BUVOEGSEL. Nieuwe Amersfoortsche Couraat I Zaterdag 5 Maart 1892. BINNENLAND. Plaatselijke berichten. behoorende b(j de van Naar het Vad. verneemt, is het rapport, door de inspecteurs der krank zinnigengestichten aan burg. en weth. van 's Hage uitgebracht over den toestand van het gesticht aldaar, niet zeer gunstig. Op de vraag van burg. en weth., of zij met gerustheid kun Den voortgaan de pa tiënten daarheen ter verplegiug te zenden, moeten de inspecteurs niet bevredigend hebben geantwoord. De influenza heeft de Utrechtschs bevolking duchtig geteisterd. De cijfers bewijzen dit. Daaruit blijkt dal in de stad Utrecht in Januari 1891 overleden 207, in dezelfde maand van 1892 daaren tegen 316 personen. In die maand van het vorige jaar sliet ven in de provincie Utrecht 567, in Januari van 1892, 742 personen. Het sterftecijfer was dus in dit jaar in de stad niet minder dan 53 pet., in de provincie 31 pet. hooger dan die van het vorige jaar. Zondag e.k., 6 Maart, zal er in de Remonstrantsche kerk alhier geen gods dienstoefening gehouden worden. De officier van Gez. 2e klasse Dr. Romijn van het 1 Regt. Veld. Art. al hier is wegens 8 jarige dienst béVorderd tot kapitein. Het aantal arbeidskaarten bedoeld, in artikel 10 der wet van 5 Mei 1889 (Staatsblad no 48) alhier in 1891 uit gereikt bedraagt 158, terwijl dat der fabrikanten en werkbazen, die met be schermde personen werken en dus zijn voorzien van een door of namens den burgemeester in dat jaar gewaarmerkte arbeidslijst, overeenkomstig art. 11 der genoemde wet, beloopt 36. Het aantal geldige arbeidskaarten, ultimo 1891 in deze gemeente in omloop, beloopt voor jongens tnsschen 12 en 13 jaar 25 en voor meisjes 3; voor joogens tusschen 13 en 14 jaar 37 en voor meisjes 15; voor jongens tusschen 14 en 15 jaar 62 en voor meisjes 7 voor jongens tusscheu 15 en 16 jaar 86 en voor meisjes 16; totaal alzoo 251. Het totaal-aantal fabri kanten en werkbazen, die met beschermde personen werken, bedroeg op 1 Januari 178. Dagelijks werden in het afgeloopen jaar de verschillende fabrieken en werk plaatsen geïnspecteerd. Het aantal weezen ten laste van het burger-weeshuis bedroeg op 1 Janu ari 1891 tien jongens en zestien meisjes, van welke er in den loop van dat jaar acht het gesticht verlieten; daarentegen zijn er twee opgenomen, zoodat op 1 Januari 1892 in het weeshuis aanwezig waren zeven jongens en dei tien meisjes, terwijl één wees buiten het gesticht wordt verpleegd. De weesmeisjes ont vangen in het gesticht thans onderwijs van mejuffiouw wed. D. F. van Slooten- Spruyt, die den heer J. Verwey is opge volgd, aan wien, op zijn verzoek, eervol ontslag werd verleend. In de Woensdagavond gehouden vergadering der Amersfoortsche begrafe- nis-vereeniging is verslag gedaan van de werkzaamheden over 1891, waaruit blijkt, dat door hare tnsschenkomst 92 begra- Feuilleton, vervolg van hel eerste blad. nevens zich fluisteren en mompelen als uit de fijne snaveltjes der kwikstaartjes. „Cette pauvre baronesseWat ziet zij er weer bleek en ziek uit! O, die slechte zoon, die slechte jonge baron, die Frits het moet een einde nemen, het moet!" „Zeg mij, beste vriendin, men spreekt daar zooveel over hebt gij er iets naders fail gehoord? Je vous en prie." „Wel zeker, maar in vertrouwen. „Certainement! Onbepaalde discretion!" „De arme barones weet zich zijne zwaar moedigheid in 't geheel niet te verklaren en de stiefvader ook niet, hij loopt dagen