MTENLANDSCH OVERZICHT.
Gemengd Nieuws.
Staten-Generaal.
Plaatselijke berichten.
Provinciale Staten.
Ons beknopt overzicht van de alge-
meene beraadslaging der Tweede Kamer
over de belastingvoorstellen loopt tot
Dinsdag. Nog drie dagen daarna werd
het voortgezet; zelfs werd aan de ver
gadering van Vrijdag j.l. nog een avond
vergadering toegevoegd, om gereed te
komen vöor deze week, te noodiger om
dat Dinsdag en Woensdag de Kamer
niet bijeenkomt wegens de zittingen der
Provinciale Staten. Natuurlijk is het niet
doenlijk in een eng bestek zelfs den
hoofdinhoud der verschillende redevoeiin-
gen terug te geven, en ook r.iet bepaald
noodig, dewijl de geopperde bezwaren
reeds door andere Sprekers waren inge
bracht, en we dus niet zelden herhalin
gen kregen van hetgeen reeds vroeger
gezegd was. Vele sprekers duchten na
deel voor den landbouw door de belas
ting ook op het onroerend vermogen,
en vooial aan de rechterzijde werd dit
bezwaar sterk op den voorgrond geplaatst.
De heeren Zijp en Zijlma, meer nabij
dan iemand met den boerenstand bekend,
waren daarentegen van oordeel, dat de
ontheffing, die de landbouw erlangt door
de vermindering der mutatierecluen, door
do verlaging van den zoutaccijns, door
de later voor te stellen verlaging van
het percentage der grondbelasting, ruim
schoots opweegt tegen den geiingen be
lastingdruk, den meerveriiiogenden opge
legd. Bij de linkerzijde werd door som
mige sprekers volgehouden dat de be
lasting op de inkomsten uit vermogen
niet kan worden ingevoerd zonder dat
men zekerheid heeft van het tot stand
komen der bedrijfsbelasting, die daarmee
in nauw vei baud staal, welk verband
door den Minister niet zoo eng werd op
gevat; ook waren er in de liberale partij
sprekers, die de heffing van groote ver
mogens te laag achtten en daarvan een
hooger procent zouden willen eischen,
terwijl d» verhooging op het gedistilleerd
bij velen afkeuring vond. De heer Poel
man ging in zijn criliek het verst door
te beweren dat deze belastingen in geen
enkel opzicht voldoening geven aan de
rechtmatige wenschen des volks, hetgeen
de keer Tijdens wel met hem eens was,
doch dezen spreker niet zou beletten zijn
stem aan de ontwerpen te geven.
De Minister van Financiën heeft na-
tuuilijk alle bezwaren bestreden, daar
bij te kennen gevende dat onmiddelijk
na de aanneming dezer wetten, en nog
vóór het kiesrecht aan de orde wordt
gesteld, het ontwerp tot regeling van de
bedrijfsbelasting en de voordracht tot
invoering van de peraequatie der grond
belasting op den voet van 6 pet. van de
belastbare opbrengst, zouden worden in
gediend. Opmerkelijk was een redevoering
vae den heer M. Mackay, den vroegeren
premier, die, hoewel van oordeel dat deze
wetten nog veel verbetering behoeven,
toch de hoop uitdrukte dat zij tot stand
zouden komen onder medewerking v an
de rechterzijde, opdat het geen partij-
wetten zouden worden, welke ver
klaring den Minister van Financiën aan
leiding gaf om te verzekeren, dat ook
hij zulks vurig wenschte, en de mede
werking der rechterzijde ten hoogste
waardeert, mits men daaraan geen voor
waaiden veibindt, die hij onmogelijk kan
aannemen.
Na deze wederzijdsche betuiging ein
digde het algemeen debat. We hopen dal
de Donderdag aanvangende behandeling
der afzonderlijke ontwerpen het bestaan
van een eeilijke zucht tot'samenwerking,
zonder partijliai tstocht, moge bevestigen.
