BIJVOEGSEL,
Nieuwe Amersfoortsche Courant
BlIITENL.raSCH OVERZICHT.
I
Woensdag 9 Maart 1892.
Staten-Generaal.
BINNENLAND.
behoorende bij de
van
Met de nawerking der groote gebeur
tenissen van verleden week moet de op
nieuws beluste sterveling zich thans ver
genoegen. En dan trekt het eerst de aan
dacht de indruk, dien de befaamde Kei
zerlijke toespraak aan den Branden
burger feestmaaltijd op verschillende groe
pen van Duitschers heeft gemaakt, en de
maatregelen, door de rechterlijke macht
op last der Regeering genomen om de
openbaringen van dien indiuk door mid
del van de pers, voor zooverre die ont
boezemingen in strijd geacht worden met
den eerbied, verschuldigd aan 't Keizer
lijk woord, te bestraffen.
Meer dan men had kunnen verwachten
is critiek uitgeoefend, is er aan herin
nerd daar we niet leven in de veertiende
maar op 't eind van de negentiende eeuw
is te kennen gegeven dat het niet meer
aangaat, de vrije uiting der gedachte,
ook waar zij Regeeringsdaden afkeurt,
als staatsgevaarlijk te brandmerken, en
gelijk het dan gewoonlijk gaat, valt er
weieens een woord, wordt soms een vol
zin neergeschreven of uit buitenlandsche
bladen vertaald of overgedrukt, die het
beter ware achterwege te laten. Onder
scheiden couranten zijn deze dagen in
beslag, genomen, en de redacteuren zul
len zich te verantwoorden hebben tegen
over een aanklacht van majesteitsschen
nis: een geschikt middel om zeer ten
nadeele van het prestige van het gezag,
de agitatie levendig te houden en den
weerzin tegen den vnieuwenkoers" te
verlevendigen.
De Rijksdag-afgevaardigde Bauwbach
heeft de quaestie van het iuternatio-
iiaal zeerecht aan de orde gesteld
door een voorstel, waarbij de Regeering
wordt uitgenoodigd pogingen aan te wen
den om in beginsel te doen uitmaken
dat in oorlogstijd privaat-eigendom op
zee onschendbaar zal zijn. De Rijkskan
selier achtte dat ongewenscht en ondoen
lijk; z. i. moet in oorlogstijd de eene
partij den handel van de andere zooveel
mogelijk benadeelen. Elke zeemogend
heid bedient zich dan van de snelstvarende
schepen, en maakt zich meester van die
des vijands om ze voor eigen gebruik in
te richten. Een vrij lang debat ontspon
zich uit die verklaring; ten slotte werd
het voorstel ingetrokken:
In Frankrijk leeft men ook op de
herinnering van het eerste optreden van
het nieuwe ministerie-Loubet, dat uitge-
loopen is op een schijnbaar schitterende
overwinning. Wij zeggen schijnbaar, orn
dat ondanks de groote meerderheid,
waarmede de Kamer van Afgevaardigden
de motie van vertrouwen van den heer
Rivet aannam, 325 stemmen tegen
75, men niet moet vergeten dat tal
van leden, behoorende tot de rechterzijde
Vervolg van het eerste blad.
De barones viel met een gil in zwijm.
De dames en de baron sprongen toe. De
dokter en de gasten pakten Frits onder de
armen en brachten hem gauw weg.
Rachel stond alleen, verlaten en radeloos
in die verwarring. Eene der vreemde dames
trok zich barer aan en geleidde haar op haar
verzoek de zaal uit en liet in den gang
Margareet komen. Met deze ging Rachel naar
hare eigene kamer. Maar hier kon zij het
ook niet uithouden. Het was haar zoo eug,
zoo zoel en drukkend tusschen de vier muren.
Zij gevoelde zich zoo ontroerd door het
tooneel, dat zij zoo even had bijgewoond.