lang alleen, bleek en somber in het park, in 't gebergte, hij spreekt niet, point de mots, met haar, met haren man of als hij het doet, onverstaanbaar, verward, alsof zijn ver stand vous comprenez. Je disais toujours het is altijd erg nog eens te trouwen, als men volwassene kinderen heeft, en zoo heel gauw na den dood van den eersten man I" „Mais le baron est si charmant, zulk een fijn beschaafd man. ,,Nn juist dat schijnt zoo, dat schijnt zo°- Gij weet immers, zijn broeder de vroegere gemaal van de barones, de vader van den baron Frits stierf plotseling op de jacht il y a un an aan eene be roerte ou dit maar anderen zeggen mais discrétion, ma clière I zij zeggen tenissen hebheu plaats gehad, als: vol gens de 1 klasse 15 personen boven '12 jaar; volgens de 2 klasse 9 personen boven 12 jaar en 5 beneden dien leef tijd; volgens de 3 klasse 10 personen boven 12 jarigen leeftijd en 4 beneden dien ouderdomvolgens de 4 klasse 22 personen boven 12 jaar en 18 beneden dien leeftijd, waaronder 15 begrafenissen voor rekening der gemeente Amersfoort en 9 personen boven den 12 jarigen leef tijd volgens de 5 klasse. Bij het einde des jaars lelde de Verceniging 371 leden, tegen 347 op 1 Januari 1891. In de plaats van den heer G. Prins, die aan de beuit van aftreding en niet terstond herkiesbaar was, werd tot bestuurslid verkozen de heer A. M. Kollewijn Nz die in de vervolgens gehouden bestuurs vergadering tot voorzitter werd benoemd, terwijl den heer H. W. de Heus bij ac clamatie (bij vernieuwing) het secreta riaat der vereeniging werd opgedragen. Beide benoemden hebben zich de keuze laten welgevallen, zoodat liet bestuur thans bestaat uit genoemde heeien, be nevens de heeren Dr. K. H. J. Koker, J. C. Leinweber en E. L. H. Van Lan- schot Hubrecht. De aansprekers, thans in dienst der veieeniging, z(jn J. Renes, J. de Valk, H. de Vrij, D. Veenendaal, J. Kroes en G. J. Siddré. Eergister, Donderdagavond, trad de lieer Mr. H. Goeinan Borgesius in »Ami- cilia" als spreker op in eene vanwege het departement Amersfoort der maat schappij »Tot Nut van 't Algemeen" uit geschreven volkslezing. Spr. behandelde de vraag: Staatsbemoeiing met den ar beid of staatsonthouding 9 Welke weg inoet worden ingeslagen. De heer Borgesius begon met te wijzen op de veranderde houding der geestelijk heid ten aanzien van het ai beids-vraag- stuk. Terwijl weinige jaren geleden nog de brief van kardinaal Manning waarin op krachtige tusschenkomst ter. behoeve van de arbeiders werd aangedrongen, in katholieke kringen werd gebrandmerkt als ketterij, zijn die denkbeelden nu ge meen goed geworden door hunne beves tiging door den paus in diens Encycliek, terwijl dezelfde gedachtengang is waar te nemen in de rede van dr. A. Kuyper bij de opening van het congres te Amster dam. Men ziet, dat het niet meer aangaat de lagere klassen eenvoudig tot berusting aan te sporen meer en meer wordt de noodzakelijkheid erkend om de stoffelijke belangen dier klasse beter dan vroeger te behaitigeo. Wat zijn nu de redenen, dat de geestelijkheid katholieke en protestantsch orthodoxe zoo zeer van inzicht is veranderd Spr. schreef dit toe allereerst aan de omstandigheid, dat door de bestaande sociale wanverhouding de geestelijkheid in haar werk belemmerd wordt, en haar invloed veimindeit, daar ze de huizen vei laten vindt door de in de fabriek werkende bewoners en in de fabriek wordt geweerd. Een groot deel der arbeidende klassen heeft