BU1TENLANDSCQ OVERZICHT. Gemengd Nieuws. APyERJENTIËN. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. Ingezonden. stad bij het bezoeken van musea en andere mei k waardigheden, zal vergezellen. Ook het garnizoen zal ouder de wapens komen, ten einde de hooge bezoeksters vorstelijke eer te bewijzen. De Hollandsche Lelie zal deze week bevatten Hoofdartikel: Oordeel wedstrijd, „Moedor." De oude mevrouw, door M. M Drie Brieveu uit Parijs, door Emilia. Monte- Carlo (versje), door Irene. Memento Vivere, door Simplex. Uit den ouden tijd, door A. J. Servaas van Rooyen. Louisa May Alcott. Naar het Engelsch XI. De weg naar Arcadië. Uit het Engelsch. (Slot volgt.) Vragenbus. Correspondentie. Week kalender. Inhoud van „Le Causeur," Revue Franeaise. No. 9. Adverteutiën. Dat in Duitschland de wind vrij sterk uit den reactionnairen hoek gaat waaien, zou men kunnen opmerken uit het feit, dat in de hooge kringen opnieuw tegen de sociaal-democraten wordt geageerd, een goed middel, zooals de ervaring heeft geleerd, om hun aanhang te versterken. Uit de staatswerkplaatsen zijn onlangs eenige arbeiders verwijderd; de maatregel kan volkomen verdedigbaar zijn, doch daarom was het nog niet bepaald noodig, dien in den Rijks dag ter sprake te brengen, gelijk Vrijdag de conservatieve afgevaardigde Stumm deed bij de behandeling van de spoorwegbegrooting, bij wijze van dankbetuiging aan de Regeering. Daar raakte plotseling de discussie verzeild in het vaarwater der groote politiek. Aan de lin kerzijde werd geroepen: »Dat is afgesproken werk, dat is de voorbereiding tot een nieuwe uitzonderingswet!" Bebel lichtte dit onmiddellijk toe, onder bewering dat de vorige spreker wel voeling zou hebben met de hoogere kringen. De maatschappelijke klasse, aldus vervolgde Bebel, waartoe baron Stumm behoort, be vordert meer dan de sociaal-democraten nijd, haat en verstoring van het familieleven. De sociaal-democratie breidt zich uithaar aanban gers zijn in alle standen vertegenwoordigd, ook bij het leger, en wanneer eenmaal Duitschland ten oorlog trekt, zouden zij in overweging moeten nemen, of de Staat nog de verdediging waard was. Men begrijpt dat deze tartende taal niet on beantwoord bleef. De democraat Hausmann wraakte de overdrijving van het socialistisch ge vaar door Stumm, en vond uitsluiting van so cialisten uit Staats-werkplaatsen onverstandig en onrechtvaardig. Dit laatste gevoelen werd ook door nationaal-liberalen en vrijzinnigen uitge sproken, onder bijvoeging evenwel, dat men de raddraaiers niet kon gebruiken. Een conserva tief, Helldorff oordeelde, dat de opheffing der socialistenwet slechts een proefneming is ge weest, die als mislukt moet beschouwd worden: Kardorö, vrij conservatief, meende dat men, zonder een nieuwe socialistenwet te maken, toch het recht van vergaderen en de vrijheid van drukpers voor de sociaal-democraten zou moeten beperken. Zoo gaf van elke partij groep een of soms meer dan één spreker zijn bijzon der standpunt tegenover de revolutiepredikers aan. Opmerkelijk is het dat het centrum er het zwijgen toe deed; vermeldenswaardig zijn de woorden van den vrijzinnigen Afgevaardidge Barth, dat de plotselinge aanvallen op de so ciaal-democratie blijkbaar plaats hadden met een bepaald doel en bekendheid verrieden met ze kere plannen in de toongevende kringen; on danks de droevige ondervinding, met de socialis tenwet opgedaan, scheen men voornemens te z\jn de algemeene vrijheid weer te beperken op een wijze, die rechtstreeks tot den burgeroorlog moet leiden. Wat er waar is