BUITMDSCII OVERZICHT.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
Gemengd Nieuws.
pen van vertrek van treinen, van aanvang
van markten, scholen, bureaux, enz. on
veranderd blijven, zou hiervan het gevolg
zijn, dat een trein, die thans te 12 uren
vertrekt, dan, ofschoon nominaal op het
zelfde uur nochtans (naar de zon gere
kend) 20 minuten later zal vertrekken.
Markten, scholen, bureaux, thans te 9 uur
aanvangende, zullen nominaal op hetzelfde,
maar feitelijk te 9 uur 20 minuten aan
vangen.
Het is gebleken, dat de spoorwegmaat
schappijen geen feitelijke verlating van
haren dienst wenschen en derhalve hare
tijdstippen van vertrek en aankomst no
minaal 20 minuten zullen vervroegen
Werd dit niet gedaan, dan zou haar nacht
dienst met 20 minuten worden verlengd.
Ter vermijding van stoornissen in het
burgerlijke leven, zullen de gemeenteklok-
ken in overeenstemming dienen te zijn
met de op spoorwegen en bij het post
en telegraafverkeer aangenomen tijdsbe
paling.
Het voornaamste, dat de geschiedenis
der laatstverloopen week oplevert, is
helaas een gebeurtenis van hoogst droe-
vigen aard, en toch in weinige woorden
te vertellen: Vrijdag voormiddag heeftin
de kolenmijnen van Anderlucs, in de Bel
gische provincie Henegouwen, tusschen
Bergen en La Louviere, een uiijugas-
ontploffing plaats gehad, die volgens
de laatste officiëele opgaven aan 154
menschen het leven heeft gekost, terwijl
nog 18 personen gewond zijn. Van de
werklieden, die tijdens de ontploffing in
de mijnen werkten, zijn slechts 62 met
den schrik vrijgekomen. Velen arbeidden
tot op eer. diepte van 420 en 500 me
ters onder den beganen grond.
De schok was zoo hevig, dat men aan
een aardbeving dachteen kerk, een paar
honderd meters van de mijn veiwijderd,
werd zwaar beschadigd. Oogenblikkelijk
sloeg het inwendige der mijn in brand
zoodat het reddingswei k, waartoe van
alle kanten de bevolking toestroomde,
uiterst bezwarend was. Dagen en nachten
echtereen was ieder in de weer, en
welke verschrikkelijke tooneelen op dat
kleine plekje voorvielen, als de misvormde
lijken der slachtoffers boven gebracht
werden, de verbeelding kan het zich
niet voorstellen. De marérhaussée had
een zware taak met het bewaren der
orde. Toen alle hoop was opgegeven orn
nog levenden te redden, moest de mijn
onder water gezet worden om den brand
te blusschen; later kwamen nog nieuwe
losbarstingen van het boosaardig mijngas
den schrik vernieuwen.
De werhstakiug der mijnarbei
ders in Noord-Engeland en een deel
van Wales is Zaterdag begonnen, en ten
gevolge daarvan slaan vele industriëele
ondernemingen stil. Nog nooit is een so
ciale strijd vari zoodanigen omvang ge
voerd, die licht nog grooter uitbreiding
kan krijgen. Te Antwerpen namelijk zijn
groote ladingen Belgische kolen inge
scheept, op bestelling van handelaars te
Londen; men vreest nu, dat de Lon-
densche dokwerkers de lossing zullen be
letten, en dan ligt het gevaar voor bot
singen voor de hand. Hoe lang de werk
staking zal duren, is nog niet uitgemaakt,
evenmin als iemand vooraf kan zeggen
of zij zal leiden tot het door de stakers
beoogde doel, namelijk de loonsvermin
dering te voorkomen, door de dalende
kolenprijzen noodzakelijk gemaakt. Zoo
veel is alleen zeker, dat in Engeland de
kolen tijdelijk zeer duur zijn geworden,
tot algemeen ongerief.