zich gewor pen in de armen der sociaal-democratie, en deze is niet alleen socialistisch, maar ook atheïstisch. Meer en meer vervreemdt de arbeidende klasse van de begrippen, door godsdienst haar ingeprent, dikwijls zelfs ondanks den wil der personen, die echter door hun voortdurenden omgang met sociaal-democraten geen kracht meer bezitten, zich aan de verderflijke begrip pen te ontrekken. De geestelijke Gühre, die drie maanden als fabrieksarbeider onder de arbeiders leefde, om de toe standen beter te leeren kennen, geeft daarvan menig staaltje. Maar ook een ander, edeler doel beweegt de geestelijk heid. De kerkelijke partijen worden be wogen door een gevoel van sociale barm hartigheid, door diep meegevoel voor den nood van duizenden en honderdduizenden. Zeker is er vooruitgang waar te nemen, als men de toestanden der arbeiders en der lagere klassen van nu vergelijkt bij dien van vroeger. Men stieeft naar ver betering van den toestand, en vooral om dat hij doodgeschoten is op de jacht en doch ik wil het ik kan het in 't geheel niet tegenspreken." „O, ik bid li, ik bid u!" „Nu, geheel in vertrouwen, men zegt dat iemaud hein doodgeschoten heeft cn dat de jonge baron zou weten, wie eene hem na bestaande, zeer na bestaande. Zij braken baastig af. Het knetterde en ruischte als zijde en men vernam een rozen geur. ,,Mon petit enfant, ik ben zeer bang dat gij moe zijt en u hier een weinig verreien zult," zeide de baronnes vriendelijk, Rachels vingertoppen vattende, „wilt gij in de bui tenlucht, in het park oui? venez done daar buiteu wacht de bonne, die ik voor u bestemd heb. Maar 's avonds komt gij weder bij ons en vermaakt ons met eeu proef van uw muzikaal talent je vous eu prie, ma belle! Ayez la bonté!" Zij voerde Rachel door de zaal en Rachel gevoelde bijna, hoe aller oogen zich op haar vestigden en haar tot aan den uitgang ver gezelden. Zij was buiten. Aan de hand van eeue oude vrouw ging zij eenen langen gang door, eene trap en vervolgens nog eene, die kor ter was, af en om haar heen geurden nu de bloemen en suisde het loof van lommer rijke boomen iu den zachten wind. Onder hare schreden knarste fijne kiezel en van dien te leeren kennen. Er wordt geën quêteerd" wat de lieer Lohman, een jaar of drie geleden, nog sterk in de Kamer afkeurde. Maar zoolang domheid, onkunde, verdorvenheid en natuurkrach ten nog hare werking voortzetten zullen armoede en ellende niet verdwijnen, al wordt tengevolge ook van de enquêtes veel verbeterd. Zou het nu onmogelijk moeten geacht worden, de voordeelen van Jen vooruitgang en de beschaving tot gemeen goed van allen te maken? Spr. geloofde het niet. Hij hield zich over tuigd, dat onze maatschappij een kunstproduct van eeuwen langzamer hand voor vooruitgang en ontwikkeling vatbaar is, en men ons in de toekomst over onze domheid zal uitlachen, dat wij de rechte middelen niet gevonden heb ben. De toestand der industrie is op dit oogenblik, dal de grootindustrie de macht in handen heeft, terwijl duizenden kleine inrichtingen gedrongen worden, de le vende machines uit te mergelen, om den strijd met de overmachtige doode ma chines eenigszins te kunnen volhouden. Maar Spr. beschouwde den legenwoor- digen toestand als een overgangstijdperk. In de nijverheid ziet men thans nog te veel streven naar verhooging van de waarde van het product, maar het ethisch, het zedelijk beginsel wordt te veel over het hoofd gezien. Men zoekt zich stomp naar