in de beweering omtrent het bestaan dier plannen, zal de toekomst moeten leeren. Intusschen wordt uit Berlijn geseind dat op het diner, dat Zaterdag de Minister Von Bötticher den Rijksdagsleden aanbood de Keizer zich langen tijd onderhield met den heer Stumm, wiens rede tegen de sociaal-democraten zijn volle instemming had. De troonrede, waarmede de nieuwe zitting van het Britsch Parlement is geopend, bood weinig belangrijks aan, en van het adres-debat, waarbij als naar gewoonte tot de Regeering allerlei vragen werden gericht, kan niet anders worden getuigd. In den regel is 'teen vragen naar den bekenden weg. Schermutselingen tus- schen de partijen blijven niet achterwege, of schoon zij eerst pikant zullen worden als Glad stone zelf tegenwoordig is om den nieuwen leider der Unionisten, Chamberlain, te woord te staan. Deze verweet den Gladstonianen, dat zij wel buiten het Parlement een hoogen toon voeren, maar in het Lagerhuis zelf weinig in te brengen hebben. Waar blijven bijv. hun voor stellen tot ontbinding van het Huis, tot ont ruiming van Egypte, tot invoering van zelfbe stuur in Ierland? Morley, een der leiders van de Gladstonianen als de baas er zelf niet is, liet de eerste der drie vragen onbeantwoord; van de tweede zeide hij, dat nooit op een on verwijld prijsgeven van Egypte is aangedron gen, en, wat Ierland aangaat, de Regeering zelve wel zal begrijpen dat hetgeen zij daarvoor aanbiedt, geheel onvoldoende mag heeten. Het hoofdpunt van het adres-debat is geweest een amendement van den heer Sexton, waarbij verklaard werd dat het Engelsch Parlement onbevoegd is, wetten voor Ierland te maken. Het werd verworpen met 179 tegen 158 stem men. Groote beweging veroorzaakte in Londen, Vrijdag j.l., de terugkomst van den opperbevel hebber van het Heilsleger, generaal Booth, na zijn Australische reis. Met acht stoombooten, elk een bataillon heilsoldaten en de noodige muziek dragende, voer men hem tot in zee te gemoet, waar de chef een revue hield over zijn vloot, door kanonvuur opgeluisterd. Zaterdag was er groote wapenschouwing in Hydepark, met vele duizenden heilsoldaten en nieuwsgie rigen: alles liep daar ordelijk af. Minder was dit het geval Maandagnamiddag, toen de lui een boorde zij een luid gelach en er kwam ie mand door de struiken in bet prieel en zette zich vrijpostig naast baar neer. „Verschrik niet, Rachel, ik ben 't, moi- meme. de oude Fidelhans is bet," zeide eene .diepe mansstem. „Ik had nooit gehoord, dat gij zoo schoon kondt fluiten. Par honneur! zulk eene schoone stem en zulk een gehoor heeft geen meisje drie mijleu in het rond ook gecne jonge dame," zeide hij lachend. „Wie beeft u het fluiten geleerd, Rachel?" (Wordt vervolgd. optocht wilde houden te Eastborne, hetgeen de politie verbood; vervolgens gingen zij muziek maken, de agenten dreven hen uiteen, een op gewonden menigte koos partij tegen de heil soldaten, en in een algemeen tumult stoof alles uiteen. Er is sinds een week te Londen een kolen dragers-werkstaking aan den gang, die nogal last veroorzaakt, doordien de handelaars een paar werklieden, over wie zij ontevreden waren, ontsloegen, wat tegenwoordig niet meer mag elk patroon moet zooveel loon geven als men eischt, zich tevreden stellen, met den arbeid dien men verkiest te verrichten, anders staken. Nu waren intusschen andere sjouwers aangenomen, die onder bescherming der politie het werk verrichttenhet bestuur der arbeiders vereniging eischt ontslag dier mannen en terug neming der ontslagenen, aan welken eisch wel niet zal worden