NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
BE BLINDE TIOOLSPEELSTER.
Nb. 25.
Zaterdag 26 Maart 1892.
Een-en-twlntigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
OaiMTELMS-DMBEELDEI.
BINNENLAND."^
F e uille t on.
AMERSFOORTSCHE COÜ
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
aovertentien:
Van 16 regels 0,4-0 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
In den nazomer van dit jaar
zal Frankrijk het eeuwfeest vieren
van ilc vestiging zijner eerste, bij
genaamd de groote Republiek. Er
behoort een zeer sterke mate van
vooringenomenheid toe, om de
herinnering aan deze gebeurtenis
en aan hetgeen er mede in on-
middelijk verband stond, aange
naam en verheffend te vinden
het was de zegepraal van het ge
weld op de bezadigdheid, van de
omwenteling op de regelmatige
hervorming.
Wij zeggen dit vooral met het
oog op de data, voor de feestvie
ring gekozen. In de Kamerver
gadering van 10 Maart j. 1. werd
het voorstel daartoe gedaan dooi
den heer Dreyfusdeze verlangde
den 22sten September, zijnde de
honderste verjaardag van de pro
clamatie der republiek, tot natio-
nalen feestdag te wijden. Daar
kwam het socialistisch lid Lavy
tegen opden lOen Augustus, hon
dersten verjaardag van het oproer
te Parijs, van de bestorming der
Tuilerieën en van de afschaffing
van het koningschap vond hij veel
beter, of anders den 21 sten Sep
tember, dag van aanvang der
heerschappij van de vermaarde,
wij zouden zeggen beruchte-con-
ventie. Dreyfus wist zijn voor
stel smakelijk te maken door te
herinneren, dat t\yee dagen van
te voren, dus den 20sten Frankrijk
van vreemde indringers was ge
zuiverd en twee provinciën her
wonnen waren, namelijk door Kel-
lerman's overwinning bij Valmy;
door deze nederlaag moesten de
geallieërden in allerijl uit Cham
pagne terugtrekken, waarna zij
slechts met geweldige verliezen
de grenzen weer konden bereiken.
Men ziet het, aan de logica dei-
feiten geven de heeren weinig aan
dacht. Want het succes op het.
oorlogstooneel, dat inderdaad toen
voor Frankrijk een uitkomst was,
staat in geen verband met de
heerschappij van het gepeupel,
waardoor al de politieke voor-
deelen, in de laatste jaren dooi
de bezadigdheid en den ernst van
de Nationale vergadering behaald,
weer verloren gingen. Niet in
1792 is de ware republiek dei-
vrijheid, gelijkheid en broeder
schap gesticht, al heeft men toen
ook met het koningschap gebro
ken en den vorm van een gemeene-
bestelijk staatsbestuur aangeno
men alle kans, om constitutioneele
instellingen te verkrijgen, gelijk
men in Engeland bezat waar sedert
1688, toen onze Willem III en de
«Wet van Rechten" gaf nooit een,
geweldadige omkeering plaats had
en toen de vrijheid zich steeds
vaster plaats verwierf, die kans
was vervlogen toen de stem der-
massa de beslissingen uitsprak en
de overmacht van het aantal alle
verzet nutteloos maakte. Ieder
weet, hoezeer de tyrannie er hoog
tijd vierde tot op het oogenblik,
dat een eind deed komen aan
Robespierre's overmacht; hoe
daarop de verslapping steeds toe
nam, totdat ten slotte een handig
despoot de Fpansche natie aan
zich onderwierp en door den roes
van zegepralen tijdelijk be
dwelmde; hoe, toen het wapen-
geluk zijn zijde verliet, Frankrijk
tot tweemaal toe werd overwel
digd; hoe vervolgens een tijdperk
van reactie intrad, dat het land
verder dan ooit verwijderde van
het ideaal der staatkundige vrij
heid.