«Wat doet Bismarch nog te Kissin
gen?" spot het Berlijnsche humoris
tisch blad »CJlk" «hij heeft waarlijk
geen «kuur" meer noodig. Hij heeft zijn
hart gelucht, zijn gal uitgespuwd; Caprivi
heeft hij zijn vet gegeven, en wat hem
op de maag lag heeft hij er afgeworpen.
Is hij dan nog niet tevreden
Gravbrooke. Ik wél. Uit verschillende zaken
he'u ik kunuen opmaken dat hij zich nopens
ons allen, uiaar inzonderheid ten aanzien van
Nathalie, veel laat voorstaan. Mij bevalt de
manier niet waarop hij tot haar spreekt, en
haar aanziet. Hij is ongepast gemeenzaam
met haar; indringend vertrouwelijk. Daar
moest perk aan worden gesteld. In mijne
betrekking, moest meer op mijne gevoelens
worden gelet. Ik verzoek u aan die vertrou
welijkheid een einde te maken, wanneer wij
aan wal zijn."
Sir Jozeph sprak vervolgens op erustigen
toon. Zijne woorden drukten bevreemding uit.
„Mijn waarde ltiehard, zij zijn neef en
nicht, zij zijn speelgenootcn in hunne jeugd
geweest. Hoe kunt gij or aan denken 't
minste gewicht te hechten aan ie!s wat
door den armen Launce gezegd of gedaan
wordt?"
Er lag iets goedmoedigs kleinachtend in
de zinspeling op den „armen Launce" in
Sir Jozeph's woorden, dat zijne dochter stuitte.
Hij zou bijkans op gelijke wijs over oen
onschadelijk huisdier hebben kunuen spreken,
Nathalie kleurde sterk. Hare kaud drukte die
van I.aunco op lieftallige wijs.
Turlington drong met nog meer klem aan
„lk moet nogmaals verzoeken ernstig
verzoeken dat go die toenemende vertrou
welijkheid zult intoomen. Ik heb er niet
tegen dal gij hem ten uw ent aoodigt, als ge
Of de «kuur," waarvan hier gesproken
is, bijzonderd heilzaam is voor den goe
den naam des ex-Kanseliers als staats
man, mag betwijfeld worden; en voor
zijn rust in de Beiersche badplaats ware
het ook beter, dat hij er maai verder
het zwijgen toe deed.
De verleden week vermelde mededee-
ling, door hem aan een redacteur van
de Neue Freie Presse gedaan, heeft
een aantal geharnaste artikelen uitgelokt
in de Norddeutsche Allgeineine Zeitung,
vermoedelijk van .de hand van Capnvi
zeiven of in eik geval rechtstreeks door
hem ingegeven. Aan het slot van het
laatste wordt een dreigende toon aange
slagen. «Het schijnt wel," staat daal
alsof de Vorst, door steeds verder gedre
ven roekeloosheid, de leidende Staatslie
den wil dwingen, den snijd met hein
aan te binden. Niemand vermag de
schade te bepalen die de Vorst mogelijk
voornemens is aan zijn eigen vaderland
te berokkenen, maar zij, die den Staat
te besturen hebben, mogen den plicht
niet miskennen, de hoogste goederen der
natie te verdedigen, zelfs tegen denman,
die er het meest toe heeft bijgedragen
0111 ze te verwerven, noch nalaten dien
plicht, eenmaal erkend zijnde, te volbren
gen."
Dit stuk had Bismarck nog niet gele
zen. toen hij te Kissingen met een ver
slaggever der Miinchener Neuesle Nacli-
richlen een gesprek had. Daarbij vertelde
hij o. a. tegenover niemand wraakgevoel
te hebben, allerminst tegen zijn opvolger,
die hem nooit eenig leed deed. Liet hij
zich nu en dan eens hooren, maakte hij
aanmerkingen op regeeringshandelingen,
die hij voor de geleidelijke ontwikkeling
des lands nadeelig achtte, dan geschiedde
zulks uitsluitend ten beste des vaderlands.
