NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
I DEN STRIJD BEPROEFD.
Van liet flaselijM brood
No: 37.
Zaterdag 7 Mei 1892.
Een-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG Ei\ ZATERDAG.
BINNENLAND.
F e uillet on.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 UiHniidcn 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten iutezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
In den laatsten tijd wordt in
onderscheiden kringen de aandacht
gevestigd op de levensomstandig
heden van eer. belangrijke klasse
van werklieden, namelijk die der
bakkers.
Wij spreken voortdurend van
»ons dagelijksch brood," en of
schoon die uitdrukking een wijdere
beteekenis heeft dan de letterlijke,
mogen wij daarbij toch wel eens
denken aan het lot der mannen,
die voor de bereiding van ons
hoofdvoedsel zorg dragen. Wie
van meening is, dat het een on
begonnen werk mag heeten, door
toepassing van een enkel middel
de billijke klachten weg te ne
men, die op het gebied van den
arbeid worden vei nomen, maar
dat het doel bereikt kan worden
door het aanbrengen van de par-
tiëele verbeteringen, die wij op
onzen weg vinden, zal zeker niet
weigeren ons te volgen wanneer
wij een pleidooi gaan leveren ten
gunste van de zoo nuttige, zoo
ijverige en toch vaak zoo mis
deelde medeburgers, die door de
regeling van hun arbeidstijden
veel minder van het leven kunnen
genieten dan menig ouder werk-
man.
Van de loon en spreken wij niet
gewoonlijk komen die vrij wel
overeen met hetgeen de arbeiders
in andere bijdrijven ontvangen.
Onder den algemeenen wenscli,
dat ieder die werken wil en wer
ken kan, een loon geniete dat hem
in staat stelle om op bescheiden
wijze te voorzien in de behoeften
van zijn gezin, zijn ook de bak
kers begrepen.
We behandelen uitsluitend den
werktijd,
eenstemming
dien wij
gebracht met
de gewone arbeidsuren, zonder
dat daaruit loonsvermindering zou
voortvloeien. Het maatschappelijk
leven toch stelt ook zijn eischen
als men een klasse van arbeiders
laat werken, terwijl al de andere
rusten, en omgekeerd, dan volgt
daaruit dat de eersten als het wa
re geïsoleerd raken van de samen
leving, dat zij maar zelden in aan
raking komen met bun gezin,
waar een drukkende en onna
tuurlijke verhouding tot gewoonte
wordt.
In de eerste plaats hebben wij
het oog op den Zondagsarbeid der
bakkers. Vroeger behoorde deze
tot de groote zeldzaamheden. Des
Zaterdagsavonds werd wel wat
later gewerkt dan gewoonlijk, om
dat er een gootere voorraad brood
aanwezig moest zijn dan op de
andere dagen, maar daarna was
er rust tot Maandag in de vroeg
te. Het schijnt, dat de oprichting
der broodfabrieken aan deze zaak
geen goed heeft gedaan. De di
recties beijverden zich, om zeer
dikwijls versch brood te kunnen
leveren, en concurreerden op deze
wijze voordeelig tegen de parti
culiere bakkers, die wel genood
zaakt waren den stroom te volgen.
Het ergst werd dat in de groote
steden, maar ook in kleinere ge
meenten werkte het voorbeeld
aanstekelijk, vooral omdat men
moest voorkomen dat de liefheb
bers van versch brood zich van
elders voorzagen, hetgeen dooi
de toeneming der verkeersmidde
len steeds gemakkelijker werd.
Tegen dien Zondagsarbeid is
met nadruk opgekomen, niet
door de belanghebbenden in de
eerste plaats, maar door het pu
bliek, dat in deze explotatie van
den werkman een gro 'te onrecht
vaardigheid zag. Adressen werden
gericht tot directeuren en aan
deelhouders van broodfabrieken
biljetten werden den burgers
voorgelegd om hun een verklaring
te doen teekenen dat zij bezor
ging van brood op Zondag niet
wenschten. Het zijn inzonderheid
de afdeelingen der Nederlandsche
vereeniging tot bevordering van
Zondagsrust die zich in dat op
zicht verdienstelijk hebben ge
maakt.