Een merkwaardig staaltje van wat zich
de lieden wel in het hoofd holen, wordt
geleverd door hetgeen geschiedde bij het
dezer dagen optreden van den lieer Booth,
den chef van het Heilsleger, voor een
groote volksvergadering te Londen. Daar
beweerde men, dat de generaal nu geld
genoeg had opgezameldhij moest het
maar verdeelen onder de aanwezigen,
voort, „dat ik het wang, den sluier van een
geheim voor u op te lichten, dat u diep
bedroeven zal, hoezeer het gerust stelt, wan
neer ik u de daad zelve mededeel, ofschoon
ik hare beweegredenen, hare aanleiding niet
ken."
„Gij spreekt in raadselen I Maar
maar riep de baron heftig, „gij doodt
mij met dit maar spreek, voleindig spoe
dig geef mij het vergif niet bij droppels
geef het I"
„Uw vader viel door zijne eigene hand,"
zeide Kachel zacht.
Een oogenblik zweeg de baron.
Dat is niet waar, dat is gelogenriep
hij toen met nadruk en haar vast aanziende.
„Gij zijt bedrogen, meisje, en wilt mij be
driegen I Gij zijt omgekocht om mij te be
driegen. O, ltachel," voer hij weemoedig
voort, „wat deed ik u, dat ook gij mij mis
leidt, op wier woord ik mijne zaligheid zou
hebben verpand. O, als ook uw mond weet
te liegen, als ook uw ouschuldig, pasgeboren
oog mij bedriegt dan is de laatste troef
rorspceld weg dan trouw, geloof, eer,
liefdel Gij, gij zijt even erg als allon,
valscli, vol arglistigheid
Kachel rees trotsch overeind en wilde snel
heengaau. Hij vatte hare band en trok haar
op de bank terug.
„O, zeg het mij nog eenmaal, ik bezweer
ket u bij uw» zaligheid, zeg mij dat gij niet
dan was voor hen althans de ellende uit.
Vergeefs beproefde de heldhaftige leider,
die onder het rumoer volkomen kalm
bleef, hun de onnoozelheid van die rede
neering onder het oog te brengenmen
schold hem voor een uitzuiger, en maakte
het zoo bont, dat hij het spreekgestoelte
moest verlaten onder de betuiging: «Ja
van u allen Rothschilds te maken, daar
zie ik geen kans toe."
In het badplaatsje Castbourne heeft
het Heilsleger het dikwijls te kwaad
gehad met het gppeupel, dat het belette
optochten met muziek te houden, en
daarbij gesteund werd door de politie
op last van de Overheid, die gaarne de
min of meer aristocratische rust, welke
daar heerscht, wil behouden zien. Ook
heeft het gemeentebestuur te dien einde
een plaatselijke verordening vastgesteld
waarbij het houden van optochten met
muziek op Zondag is verboden. Maar
nu doet zich het curieuse leit voor dat
het Lagerhuis met een belangrijke meer
derheid van 269 tegen 122 stemmen dat
besluit buiten werking stelde.
Aan alleilei verschijnselen is heizicht-
baar, dat het Britscli-I.agcrlinis in
een toestand van afgeleefdheid vei keert
en weldra de verjongingskuur der ont
binding gevolgd door algemeene verkie
zingen zal moeten ondergaan. De meeste
vergaderingen worden slecht bezocht, en
de partij discipline verzwakt, zoodat men
de Regeering niet meer tracht te bevei
ligen tegen kleine, doch vrij gevoelige
nedeilagen, welke zij dikwijls door eigen
onvoorzichtigheid uitlokt. Zoo was een
goedkeurend votum gevallen op een sub
sidie-aanvraag van 20.000 pd. sterling
aan de Oost-Afrikaansche Spoorwegmaal
schappij voor een aanleg eener lijn naar
het Victoria-Nyanza meer. Doch den
volgenden dag maakte een liberaal
lid de opmerking, dat in strijd
met de betamelijkheid, drie leden, die
als zitting hebbende in den Raad van
Administratie van bedoelde maatschappij,
bij de zaak rechtstreeks betrokken wa
ren, aan de stemming hadden deelgeno
men, zoodat hij voorstelde haar ongeldig
te verklaren en opnieuw te stemmen.