toegegeven. Het publiek ditmaal niet. op de hand der ontevredenen. De Italiaansche Studenten geven ook geen kamp. Zaterdag werd aan de Universiteit te Rome bekend gemaakt, dat naar aanleiding der laatste ongeregeldheden, drie hunner, de belhamels ver moedelijk, gedurende een jaar niet tot delessen toegelaten zouden worden. A.anstonds verklaar den de overigen, dat zij dan geen colleges zullen bijwonen, en om te bewijzen dat het hun ernst was, sloegen zij de ruiten stuk, vernielden het ameublement en maakten een vreeselijk leven, Rector en Senaat der Hoogeschool hebben haar nu voor onbepaalde tijd gesloten. Ter tegemoetkoming aan den werkloozen ver zocht de Minister van Binnenlandsche zaken den particulieren ondernemers van bouwwerken te Rome, zoo spoedig mogelijk den arbeid te doen hervatten, onder toezegging van zijn voorspraak bij crediet-instellingen, zoo voorschotten noodij mochten zijn. Bij Kon. besluit is vergunning ver leend aan jhr. mr. T. A* J. v. Asch van Wijck, gouv. van Suriname, en A. J. Baron Schimmelpenninck van der Oy admin, van fin. in de kolonie Suriname, tot liet aannemen resp. van het orde- teeken van officier en van lidder der orde van het Legioen van Eer, hun door den president der Fran>che republiek ge- schonken. De Kerkeiaad der Ned. Israël, ge meente le Amersfoort heeft j 1. Zondag tot Voorzanger der Synagoge benoemd de beer M. Zadoks te Osch. Een onbekende gever heeft f 1000 geschonken aan de diaconie der Clir. Geref. gem. te Amersfoort. Door heeren burgo meester en wethou ders is aan deu heer N. J. Pretoriusop zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit de betrekking van onbezoldigd ambtenaar ter gemeente-secretarie. Met leedwezen vernemen wij, dat de volijverige commandant der dienstdoende schutterij, de majoor A. MTromp van Holst, door besmettelijke keelziekte (diplite ritis) is aangetast. Een spoedig herstel zij hem van harte loegewensoht. Aanstaande Vrijdag, den 19 Februari, 's avonds te 7 uren, vergadert de vëreeni ging. Ainers/oortsche Vrijwillige Brand- weer." In die vergadering zal verslag over 1891 worden uitgebracht; rekening en ver antwoording gedaan; een Voorzitierbrand meester en twee bestuursleden worden ver- kozeu, en eene commissie worden benoemd tot regeliug van de wijze waarop het 10 jarig beslaan der verecniging zal gevierd worden. Bij burgemeester en wethouders is in gekomen vau S. J. Cohen e n verzoek om vergunning tot oprichting van eene inrich ting tot bewaring en verwerking van lom pen en beenderen in het perceel wijk D, No. 304, aan de Bolderstraat, en een ver zoek van de firma Waterschot Co. om vergunning tot oprichting van eene rookerij van vleeschwaren in het perceel wijk A, No. 7, aan de LaDgestraat. De aanbevelingslijst ter benoeming van een leeraar in de Engelsche taal en letter kunde aan de hoogere burgerschool en het gymnasium bestaat voorzooveel de hoogere burgerschool betreft uit de heereD: 1. L. van der Wal te Nijmegen, 2. D. A. Best te Zie- riksee eu 3. R. ten Raa te Elburg, en voor- zooveel het gymnasium aangaat uit de hee ren 1B. D. Best te Zieriksee. 2. L. van der Wal te Nijmegen en 3. C. H. Postel te Haarlem. Aan den gegageerden adjudant-onder officier van het O. I. leger J. F. Griessen, schrijver ten bureele van deu kapitein-kwar tiermeester vau het 5. regiment infauterie alhier; wordt heden de gouden medaille voor 36 jarigen trouwen dieust uitgerijkt, met f50 gratificatie. De banen van de Auiersfoort- scbe ijsclub Voorwaarts" zijn weder geopend. In de afgeloopen twee nachten maakte het 7'/. centimeter ijs. De gemeenteraad vergadert op Dins dag, 23. Februari a. s 's namiddags half- twee, ter behandeling van 1. Benoeming van eeu leeraar in de Engelsche taal en letterkunde aan de hoogere burgerschool en het gymnasium. 