Hij was van plan in den aanstaanden
winter te Berlijn te komen om zich in
den Rijksdag te laten zien
Toen de verslaggever gewaagde van
een mogelijke verzoening met den keizer,
kwam de vorst nadrukkelijk tegen dat
woord op. «Ik ben," zeide hij, «bij den
keizer in ongenade gevallen, zonder nog
te weten waarom, maar de keizer na
tuurlijk niet bij mij, dus het staat aan
hem door opheffing der ongenade de ver
houding weer op den ouden voet te
brengen. Minder het scheiden uit mijn
ambt deed mij pijnlijk aan, dan de wijze
waarop mij mijn afscheid werd gegeven."
Intusschen werd aan hetzelfde blad uit
Kissingen geschreven, dat het artikel der
Norddeutsche, waarin hij van gemis van
vaderlandsliefde wordt beschuldigd, von
Bismarck zeer heeft gegriefd, en dat hij
daarvan spoedig in de Hamburger Nacli-
richten het zijne zeggen zal. Wil men
hem in rechten betrekken, dan zal hij
zulks kalm afwachten.
Op die manier is het einde van den
strijd niet te voorzien, van een strijd,
waarvan niemand het nut inziet, en die
slechts koren kan zijn op den molen
van hen, die heil zien in het afbreken
van het gezag.
Het in de laatste plaats genoemde
blad bev3t hel bericht, dat Von Bismarck
het veelbesproken artikel der Norddeutsche
belachelijk vindt en het voor redactie
werk houdt, niet voor een Regeerings-
mededeelihg. Het zou, zoo wordt er
verder gezegd, hoogst belangwekkend
zijn, wanneer men beproeven wilde aan
Von Bismarck langs gerechtelijknn weg
het zwijgen op te leggen. Mogelijk wel,
dat de Heer Von Bismarck zelf er niets
op tegen zou hebben, wanneer aan zijn
staatkundige loopbaan een dergelijk dra
matisch slot werd gegeven.
De verkiezingen in Eugeland hebben
niet overal op denzelfden tijd plaats, maar
zijn over een drietal weken verdeeld, zoo
dat men er nog weinig van zeggen kan.
Tot dusver hebben de Gladstonianen
meer zetels gewonnen dan verloren,
9 tegen 3. Opmerking verdient dat de
schoonzoonder Koningin, de Markies van
Lorne, Unionist het tegen een aanhanger
van Gladstone heeft afgelegd.
In Spanje hebben voortdurend moeie-
lijkheden en rustverstoringen plaats, tegen
over welke de Regeering weinig kracht
aan den dag legt' Eerst had men een
algemeene werkstaking van de telegra
fisten het ongerief, daardoor veroorzaakt,
was zoo groot, dat de Koningin-Regentes
zich persoonlijk met de zaak bemoeide,
dal beloofd werd de grieven der beamb
tin ernstig te onderzoeken, en dat de
Minister van Binnenlandsche Zaken af
trad. Daarop volgde een Staking van
de werkzaamheden van de makelaars ter
•beurze, wegens ontevredenheid over de
invoering van een belasting op de beurs-
affaires; de beweging was zoo algemeen,
dat er geen officieële fonds-noteerin
gen konden worden uitgegeven. Toen
moest de Minister van Financiën beloven,
dat de maatregel zoo liberaal en zoo mild
mogelijk zou worden toegepast.
Veel meer geruchtmakend was het ver
zet van de verkoopers en vooral van de
koopvrouwen op de markten te Madiid,
tegen de heffing van de verhoogde markt-
gelden. Zij verdraaiden liet eenvoudig,
iels te verkoopen, noch een penning te
i i, i
andere vrienden bij u vraagt. Ik verlang
uiaar van u en ik vernacht van u
dat hij niet meer zoo af en aan loopt, zoo
als men 't noemt, op elk uur van den dag
of avond, wanneer hij niets aan den hand heeft.
Is dat tusschcn ons afgesproken!"
