NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
Vierweken verliefd.
No. 26.
Woensdag 30 Maart 1892.
Een-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Plaatselijke berichten.
F euillet on.
4MEBSF00RTSCHE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezendeu uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
aovertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De minister van waterstaat vestigt met
het oog op de invoeriug der postwet op 1
April de algemeene aandacht op de volgende
wijzigingen, die, in verband met de inwer
kingtreding der nieuwe wet, in de regeling
der posten en rechten, en verdere voorwaar
den van verzending zullen gelden
1. Voor brieven, een gewicht van 200
gram niet te boven gaande, besteld binnen
den kring van het post- of hulp kantoor
waar zij ter post zijn bezorgd, is. bij voor
uitbetaling, een port van 3 cent verschuldigd
indien het gewicht van den brief 15 gram
niet te boven gaat, en van 5 cent indien
het gewicht meer dan 16, doch niet meer
dan 200 gram bedraagt. Boven dat gewicht
is het gewone port verschuldigd. Voor de
hierbedoelde brieven zijn nieuwe postzegels
van 3 cent ingevoerd.
Aan elk post- en hulpkantoor is eene lijst
voorgehangen der buurten, wijken en locali-
teiten, welke tot den kring van dat kantoor-
behooren.
Het gewone port bedraagt bij vooruitbe
taling als tot dusver 5 cent voor brieven tot
een gewicht van 15 gram,
boven 15 tot en met 200 gram 10 cent,
200 600 3 5
en voorts 5 cent voor elk gewicht van 500
gram daarboveu.
Het maximum-gewicht der brieven is op
2000 gram bepaald.
2o. Het is geoorloofd eigen briefkaart-
formulieren te bezigen, mits die formulieren,
zoowel wat de afmetingen als de stevigheid
van het papier en de gedrukte opschrilten
betreft, overeenstemmen met de van rijkswege
uitgegeven formulieren. Het verschuldigde
port, dat onveranderd bleef, is alsdan door
aan te hechten frankeerzegel te verantwoor
den Is dit niet geschied, dan wordt van
de geadresseerden, evenals voor de brieven,
een port geheven 5 cent hooger dan bij
vooruitbetaling verschuldigd was. Hetzelfde
vindt plaats bij ontoereikende frankeering,
doch na aftrek van de waarde der gebezigde
postzegels.
3. Het port der gedrukte stukkeu is voor
zendingen 150 gram te boven gaande, ver
laagd. Blindenschrift is mede op den voet
van gedrukte stukken ter verzending toege
laten.
Het port der nieuwsbladen is vastgesteld
op y2 cent voor een blad van geeu hooger
gewicht dan 40 gram; 1 cent voor een
nieuwsblad van meer dan 40, doch niet
meer dan 150 gram, en voor zwaardere Va
ceut per 60 gram of gedeelte van 50 gram
meer.
4. Het maximum gewicht der monsters of
stalen van koopwaren is uitgebreid tot 350
gram, terwijl grootere afmetingen daarvan
zijn toegelaten.
5. Óngefrankeerde gedrukte stukken,
nieuwsbladen en monsters worden, ten laste
van de geadresseerden, belast met tweemaal
het port, bij vooruitbetaling verschuldigd.
Ontoereikend gefrankeerde eveneens, doch na
aftrek der aangehechte postzegels.
6. Vei zegeling van gewone aangeteekende
brieven wordt niet meer gevorderd.
Het minimum-recht voor aangeteekende
brieven met aangegeven geldswaarde is ver
minderd op 12Va cent.
De verplichte aanteekenlng is uitgestrekt
tot brieven, bank- of muntpapier bevattende.
Worden deze brieven, evenals die welke edele
metalen of kostbaarheden bevatteu, nietaan-
geteekend verzouden, dan geschiedt de aan
teekening ambstbalve en wordt daarvoor van
den geadresseerde, onverminderd het port,
een recht geheven, gelijk aan driemaal het
recht voor gewone aanteekening bij vooruit
betaling verschuldigd.