2. Benoeming vau leden der stembnreaux voor de verkiezingen in 1892. De werkende leden van de St. Gre- gorius-vereeniging gaven Woensdag voor de kunstlievende leden en geïntroduceerden, Donderdag voor de r. k. militairen-vereeni- ging en Zondagavond voor het publiek de jaarlijksche zanguitvoering. De laatste werd door ons, daartoe uitgenoodigd, bijgewoond. Aan de "bedoeling welke aan die uitnoodi- ging ten grondslag lag gevolg willende geven, wenschen wij vooraf te verklaren, dat de uitvoering van de onderscheidene stukken ons, en gewis alle andere aanwezigen, in hooge mate boeide, zoowel door de uitmun tende zang, als door de kalme wijze van voordracht, die getuigde van eene vastheid, w elke slechts door langdurige, ijverige studie kan worden verkregen: eene studie die, behalve lust eu aanleg, in de eerste plaats groote wilskracht vordert. Lokte de uitvoe ring van de eerste twee nummers van het programma: „Komm holder Leuz(Lente koor uit de Jahreszeitóu, van Haydn, voor gemengd koor) en „Hymne an die Musik," van Lachncr, (4-stemmig mannenkoor), reeds luiden bijval uit, dé voordracht van „Ade laide," van Beethvoven, door den bariton solo-zanger, den heer Th. Knuivers, bracht de aanwezigen eerst in eeu toestand van volslagen ge'ioor eu daarna iu eene opge togenheid over de schoone zang, die zich tnoeielijker beschrijven laat dan te merken was op bet oogenblik toen de laatste klauken wegstierven. Aan de toejuichingen scheen schier geen eiude. En, waarlijk, zij waren ten volle verdiend! Verdienstelijk, boven onzen lof verheven, werd dit nummer gezon gen waartoe ook zeker veel bijdroeg de even verdienstelijke piauino-begeleiding van den heer W. Ramsolaai. Het „Laudate prirri,' van Meudclssohn, door het jongenskoor ge zongen, maakte een plechtigen indruk, vooral bij do voordracht van den aanhef „Laudate prieri domini, laudate nomen domini En de maatvastheid van de jongelui, geen er van uitgezonderd, was bewonderenswaardig, maar bewonderenswaardiger nog de tcct eu het geduld van den volijverigen directeur om de uitvoering van liet betrekkelijk zware zangstuk den jongelieden mogelijk te maken. Een fragment uit do „Schöpfung," van Haydn voor gemengd koor, werd niet minder ver dienstelijk ten gehoore gebracht. De tenor stem van den heer H. M. Verhcij Jr., die het recitatief voordroeg en het in het koor voorkomende Terzett zong, was vol en hel der, terwijl de klankvolle sopraan-stem van den jongenheer Knuivers en het flinke, zware basgeluid vau den heer J. W. van Riggelen, het hunne tot de keurige uitvoeriug bijdroegeu. Eu alleen om aan zijn verzoek te voldoen, vermelden wij niet den naam van den heer H., die als eerste bas in alle nummers niet alleen volmaakt op zijne plaats was, maar, in waarheid, zonder schade te doen aan d uitvoeriug, niet kop worden gemist. Na de pauze werden de aauwezigcu vergast op eene komische operette. „De wonderdokter of de kunst om van basseu tenoren te maken." Het genoegen daarmede verschaft, zoowel door keurige zang als door eenvoudig en natuurlijk actëeren, wagen wij niet te beschrijven. In die operette vertoonde de heer H, als Directeur van eéne.c plattelands-zangvereeni- ging. en de hcor Sluiter, als wonderdokter alias frausch kwakzalver, ware typen. En het koor, met den solist,, den heer W. van Rara- seiaar, aan