middelen om meer waarde te geven aan het product, maar bekomineit zich weinig om de levende werkkrachten. Er is wel reeds veel goeds verricht door fabrikanten en patroons, maar de warmte, de bezielende adem ontbreekt nog. En eerst als dat zedelijk beginsel tot zijn recht zal zijn gekomen, zal de fabrieks nijverheid kunnen medewerken tot ont wikkeling en beschaving. Moet de staat nu tusschenbeide treden om de arbeiders le helpen? Die vraag beantwoordde de lieer Borgesius door mededeeling van een zeer uitvoerig en belangrijk gesprek, door hem gehouden met een groot fabrikant die hem in zijne studeerkamer was komen bezoeken om te trachten hem te bekeeren. De fabri kant een man die zijn fabriek uitstekend had ingericht en goed voor zijne arbei ders was, wilde niets van wettelijke in menging, van staatsdwang weten. Doc trinair hield hij vast aan het vrijheids beginsel en, begreep niet dat een man als Borgesius met zoovele liberalen, die den vrijheid van handel zoo warm ver dedigen, de vrijheid van bedrijf willen beperken en inkrimpen. De fabrikant hield vol, dat wetsdwang niet alleen voor de fabrikanten, maar ook voor de arbei ders eene ruïne is; dat, het wetje van Van Houten nog daarlatende, de wet- Ruijs vervloekt wordt door de ouders, die minder verdienen en hun kinderen 's avonds zien rondloopen en tot niets goeds opgroeien. En eindelijk beweerde de fabrikant dat eigenlijk het geheele streven van de liberale sociale hervor mers gevaarlijk is, en hen op dezelfde lijn stelt met de sociaal-democraten. Tegen dit geheele beloog, en vooral tegen de laatste bewering, kwam nir. Borgesius op. De sociaal-democraten wil len gelijkheid voor allen, willen den Staat alleen voor allen doen optreden, zien al leen heil in de gemeenschap, willen de verantwoordelijkheid van het individu op heffen, willen naar de behoeften van het individu beloonen. De liberale hervormers streven naar vermindering der ongelijk heid, willen behoud van het stelsel van mededinging, niet wegneming der mis bruiken, willen de voorwaarden zien vast gesteld, waaronder het individu tot ont wikkeling kan komen, willen de verant woordelijkheid van het individu verster ken en willen beloonen naar verdienste. Noemt men dat komen in socialistisch vaarwater? Maar is hel dan daarmede te rijmen, dat de sociaal-democraten juist op de liberalen hun scherpste pijlen afschieten en wat deze willen lapmidde len noemen? Neen, een sociaal-democraat heeft het eenmaal eerlijk erkend de li- verre ruischte en kloDk iets als opstijgend en vallend water. O, zij was buiten in de vrije lucht onder bloemen en boomen hoe schoon, hoe vrij, hoe ruim was het hier! Zij gingen suel voorwaarts; weldra begon de oude Margareet te praten en werd niet moede te vertellen van de pracht van het slot en den rijkdom van den baron eu boe zij sedert 50 jaar (lit slot diende en den jongen Frits, den stiefzoon en neef van den tegenwoortligen lieer von Bielau, als haar eigen kind had opgevoed en iief gehad en dat hij zoo schoon was, maar nu zoo bleek en treurig cn altijd in 't zwart gekleed ging en „Daar komt bijl" riep Margareet zacht. „Laat ons gaan zitten. Misschien gaat hij voorbij en ziet ons niet. Hij ziet zoo ongaarne vreemden." Zij trok Rachel haastig op eene bank ach ter een boschje. Maar de jonge baron kwam steeds nader, recht op het boschje af, met langzame schreden. Rachel hoorde hein komen en begon te beven, alsof iets dat zeer kwaad maar tevens veel beteekenend was, haar na derde. Rachel gevoelde dat zijne blikken zich op haar vestigden. Maar hij bleef niet staan, hij zette zich langzaam op de bank nevens haar neder en zag haar eene poos zwijgend aan. ,,Gij zijt de blinde viooL-peelster, demoi selle," zeide bij met eene zachte, maar heel berale hervormers worden zoo fel bestre den, omdat hun zoogenaamd lapwerk is een rem aan de soc.