De aangewende middelen begin
nen hun uitwerking te toonen. Op
onderscheiden plaatsen zijn reeds
maatregelen genomen of in voor
bereiding, om aan de bestaande
grieve te gemoet te komen. Waar
dit nog niet is geschied, hopen
we dat de beweging zich zal
voortplanten, opdat zonder dwang
een verbetering worde ingevoerd,
waarvan de noodzakelijkheid door
ieder zal worden erkend.
Doch we zouden nog wel een
stapje verder willen gaan, en eens
aan bet algemeen oordeel de vraag
onderwerpen, of het noodig is,
dat de bakkers juist des nachts
werken
Men zegge niet, dat dit nu een
maal zoo de gewoonte is gewor
den, en dat de lui er zich naar
schikkendat ieder, die bakker
wordt, vooruit weet dat voor hem
de nacht de plaats van den dag
zal innemen. Al was een slechte
gewoonte ook duizend jaar oud,
daarmede houdt zij niet op slecht
te zijn.
Of denkt men er niet ernstig
over dat hierdoor de gezondheid
van een geheele klasse van per
sonen wordt benadeeld? Heeft
men er zich nooit over bekreund,
dat het uiterlijk voorkomen der
meeste bakkersgezellen de duide
lijke sporen vertoont van ver
moeidheid, van uitputting en af
matting?
Als het nu bepaald niet anders
kon, als men met den besten
wil van de wereld in dien onna-
tuurlijken toestand geen veran
dering vermocht te brengen, dan
zouden we er zuchtende in moe
ten berusten. Maar het kan wel
anders.
De bakkers moeten 's nachts
werken, omdat het publiek des
morgens versch brood verlangt.
Kon men besluiten, die levering
een half etmaal te verschuiven,
dan was de quaestie in eens op
gelost. Men had dan het brood
des avonds versch, en den vol
genden morgen, was het nog
goed. Of liever, het was beter,
want vraag eiken geneesheer, of
het brood, dat een weinig belegen
is, niet veel gemakkelijker ver
teerbaar, dus niet voedzamer is
dan dat hetwelk zoo pas den oven
heeft verlaten, en gij weet
vooraf welk antwoord gij zult
krijgen. Wie zorg wil dragen voor
zijn gezondheid, eet nooit ander
brood dan dat minstens twaalf
uur oud is. althans zoo het goed
is toebereid. En dezen laatsten
eisch mogen wij stellen, al heeft
ook het streven, om het zoo goed
koop mogelijk te leveren, op de
hoedanigheid een verkeerden in
vloed uitgeoefend. Dat goedkoope
brood, zonder melk toebereid, en
dat spoedig uitdroogt, is in wer
kelijkheid duurder dan dat vol
gens den eisch is klaargemaakt.
Welnu, we hebben hier eigenlijk
niets meer bij te voegen. Als men
het de moeite waard acht, voor
deze zaak de hoofden bij elkander
te steken en een verstandige sa
menwerking uit te lokken, dan is
het middel om den nachtarbeid
der bakkers af te schaffen, dade
lijk gevonden De patroons zullen
er zeker niet op tegen hebben,
want de verandering, die wij aan
bevelen, geeft besparing van kunst
licht; ook zal er dan beter, met
meer zorg en vooral met meer
opgewektheid in de bakkerij ge
arbeid worden. Als de menschen
op den gewonen tijd beginnen,
dan kunnen de uren van den la
ten namiddag aangewend worden
om het brood rond te brengen en
alles in gereedheid te brengen
voor den volgenden dag Op een
behoorlijk uur gaan dan de ge
zellen naar huis, en zij gebruiken
als gewone menschen, den nacht
om te slapen, Voor de fabrieken
geldt hetzelfde; de dépóthouders
kunnen des avonds worden voor
zien.
Wij hebben over deze zaak
rijpelijk nagedacht, en verzoeken
onze lezers, het ook te doen.
Misschien zal dit leiden tot het
nemen eener proef, op het be
ginsel der menscheliefde gegrond.