het hoofd, voerde de operette op zoo verdienstelijke.,\vijze mv.de uit, dat wij daarvoor niet anders dan lof hebben en waar- doering van de krachten, gewis niet zonder groote inspanning en opofferiug van veel tijd verkregen. Een woord van lof aan den ver dienstelijken, door/.nlle leden geachteu direc teur, den heer R. van t' Wel, en aan den ijverigen pianist, den heer L. H. ten Brink, gaat vooraf aan onzen wensch tot een spoe dig wederzien, en aan ouze dankbetuiging voor den genotvollen avond die doov deze uitvoering aan zoovele ingezetenen werd ver schaft. Sclierpenzcel, 15 Febr. Werd liiei vooiheen, en niet! ten onreclite, geklaagd over de gebrekkige dorpsverlichting, thans is hierin door het aanschaffen van nieuwe lampen op afdoende wijze vei betering gebracht. Het nieuwe licht, heden avoi d voor het eerst ontsioken, gaf algemeen reden tot tevredenheid. Onze Predikant, Ds. D. J. van Dalfsen, ontving Vrijdag een beroep naar de Herv. Gemeente te Kampen. Soest. De heer C. Ringelberg, onder wijzer aan de openbare school te Jutfaas, is als zoodanig benoemd aan de openbaie school in deze gemeente. Drie voor een. Het Centrum deelt de volgende schullerij-anecdole mede: »In tegenstelling met de vele schutler- plichligen, die buiten Amsterdam tijdens hun schulterplichligen leeftijd domicilie kiezen, zijn er anderen, die wel veel liefde hebben voor hel vak, maar die de pakjes nogal duur vinden. Zij hehben er een aardige oplossing op gevonden, door met twee of driëen één enkel pak te koopen en het bij beurten te dragen. Deze echt economische maatregel gaf onlangs aanleiding tot de volgende ver makelijke scène. Drie aspirant dienstdoende schutters, zittende aan een lessenaar op éénzelfde kantoor, kochten voor gezamenlijke reke ning één pak. Ofschoon dit reeds vijf jaar dienst had gedaan, zag het er nog keurig uit, zoo goed als nieuw. De voor malige bezitter had veel handelsrela ties gehad builen de gemeente zjjner inwoning en het trof meestal zoo, dat hij op reis moest juist op een dag, dat hij exerceeren moest of inspectie maken! Van de drie vennooten trok eerst vriend A. met het pak ter keuring. Hel pak deugde niet, de kleur was veel te donker. Viiend B. trof het al even slecht. Ook hem werd verboden het pak te dragen; het was iets te donker. Vriend C. was gelukkiger en mocht erin slagen het hart van den wreeden inspec teur te vermurwen. Het pak was juist in de kleur! Doch het fraaist van alles is, dat A, voor de tweede maal zich met hetzelfde pak aanmeldend, nu insgelijks fiat kreeg, terwijl B. hardnekkig afgewezen en daar door gedwongen werd de vennootschap tot exploitatie van het schutierspak in den steek te laten I De beide overigen zitten er nu nog enkel over in, hoe zij liet zullen aanleggen, al. in tijd van oorlog hunne respectieve afdeelingen tegelijk onder de wapens moeien ko men I" Armenzorg. Wanneer de toestand der armoede hier in Amers foort zeer gunstig te noemen was, dan was geen verandering noodig. Waarom verandering van stelsel, waarom 't nieuwe, als het oude goed is? Maar wie zal er opstaan om te zeggen laten we hier bij 't oude stelsel van Armenzorg blijven, want 't werkt zoo uitmuntend in Amersfoort? Ik geloof niet dat iemand dit zal willen volhou den! Want juist zij, die zich veel rnet armen be moeien zeggen hier algemeener is bijna geen be ginnen aan, 't is 't vullen van een bodemloos vat, 't is 't dempen met zand van een stroomend water. Er zijn 2 radicale middelen tegen armoede. 1. 'tEene middel is de armoede zelf. 2. 't Andere is «helpen" 1. 