7. Het recht voor expresse bestelling ver
schuldigd, is bepaald op 15 cent, indien de
geadresseerde woont in eene plaats waar een
postkantoor gevestigd is, of op geen grooter
afstand dan uur van een hulpkantoor.
Dit recht, alsmede het port, moeten vooruit
betaald worden.
Woont de geadresseerde buiten de plaats
waar het postkantoor gevestigd is, of op
grooter afstand dan ]U uur van een hulpkan
toor, dan is boven het voormelde recht ver
schuldigd: 15 cent, indien de afstand van
het post- of hulpkantoor tot de woning van
den geadresseerde niet meer dan Va uur
bedraagt, en voor eiken meerderen afstand
van b4 uur of gedeelte van '/4 uur, 15 cent
daarboven.
De betaling van dit recht kan ook voor
rekening van den geadresseerde worden ge
laten, behoudens de verplichting van den
afzender tot betaling daarvan, indien de ge
adresseerde de aannemiug van het stuk mocht
weigeren.
Alleen volledig gefrankeerde stukkou, zoo
wol wat het port als het recht betreft, mogeu
in de postbussen geworpen wordeu.
Üngefrankeerd of ontoereikend gefrankeerd
zijnde, wordt aan het verlangen tot expresse
bestelling niet voldaan.
8. Het recht voor postwissels 5 gulden
niet te boven gaande, is verminderd tot V/2
cent.
Voorts is het recht voor postwissels, een
bedrag van 50 gulden te boven gaande, ver
laagd.
Tegen vooruitbetaling van een recht van
vijf cent kan voor eiken postwissel een be
richt van betaling worden verkregen.
9. De invordering van gelden op quitan-
tiën is uitgestrekt tot wisselbrieven, assigna-
tiën en ander handelspapier, mits ieder stuk
afzonderlijk het bedrag van 500 gulden niet
te boven gaat.
Het voor elk 9tuk vooruit te betalen recht
bedraagt 5 cent, onverschillig het bedrag.
Bovendien is, van de op elk borderel in
gevorderde som, een recht te voldoen als
voor een postwissel vau gelijk bedrag.
10. Het verschuldigd tot het erlangen
der bevoegdheid om zijne brieven en verdere
9tukken, na aankomst van elke post aan het
postkantoor af te haleu is, voor alle postkan
toren, uitgezonderd Amsterdam en Rotterdam,
verminderd tot f 2 per kwartaal, bij vooruit
betaling te voldoen. Verlangt men die be
voegdheid te beperken tot het afhalen van
Nieuwsbladen, dan bedraagt het recht Yoor
alle postkantoren slechts 25 cent per kwar
taal.
Verdere inlichtingen zijn aan alle post- en
hulpkantoren te bekomen en vermeld iu de,
op last van den minister van waterstaat,
handel en nijverheid en met medewerking
van het hoofdbestuur der posterijen, uitge
geven Postgids van het koninkrijk der Neder
landen, welke bij alle boekbandelaren en aan
de post- eu hulpkantoren te verkrijgen is.
Naar het D. v. Z.-Il. uit vertrouw
bare bron verneemt zullen, behalve de
reeds gemelde hoofd-officieren, dié met
ingang van 1 Mei a. s. worden op pen
sioen gesteld, nog met dien datum vol-
gen
Generaal-majoor Timmermans, inspec
teur van den geneeskundigen dienst der
landmacht; luit.-kol. Bohnesieg, directeur
van rijks magazijn van geneesmiddelen
gen.-maj. Taets van Amerongen gen.-maj.
Steen berghe; gen.-maj. Egter van Wisse-
kerke, en zouden worden benoemd:
Tot inspecteur der infanteriegen.-maj.