Wordt vervolgd)
betalen, en brachten heel de stad in op
schudding. De militaire macht moest er
aan te pas komen, nadat de prefect aan
het hoofd der gendarmerie vergeefs ge
poogd had de orde te herstellen; de sol
daten werden met steenworpen begroet
en moesten van de vuurwapenen gebruik
maken. Nadat een 75tal personen in
hechtenis waren genomen, bleef het on
rustig, ook den volgenden dag, toen op
nieuw de groentenvrouwen weigerden
handel te drijven, en de beweging
nam zoo toe, dat de burgemeester zijn
ontslag nam, de militaire overheid het
bestuur overnam, en de staat van beleg
werd afgekondigd; markten en gevange
nissen werden door de gendarmerie be
waakt. Een minstens even erg oproer
had plaats te Callatore, waar onlangs,
gelijk men zich herinneren zal, de bis
schop op straal was beleedigd. De over
brenging van den bisschoppelijken zetel
naar Logrono, vermoedelijk ten gevolge
van liet pas vermelde feit, vond verzet,
waaraan de politie door eenige arrestaties
een eind poogde te maken maar toen
geraakte alles in opschudding; het volk
piogde de gevangenen te ontzetten, om
singelde de kazerne, stak gebouwen in
brand en wierp bij raadsleden de glazen in.
De koning van Kneden heeft beslist
geweigerd gevolg te geven aan den
wenscli van de Noorweegsche Volksver
tegenwoordiging tol instelling van afzon
derlijke consulaten in liet buitenland voor
Noorwegen. Dientengevolge is het Minis
terie afgetreden en hebben de Noorsche
Kamers haar zitting moeten opheffen.
Hel is niet te voorzien, op welke wijze
dit geschil kan worden bijgelegd zooals
de zaken thans zijn, kan het tot een
ernstige crisis leiden.
Uitslag der overgangsexamens aan
liet Gymnasium te Amersfoort.
Bevorderd van kl. I tot lil. II:
Onvoorwaardelijk: I. J. Dermout, H.
van Grielhuysen, C. Stadermann, A. G.
van Willenswaarb.
VoorwaardelijkB. Creutzberg, K. F.
Creutzberg, H. M. Moll, A. J. de Niet,
C. Sweris.
Niet bevoiderd 6.
Van kl. II tot kl. III:
Onvoorwaardelijk A. van den Berg. R.
van Esveld, J. L J. ten Dam Ham, F.
Kijftenbc-lt C. de Lorm, L. van Mastrigt,
G. C. F. de Vries.
Voorwaardelijk D. Horseling, E. VVar-
molts.
Niet bevorderd 6.
Van kl. Ill tot ld. IV:
Onvoorwaardelijk J. G. Aalders, E. L.
F. Andrée de la Porte, J. A. A. H. de
Beaufort,. C. G. llile, H. Pomes, H. IJ.
Schipper, M. Schulman, J J. Vermeulen.
Voorwaardelijk P. N. P. Knijff.
Niet bevorderd 4.
Van kl. IV tot kl. V:
Onvoorwaardelijk C. Deelder.
Voorwaardelijk B. Dijkstra, E. J. van
der Noordaa, W. Stap, J. Tol, J. B.
Wolff.
Van kl. V lot kl. VI:
Onvooi waardelijk W. G. C. T. M. Gol,
D. S. van Warmelo.
Voorwaardelijk J. Doets.
Uitslag der overgangsexamens aan
de Hoogere Burgerschool alhier:
Van de eerste naar de tweede klasse:
Steensma, E. C. A. de Waal, Garjeanne,
Ham, G. v. d. Wall Bake, H. v. d. Wall
Bake, de Beaufort, Bersma, de Blauw,
Heemskerck Diiker, Ittmann, de Koningh,
v. d. Meer v. Kuffeler, Cool, Gobée.
Voorwaardelijk: Boeschoten, Deelken,
de Jonge van Halen, Ledeboer, van
Raalte.
Van de tweede naar de derde klasse:
Kerbert. de Kocli, Frylinck, Kolff, Lan-
geveld, Reiger, Warmelo, v. Gelder, Bus-
quet, Gobée, Klein, Schulman.
Voorwaardelijk: Hassing, Wellan.
De toehoorderes A. Vlaanderen is be
vorderd.