Aan hetgeen een medewerker van
het Holt. Nieuwsbl., die thans te Sand,
het tegenwoordige verblijf van H. H. M.
M., vertoeft, mededeelt, is het volgende
ontleend.
Sand is geen dorp, maar een 828 me
ter boven de oppervlakte der Noordzee
gelegen, alleenstaand hötel en pension,
dat het eigendom is van F. A. Maier.
In het heerlijke hoogwoud is het gelegen
met groote veranda's, groote eetzaal, bil-
VAN
Novelle
F. JUSTUS.
8) „En dan zou ik naar ginds gaan," riep
"Westheim met een spotten den lach, „zonder
zelfs te wetenheb ik daar ginds in Europa
eene bruid, of heb ik er geene?"
„Een telegram zou u altijd nog bereiken,"
was Eckow's bedaard antwoord, „en zelfs
indien de stoomboot bij Eveliue's terugkomst
reeds van Hamburg zou vertrokken zijn, zon
n het bericht in elk geval nog in Engeland
bereiken. Ik sta er u voor in dat ik, hoe
ook den aard van haar antwoord moge zijn,
u dit zoo spoedig mogelijk te telegrafeeren."
„Well, het moet dan zoo geschieden 1"
antwoordde Westheim, terstond besloten,
terwijl hij voor den president bleef staan.
„Ik ben niet zoo dom om niet te begrijpen,
dat de gevoelens die gij daar uitspraakt
zij mogen dan juist of verkeerd zijn, over
eenkomstig onzen tijd of geheel versleten
ook die zijn der dame in wier belang gij
spreekt. En ik weet evenzeer, dat tegen
zulke begrippen ik van mijn standpuut
noem ze vooroordeelen ook de meest
energieke man te vergeefs strijd voert. Ik
houd u dus bij uw woord. Gij zendt mij
een telegram naar Hamburg of, zoo noodig
naar Southampton, en er moet hekseuwerk
aan te pas komen, of uiterlijk met den
herfst is daar ginds alles weer zoo ver in
orde, dat miss Eveline mij zonder gevaar
kan nareizen, want ik zelf zal nog wel ge-
ruimen tijd te huis noodig zijn, om aan die
kanailje te toonen, wie hun meester is."
De man rekende zoo zeker op het jawoord,
dat hij zelfs niet eens aan de mogelijkheid
dacht, dat het antwoord in een anderen
geest zou kunnen uitvallen dan hij ver
wachtte. Maar wat baatte het, dacht de pre
sident bij zichzelf, wat baatte het, om deze
mogelijkheid op den voorgrond te stellen
Hij wilde er eenvoudig niet aan gelooven,
zij bestond niet voor hem en Eckow was
in zijn hart immers eveneeus overtuigd, dat
hij met dit onbepaald vertrouwen gelijk zou
krijgen. Eene vriag zweefde nog op zijue
lippeu; maar hij weerhield haar. „Bemint
gij Eveline?" zou die vraag hebben geluid.
Maar wat baatte het, indien hij haar deed.
Hij wist duidelijk geuoeg van te voren, wat
het antwoord zou zijn, hij kende zelfs den
sarcastischen toon, waarop het zou worden
gegeven, wanneer hij hoorde„Naar uwe
sentimenteele Duitsche begrippen zeker niet.
Wij zijn juist geen verliefde herders, maar
zij zal tot de overtuiging komen, dat zij als
een rijke en aanzienlijke vrouw, het aan
mijne zijde behoorlijk aangenaam zal hebbeu
en genoeg op haar gemak zal wezen, om die
prulleboel van gevoel en sympathie enzoovoort
te kunnen missen." Dat zoo naakt te
hooren uitspreken, was hem onmogelijkhij
kou zich nu eenmaal Eveline niet denken,
o ui geven van pracht en rijkdom en toch arm
aan liefde des harten
Er werdeu nu nog spoedig eenige „zaken"
afgehandeld. Westheim herhaalde ziju vroegere
belofte, dat hij de erfeniszaken met al zijue
krachten zou bevorderen. Hij zou den consul
te Galveston, zoo spoedig het hem mogelijk
was, de noodige mededeelingen doen toekomen.