Hardenberg; tot commandant der 2e
divisie kol. Kool, met rang van gen.-maj.
tot commandant der vesting-artillerie;
gen.-maj. Bergansiustot comm. der 3e
divisie; kol. Musschart, met rang van
gen.-maj.; tot comm. der nieuwe Hol-
landsche Waterlinie; kol. Michaëls, van
het 2e reg. inf.; tot inspecteur van den
geneeskundigen dienst der landmacht: de
kol. Van der Burcht van Lichtenberg, met
den rang van generaal-majoor.
Op 4, 13 en 16 April a. s. zal te
Utrecht examen worden afgenomen voor
klerk-telegrafist 3e klasse bij de maat
schappij tot Exploitatie van Staatsspoor
wegen.
Op 7 April a. s. zal te Arnhem exa
men worden gehouden voor conducteur
2e kl. bij voornoemde maatschappij.
Men schrijft uit den Haag
»Eenige dagen na de zitting van den
kantonrechter, waarin werd uitgemaakt,
dat vruchten op brandenwijn niet gere
kend moeten worden te behooren tot de
dranken, voor wier verkoop men vergun
ning noodig heeft, adverteerde een win-
lier op de Hoefkade alhier, dat bij hem
per glas verkrijgb5aar waren morellen op
brandewijn, afkomstig uit den winkel
van Eigen Hulp.
De politie moet den winkelier bekeurd
hebben, zoodat do kantonrechter nogmaals
uitspraak zal hebben te doen en, in ver
band met zijne vorige conclusie, moei
lijk den man veroordeelen kan.
Het eerste nummer, dat, na bovenge
melde zitting, van het orgaan Recht voor
Allen verscheen, werd door de colporteurs
gevent met de aanbeveling: akoopt en
leest het sociaal-democratische blad Recht
voor Allen, het eenige blad, waarvan de
verkoop door den burgemeester verboden
is en dat toch verkocht wordt."
Men meldt ons uit Barneveld
»In de Raadsvergadering van Zaterdag
jl. besloot de Raad dezer gemeente eene
commissie van drie leden te benoemen,
om, zooals vroeger is gemeld, verbete
ring te brengen in den toestand der be
ken en den waterafvoer in dit deel der
Geldersche vallei, in samenwerking met
de gemeente Ede.
Tot leden dier commissie werden be
noemd de heeren G. van Broekhuizen,
G. B. van Kattenbroek en W. van den
Broek, waarvan beide eerstgenoemden
lid van den Raad dezer gemeente."
Gij Kon. besluit van 25 Maart 1892
No. 34, is herbenoemd, in het kanton
Amersfoort, tot Kantonrechter-plaatsver-
vanger de heer Mr. J. van der Leeuw,
advocaat en procureur aldaar.
Ter halfvasten-paardenmarkt waren
circa 350 paarden aangevoerd, benevens
30 hitten en 20 veulens. Bij tamelijk
levendigen handel, besteedde men voor
paarden f 50 a f450; voor hitten f30
f90 en voor veulens f 60 a f120.
Wij vestigen de aandacht van be
langhebbenden er op, dat, blijkens pu
blicatie vunwege het eemeeritebestuur,
eiken Vrijdag vrije veemarkt alhier wordt
gehouden, en wekken de veehouders in
deze gemeente en hare omstreken, ten
zeerste op, hun vee aan de markt te
brengen, in stede van het op den stal
te verkoopen. Zij zullen er wèl bij varen.
De Ihans door den voorzitter van
den gemeentelaad gesloten kiezerslijsten,
wijzen 808 kiezers voor de Tweede Karoer
der Staten-Generaal, 8u7 kiezers voor
de Provinciale Staten van Utrecht en
806 kiezers voor den Gemeenteraad aan.
Door het 5e bataljon van het 5e
regiment Infanterie le Utrecht in garni
zoen, zullen op Woensdag, Donderdag,
Vrijdag en Zaterdag, 20, 21, 22, en 23
April aanstaande oefeningen in het ge-
vechtschieten worden gehouden in de
legerplaats bg Zeist.
In Café «Suisse" werd Zondagavond
door eenige leden van de aldaar geves
tigde sociëteit «Burgerlust" een tooneel-
voorstelling gegeven aan heeren ledenen
geïntroduceerden met hunne dames.