Van de derde naar de vierde klasse:
Hoegsma. Cool, Deelken, Krol, Tap, Die-
mont, de Neeling, Rasch, Vollenhoven.
Voorwaardelijk Cruyff, Kerkhoff, de
Kroes, Lagerwey, van Zyll.
Eén leerling heeft niet aan het examen
deelgenomen.
De toehoorder Blydenstein en de toe
hoorderessen Donker, v. Eybergen en
Rauh zijn voor de voldoende vakken be
vorderd.
Van de vierde naar de vijfde klasse:
Muller, Hiensch, Gerhard.
Voorwaardelijk Wolter.
De toehoorder Uylenberg is voor de
voldoende vakken bevoiderd.
Bij Koninklijk besluit van den 2.
Juli II., No. 28, is aan Mr. II. J. II. baron
van Boetzelaer van Oosleihout, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als burge
meester van Leusden en van Steutenburg.
Velen onzer zullen zich nog met ge
noegen de heeilijke concerten herinneren,
indertijd door leden van het Koninklijk
Domkoor uit Berlijn in verschillende
plaatsen van ons land gegeven. De zui
vere tonen der zangers, even welluidend
als krachtig vervulden te toehoorders met
bewondering en deden hen een waarach
tig kunstgenot smaken. Een dergelijk
kunstgenot wacht ons weldra weder. De
leden van het Domkoor zijn op hunng
rondreis en hebben zich reeds in eenipe
steden van ons land en elders met groot
succes doen hooren. Wij wekken onze
stadgenooten op tot een trouwe opkomst,
overtuigd dat zij een groot muziekaal ge
not zullen smaken. Voor nadere bijzon
derheden verwijzen wij naar de achter
staande advertentie omtrent dit concert.
Naar wij vernemen zal de Kies-
vereeniging Ainet -foorl" op Woensdag 13
Juli a. s. vergaderen tot liet stellen van
candidaten voor de commissie van grens-
veiandering.
Wij achten dit eene goede maatregel,
tot voorlichting der kiezers, waardoor
wellicht herhaalde stemming voorkomen
wordt.
Donderdag, 7 Juli, 's avonds te 8
uren, zal in het hotel «Muller" van den
heer D. Schimmel weder eene algemeene
vergadering gehouden worden door de
leden van het Departement Amersfoort
der maatschappij tot nut van't algemeen,
waarin behandeld zullen worden de re
kening over 1891/92 en de begrooting
voor 1892/93 van liet departement. Daarna
zal verslag worden uitgebracht door den
afgevaardigde ter algemeene vergadering,
en de benoeming plaats hebben van een
lid voor het bestuur der Spaarbank, door
welk bestuur, na het bedanken van den
heer Mr. H. Croockewit Jr., als zoodanig
werden voorgedragen de heeren Jhr. Mr.
A. M. C. Sandberg, Mr. A. Stheeman en
F. W. J. H. Tengbergen, alpliabetisch
gerangschikt.
In de algemeene vergadering die
de Vereeniging Amersfoortsche Vrijwil
lige Brandweer" gisteravond hield, is be
sloten het tienjarig bestaan dier vereeni
ging feestelijk te herdenken door een
watertochtje naar Marken of een andere
plaats, en daarna zich te vereenigen aan
een diner in «de Arend". Daarbij en daarna
zal goede muziek zich doen hooren en
eenige voordrachten ten beste worden
gegeven. Niet onwaarschijnlijk is het,
dat ook een bal-champètre zal worden
georganiseerd.
rii i ii |i i mi ujiiiitt»*
De Provinciale Staten zijn gisteren
voormiddag 11 uur bijeengekomen tot het
houden van de zomervergadering van 1892.
Deze werd, in naam van H. M. de Ko
ningin, geopend door den Commissaris
der Koningin, den heer A. baron Schim-
melpenninck van der Oije van Nijenbeelt,
met de volgende rede:
Mijne Heeren!
Het is mij steeds een bijzonder voor
recht, U van deze plaats welkom te mo
gen lieeten.