'tls een bekende wet in de staathuishoud kunde 't Beste middel tegen armoede is armoede. Dit is dus: niet helpen; ieder aan zijn eigen lot overlaten. De armoede zelf is de sterkste prikkel om uit die toestand te geraken wie dat niet meer voelt of er niet tegen op kan sterft de hongerdood. Indien ge helpt, verzwakt ge of doodt ge juist dien prikkel, die hem zijn handen uit de mouw moet leeren steken en die hem er weer boven op moet helpen. Daarom is aalmoezen geven slecht; rnen doodt den prikkel, dien de arme juist zoo noodig heeft en men went hem aan luiheid en aan leven van anderen zonder zelf te werken. Daarom is 't ongemotiveerd geven van spijs- en turfkaartjes slechtt is aalmoezen geven in levens middelen: men doodt den prikkel tot eigen ver zorging en geeft er geen anderen prikkel voor in de plaats. Zonder prikkel, zonder motief, werkt niemand. 2. 't Andere middel is: «helpen." Doch he!pt men verkeerd, dan is 't hetzelfde als aalmoezen geven, dan doodt men den prikkel tot werken, dan kweekt men armoede in plaats van die tegen te gaan. Dan breidt de armoede zich uit en de poel, dien ge dempen wilt, wordt groo- ter en dieper. Helpt alleen zóó, dat de prikkel tot werken verscherpt wordt en dit geschiedt niet door bedee ling, maar alleen door den beschavenden invloed van den gegoeden stand op de armen. Er is menschenkunde voor noodig om iemand van lui, werkzaam te maken. Toch zijn er particulieren in onze stad, die dit laatste in praktijk brengen en wat zij in kleine kring goed doen, moest luide van de daken ver kondigd worden ter aanmoediging; en de staat moest dankbaarder zijn jegens hen dan jegens vele hooggeplaatste staatsambtenaren. Maar die particulieren kunnen niet alles doen wat er gedaan moet worden. En daarom is 't nog mogelijk dat zij die handig »in beklag" weten te komen er dikwijls beter aan toe zijn dan menige stille arme. Niet alle armen worde geholpen. Geen aalmoezen geven! Verstandig helpen! Geen armen overslaan! Ziehier 3 stellingen, die den grondslag moe ten zijn van ieder stelsel ter bestrijding van ar moede. 'tVerstandighelpenis't moeilijkste. En 't stelsel moet zijn: Eén groote organisatie, waarin ieder zijn belangstelling toont en vele werk zame liefdadigen, die de armen bezoeken. Dit stelsel is reeds in 1853 door Daniël van der Heydt en zijn schoonzoon Lischer, opper burge meester van Elberfeld, in die stad ingevoerd, en vandaar heeft 'tmet kleine wijzigingen reeds veel navolging gevonden, in andere steden, óók in ons landl Tot 't oprichten van zoo'n vereeniging wordt veel werk vereischt en wanneer men tegen den volgenden winter klaar wil zijn, mag men nu zeker wel beginnen. In de eerste plaats wilt gij uw medewerking niet onthouden, vereenigingen, wie gij ook zijn moogt, die ten doel hebben de armoede te lenigen Helpt! geen één hulp mag ontbreken. De vereeniging «Armenzorg" moet niet naast de andere vereenigingen staan, maar alle vereeni gingen, die practische armenzorg ten doel hebben moeten er zich in oplossen. Zoo zouden zich er in kunnen oplossen al de verschillende kerkelijke armbesturen, de spijs com missie, de vereeniging tot werkverschaffing, de vereeniging tot het bouwen en verbeteren van woningen, enz. Zoo zouden bijdragen kunnen geven't gesticht de arinen de Poth, de Armen loterij de vereeni ging Dorcas, de Vrijmetselaar loge etc. etc. etc. En dan moeten er vele, zeer vele particulieren toetreden om werkzaam liefdadigen te zijn, ter wijl een ieder zijn sympathie moet loonen! Zie nu stel ik mij" de vereeniging zóó voor: De