Britsclie Regeeriug heeft be richten ontvangen omtrent een gevecht met de Hunra- en Nagarstammen in Kaschmir (Britsch-Indië). De te Gilgit in garnizoen liggende troepen, die juist ouiangs verster king hadden ontvangen, trokken op 2 dezer tegen de oproerige stammen op, toen het bekend werd, dat zij zouden trachten zich van het fort Chalt meester ie maken. Een scherp gevecht was het gevolg, waarbij 3 Engelsche officiereu en 21 minderen gewond werdeu en 3 sepoys (inlandsche soldaten) sneuvelden. Op den 3den verdreef men den vijand na een kortstondig gevecht uit Mayan, waar hij een sterke stelliug bezet had, waarbij een officier en 7 minderen werden gewond. Men vermoedt dat de oorzaak vau deu opstand te zoeken is in deu aanleg vau een militairen weg naar het grondgebied, door genoemde stammen bewoond. Uit Kaapstad wordt gemeld dat door den Minister van Openbare werkeu eu de Nederla*dsch-Zuid-Afrikaansche Spoorweg maatschappij een overeenkomst is getroffen onder waarborg van de Regeering der Zuid- Afrikaansche Replubliek, ten einde de vol- tooiug te bespoedigen vau de verbindings lijn tusschen de Praetoria-Vaalrivier eu de Kaaplijn. Do Regeering van de Kaap schiet 400,000 pond sterling voor eu zal dan het recht van vervoer over de nieuwe lijn ver krijgen. Van de hand des heeren Henry Tindal is wederom een vlugschrift ver schenen getiteld; Nog enkele opmerkin gen naar aanleiding van de begrooting van oorlog." In tegenstelling met de in het buiten land en ook bij ons opgevoerde kosten voor het leger, dringt hij op bezuiniging aan en geeft hij aan langs welken weg honderd duizenden guldens kunnen be spaard worden. Niet minder dan drie honderdzestig milliocn zijn volgens schrij ver verkwist om ons leger hoe langer zoo weerloozer te maken. Schrijver heeft echter het volste vertrouwen in den tegen- woordigen minister van oorlog, die vol gens hem reeds druk bezig is van ons leger te maken, wat er van te maken is. De off. van gez. Ie kl. dr. D. M. Pronk, van het Ie reg. veld-art. alhier, wordt overgeplaatst bij het reg. gren. en jagers te 's-Hage. Op Donderdag, den f7. Dec. 1891, des namiddags te half twee, zal de Ge meenteraad van Amersfoort eene verga dering houden, waarin de punten van behandeling zijn: f. Voorstel van B. en W. ten aanzien eener grensverandering tusschen Leusden en Amersf. 2. Suppleloi:e begiooiimz van het bur gerlijk armbestuur over 1891, met ont- werp-besluit tot verhooging van het sub sidie. 3. Ontwerp-besluit tut heffing van 100°'<, van den aanslag in den hoofdei, omslag, dienst f892. 4. Request van de vereeniging »Caecilia» om eene toelage uit de gemeentekas, met praeadvies van B. en VV. 5. Voorstel tot het gebruik maken van de waterleiding tot het blusschen van eventueelen brand op het raadhuis. 6. 3e aanvullings-koliier van den hoof delijke!) omslag dienst f891. 7. Ontwerp-besluit tot verhooging der jaarwedden van de onderwijzeies Mej. .1. B. Bruijn en den onderwijzer J. J. Blok. 8. Verzoek van den Heer A. A. J. Quanjer om ontslag als lid der gez.-com- missie wegens vertrek. 9. Ben. van een herschatter van de dranklocalen. 10 Ben. van twee curatoren van 't Gymnasium. ff. Ben. van een lid der commissie van toezicht op het middelbaar onder wijs. 12. Benoeming van een lid der com missie van toezicht op liet lager onder wijs. 13. Ben. van twee leden der op. ge zondheidscommissie. 14. Ben. van leden van het burg. arm bestuur. 15. Ben. van leden der commissie van fabricage. 16. Ben. van twee leden der commis sie voor de gemeentereiniging. 338ste STAATSLOTERIJ. Derde klasse, Trekking van 14 en 15 Dec. (1000 loten) Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen Prfjzeu van f 45 61 69 2313 2321 2324 2403 6849 6853 6855 16618 16669 16674 17673 17680 17687 17690 17743 17762 18852 18872 en 18898. Te zamen 21 prijzen. Volgende trekkingen geschieden; 16 en 17, 28—31 Dec. 11—14, 19—22, 2629 Jan. en 26 Februari. Klassikale en doorgefoerneerde loten en gedeelten zijn nog verkrijgbaar ten voormelden kantore. Te Bombay is een luchtreiziger onder ongelukkige omstandigheden aan zijn eind gekomen. Het was een jong zeeofficier, Mansfield, die de luchtvaart aan militaire en maritieme doeleinden dienstbaar wilde maken. Hij had reeds eenige opstijgin gen met goed gevolg verricht, het laatst den 13den November, toen hij zich van eene hoogte van elfduizend voet meteen valscherm had laten neerdalen. De ballon was toen in net water terechtgekomen en had bij het ophalen scheuren gekre gen, die waarschijnlijk niet goed toege maakt waren. Dinsdag ging Mansfield andermaal, in de Victoria Gardens te Bombay, naar boven, in tegenwoordig heid van lord Harris, den gouverneur, een aantal officieren en ambtenaren en eene menigte toeschouwers. Op vierhon derd voet barstte de ballon met een knal uileen; de ongelukkige officier poogde tevergeefs het valscherm los te maken, kwam met ijzingwekkende snelheid naar beneden en viel te pletter. Een zonderlinge ontmoeting. De Duitsche bark Hesper heeft op haar rtis van Japan naar San Francisco een vreemde ontmoeting gehad. Op ongeveer 75 mij len van de Japansche kust werd plotse ling door de bemanning een eigenaardig, rollend geruisch gehoord, te gelijker tijd werd het schip hevig heen en weer ge slingerd, terwijl torenhooge golven over 't dek sloegen. De bemanning kwam tot de overtuiging, dat het schip zich boven een vulkaan in de zee bevond. Het water dat over het dek stroomde was kokend heet. De man schappen konden het door de hitte niet meer uithouden en vluchtten in de mas ten, waar zij vijf uur bleven. Gedurende al dezen tijd lag er een dikke zwavel damp op de kokende zee, zoodat men bijna stikte van de gassen. Het zeewa ter was zoo heet, dat 't pik in de naden van 't schip smolt. En komt 't je min gelooflijk voor, Omdat je 't nooit vond in boeken, Dan moet je, daar dient 't reizen voor, enz. Gevonden te Amersfoort: Een parapluie; Een gouden oorknopje; Een zwarte vrouwenzak, o, a, inhou dende een kerkboekje. Rechthebbenden vervoegen zich ter te- rugbekoming aan het bureau van politie.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 2