Had de Regeering zich er buiten gehou
den, dan zou alles in orde zijn gekomen,
maar de Minister Balfour verzette zich
tegen het voorstel, waarvan nu de aan
neming een gouvernamenteel échec werd.
In Diiitsclilaiid is een zaak ten
einde gebracht, die 24 jaar lang onop
gelost bleef, namelijk die van het zoo
genaamde Welfenfonds, het indertijd
door Pruisen verbeurd verklaarde parti
culier vermogen van wijlen den Koning
van Hannover, van wiens zoon, den Her
tog van Cumberland, werd verlangd dat
hij formeel zou afzien van pogingen om
in het bezit van de koninklijke rechten
te komen. Thans bevat de BeichsAnzei-
ger een Keizerlijk schrijven aan het
Staats-Ministerie, gecontrasigneerd door
den Rijkskanselier Von Caprivi, waarin
gezegd wordt, dat Z. M. het oogenblik
gekomen acht om de inbeslagneming op
te heffen; en tegelijkertijd een verklaring
van den Hertog van Cumberland, dat het
ver buiten zijn bedoelingen ligt ooit iets
te willen ondernemen van vijandelijken
aard tegenover het Rijk, of dat den vrede
van een der daartoe behoorende Staten
zou kunnen verstoren. Een volledige
erkenning dus van den bestaanden toe
stand.
Duitschland verloor door den dood een
zijner kleinere vorsten, namelijk Lode
wijk IV, Hertog van Hessen, 54 jaar oud.
Zijn 24-jarige zoon, Prins Ernst Lodewijk,
volgt hem op.
De Fransclie Kamer hield zich
bezig met een belangrijk stuk werk, na
melijk de wet oj> de arbeidsraden,
(conseils des prud'hommes). Van de voor
naamste beslissingen vermelden wij voor
eerst deze, dal wel vrouwelijke werklie
den aan de verkiezing mogen deelnemen,
maar zelve niet verkiesbaar zijn; voorts,
dat de leden een eed moeten afleggen,
iets waartegen de socialisten in de Kamer
veel bezwaar hadden.
liegtI" riep hij heftig. „Ik dwaas, wat Loop
ik nog. waarop heb ik te rekenen Liegt
gij, dan blijft de schuld op hen en 't is mijn
plicht, ze te wreken, en spreekt gij onwaar
heid dan heb ik u verloren, voordat ik u
wou. En liegt gij niet, wanneer het waar is
wat gij zegt, dan ben ik een dolle dwaas,
een schurk, een ondankbare jegens mijne
moeder, jegens mijnen oom Spreek het nog
eenmaal nit, zeg, mijn vader stierf
„Hij stierf door zijn eigen hand," zeide
Kachel vast, en zij deelde hem alles mede
wat Fidelhans haar verteld had
Frits bedekte stom zijn gezicht met beide
handen. Rachel zag hein aan vol van liet
diepste medelijden.
„Mijnheer de baron," begon zij met be
wogen stem, „sta mij, voor dat wij scheiden,
nog één woord toe. Gij waart in eene onza
lige dwaling, die het geluk van uw huis
bedreigt. Velen zouden in uw geval niet
anders gevoeld eu eveuzoo gehandeld hebben.
Men heeft niet goed gedaan, voor u, om
welke reden het dan ook geschied zij, de
wijze Waarop uw vader gestorven was tc
verbergen en zoodoende uwe dwaling doen
ontstaan en begunstigd. Maar al te lang
heeft deze op u gedrukt, dewijl uwe moedor
en uwe oom de ware oorzaak uwer wanho
pige stemming in 't geheel niet vermoedden
eu dus van hunne zijde niets kou geschie
den om de zaak op te helderen. O, het ge-
Vrijdagavond heeft op de lboulevard
Saint-Germain te Parijs een dynamiet-
ontploffing plaats gehad voor de woning
van den oud-rechter Bresson, waardoor
het huis is beschadigd en drie der be
woners zwaar gekwetst werden.