belangstelling, die de vereeniging ondervon den heeft is zóó groot, dat bijna ieder, die maar eenigszms kan, als lid is toegetreden tegen een matige jaarlijksche contributie. Ieder der leden heeft een bordje op zijn deur of aan 't huis bevestigd waarop staat: «Lid van Armenzorg" dit beteekent zooveel als «we geven niet aan deur" hierna kan de b e d e 1 a rij ge heel afgeschaft worden. Er zijn er zooveel, die zich aangemeld hebben als «werkzaam liefdadigen" (dit zijn zij, die zich bereid hebben verklaard, de armen te willen bezoeken) dat ieder 2 of 3 huisgezinnen heeft, die hij de behulpzame hand zal bieden. A 1 de armen in de stad zijn zoodoende verdeeld op al de «werkzame liefdadigen" en wanneer ieder zijn plicht doet, smaakt hij de voldoening dat niet alleen z ij n armen maar a 1 de armen gehol pen worden. Hierdoor worden er geen armen overge slagen er zijn er ook geen die van 2 of 5 kan ten soms krijgen. De organisatie der vereeniging is zóó goed en de statuten zoo flink en de werkzamen liefdadi gen, administrateurs en hoofdbestuur hebben zóó veel hart voor de zaak dat er verstandig ge holpen wordt. De inrichting stel ik mij op de volgende wijze voor. Er zijn b. v. 300 armen huisgezinnen en 100 werkzame liefdadigen (arm bezoekers en bezoek sters); ieder heeft dus 3 gezinnen onderzich. Die 100 armbezoekers helpen hun armen met woord en daad, dus ook met raad; wanneer er levensbehoeften moeten verschaft worden geschiedt dit uit de kas. Hiertoe staan iedere 10 armbezoe kers in betrekking tot een administrateur; die is hun president, secretaris en penningmeester te ge lijk, en ze vormen met hun administrateur één af- deeling. Zij vragen hem zoo noodig om raad en bespreken met hem de geldelijke belangen hunner armen en deelen hen alle noeinenswaardigen bij zonderheden mee van hun armen, waarvan de administrateur een lijst houdt met aanteekenin- gendeze heeft dus 't opzicht over 30 arme huis gezinnen. De afdeelingen van 10 armenbezoekers vergade ren om een zekeren tijd, onder voorzitterschap van hun administrateur, ter algemeene bespreking van de belangen. Die administrateurs staan in directe betrekking tot het hoofdbestuur, uit 3 of 5 personen be staande, dat alle zaken leidt en regelt. Jaarlijks geeft 'thoofdbestuur in een algemeene vergadering een overzicht van den geheelen toe stand. De geheele vereeniging bestaat dus uit b. v. 1000 leden (contribueerende leden) waarvan 100 werkza me liefdadigen (armbezoekers en -bezoeksters), 10 administrateurs en 3 of 5 hoofdbestuurders. En wie zal zich aan 't hoofd stellen Wie zal de eerste daad verrichten, die onver mijdelijk is? Wie zal den eersten stap doen op dezen weg? De eerste vergadering bijeen roepen om een hoofdbestuur te vormen, die zijn reuzen taak zal beginnen? En dan denken we aan den man, aan wiens goede zorgen onze Koningin-Regentes onze stad heeft toevertrouwd, aan onzen burgemeester. En de blikken zijn vragend op hern gevestigd, aan hem behoort de eer den eersten stap te doen. Ja, de eer, dat zult gij later bemerken, Amers- foorters, als 't opgericht is en goede vruchten draagt. Wilt gij dan, burgervader, de smeekende handen uwer stadgenooten niet afwijzen, maar hoort ze aan en zegt: dat zal ik tot stand brengen ex mea protestatel Ten laatste nog eenige opmerkingen. 