-dem. beweging Spr. nu wees er op, dat onze maatschappij nog in vele opzichten een lappendeken is, die hersteld moet worden, en dat het zeer nuttig en noodzakelijk kan zijn den juisten lap op de juiste plaats aan le brengen. Én als die arbeid door de soc - democralie als een rem wordt beschouwd voor bun stieven, dan zegt Spr.: reir.- men moeler. we, evenals de ervaren ma chinist, we rijden voort met de stoom- spanning van de 19e eeuw, maar met de hand aan de rem, om van station tot station te kunnen komen, telkens gele genheid gevende om na te zien of alles in orde is, geen gevaar dreigt, nieuwen voorraad op te nemen, en dan weer vooruit te gaaD tol een volgend slation. Verklaarbaar is het stieven van de sociaal-democraten, waar zij de grond slagen van de maatschappij verkeerd achten, dat zij het meest vijandig gezind zijn tegenover hen, die de grondslagen willen behouden. Behoeft het overigens te worden ver meld, dal de heei Borgesius den fabrikant, die hem in zijne studiën kwam storen, flink te woord heeft gestaan? Dat hij hem wees op de beperking, die voor iedere vrijheid in 't algemeen belang moet worden toegelaten, op de beper king, die reeds nu in de geneeskundige wetten, de wet op de naaml. vennoot schappen, de drankwet is gelegen; dat evenzeer als de Staat het onderwijs doet geven om den strijd des levens te ver gemakkelijken, hij ook andere middelen mag aangrijpen; dat de arbeidswetten hier te lande reeds veel goeds hebben gedaan eu veel kwaads voorkomen; dat de kinderarbeid, nu nog toegelaten op het veld, duizenden kinderen verstoken laat van goed onderwijs en, vooral bij de vlasboeren, hun leven verkort; dat de beperkingen door de wet-Ruijs inge voerd, heilzaam zijn voor de kinderen en voor de vrouwen, die niet geheel aan het huisgezin worden ontrukt, en niet nadeelig voor den arbeid, daar de erva ring leert, dat na korten lijd het verlies in productie wordt ingehaald. Met waar deering maakte hij daarbij gewag van de wijze, waarop te Amsterdam, Leiden en Leeuwarden dames zich het lot der fabrieksmeisjes aantrekken, door ze 's avonds te ontvangen, le leeren en op le leiden. Hing het van Spr. af, geen geli ouwde vrouw, geen huismoeder althans zou in een fabriek mogen werken, maar ware dit al le radicaal dan is zeker de vrijheid na 7 uur, het vrije uur per dag, de vrijheid's nachts en Zondags, die de tegenwoordige wet eischt, een der eerste voorwaarden le beschouwen voor verbetering van het familieleven. Uitvoerig stond Spr. vervolgens stil bij den eisch vari den wettelijken normalen arbeidsdag van acht uren. Principieel had bij er geen bezwaren tegen, maar de wenschelijkheid en opportuniteit be streed hij. Om wettelijke tusschenkomst le rechtvaardigen, moet er zijn een maat schappelijk kwaad, dat door de maat schappelijke krachten niet beteugeld kan worden, in de tweede plaats moet de Staat hel kunnen beteugelen, en in de derde plaats moet aangetoond worden, dat door wegneming van het kwaad niel grooter kwaad in 't leven wordt geroe pen. Dat ten deze het