Levendigis hij mij de overtuiging, dat
het U aller streven is, bij te dragen tot
bevestiging van den welstand van dit
ons schoon gewest.
Verschillend mogen de wegen zijn, die
men meent te moeten betreden, het doel
dat beoogd wordt, is voor allen één: om
hel waarachtig heil dezer provincie in
de hand te werken. Het is daarom met
vreugde, dat ik zoowel de op nieuw her-
kozenen, als de niet afgetieden leden
dezer vergadering hier weder om mij
vereenigd zie.
Één zetel blijft heden helaas 1 onbezet,
door het overlijden van Uwen geachten
ambtgenoot, den heer Geelkerken.
De hoofdgemeente van ons gewest
vierde onlangs een, ik mag het zeggen,
nationaal feest.
Onze geliefde Koningin en hoogge
schatte Koningin-Regentes gaven op 10
Juni jl. door Hoogstderzelver tegenwoor
digheid bij het leggen van den eersten
steen van onze Universiteit het bewijs,
dat de Utrechtsche Academie Oranje
nauw aan liet hart ligt.
De provincie Utrecht, zoo fier op deze
hare Universiteit, en niet minder waar-
deerende, dat de gemeente Utrecht eene
bij uitnemendheid wetenschappelijke stad
mag genoemd worden, heeft uit het
enthousiasme der van alle zijden samen
gevloeide menigte het bewijs mogen put
ten, dat de tegenwoordigheid der Koning
innen op het Munsterkei khof, op den
hoogsten prijs werd gesteld.
Moge liet nieuwe Academiegebouw,
waarvan Koningin Wilhelmina den hoek
steen legde, een leerschool worden voor
vele mannen, die, bezield met den geest
van den grooten Zwijger en zijne door
luchtige nazaten, de vrijheid en het recht
voor allen, door dp Oranjes steeds be
oefend, in waarheid voorstaan.
Gods onmisbare zegen ruste op onze
arbeid."
De geloofsbrieven van de leden, die
zich, tengevolge van periodieke aftreding,
aan eene nieuwe verkiezing moesten
onderwerpen, en van Mr. A. J. de Beau
fort, die den 22. Maart jl. in het district
Amersfoort gekozen is ter vervulling van
eene tusschentijds ontstane vacature,
werden bij onderzoek in orde bevonden.
Tot hunne toelating is besloten, waarna
zij zitting namen, na aflegging van de
voorgeschieven eeden.
De begrootingen voor het dienstjaar
1893 en de rekening en verantwoording
over 1890, zijn naar de afdeelingen ge
zonden, evenals het adres van liet bestuur
der vereeniging «het Utrechlsch museum
van kunstnijverheid" om een doorloopend
subsidie van f500 's jaars uit de pro
vinciale middelen, en dat van het hoofd
bestuur van het Genootschap voor land
bouw en kiuidkunde om een subsidie
voor 1893 van f 4000, ter bevordering
van de belangen van landbouw en vee
teelt.
De voordracht tot overdracht in eigen
dom en onderhoud aan de gemeente
Doorn van de in de kom dier gemeente
gelegen rioleering, behoorende tot den
provincialen weg van Doorn naar Leus
den, en het adres van den heer P. J. M.
Stevens om een subsidie uit de provin
ciale middelen in de kosten van aanleg
van een paardentramweg van Amersfoort
over Soest en Soestdijk naar Baarn, wer
den tot onderzoek in handen gesteld van
eene commissie bestaande uit de heeren
Doude van Troostwijk,Schimmelpenninck,
van Boetzelaar, Blankenheijm en Berger
van Hengst.
Van het Domburgsch Badniutvs
verscheen het eerste nummer van den
lOen jaargang. Als naar gewoonte zijn
in dit zaakrijke blaadje tal van bijzonder
heden opgenomen, die voor den badgast
van aanbelang zijn.
Uil een overzicht over de badplaats
en evenzoo uit de vrij gioote lijst van
vreemdelingen, ook uit België Duitschland,
Frankrijk en Oostenrijk, blijkt dat Dom
burg een goeden zomer tegemoet gaat, te
meer daar, zooals men weet, Dr. Metzger
voornemens is gedurende zijn verblijf in
deze badpaats ook patiënten te behande
len.