Zij ging, door Margareet vergezeld, naar den
tuin en daar zij reods gewoon was, zich in
de breede schaduwrijke lanen alleen te be
wegen, zond zij de oude vrouw weg, met
verzoek over een uur terug te komen, oiu
haar naar het slot te geleiden. Margareet
ging en Rachel wandelde langzaam de linden-
laan op en neêr.
De lucht was heerlijk warm en het was
zoo plechtig stil in de booge allee. De milde
zonneschijn, de stille, zachte adem des winds,
die met den geur van bloemen en lindebloe
sem vervuld, om haar speeldo, legde zich
geruststellend, vertroostend aan haar hart.
Het zachte gonzen der bijen en bet gezang
vau de vogels hare lieve vogels, klonk als
een zoete groet van huis, uit haar arm dorpje,
om haar heen. Zij waren ook hier reeds met
haar bevriend geworden, die lieve vogeltjes,
zij hadden haar opgezocht, de roodborstjes
en merels, de vinken en de kwikstaartjes en
maakten haar ijverig het hof. Misschien, dat
zij van hare verwanten en vrienden in het
dorp bericht en last hadden gekregen, om
zich wat met haar te bemoeien.
En toen Rachel nu langzaam op en neer
wandelde, fladderden de vogeltjes reeds heel
vertrouwelijk om haar heen, over haar heen,
en zij kon niet anders, zij begon met hen
te praten, zooals zij vroeger gewend was, en
praatte zich allengskens onrust en bangheid
uit het hart weg. En de vogeltjes namen
hare bangheid, hare onrust op hunne luchtige
en tot de boulangisten, hun aanvankelij-
ken steun verleenden alleen uit puie
blijdschap dat hun aartsvijand Constans
uit den zadel is gelicht. Ook hadden
daags vóór de «verklaring" de socialisten
met de boulangisten een bijeenkomst
gehad waarin werd besloten zich voors
hands van partijstrijd te onthouden, ten
einde de afdoening der aanhangige voor
stellen, betrekking hebbende op de lots
verbetering der werklieden, niet te be
lemmeren.
Niettemin kan gezegd worden, dat de
verklaring der Regeering over het alge
meen een goeden indruk heeft gemaakt.
Dat de handhaving van het concordaat
op den voorgrond zou staan en derhalve
de eisch: scheiding van Kerk en
Staat als niet voor inwilliging vatbaar
zou worden voorgesteld, niemand die
iets anders verwachtte. Daarentegen von
den de groepen links het zeer aangenaam
dat besprekingen met het Vaticaan er toe
hadden geleid, dat de Paus den kiezers
catechismus een stel voorschriften op
politiek gebied zou intrekken, gelijk
door den Minister van Buitenlandsche
Zaken werd verzekerd bij het debat,
volgende op de voorlezing der verklaring,
alsmede dat nadrukkelijk het voornemen
werd te kennen gegeven, anti-republi-
keinsche manifestatiën der bisschoppen,die
ook door den Paus worden afgekeurd,
tegen te gaan.
Minder bemoedigend voor de toekomst
der nieuwe Regeering is het, dat thans
in de bladen allerlei onthullingen wor
den gedaan nopens intrigues, waardoor
de jongste crisis uitgelokt en haar op
lossing vertraagd werd.
Dat kan nog een pennestrijd worden
van grooten omvang, belangwekkend voor
de liefhebbers van schandaaltjes, maar
allesbehalve bevorderlijk voor het gezag.
Dat het De Freycinet hoofdzakelijk te
doen is geweest om Constans weg te krij
gen, ja, dat hij met voordacht den toestand
bemoeielijkte om den President Carnot
te dwingen ontslag te nemen en zelfs
diens zetel te bezetten, wordt door velen
zeer aannemelijk geachten onderscheiden
bladen, die het uitwerpen van den niets
ontzienden boulangisten-presser niet kun
nen verkroppen, geven thans staaltjes
van het beleid van den Minister van
Oorlog, den premier in 't vorig Kabi
net, waarover zeker het laatste woord
nog niet is gesproken.