Men spreekt van de vruchten
der Fransche revolutie voor de
geheele menschheid, en wij zullen
ons wel wachten die niet te waar-
deeren. Maar zij zijn niet voort
gebracht door de démagogie door
de regeering der massa. Vrijheid
voor
de wet en algemeene ver
plichting ten opzichte der belas
tingen, ze waren vastgesteld, en
zoo men het aan den tijd had
overgelaten die twee beginselen
tot meerdere ontwikkeling te bren
gen, er zouden later geen nieuwe
revolutiën noodig zijn geweest om
ze opnieuw ten troon te verhef
fen. Maar het grauw, dat de
Tuileriën bestormde, dat moorden
pleegde in naam der vrijheid, dat
iedereen verdacht verklaarde
een zeker doodvonnis in die da
gen 1 die niet meeschreeuwde
in het algemeen koor, heeft er
niets voor gedaan, heeft integen
deel de goede zaak een zoodanigen
slag toegebracht, dat ruim een
halve eeuw noodig was om tot
het in 1792 verlaten punt weder
te keeren.
De historie geeft soms van die
eenvoudige lessen, die van zoo
groote beteekenis zouden zijn, als
men ze maar niet telkens vergat.
Het verheerlijken van de omwen
teling brengt menigeen op de ge
dachte, of het niet goed zou zijn
nogeens zulk een slag te slaan.
Als men eerlijk genoeg was om
op de vraag: Hoe stond het met
de politieke vrijheid in de dagen
vóór de proclamatie der Repu
bliek, en hoe is het verder
met haar gegaan, een juist
antwoord te zoeken, men zou
tot de overtuiging moeten komen
dat, zoo er in ons werelddeel
zoodanige vrijheid bestaat, dit
niet te wijten is aan die omkee
ringen zelve, maar ondanks haar
is tot stand gekomen.
Onophoudelijk predikt ons de
geschiedenis dezelfde wet, die we
in de stoffelijke wereld zoo duide
lijk kunnen waarnemen elke her
vorming geschiedt geleidelijk, in
en met en door het bestaande,
langs den weg der ontwikkeling
veranderingen, door schokken te
weeg gebracht, al mogen zij het
oorzakelijk verband der feiten niet
versloren, zijn nooit van blijvenden
aard, omdat zij niet voldoende
zijn voorbereid en nergens aan
sluiting vinden.
Gestadige hervorming nu is een
levensvoorwaarde: wat stilstaat
is ten doode opgeschreven. Van
die hervorming loert een bittere
vijand aan elke zijderechts de
reactie, die de aandrift tot die
voortdurende veranderingen on
bevredigd laat en afleidt, links
de drang tot omverwerping. Is
de eerste er in geslaagd, tijdelijk
haar doel te bereiken, dan gebeurt
het meermalen dat plotseling de
dam doorbreekt en de stroom,
niet langer bedwongen, zijn bed
ding overschrijdt. Elke omwen
teling, die de negentiende eeuw
heeft aanschouwd, is voorbereid
en uitgelokt door het verzet der
genen, die niet wilden of niet
konden hervormen.
Rustig den blik voorwaarts ge
houden, geneigd mede te werken
tot alles wat door de telkens wis
selende tijdsomstandigheden nood
zakelijk wordt gemaakt, kunnen
zij, die met gematigdheid en voor
zichtig beleid de toestanden en
verhoudingen pogen te wijzigen,
elke revolutie voorkomen. Maar
dat vereischt een aanhoudende
arbeid, een krachtig samenwerken
van allen, voor wie de woorden
vaderland en menschheid geen le
dige klanken zijn. Is men daar
toe bereid, dan wordt de staat
kundige vrijheid bevestigd, de
maatschappelijke gelijkheid binnen
de grenzen van het mogelijke be
vorderd, de ware broederschap
opgebouwd, zonder de moord-
tooneelen eener «vermaarde" Na
tionale Conventie.
In twpe gewone rijtuigen kwam
Donderdag middag halt' 3 ure H. M. de
Koningin-regerite met gevolg, komende
van Utrecht, op het paleis te Soestdijk,
om eenige veranderingen in oogenschouw
te riemen. Meteen expres-trein vertrok
H. M. ten 5.10 weder vari het station
Baarn over Amsterdam naar de resi
dentie
De burgemeester van Baani jhr. de
Beaufort complimenteerde H. M. hij het
vertrek aan de koninklijke wachtkamer,
waarvan de ingar g met planten en groen
versierd was. Ook is dezer dagen op
last der H. IJ. S. de koninklijke wacht
kamer geheel gerestaureerd.