In de Servische Staatscourant staat het
besluit van liet Regentschap, bepalende
dat de gewezen Koning Milan heeft
opgehouden burger van Servië te zijn.
Dat modelletje van een vorst zal nu trach
ten Hongaarscli of, zoo dat niet lukt,
Zwitschersch onderdaan te worden.
Volgens de nieuw-vastgestelde lijs
ten bedraagt het aantal kiezers voor de
Tweede Kamer der Staten-Generaal 808,
voor de Provinciale Staten van Utrecht
807 en 806 voor den Gemeenteraad.
Door burgemeester en wethouders
is aan I. A. de Vries vergunning verleend
tot oprichtiug van eene inrichting tol
bewaring en verwerking van lompen en
beenderen in het perceel wijk F, No. 98,
aan de Langegracht.
Door de politie is proces-verbaal
opgemaakt tegen een timmermansbaas
wegens overtreding van een der bepa
lingen van de arbeidswet.
Op de zevende Internationale Ten
toonstelling, van pluimgedierte op 11,12
en 13 Maart te Nijmegen gehouden, zijn
aan de inzendingen van den heer J. Pe
kelharing, te Amersfoort, in de afdee-
ling kippen en duiven 12 bekroningen
toegekend.
De zeereerw. heer G. Gul, oud-kath.
pastoor te Hilversum, welke den 24. Febr.
jl. dooi het Metropolitaan kapittel van
het aartsbisdom van Utrecht, lol aarts
bisschop werd gekozen en deze verkie
zing vooralsnog in beraad had gehouden,
heeft blijkens een Zondag in de oud-
kath. kerken voorgelezen schrijven, deze
benoeming aanvaard.
Onderstaaand programma zal op
het 5e Symphonie-concert van den heer
van Aken, a.s. Vrijdagavond worden uit
gevoerd
t Kriegsmarsch der Priester aus «Athalia"
Mendelssohn.
2 Ouverture «La Bohémienne" Balfe.
3 (a. Aria aus der Suite in D dur) r
(6. Herz am Herz
Pizzicato Gavotte Latann.
4 Grande Fantaisie Caprice pour violonsolo
avec piano Vieuxtemps.
(de heer A. Troostwijk)
5 Ouverture (im Italiënischen style)
Fr. Schubert.
6 Romance (Fdur) pour violonsolo avec piano
L. van Becthovesi.
7 Souvenir de l'opera «Mignon" d'Amb.
Thomas van Aken.
8 «Der Kaiser und die Kaiserin!Waldteufel.
Concert-Walzer.
Naar wij vernemen heeft de heer
van Aken voor het 6e en laatste zijner
concerten op 30 Maart a.s. mej. Joh.
Kempees geëngageerd, de zangeres die
op de onlangs gehouden soiree aan liet
hof uitnemende bijval oogstte en o. a. na
het zingen van het oude Wilhelmuslied
door H.M. de Koningin-regentes met eene
broche in diamanten werd vereerd.
Maandagavond werd in het «Ver-
kooplocaal," aan de Krommestraat, de
derde lezing gehouden over het evangelie
des koninkrijks. De ons onbekende lezer
had tol onderwerp gekozen «Hebreen 4."
Het gehoor, aanvankelijk uit ruim 20
personen bestaande, slonk, staande de
redevoering, allengs, zoodat te halfnegen
reeds de ten halfacht aangevangen samen
komst werd gesloten. Ons dunkt, dat
het bezoek er niet minder door zou wor
pen, wanneer de prediker zijn' naam
bekend maakte door dien te plaatsen
onder de uitnoodiging tot bijwoning der
lezing, wal hij tot dusver achterwege liet.
heim wreekte zich zwaar, maar uwe dwaling
is het uiet uwe schuld alleen. En daarom
is het vergefelijk dat gij dwaaldet, eu zeker,
dat uwe moeder en uw oom uw berouw uiet
zullen afwijzen, wanneer gij deze dwaling
bekeut. O, ik weet, met welk een verlangen
uwe moeder op dit oogenblik op den terug
keer van haren dierbaren zoon wacht! Zij
moest geene moeder zijn als zij het niet
deed."