De aandacht, sinds korten tijd geves
tigd op den uitersten zuidoosthoek van
Europa, vraagt nog altijd nadere op
helderingen van de reden, die Koning
Oeorge van Griekenland noopte het
Kabinet-Delyannis, ofschoon het in de
Kamer de meerderheid had, «gedaan te
geven." Toch zijn er, bij stukken en
brokken, inlichtingen gekomen die dezen
stap verklaarbaar maken. Delyannis ver
tegenwoordigt de richting, die Grieken
land tracht te voeren op den weg eener
avontuurlijke politiek, inmenging in
Creta, Macedonië en dergelijke gevaarlijke
zaken, die niet slechts den vrede in ge
vaar maar ook de schatkist in nood zou
den brengen; daarenboven is zijn finan
cieel beheer van dien aard, dat geen
mensch het kan narekenen en het land
meer kans heeft op een bankroet dan
op overschotten. Zijn tegenstanders
Tricoupis heeft meer westersche begrip
pen, wil den vrede helpen handhaven en
door zuinig beheer, vooral door betere
wieken en vlogen daarmede omhoog en droe
gen ze weg, boog in het groene loofdak en
nog verder in de blauwe zonnige lucht des
hemels. Slechts één ding bleef in haar, dat
was de melodische, boeiende klank eener
stem. Wanneer zij aan deze stem dacht, dan
trilde het diepste medegevoel in haar, zoo
dat zij moest blijven staan, totdat de klank
in haar had uitgeklonken. Eu toch bleef hij
in haar. De warme nagalm hechtte zich in
baar vast en zij meende schier, dat het jam
mer zou wezen, als zij de melodie dezer stem
nooit gehoord had en die missen moest. Zoo
wandelde zij op en neêr in de laan, droo-
mende, peinzende, vol gedachten aan het
weleer en het nu, en bleef staan.
Zij stond stil, want zij hoorde een langzamen
tred, eenen tred die haar bekend voorkwam.
Zij voelde haar bloed snel naar haar hart
stroomen en wilde weg en kon toch niet
en was als door tooverkracht geboeid aan
de plek, waar z'j stond. De voetstap kwam
langzaam steeds nader en zij stond vol onuit-
sprekelijken angst en bangheid' En nu was
de voetstap nevens haar en hield op en de
melodische stem begon te spreken.
„Gij zijt toornig op mij, schoone vioolspeel
ster?,, sprak hij zacht on nam hare hand.
„Gij zijt toornig op mij en ik dank u
o, ik heb zoo weinig reden, om de menschen
te dankenmaar u dank ik
Hij leidde haar langzaam voorwaarts en zij
ging stil aan zijne zijde.
„Ik heb aan u een uur vol hoop en kalmte
te danken een gelukkig uur I O, wie kan
er op roemen, een gelukkig uur beleefd te
hebbenZet u op deze bank, opdat ik
u het sprookje van het gelukkige uur ver-
telle, schoone vioolspeelster 1"
Hij nam plaats op eene bank en zij
giDg naast hem zitten.
„Gij hobt mijnen vader niet gezien," begon
hij bedaard, „maar wie hem ooit gezien heeft,
herinnert zich gaarne en met liefde, zijne
waardige fiere gestalte, zijne edele trekken,
zijne zachtheid en vriendelijke kalmte. Gij
hebt gehoord, dat mijn vader plotseling stierf
op de jacht. Dat is een jaar geleden. Men
regeling en nauwkeurige inning der be
lastingen den toestand des lands ver
beteren.
De Koning had reden te vermoeden
dat Delyannis, nadat hij zijn belofte om
een getrouw relaas van den staat der
geldmiddelen samen te stellen, eenvou
dig had vergeten, samenspande met zijn
aanhangers tegen het gezag der Kroon:
toen achtte hij het oogenblik gekomen
om zich te doen gelden. Tricoupis heeft
zich evenwel niet met de samenstelling
van een Kabinet willen belastendie
taak is uitgevoerd door Constantopoulos,
lid der Kamer. Ofschoon aanvankelijk de
Kamer meerderheid een votum ten gunste
van Delyannis na de crisis uitbracht,
kregen tal van leden spoedig berouw, en
hebben thans verklaard zich «orn den
troon te zullen scharen." Niettemin zal
de Kamer weldra worden ontbonden. In
het land vindt de daad des Konings bij
val.