Na eene samenspraak, die hij des morgens
met zijn vriend had gehad, durfde hij hopen,
dat de zaak vrij spoedig in orde zou komen.
De president knikte slechts stilzwijgend. Het
was hom zeiven onverklaarbaar dat deze
zaak, die hem aanvankelijk zooveer had be
wogen, die van zoo diep ingrijpende beteekeuis
voor geheel ziju volgeud leven kon worden,
hem op eens zoo zeer uit het hoofd was
gegaan, dat zij hem bijna onverschillig was
geworden.
Westheim stond nu op. „Om vier uur
vertrekt de trein naar Hamburg ik moet
vooraf nog eenige brieven verzenden. Mijn
boeltje is zeker in minder dan tien minuteu
gepakt; ik houd mij nooit met overtollige
bagage op Nu, adieu, old fellow 1 Misschien
tot weerziens over een jaar of zes!"
„Vaarwel, Westheimzeide Eckow, niet
zonder aandoening, terwijl hij zijne hand
legde in de hem toegestokene van den Ameri
kaan. „En zeg mij, gij zult Eveline, wanneer
zij werkelijk uwe vrouw wordt, ten allen tijde
met zachtheid behandelen?"
„Gij spreekt als een echte vader uit de
komedie!" spotte Westheim, terwijl hij zijn
hoed greep. „Het heeft er waarachtig veel
van of zij eeu menscheueter trouwen moet!
Ik zeg u, wanneer zij maar eerst mijne vrouw
is, zal zij 9poedig alle verlangeu naar Duitsch-
land hebben laten varen."
„Zij zal altijd lijken aan heimwee naar
Duitschlaud en Duitsch gevoeldacht Eckow
pijnlijk, toen hij was vertrokken.
Den kinderen vielen de rlrie dagen tot
Eveliue's terugkomst oneindig lang en
't was vreemd! zoo goed en handelbaar
als zij anders waren, het scheen alsof er,
nu de vriendelijke maar toch vaste leiding
hun ontbrak, een geest van ouverdragclijkheid
en ongehoorzaamheid over allen was gekomen.
Robert plaagde de beide jongeren, tot Paul
een van zijne ontembare driftige buien kreeg
en Ton ie in tranen zwom, zoodat de vader,
het ongewone alarm er bijgeroepen, met
ernstige woorden den vrede moest herstellen-
Dan weer joeg Paul, die zich verveelde, de
huiskat, tot het angstig geworden dier het
raam uitsprong en daarbij eene fraaie blqpjende
rozenstruik die in een pot op de vensterbauk
stond, omlaag wierp. Maar wat nog erger
was, den derden dag lag Paul's kanarievogel,
op Viens verzorgiag Eveline steeds een
waakzaam oog hield, dood in de kooi en
het bleek, dat het arme dier ellendig om
gekomen was uit gebrek aan eten en drinken,
over welk feit de arme kleine jongen bijna
buiten zich zeiven was van berouw en ge
wetenswroeging. Ook buitendien was er
radeloosheid en verdriet aan alle kauten. De
fraaie potbloemen, de lievelingen van Eveline,
lieten de koppen haugen, want er dacht
niemand aan om ze te begieten. De kinderen
konden nu eens een noodig klcediugstuk,
dan een boek, dan weder een stuk speelgoed
niet vinden. De meid stond met den middag
geheel verlegen en radeloos bij den haard en
te vergeefs alle moeite om de spijzen behoorlijk
op tafel te brengen. Eveliue, die vooral
uitkomst wist, die alles bedacht en in het
hoofd had, altijd ter rechter tijd en bijna
zonder dat iemand hel bespeurde, raad gaf;
Eveline ontbrak overal eu aan iedereen iu
het huis.
„Zoo zal het zijn als zij vertrokkeu is."
dacht de president. „Miju huis zal eene wees
zijn en nooit eene waardige plaatsvervangster
voor haur viuden.''