„Gij meent gij gelooft het riep
de baron. „Ja, de schillen vallen mij van de
oogeu blind was ik en nu beu ik ziende,
zooals gij waart en zijt. O, mijne moeder,
mijn vader ik wil hen bidden en hun
zeggen, waarom ik misdreef eu zij zullen
mij vergeven Ik wil hun zeggen, dat gij het
zijt, die mij gered hebt' Kachel, gij
Kachel sprong verschikt op en de baron ver
stomde. Een dof gedruisch had zich reeds
eenigen tijd doen booren. Daarna klonk het
nader, duidelijker. Nu klonk het als de hoef
slag van een aantal paarden den weg langs
ran den zuidkant nu naderbij nu op
liet erf. Eu van het erf klonken nu luide
stemmen en alarm vier vijf schoten
knalden. Frits ijlde naar het slotplein. Kachel
hem na in het slot, naar de kamer, die op
het plein uitkwam. Op het erf heerschte eene
wilde verwarring, rook steeg op en geweer
schoten knalden. Franscbe ruiters met roode
dolmans renden op en neêr, daartusschen
Blijkens door het bestuur opgemaakt
verslag kon door de vereeniging tot be
vordering van 's lands weerbaarheid
«Eendracht maakt Macht" alhier de in
1890 in uitzicht gestelde plaatselijke
schietwedstrijd niet gehouden worden,
uithoofde van den min gunstigen toe
stand der kas, daar de contributie, ad
f3 per lid en per jaar, nauwelijks vol
doende bleek tot dekking der gewone
uitgaven. Het ledental bleef stationair;
terwijl er 4 door beroepsbezigheden ge
noodzaakt waren te bedanken, traden 5
nieuwe leden toe, zoodat het aantal ge-
weerdragende personen thans 43 telt,
van wie de meesten zoowel de zomer-
als de winleroefeningen bijwoonden, zoo
dat de vorderingen in het hanteeren van
het geweer en in het schieten goed te
noemen zijn.
In den loop van 1891 zijn alhier
415 personen ingëent, waaronder 125
kosteloos, en wei 30 kinderen beneden
het jaar oud; 155 kinderen van 1 lot 3
jaar; 184 kinderen van 3 tot 6 jaar;
44 kinderen van 6 tot 12 jaar en 2 per
sonen boven 12 jaar. Onder het aantal
inentingen zjjn er 11 begrepen die bij
herhaling geschiedden.
Het aantal kinderen boven de zes
en beneden de twaalf jaren in de ge
meente op 1 Januari jongstleden aanwe
zig, beliep 2114, n. I. 225 jongens en
218 meisjes geboren in 1885; 175 jon
gens en 192 meisjes geboren in 1884;
171 jongens en 180 meisjes geboren in
1883, 158 jongens en 166 meisjes ge-
boten in 1882; 161 jongens en 161
meisjes geboren in 1881en 153 jongens
en 154 meisjes geboren in 1880; tezamen
1043 jongens en 1071 meisjes. Hiervan
genoten lager onderwijs op scholen in
de gemeente 190 jongens en 174 meisjes
geboren in 1885; 165 jongens en 180
meisjes geboren in 1884; 163 jongens
en 173 meisjes geboren in 1883; 151
jongens en 160 meisjes geboren in 1882
151 jongens en 150 meisjes geboren in
1881; 136 jongens en 127 meisjes ge
boren in 1880; totaal 956 jongens en
964 meisjes; in andere gemeenten be
zochten de lagere school 1 meisje ge
boren in 1885; 2 meisjes geboren in
1884; 2 jongens geboren in 1883; 1
jongen geboren in 1882; 3 jongens ge
boren in 18812 jongens en 1 meisje
geboren in 1880, totaal 8 jongens en 4
meisjes, zoodat in het geheel 1932 kin
deren lager onderwijs genoten, en er