Zonder eenigszins minachting aan den
dag te leggen voor de vei vulling van
kleine plichten, mogen we toch zeggen
dat hetgeen de Tweede Kamer sedert
haar hernieuwde samenkomst op l Maait
in openbare vergadering verrichtte, niet
van dien aard was dat wij er lang bij
behoeven stil te staan. Het waren de
zeer gewone werkzaamheden: nieuwe
samenstelling der afdeelingen en keuze
van haar voorzitters en onder-voorzitters,
hernieuwde toelating van den heer Van
der Kaay, door de Alkmaarder kiezers
in het bezit van zijn mandaat bevestigd,
een paar onteigeningswetten waaronder
die voor het postkantoor te Amsterdam
beschikkingen op verzoekschriften, enz.
Ten aanzien van het adres van 27 half
losse half vaste werklieden aan 's Rijks
werf te Amsterdam wilde de Commissie
wel treden in hun bezwaren ten opzichte
van de pensioenregeling; de heer Guyot
en de Minister van Marine betoogden,
dat zulks in strijd zou z(jn met de wet,
en de Kamer stelde de Commissie voor
de verzoekschriften in het ongelijk.
De strijd, Vrjjdag gevoerd over de
wik- en weegloonen in vier Noord-Hol-
landsche steden is voor onze landgenoo-
ten «benoorden 'tIJ" van meer gewicht
dan voor ons, natuurlijk. Maar in elk
geval, de beslissing zal van geen betee-
kenis zijn. Beweren de heeren Rutgers
en Zijp, die een motie dienaangaande
sinds lang hadden ingediend en thans
toelichten, dat 65 centen per 100 K. G.
kaas te veel en dus in strijd met de wet
is, de heeren Ferf, G. van Dedem, Van
der Kaay en ook de Min. van Binnen-
landsche Zaken betoogden, dat de ver
ordeningen, waarbij die heffing is toege
staan, wettelijk zijn bekrachtigd. Of het
te veel is, zal moeten blijken als de ge
meenterekeningen zijn opgevraagd; deze
zullen den Min. bij zijn onderzoek den
weg wijzen. Eerst daarna, afgescheiden
van de motie, kan de zaak verder door
de Regeering behandeld worden.
Op het drietal voor den Hoogen Raad
is, de heer mr. E. W. Guljé oud-rechter
in de Arr. rechtbank te Maastricht,
op dat voor de Algemeene Rekenkamer
de heer J. L. Le Bron de Vexela, luit.-
kolonel van het reg. grenadiers en jagers
riep mij huiswaarts van een reis naar Italië,
dewijl mijn vader plotseling op de jacht
door eene beroerte getroffen en buiten in
het bosch gestorven was. Maar ik zeg u,
schoon meisje, dat het niet waar, dat het
gelogen isl Daar moeder mij niet dicht bij
zijn lijk liet komen uit teedere bezorgdheid,
dat ook ik eene beroerte zou krijgen
sloop ik des nachts, 't was in een donkeren
winternacht, in de zaal waar hij op het
paradebed lag lang eu bleek' Zoo was
het de maan scheen helder en zoo
zoo had hij de rechterhand op zijne
linkerborst liggen zoo plat zoo stijf
men had ze niet kunnen afschuiven van de
linkerborst I
„Waarom zwijgt gij en zijt gij zoo bleek?
De beroerte had hem immers getroffen
o, een lieve, zachte, onherroepene dood!
Toen weende ik bitter en hief de hand op
en kuste ze met tranen en toen toen
was onder de hand eene bloedvlek slechts
twee, drie druppels bloed. Ik schoof zacht,
de kleeren van zijne borst, zacht, zachte
opdat hij niet zou ontwaken toen wist
ik welke slag hem op de jacht getroffen
had
De baron slaakte een diepen zucht eu
drukte zijn gelaat in zijne handen.