Opgevoerd werden «De wees uit het
gebergte" en „Wie ben ik?" Beide stuk
ken werden vlug en flink gespeeld. En
komt een woord van lof in het algemeen
toe aan alle medewerkende, in het bij
zonder mag dat worden gebracht aan het
spel van de heeren V., W. en R. in het
eerste en aan dat van den heer V. in
het laatstvermelde stuk. De rol van
vader Thomas was bij den heer V. in
goede handen, terwijl die van koopman
Stolzberg en van den advocaat der armen
respectievelijk door de heeren W. en R.
Schets uit het werkelijke leven
DOOR
JACOB HAGENAAR.
2) Toen wij op den singel gekomen waren,
begon ik te begrijpen, dat het nu toch tijd
werd om het stilzwijgen te verbreken. Op
deelnemende toon vroeg ik, of het voorge
vallene haar nog hinderde, waarop zij mij
met eene welluidende stem antwoordde, dat
zij weder bijna geheel van den schrik be
komen was. Verder dankte zij mij zeer voor
de tijdige hulp, die ik haar verleend had.
Ik begon een klein beetje verliefd op de
schoone te worden en verzocht haar de eer
te mogen hebben haar naar huis te begelei
den. Dit werd mij toegestaan en ik, gedach
tig aan het spreekwoord„onbekend maakt
onbemind," maakte mij bekend als Jacob
Hagenaar, die veel voor de pers werkte
Wijselijk vertelde ik er niet bij, dat ik
„schoolmeester" was, want mijne ondervin
ding had mij geleerd, dat dit woord in de
oogen van menigeen eene verachtelijke be-
teekenis heeft. Ik vroeg verder naar haren
naam en hare woonplaats en verbeeld u mijne
verrassing, toen ik teu antwoord kreeg, dat
zij Kato van Hout heette en modemaakster
in den winkel iu de Turvenstraat No. 11
Nu moet ge weten, dat mijn oude lui en ik
het bovenhuis van No. 13. in die straat be
woonden. Glimlachend merkte ik bij mij
zei ven op' dat mijne gezellin mij wat wijs
maakte want vooreerst was het huis No. 11
geen modewinkel en ten tweede kende ik
natuurlijk mijne buren. Ik zei echter niets
en hield mij, alsof ik haar geloofde.
Weldra hadden wij den singel ten tinde
geloopen eu bet park bereikt, dat door zijn
afgezonderde ligging, zijn nette met popu
lieren beplante lauen en door de menigvul
dige bankjes, die men er aautreft, de gelief
koosde plaats is, waar minnende pareu onder
gekoos en gekout, menig genoegelijk avond
uurtje doorbrengen. Ik stelde mijne dame
voor een half uurtje uit te rusleu onder het
lommer der boomen, waarin zij na eenig te
genstribbelen gereedelijk toestemde.
Het was een overschooue zomeravond, Het
maantje scheen vriendelijk door de boomen,
een zacht windje suisde ons om de ooren,
die bovendien nog gestreeld werden door de
avondzangen' van enkele vogels. En daar, op
een bankje in dat park, ver verwijderd van
het kermisgewoel zaten wij en bewonderdeu
den met kleine wolkjes bedekten hemel,
waaraan de avondster in al haar schoonheid
schitterde en luisterden met verrukking naar
de zoete taal der gevederde zangers.