mits die 182 kinderen geen lager onder
wijs ontvingen, waarvan 35 jongens en
43 meisjes geboren in 1885: 10 jongens
en 10 meisjes geboren in 1884; 6 jon
gens en 7 meisjes geboren in 1883; 6
jongens en 6 meisjes geboren in 1882;
7 jongens en 11 meisjes geboren in 1881
15 jongens en 26 meisjes geboren in
1880; totaal 79 jongens en 103 meisjes
Van deze bezochten '12 jongens en 23
meisjes eene bewaarschool1 jongen eene
inrichting voor middelbaar onderwijs; 14
jongens en 24 meisjes hadden vóór hun
12 jaar de school verlaten; 2 jongens en
1 meisje bezochten de school niet, dooi-
dien ze niet waren gevaccineerd; voor
1 jongen achtten de ouders de afstand
van de woning tot de school te groot;
9 jongens en 10 meisjes werden door
ziekte belet ter school te gaan; 29 jon
gens en 42 meisjes bezochten de school
niet om andere redenen, terwijl 7 jon
gens en 9 meisjes zonder eenige reden
van de gelegenheid tot het ontvangen
van lager onderwijs geen gebruik maak
ten. 56 kinderen, 34 jongens en 22 meis
jes, in andere gemeenten wonende, be
zochten alhier een school voor lager on
derwijs.
schreeuwden de dienstmannen van het slot
en de baron en Frits ijlden heen eu weêr.
Twee paai den zonder ruiters renden het plein
af. Op hetzelfde oogenblik zag Kachel F'rits
vallen' en den baron door de Fransclien om
singeld, gevangen genomen.
Kachel stond outzet. Wat zou zij doen in
haren angst, waarheen zich wenden Zij
wilde naar beneden naar den baron, naar
Frits daar vloog eene gedachte als eene
bliksemstraal door haar hoofd. Zij keerde
snel om, ijlde door de kamers naar den tuin,
door den tuin het veld op, liet bosch in. Een
naamlooze angst dreef haar rusteloos
voorwaarts. Slechts eenmaal keerde zij zich
om. Eene donkere, zware rookwolk steeg
boven de gebouwen van het slot rechtop in
de stille lucht.
Nu was zij in het dorp. Vrouwen eu kin
deren liepen ontsteld door elkander, omring
den haar vrugende, wat dat schieten, die
rook beduidde. Om de dorpsherberg was
het gedrang het dichtst. Daar stonden de
boeren in eenen kring, de schout, vader
Lang, de knechten, met oude wapens, roes
tige sabels, met zeissen, sikkels en bijlen,
maar in twijfel, onzeker, zich bedenkende
wat zij zouden doen, Ook zij omringden
Rachel met veel alarm en zij vertelde wat
zij wist. Zij wees op den rook, die steeds
hooger, met rooden gloed ten hemel steeg.
De boeren stonden daar en staarden en
»3»Bte STAATSLOTERIJ.
Eerste klasse.
Trekking von 14 en 15 Maart.
(1000 loten)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfooit zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen
Prjjzeu van f SO
5610 5615 5811 584U 5841 5843 10757
12382 12385 12414 12430 16856 16860
16862 16920 16933 16937 18413 18415
18464 en 18512.
Te zamen 21 prijzen.
Baar». Tot onderwijzer aan de school
met den bijbel alhier is benoemd de heer
R. Balt, thans te Godesberg, die de be
noeming aangenomen heeft. Dat deze
heer op vijf plaatsen benoemd was, toont
dat er gebrek aan onderwijzers is.
Omtrent de vreeselijke sneeuwstormen
in Wisconsin, Minnesota, Kansas en Jowa
kan nader het volgende worden gemeld.