„Maar mijne schooüe moeder troostte zich
spoedig niet iedere moeder wordt zoo
licht getroost 1 Na zes maanden trouwde
zij met den ouderen broeder van mijnen
vader, mijn' zeer geuadigen stiefvader en
oom, misschien juist dewijl hij mede op
de jacht was, toen mijn vader aan de
beroerte stierf!Misschien!Sedert beu
ik hier niet meer als in mijns vaders huis
ik ben hier zeer overtollig er bestaat
iets tusschen onsmijn genadigen oom-
vader zie ik zelden mijne schoone moeder
tante weent veel en beiden mijden mij
Nu hebben zij besloten, dat ik weder reizen
zal bergen, hemel en zee moeten tusschen
mij en hen zijn
„Maar ik wil niet weg ik mag niet weg!
ben de erfgenaam van mijn' vader en
1 mijn erfgoed hebben. Waarom onthoudt
No i geplaatst. De stemmingen, voor
deze voordrachten noodig, waren vele.
In de vergadering van Dinsdag werd
de wik- en weegloonen-motie aangeno
men met 39 tegen 28 stemmen, werd
verlof gevraagd en gegeven voor een drie
tal interpellaties; n. I. langen duur van
de benoeming var. een kolonel van het
regiment grenadiers en jagers (Tijdens),
de armoede in Friesland, speciaal te
Beets (dezelfde) en het verbod van vee-
invoer in Engeland (Huber). De overeen
komst met Engeland aangaande de grens
scheiding op Borneo werd met algemeene
stemmen goedgekeurd.
Naar men beweert zullen de beide
Koninginnen zich, na haar bezoek aan
Amsterdam, eenigen tijd naar het buiten
land begeven en vervolgens den zomer
doorbrengen op het lustslot Soestdijk.
Daar zijn sinds eenigen tijd reeds vele
handen bezig met het aanbiengen van
belangrijke verandering en verbeteringen.
Men schrijft uit den Haag aan de
Zul/- Ct.:
«De tweede Kamer zal waarschijnlijk
nog veertien dagen bijeenblijven. Woens
dag zal reeds met het afdeelingsonder-
zoek van de belastingontwerpen een be
gin worden gemaakt, maar de schrifte
lijke voorbereiding zal wel een geiuimen
tijd vorderen, zoodat de openbare behan
deling zeker niet vóoi Juni of Juli kan
plaats vinden. Er liep een gerucht, dat
men ook met het afdeelingsonderzoek zou
wachten, tot de aangekondigde nieuwe
bedrijfsbelasting zou zijn ingediend, maar
ook de Centrale Sectie heeft nu begre
pen, dat er tusschen de vermogensbelas
ting en de bedrijfsbelasting niet een zoo
onafscheidelijk verband bestaat, dat de
behandeling van het een op het andere
moet wachten, Er wordt echter aan het
Departement van Financiën met spoed
aan de toegezegde ontwerpen gewerkt,
en het ontwerpbedrijfsbelasting zal reeds
schielijk bij den Raad van State woiden
ingediend. Ben ik goed ingelicht, dan
zal van de inkomsten uit arbeid een klei
ner percentage worden geheven dan van
de inkomsten uit vermogen, maar zullen
zooveel mogelijk allen, die inkomsten ar
beid genieten, in die belasting moeten
bijdragen.
Verder wordt er nog aan het Depar
tement gewerkt aan de herziening van
het personeel en van de grondbelasting.
De wet op de zoutbelasting, die ruim
150 artikels zal bevatten, is bijna gereed.
Door de herziening der personeele belas
ting zal de middenklasse woiden ontlast,
maar zal voor hen, die groote verterin
gen maken, een progressieve belasting
worden geheven. De minister heeft vei-
klaard, dat de progiessie in de perso
neele belasting de progressie in de ver
mogensbelasting eenigszins moet aanvul
len."