Van den gemeenteloren en den toren
der r.-k. kerk wapperde de driekleur.
Een groote menigte was bij het ver
trek aanwezig, om hulde aan de Koningin
regentes te brengen.
Een aantal belangstellende wacht
ten te 6 u. 53 m. op het perron van
het Hollandsche spoorstation te 's Hage
en ook buiten op het voorplein den te
rugkeer van H. M. de Koningin-regentes
en haar gevolg in de hofstad af.
Precies op het daarvoor gestelde tijd
stip kwam de trein, die door de chefs
van tractie der Hollandsche IJzeren Spoor
weg-maatschappij werd begeleid, het sta
tion binnenstroornen.
Hare Majesteit groette minzaam de
menigte en begaf zich door den voorma-
EEN VERHAAL UIT DE VORIGE EEUW
DOOR
W. PASSAUER.
SLOT.
Zelfs de vogels, hare lieve vogels, hadden haar
verlaten en vergeten. Sedert zich hare oogen
voor het licht ontsloten, was langzamerhand
de band van het vertrouwelijk verkeer los
gegaan, die haar van kindsbeen af met de
lieve gevederde zangers vereenigde. Het was
alsof, voor het klare licht van den zichzelf
bewusten menschengeest, die thans uit haren
oogen straalde, de eenvoudige ziel der dier
lijke, oorspronkele natuur schuwheid gevoelde,
een instinktmatig wantrouwen, afkeer ze van
haar vervreemde, van haar verwijderde. Nu
en dan kwam er als weleer een aanvliegen
Het fladderde wel als vroeger om haar heen,
wanneerzij riep, maar het vloog weer snel en ver
schrikt weg en zag uit het beschermende loofdak
stil en bezorgd op haar neder, alsof het metsmart
veel goed, dat zij niet bij elkander behoorden
en van elkander gescheiden waren vooraltoos.
Kachel ging om niemand te ontmoeten,
langs den afgelegensten weg, naar het slot
terug en naar hare kamer. Zij haalde uit de
kast de eenvoudige kleederen te voorschijn,
waarmede zij op 't kasteel was gekomen, en
veruilde die voor hare zijden japon. Wat zij
overigens aan wuardelooze kleinigheden, als
lief aandenken uit hare kindsheid had mee
gebracht, legde zij zeer zoigvuldig bijeen in
hare kist, op de viool in den lederen tascli,
dien vader Lang haar had geschonken. Zij
ging voor den spiegel, vlocht de hooge tonpé
uit elkander en schikte haar lang zwart haar
weder in de eenvoudige vlechten, waaraan
zij vroeger gewoon was. Traan op traan
vloeide daarbij uit hare oogen. En toen zij
zich zoo had ontdaan van den nieuwerwet-
schen opschik, opende zij zacht het venster
en zag voorzichtig in den tuin neer. De
baron en zijne vrouw zaten beneden op het
beschaduwde bordes aan de thee. Men scheen
haar, zooals gewoonlijk, te wachten. Frits
verwijderde zich juist en ging misschien
ongeduldig dat zij niet kwam, laugzaara de
hooge lindenlaan op. Daar bleef hij staan,
keerde zich om en zag als 't ware vragend
naar haar venster op. Zij deinsde snel terug,
zonk op eenen stoel en drukte de handen
voor 't gezicht. Daarna sprong ze vastberaden
op en ging naar beneden. Haar tred was
vast en zeker, toen zij de deur uittrad en
de theetafel naderde.
De baron en de barones keken verbaasd,
bevreemd op.
„Kachel, wat beteekend dat Waartoe die
verandering, deze kleeding vroeg de baro
nes.
„Ik kom, om afscheid te nemen, genadige
barones," antwoordde het meisje mot zachte,
haperende slem. „Ik kom, om u nog een
maal dank te zeggeu voor de goedheid en
vriendelijkheid, waarmede gij mij in uw huis
hebt opgenomen, voor het geschenk van het
licht der oogen doch, dat en hoe ik u
dank, daartoe zijn geen woorden noodig, gij
weet dat!"