Ten Westen van Chicago is 'ttelegraaf-
en 't spoorwegverkeer geheel gestremd;
alle zaken staan er als het ware stil. Op
sommige plaatsen o. a. te St. Paul (Min
nesota) duurde de sneeuwstorm onafge
broken 30 uren en daarop trad een on
gekende koude in de thermometer daalde
tot 10 graden onder nul. Groote schade
werd veroorzaakt; de landbouwers moes
ten allen arbeid staken; het verlies van
menschenlevens is groot, niet enkel door
hevriezing, maar ook door spoorwegon
gelukken Een trein van den Illinois-spoor-
weg werd te Waterloo (Jowa) uit de rails
geworpen en Vele reizigers kwamen daarbij
om. Sedert Maart 1888 had men in de
Vereenigde Staten zulk noodweer niet.
Een ontploffing te Anderlues scheen
niet voldoende om de macht der elemen
ten te kunnen bewijzen. Brand moest
de verschrikkingen nog vermeerderen.
Het vuur heeft verteerd, wat 't gas nog
had gespaard.
«Heeft men de nasporingen geëindigd,"
vroeg een verslaggever aan een gendarme,
die met het geweer aan den voet, den
toeloop naar de putten moest keeren.
De man wees naar den vernielden ven-
lilator, waaruil kolommen rook naar bo
ven werden geworpen. De mijn stond in
brand 1 leder oogenblik hoorde men
nieuwe instortingen. Alle onderzoekingen
zijn onmogelijk; men moet wachten tot
de vlammen haar vernielend werk heb
ben gestaakt.
En dan steeds die hartverscheurende
tooneelen. Een kind, een dreumes bijna,
is nauwelijks bovengekomen, of hetspringt
als een gek rond, hel zingt, het jubelt,
het lacht, als het het zonlicht ziet, dat
hij meende nooit terug te zullen zien.
Daar naast sombere scènes.
«Van mij zijn er nog vier beneden,"
snikte een oude vrouw.
«En van mij zes," sprak een andere;
«mijn twee broers, mijn man, mijn vader
en mijn schoonvader."
«Ik heb er twee gered," viel een derde
vrouw in; «maar 't leven zal hen niet
veel meer geven; zij zijn krankzinnig,
omdat zij hun broeder beneden hebben
achtergelaten, die naast hen werkte." Er
gaat een kar voorbij; op 'tdaarin liggend
stroo ligt een jonge vrouw, met loshan
gende haren, krankzinnig. Zij grijnslacht
als zij haar bewusteloos kind in de ar
men neemt en het aan het publiek toont,
schreeuwende«Er blijft nog een beneden
over."
schreeuwden radeloos door elkander.
Toen sprong Kachel op eenen steen. Haar
gelaal gloeide, zij wierp de zwarte haren,
die ouder het snelle loopen los gegaan waren,
over de schouders terug.
En door hare heldere stem, hare gloeiende
oogen, baar schoou gelaat vloog als 't ware
een zonnestraal over de harde, forsche ge
zichten.
„Vergeeft mij, lieve maunen, dat ik tot
u spreek I" riep zij. „Bedenkt, daar iu het
slot ligt de oude goede baron, geboeid,
misschien ter dood gebracht, zijn zoon is
gewond, het slot door een kleinen troep
roekelooze Franschen in brand gestoken, gaat
in vlammen op. En gij, zijne buren, die hij
zoo dikwijls geholpen heeft, staat hier, vele
en slerke mannen, gij hebt wapens in uwe
handen wilt gij het dulden? Wilt gij
wachten, totdat zij bij uw dorp komen en
het iu brand steken boveu de hoofden van
uwe vrouwen eu kinderen. Zijt gij bang
voor die opgesmukte, blanke knapen, die
voor de Oostenrijkers en de Engelscben weg
liepen, gij, die dappere Hessehen zijt?
Lacht mij uit, maar ziet, ofschoon ik maar
een zwak meisje ben, wil ik met u strijden
tegen de vijanden, geen wonden, geen bloed
of dood vreezen, om de gevangenen te ver
lossen. Geeft mij een wapen en voorwaarts
tegen de laffe rooversMet ons is het recht
God helpe ons strijden Voorwaarts I"
(Wordt vervolgd.)