't Spijt me, dat ik bij mijn vorig schrijven zooveel namen heb vergeten, en kwamen mij toen ik het las nog verscheidene in de ge dachte, rnaar ik zal ze nu niet opnoemen, uit vrees dezelfde fout te begaan. Ook hoorde ik. dat er namen genoemd waren van personen, die door hun drukke betrekking onmogelijk zouden kunnen meewerken en dan misschien tegen de geheele inrichting zouden zijn, omdat ze zelf niet zouden kunnen meêdoen. Zóó! Ik ben mij niet bewust namen genoemd te hebben van personen die zóó onbillijk zouden zijn! Zou dat een reden zijn om iets tegen te werken Zij, die door hun werkzaamheden verhinderd zijn kunnen daarom nog wel hun sympathie be tuigen zij kunnen er hun gedachten over uiten en contribueerend lid worden. 't Is goed als er veel over gesproken wordt: 't moet algemeen bekend worden Zoo hoorde ik ook de opmerking maken: de verschillende godsdienstige gezindheden en kerk genootschappen zullen niet willen samenwerken. Wat! Er is maar één God, dat weet gij even goed als ik en hoe die geest wordt geëerd doet er niet toede manier komt er niet op aan, of ge met 't hoofd naar 't Oosten of naar 't Westen gekeerd bidt, als ge maar niet bidt: >IIeer ik dank U dat ik niet ben als dezen tollenaar 1" Een geloof, dat verbiedt samen te werken tot een goed doel, een geloof dat verbiedt elkaar te helpen, i s geen geloof. En 't kerkgenootschap dat o m zijn geloof niet meewerkt, werpt op zichzelf een smet. Hier en daar vertelde men, sommige particulie ren zullen geen afstand willen doen van hun armen. Maar dat zal iedereeu immers juist in hen prij zen, dat toont dat ze een goed hart hebbenmaar dat behoeft ook volstrekt niet en 't verstandig hoofdbestuur zal hen juist die armen laten behou den dien band te willen verbreken zou zeer ver keerd zijn. Als die particulieren zich alleen maar willen aansluiten aan 't geheel, alleen maar een gedeelte willen uitmaken van de groote vereeni ging, die alle armen verzorgen wil. Ieder, die werkelijk 'theil der armen wil, zal na goed doorgedacht te hebben zijn medewerking niet onthouden. En ten slotte vernamen mijn ooren woorden, die mij bijna kwaad maakten. 't Waren de uitdrukkingen van sommige men- schen, als: »Ja, dat zou heel mooi zijn, maar dat doen ze hier toch niet," of: «Och! m'n lieve mensch, da's niks geen ding voor Amersfoort," of: «Odat zullen wij pas over 100 jaar beleven," en dergelijken Daar gelaten dat ze 't over 100 jaar niet »b e- leven" kunnen, zie stadgenootenik ben geboren en opgevoed in uw stad, maar ik heb altijd ge merkt, dat waar een beroep werd gedaan op uw goed hart, dat ge daar altijd nog grijpt naar uw beurs en de penningen er uitschudt al zijn 't de laatsten, dat ge dan n« g wel uw handen uit de zakken haalt en met een «als dat zoo goed is, dan moet 't maar" uwe krachten wilt leenen, dat ge dan nog op uw wallen zoudt springen orn uw stad te verdedigen tegen een vijand en in de bres zoudt gaan staan voor uw doodelijk verwonden broeder. En wie er aan twijfelt is zelf een lafaard! Op ten strijde 't ls dan ook omdat ik u ken, dat ik vol ver trouwen deze woorden neerschrijf »Er zal een algemeenen Armenzorg opgericht worden in onze stad 1" W. Z. Gevonden te Amersfoort: Een hoornen haarspeld met nikkelen ornament. Rechthebbende vei voege zich ter te rugbekoming aan het bureau van politie. or/de vel» bewijzen van deel- gedurende de ziekte, onzer innig geliefde ÏURIETTE CATEAU te Elburg, betuigen ens onzeJbWfiferSn, welge- Ph. MEIJERS. A. MEIJERS—Visser. Amersfoort Februari 1892. Voor de^er vele bewijzen, van deelneming gedurende de ziekte en na het overlijden taijnef innig geliefde Echt- genoote ondervonden, betuig ik door deze hartelijken dank. B.^WOLFF. Elburg 16 Febrti«ri^48fl3.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1892 | | pagina 2