Zij bleef een oogenblik steken, terwijl de
baron en zijne echtgenoote elkaar getrollen
aanzagen.
„Ik kom, om afscheid van u te nemen,"
begon zij wedef. „Ik gevoel het met smart,
dat in uw huis geeu plaats meer voor mij
isom als meid, als dieuslmaagd te blijven,
zijt gij te zeer tot mij genaderd, en mij als
medelid van uwe familie te beschouwen, dat
verbiedt mij uw stand en de kring, waarin
gij leelt, in wiens omgang gij u beweegt
het kind van den paljas, van de danseres
van den moordenaar behoord niet in
uwen kring. En daarom ga ik daarom
moet ik weg, en daarom
Zij verstomde, de tranen verstikten hare
stem. De barones vatte haar bij de band en
trok haar naar zich op eenen stoel aan hare
borst.
„Wat is er gebeurd, mou enfaut, dat dit
ongelukkig besluit bij u heeft doen opkomen?
vroeg zij zacht. „Wat spreekt gij van onzen
omgang? Wij zijn het alleen, die onzen om
gang kiezen en bepalen. Wfien hij niet bevalt,
die blijve ver van ons. Gij spreekt van onzen
kring, kind Beschaafd zijn van geest en hart,
en waarachtig zedelijk zijn, dat geeft aanspraak
op toegang tot de hoogste kringen, niet titels,
rijkdom, uiterlijk gebaar en nietig, hoofsch
gesnap, dat wij verachten. Daarom hebben wij
u tot ons getrokken en daarom wenschcn wij,
dat gij in ons huis blijft."
Kachel schudde weemoedig het hoofd en
drukte de hand der baronnes aan hare lip
pen.
„O, gij zijt goed en edel, als altijd, ge
nadige vrouwe, sprak zij. „Maar laat mij
voortgaan op den weg, dien het lot mij aan
gewezen heeft: Ik ben in armoede en nederig
heid geboren, door eene misdaad wees ge
worden, eene hulpelooze, blinde vondeliug aan
de borst der vermoorde moeder.
O, elke gunst, die mij verder ten deel
valt, is een aalmoes, der bedelares iu den
schoot geworpen ik kan die niet vergel
den en ben le trotsch om ze aau te nemen
en daarom ga ik en daarom laat mij
gaan 1"
Zij stond op en wilde zich verwijderen.
„Mijn lieve kind," zoo vatte de baron
bewogen het woord op. „Ik schat u hoog
om dezen trots! Doch de vergelding,
voor hetgeen gij een aalmoes noemt, hebt
gij dubbel vooruitbetaald, of heb ik mijn
leven niet aan u te dankeu? Schat gij
mijn leven zoo gering, dat gij daarvoor de
kleine gaven niet moogt inruilen, die wij u
bieden met ons huis, ons gezelschap, onze
liefde? Ik heb, gij weet wanneer, het u
gezegd, dat gij mijn kind moest zijn, gij
hoort mijn verzoek, Kachel, gij blijft?"
„Ik kan niet" riep Rachel met smart uit,"
„gij doodt mij door uwe goedheid! Mijn
heer de baron o, laat mij gaan ik
zal aan u denken, waar ik ook zijn moge,
waar ik ook ga, van deur tot deur, van
huis tot huis, om mijn eigen brood in een
land, onder een vreemden naam te verdie
nen waar ik ook ga of vertoeve, nimmer
Doch blijven kan ik niet vaarwel 1"
Zij boog zich diep om zijne hand te kus
sen. De baron zag over haar heen en een
glimlach vloog over zijn oud; goedig gezicht.
„Ga dan, Rachel, ga als ook hij u
niet houden kan!
Rachel zag verschrikt op. Baron Frits
stond naast haar.
„Rachel," riep hij, zijne armen uitbrei
dende, „hoor dan naar mijne bede: Blijf
bij mij wees de mijne!"
Zij zag ver-chrikt om zich lieeu, zag ia
de gelukkig glimlachende oogen zijner ouders
zij zag in zijne oogen en zonk snikkend
aan zijne bor-t.
„O, ga niet weg, verlaat ons uiet I" sprak