Het duurde niet lang, of zij sloeg de
voile omhoog en toonde mij, zoo al niet een
schoon dan toch een aanminnig gezichtje
dat mij het hoofd op hol bracht. De gulle,
blauwe oogen, de volle en lauge, zwarte lok
ken en vooral de goedige en toch geestige
uitdrukking van haar eer ovaal dan rond
gelaat, waren meer dan toereikend omdat te
vergoeden, dat zij een wipneusje had, haar
mond iets te groot was eu hare lippen te
bleek waren
Het gesprek liep eerst over koetjes en
kalfjes, maar ik bracht het spoedig op mij
zei ven. Ik verhaalde mijne nieuwe kennis,
dat ik nog geen meisje aangetroffen had,
dat in staat was geweest mij in hare boeien
te slaan. Niet onduidelijk gaf ik tevens te
kennen, dat ik zoo'n verlangeu naar een
minuend hart had en vroeg ronduit of zij
ook niet iu hetzelfde geval verkeerde. Ed
toen vleide zij zoo vertrouwelijk haar kopje
aan mijne borst en uit hare woorden kon
ik voldoende opmaken dat zij, die den gan-
schen dag hard werken moest om voor zich
den kost te verdienen, niet gelukkig was en
ook gaarne een deelgenoot in smart en
vreugde zou bezitten.
De torenklok van een nabijzijnde kerk
sloeg tien uur eu maande ons aan huiswaarts
te keeren. Vóór wij opstonden, waagde ik
het eene lange kus de eenigste op dien
avond op hare lippen te drukken, die
met eenige innigheid beantwoord werd.
Onderweg vernam ik nog tot inijn groot ge
noegen, dat zij lid van hetzelfde kerkgenoot
schap was, waar ik toebehoorde. Van miju
kaut deelde ik mede, dat ik onderwijzer
was, welke mededeeling tot mijne groote
verwondering de vraag ten gevolge had, of
ik Gerrit van Engel ook kende? Daar ging
eensklaps een licht voor mij op 1 De dame,
die zich Kato van Hout noemde, was alzoo
dezelfde, die ik eenige maanden geleden in
gezelschap van miju vriend van Engel iu
eene uitspanning op den L-scken weg ont
moet bad. Nu herinnerde ik mij ook, waar
zij modiste was. Mijn vrieud had mij dat
verteld. Niet in de Turvenstraat, maar eenige
straten verder in den modewinkel op den
hoek van de Schapensteeg en de Korte
Torenstraat. De buurt, waarin deze winkel
gelegen was, was minder deftig dan de straat,
waarin ik wooude en waarin mejuffrouw had
voorgegeven te wonen. Ik betreurde het,
dat ik haar niet eerder herkend had en
maakte bij mij zeiven de opmerking, dat zij
zich voornamer had willeu voordoen, dan
zij in werkelijkheid was.
Ik antwoordde, dat ik Gerrit van Engel
zeer goed kende en vroeg met een enkel ge
zicht, of ik haar tot aan den hoek van de
Schapensteeg èn de Korte Torenstraat mocht
brengen Zij bloosde, toen zij merkte, dat ik
alles wist' zeide van ja en bracht het gesprek
weer op genoemden collega van mij, met
wien zij niet bijzonder veel scheen op te
hebben. Zij had eene vluchtige kennismaking
met heui aangekuoopt eu hem, toen zij op
de hoogte van zijne vooruitzichten en ouder
dom was, zijn congé als minnaar gegeven.
Dit ten minste vertelde zij mij.
Intusschen hadden wij de Korte Torenstraat
bereikt. Yoor het scheiden verzocht ik haar
de kennismaking verder voort te zetten. Zij
beloofde mij den volgenden avond om zeven
uur bij droog weder een paar uren met mij
uit te gaan. Nog een hartelijke handdruk
en ik spoedde mij naar mijne woning iu de
stellige overtuiging, dat ik reeds tamelijk ver-
lieft op bet modemaakstertje was.
II.
Den volgendea dag was het Maandag eu te
vens de laatste dag van de G.sche kermis. Daar
mijne vacantie eerst Dinsdag ten einde liep,
had ik den tijd geheel aan mij en trachtte
wat te studeeren. Het ging evenwel niet.
Evenmin gelukte het mij een deel van een
roman van Van Lennep te lezen. Het beeld
van de beldiu van mijn avontuur vau gisteren
stond mij onophoudelijk voor den geest, en
plaatste zich voor de letters van elk boek,
dat ik in handen nam. Ik viel iu mijn leu-