Uil Domburg wordt bovendien nog ge
meld, dat de Prins von Wied voor dit
seizoen de villa Duinoord heeft gehuurd.
Tegenover het plan der Duitschers, om in
1900 te Berlijn een groote werold-tentoon-
stelling te houden, is een machtige con
current opgestaan. In de Fransche Kamer
heeft nl. de heer Delonele het voorstel
gedaan, in 1900 in Parijs een wereldten
toonstelling te organiseeren. Delonele
was van plan, dit voorstel eerst het vol
gende jaar te doen, hel plan van Duitsch
land evenwel belette hem, zoolang te
wachten.
In Calcutta is thans een wonder der
natuur te aanschouwen in den vorm van
twee kinderen, meisjes, die door één
borstbeen samen vereenigd zijn. Zij zijn
vier jaar oud, volkomen gezond, eten flink,
doch gevoelen ter zelfden tijd dezelfde
gewaarwordingen en behoeften in zich
opkomen. De ouders, behoeftige lieden,
verdienen de kost door met hunne kin
deren van stad tot stad te trekken en
ze tegen een geringen prijs aan nieuws
gierigen te vertoonen.
In het Kaapsche blad De Paarl kwam
onlangs de volgende mededeeling voor.
De vertegenwoordiger van de familie van
den overleden heer Banljes, die in het
belang der erfgenamen naar Holland ge
gaan was, vermeldt dat hij de aanzien
lijke som van 432,000 p. st. verkregen heeft,
welke gedurende honderd jaren in omloop
was, met renten. Hij zal binnenkort naar
Transvaal terugkeeren, en het geld in
Pretoiia onder de erfgenamen op 1 Juli
verdeelen. Er zijn 30 erfgenamen.
Caiman Levy, de bekende Fransche
uitgever te Parijs was bij het begin van
zijn loopbaan de eigenaar van een klein
boekenstalletje in de open lucht terwijl
zijn kapitaal uit f7.20 bestond. Hij liet
bij zijn dood een vermogen van f36 000.000
na. Gemiddeld verkocht hii per jaar
1,725,000 boeken en 2,500,000 tijdschrif
ten. Hij was eigenaar van veertien pa
piermolens, dertig drukkerijen, twaalf
boekbinderijen.
Men verwacht dat de Chicago-tentoon-
stelling op 1 Mei 1893 zal worden ge
opend door markies De Verugua, een
afstammeling van Columbus. Doch die
opening zal op eigenaardige wijze ge
schieden de markies is te oud om zelf
naar Chicago te komen en daarom zal
hij te Madrid eenvoudig op een knopje
drukken van een electro-magnetische toe
stel, in verbinding gebracht met een on-
derzeesche kabel en verder met de hoofd
machine van de werktuigen-galei ij in
Jackson Park. Door zijn eenvoudige han
deling zullen alle machines dan in wer
king komen en dit zal het sein wezen
van de openstelling der «Worlds fair."
Bij een opstijging in het Cristal Palace,
te Londen is de luchtreiziger Dale door
het baisten van den ballon met drie hem
vergezellende personeu, zijn zeventienja
rigen zoon, den heer John. Mc. Intosh
en den heer Cecil Stadbolt, van een aan
zienlijke hoogte naar beneden gestort.
Kapitein Dale werd gedood en de drie
andere personen liggen in gevaarlijken
toestand in het hospitaal.
Kort voor de opstijging, die plaats had
in het bijzijn van Dale's vrouw en doch
ter, bemerkte de eerste een klein gaatje
in de zijde, dat zij met de grootste nauw
keurigheid dichtnaaide. Hieraan is dan
ook hoogstwaarschijnlijk het ongeluk niet
toe te schrijven.
Een ooggetuige vertelt, dat dadelijk
na de opstijging aan de bewegingen van
den kapitein te zien was, dat er iets
niet in den haak was. Plotseling bleef