Zaterdagmorgen, circa 4 uur, had
te Nijmegen op de rivier de Waal een
ongeluk plaats, dat treurige gevolgen na
zich had kunnen sleepen. De sleepboot
«Prinses Wilhelmina" kwam opstoomen
rnet eenige schepen aan de lijn, waarvan
het achterste, uit het roer loopend, in
aanvaring kwam met het voor anker
liggende vaartuig «Dageraad" van schip-
men mij mijn erfgoed? Mijn erfgoed wil
ik hebben en wraak voor mijnen vermoorden
vader!" riep de baron heftig uit.
„O, mijnheer de baron, welk eene ontzettende
aanklacht!" bracht Rachel sidderend uit.
„Vanwaar hebt gij deze akelige verdenking,
hebt gij bewijzen
.Bewijzen?" riep Frits roet eenen schaterlach
„Wie praat van bewijzen? Had ik bewijzen,
meisje, zou ik dan bier staan, op den bloedigen
grond, die aau de bijl van den beul verval
len is? God beware mij voor bewijzen,
ik sidder voor het gevolg van bewijzen
o, bewijzen zijn erge dingen!"
Na eene pauze greep hij Rachels hand en
sprak met diepe aandoening en zacht
„Wees niet toornig op .mij, meisje
toen kwaaint gij en ik hoorde uO, ik
hoorde, hoe gij mijne gedachten speeldet,
mijnen baat. mijne onrust, mijne verachting,
mijn verdriet en mijne wanhoop, en ik hoorde,
hoe gij in tonen tot mij spraakt, om mij tot
kalmte te brengen, mij te troosien, mij te
verzoenen met vader en moeder, met God
en menschen dat spraakt gij tot mij en
ik heb u verstaan. Eindelijk, eindelijk vond
ik een hart, dat tot mij sprak, niet met
valsche menshenwoorden, maar met engelen-
tongen; eene ziel, die mij verstond, uiijn
lied, mijn verlangen en mijne treurigheid!"
Hij trok hare hand aan zijne lippen en
deze vertoefden eene seconde daarop.
„Vaarwel. Rachelgedenk, gedenk mijner
eu wauueer eene kwelling der ziel u pijnigt,
bedenk dan, dat gij eenen ongelukkige een
schoon uur hebt bereid, en zoo geen andere,
dan zal deze gedachte u verkwikkenMeisje,
gedenk aau mij!"
Daarop stond hij op en ging langzaam,
aarzelend heen, alsof hij wcêr tot haar wilde
terugkeeren. Zij hoorde zijne schreden zich
al verder en verder verwijderen, totdat hun
geluid in de verte wegstierf.
Maar zij zat stil en met gebogen hoofd
en telkens vloeiden er trauen over haar ge
laat, Eindelijk stoud ook zij op en ging naar
het kasteel terug.
per Buisman. Door den schok en door
dat de sleeptros onder dit schip kwam,
ontwaakte de stuurman, die zich aan
boord van de «Dageraad" bevond. Hij 'e
sprong op, waarschuwde de personen,
die rustig te bed lagen en die men, al
vorens het schip zonk, nog met groote
moeite redden kon. Aan boord bevonden q'
zich behalve de schipper, zijn knecht en
de stuurman nog de schippersvrouw en
zes kindereD.
De walvisch te Amsterdam trekt
nogal bezoekers, vooral uil de omstreken f
van de stad. Het getal entrees bedroeg r'
tot Woensdagmiddag ruim 1500.
Watersnoodgelden. Zooals de uit
de van Friesland komende berichten I
blijkt, is de gruwzame ellende, waaraan
verschillende plaatsen in deze provincie
thans ten prooi zijn, voor een groot deel
veroorzaakt door overstroomingen.
Vele polderdijken toch braken ten-
ge»olge van den hoogen waterstand door.
Nu dunkt het ons, zegt het Centrum, J
niet ondienstig, in herinnering te brengen, j
dat op het Grootboek nog altijd een ..i
aanzienlijk kapitaal voor het lenigen van r
watersnoodrampen wordt gevonden.