maatschappelijk kwaad bestaat, is niet tegen te spreken, maar aangenomen eens de mogelijkheid, dat de Staat eene betere verdeeling van arbeidstijd voor alle burgers zou kunnen invoeren en handhaven, dan zou dit toch de werkeloosheid niet doen verminderen. De werkgever zou dan geen voordeel er meer inzien, zijne zaken uit te bleiden. De ervaring leert, dat vermindering van arbeidstijd niet anders kan geschieden dan geleidelijk, om liet evenwicht te herstellen, en Spr. zou vreezen, dat in dat overgangstijdperk zoovele induslriën te gronde zouden gaan, dat de invoering van den maatregel een wezenlijke ramp zou zijn. Bovendien is de 8-urige arbeids- weeke stem, „ik keu u. ik heb u in liet dorp gezien Gaat het goed met vnder en moeder? Bevalt het u op het slot?" „Ik ben eerst eeu paar uren „Ja, ja," viel hij haar in de rede. „Het bevalt u wel. Gij bevalt ook welGij zijt schoon," voer bij na eene pauze voort, „men houdt op hot slot van de schoonheid. Gij zijt jong, men heeft de jeugd daar gaarne. Men wil u ziende maken gij houdt het voor een groot geluk te kunnen zien, demoi selle, niet waar?" „Het is een ongeluk, blind te wezen, mijnheer de baron,' zeide Rachel bewogen, „wie gevoelt niet den wensch, van zulk een treurig lijden als het mijne, bevrijd te wor den „Hal ja! Demoiselle; ik zeg het is een geluk blind te zijn en ik gevoel den wensch van mijn ziel bevrijd te worden. Laten wij ons lijden met elkaar ruilen en ga dan weg van liier snel. Ik zeg, gij zult er berouw van hebben, te kunnen zien. O, men is slechts gelukkig in de wereld als men niet ziet!" „Spot niet, mijnheer de baron," hervatte Rachel ernstig. „Verzoek het noodlot niet God laat zch niet verzoeken. Hij zelf ver zoekt niemand 1" „God, Godl" lachte de baron. „Gij zijt blind en bebt God lief? Gij spreekt wonderlijk, wonderlijk meisje. Wie u die ge dag eene internationale quaestie. Een Staat kan daartoe niet wettelijk beslui ten, waar zijne nijverlieid concui reeren moet met het buitenland en door den 1 maatregel zeer beuioeielijkl zou worden. 1 Daarbij kon:t, dat de verhouding van 1 den Slaat tegenover volwassenen niet dezelfde is als tegenover viouwen en 1 kinderen. Waar het zwakken en liulpe- loozen aangaat, kan men zeggen: eene industrie, die zonder hun hulp niet kan bestaan, laat ze teniet gaan, maar waar het volwassen mannen betreft, kan men niet zeggen laat anders liever de geheele industrie teniet gaan. In ons land is de maatregel voorloopig geheel onuitvoer baar. Welk getob leveren de beperkin gen van de wet-Ruys niel reeds op! In vele iridustriën bij ons is men geheel afhankelijk van weer en wind, zoodat men een deel van het jaar langer moet werken, een ander deel geheel stilstaan. Dergelijke wet zou ook impopulair zijn bij de werklieden. Want de sociaal democraten paren aan den eisch van een maximum-werktijd dien van een mini- mum-loon. Het vaststellen nu van een minimum-loon acht Spr. voor onze in dustrie niet gewenscht. Het zou óf zoo laag moeten gesteld worden, dat iedereen meer kan verdienen, óf zoo hoog dat de minder valide het niet zou kunnen be halen, en dus verdreven worden uit de werkplaats en fabriek, waardoor de wei keloosheid zou toenemen. Een mini mum-loon wettelijk vast te stellen is dus niet mogelijk, en alleen een inaximurn- werktijd le bepalen, znu de wet zeer impopulair maken. Er is veel werk waarvoor 8 uur te veel is, maar ook ander, dat zonder bijzondere inspanning 12, 