In de laatste jaren heeft men dit ka- I
pitaal niet behoeven aau te spreken, oin-
dat door vei legging van den Maasmond, I
Noord-Brabant niet meer als vroeger,
liet tooneel van geweldige watervloeden
is. Zou dan ook niet uil de beschikbare
fondsen konden worden geput ten bate
van watersnoodlijdende in een andere
provincie
Hue rijk ons land is aan vee, blijkt
wel uil het feit' dat wij met onze vier
milfioen zielen l'/2 millioen koeien be
zitten, terwijl Engeland er slechts vier
rnillioen bezit, en naar de verhouding
wat zielental aangaat 22 millioen stuks
rundvee behoorde te hebben. En dit te
meer, daar in Engeland en Nederland
de uitgestrektheid van het weiland die
van het bouwland wordt geacht te even- j
aren. In veel ongunstiger verhouding
staan de weilanden in Duitschland, Oos
tenrijk en Denemarken, n.l. 1 morgen
weide tegen 3'/2 morgen bouwland
en in Wuiternburg en Beieren van 1
morgen weide tegen 2'/2 morgen bouw
land, terwijl Frankrijk op 25.500,000
hectaren bouwland slechts 4,198,000
hectaren weiland bezit.
Toch bezit Frankrijk 11,000,000 koeien,
dus bijna 3 maal meer dan Engeland,
waaruit duidelijk blijkt, dat Engeland
lang niet voldoende profiteert van zijne
gunstige positie. In Frankrijk moeten
deze gunstige resultaten zijn verkregen
na 1850, toen onze kanalisatie en die in
België speciaal ter bewatering en ver
betering van weilanden aldaar eene
ernstige zaak van onderzoek is geweest.
De rechtbank te Heerenveen heeft
den vethandelaar Boltje tot drie maanden
gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij
een halven klinkersteen in rundvet ver
borgen had, en dezen voor vet verkocht
en betaald kreeg.
VI.
Vier weken zijn sedert verloopen. Vier
weken welk een korle tijd voor hem,
die in dagelijkscbcn arbeid medezit aan liet
weefgetouw van den tijd, ai helpt bij ook zijn
ganschen leven lang slechts éénen zwakken
draad spinnen, die tot voltooiing van het
weefsel bijdraagt. Vier weken welk een
lange tijd voor hem die, vau dag tot dag,
van uur tot uur met ledige handen, wacht en
moet wachten op de twijfelachtige vervulling
van eeneu wensch, die hij niet vermag te
verhaasten en die nogtlians zijue toekomst in
het \ermeeude geluk zijns levens in zich bevat
En van de wenschen, die er op het slot te
Hoogbielau vele waren, was er één vervuld!
Dokter Briinn had de operatie aan Rachels
oogen met omzichtigheid en onvermoeide
volharding verricht. Zij was gelukt. Vier
weken had de krauke in de donkere kamer
gezeten, tus-chen vrees cn hoop geslingerd.
Niet eens hare lieve viool luid men haar
gelaten, om elke aanleidiug tot prikkeling
verwijderd te houden. Sedert eenige dagen
was de doek vau hare oogen genomen en
hare ziekenkamer langzamerhand lichter ge
maakt. Zij zag meubels, schilderijen, men
schen in de kamer, allengskens in scheme
rende gestalte eu vorm uit de donkerheid
te voorschijn treden en haar oog leerde van
tijd lot tijd kleuren en vonneu onderscheiden.
En lieden heden, op den warmen avond,
terwijl de lucht bewolkt was, mocht zij de
eerste schrede wagen in den tuin.
Do barones was pas genezen van eene
langdurige ziekte, die het in 't laatste hoofd
stuk geschilderde voorval haar had berokkend
en was nog steeds genoodzaakt, hare kamer
te houden. Baron Frits had even lang het
kasteel verlaten, om eene vrij lauge reis te
ondernemen. Maar oorlogsgevaar dwong hem
terug te kceren. Hij werd dezer dagen ver
wacht.
(Wordt vervolgd