13 uur kan worden volgehouden. Door een uniform-arbeidstijd van 8 a 10 uur vast te stellen zou men den arbeid geweld aandoen en in een keurslijf ste ken. Wel zou in het Burg. Wetb. kunnen bepaald worden, dat als niet over den arbeidstijd is overeengekomen, de duur moet gerekend worden op zeker aantal uren. Evenzoo, dat als niets is overeen gekomen omtrent extra-werk, daarvoor hooger loon moet uitgekeerd worden. Ook zou men arbeidsdagen van 28 uur achtereen b.v. bij de wet kunnen ver bieden. liet gelukte den lieer Borgesius niet, zijn fabrikant te bekeeren. Deze bleef mopperen tegen alles, tegen de wettelijke voorschriften om de veiligheid en gezond heid in de fabrieken te beschermen, tegen wettelijke dwang tot verzekering van de arbeiders tegen ongelukken, tegen wet telijken eisch tot pensioer.verzekering waarvan spr. trouwens ook de kosten niet uitsluitend op den fubrikant en on dernemer wilde laten drukken, maar ten deele door den Staat wilde laten dragen; tégen te groot medelijden met de arbei ders, waaronder ook vele nietswaardigen vooi komen. Maar de heer Borgesius hield zijn standpunt vol, meende dat in vele gevallen veel van >1e patroons afhaDgt (de inspecteurs verklaarden aan het werk volk reeds te kunnen zien hoe de patroon is")dat de patroons zich in 't algemeen meer ernstig met het lot hunner werk lieden moeten bemoeien, gedachtig aan 't bekende woord: «Morality is the grea test industrial force." Gaat de Staat voor de eivaiing leert liet de particu lieren zijn veel meer geneigd om te vol gen. Waar in ons land nog zulke droe vige toestanden beslaan als de enquête ten opzichte b.v. van Leiden geopenbaard heeft, waar krotten bewoond worden die 25 jaar geleden leeds onbewoonbaar heetten, daar moet de wet tusschen beide komen. Eigpnbelang is uitstekend, mits krachtig gesteund door 't gemeenschaps gevoel, en waar dit onvoldoende ontwik keld is, moet de wet liet aankweeken. Doen de werkgevers als de fabrikant van spr., die niet voor overreding vatbaar was, wat zal dan de toekomst geven? Zal dan de storm uitbreken, door Mod derman voorspeld? Spr. haalde ten slotte Ouida's Tricotrin aan als voorbeeld hoe men vooruitgang kan willen door zelf- dachte heeft ingegeven, was geen verstandig man, want wij bidden allonleid ons niet in verzoeking eu bekoelden daarom niet te bidden als Hij ons niet verzocht. Maar ik zeg, wien God verzoekt, die bezwijkt voor de verzoeking! Slechts ik niet, ik alleen onder duizenden niet ha. ik bedwing de verzoeking, wat vader en moeder niet ver mocht hebben, dat kan ik. Ik zeg: ga weg, blijf blind en gelukkig en vaarwel!" Rachel zweeg vol angst en verward. De baron stond langzaam op, ging eenige schre den ver en bleef toen staan. „Gij speelt van avond boven, wonderlijk meisje?" vraagde hij. „Merrouw uwe moeder wenscht het." „En wat mevrouw mijne moeder wenscht, dat geschiedt," lachte hij zacht en ging lang zaam heen. „Ik weet het, ik weet het, want ik ben helaas niet blind ik weet het." Rachel wist niet wat zij vau dit zonder linge gesprek moest denken, maar zij was tni b diep getroffen door de betoovering van deze melodische stem. Maar Margereet sprong op en trok haar omhoog. „Laat ons gaan, demoiselle, laat ons snel gaan Zij gingen haastig naar het slot en half weg kwam hun reeds een knecht tegen, die, op last van de baronnes, Rachel verzocht op het slot le komen.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1892 | | pagina 5