MTENLANDSCH OVERZICHT. Gemengd Nieuws. Staten-Generaal. Plaatselijke berichten. Provinciale Staten. Ons beknopt overzicht van de alge- meene beraadslaging der Tweede Kamer over de belastingvoorstellen loopt tot Dinsdag. Nog drie dagen daarna werd het voortgezet; zelfs werd aan de ver gadering van Vrijdag j.l. nog een avond vergadering toegevoegd, om gereed te komen vöor deze week, te noodiger om dat Dinsdag en Woensdag de Kamer niet bijeenkomt wegens de zittingen der Provinciale Staten. Natuurlijk is het niet doenlijk in een eng bestek zelfs den hoofdinhoud der verschillende redevoeiin- gen terug te geven, en ook r.iet bepaald noodig, dewijl de geopperde bezwaren reeds door andere Sprekers waren inge bracht, en we dus niet zelden herhalin gen kregen van hetgeen reeds vroeger gezegd was. Vele sprekers duchten na deel voor den landbouw door de belas ting ook op het onroerend vermogen, en vooial aan de rechterzijde werd dit bezwaar sterk op den voorgrond geplaatst. De heeren Zijp en Zijlma, meer nabij dan iemand met den boerenstand bekend, waren daarentegen van oordeel, dat de ontheffing, die de landbouw erlangt door de vermindering der mutatierecluen, door do verlaging van den zoutaccijns, door de later voor te stellen verlaging van het percentage der grondbelasting, ruim schoots opweegt tegen den geiingen be lastingdruk, den meerveriiiogenden opge legd. Bij de linkerzijde werd door som mige sprekers volgehouden dat de be lasting op de inkomsten uit vermogen niet kan worden ingevoerd zonder dat men zekerheid heeft van het tot stand komen der bedrijfsbelasting, die daarmee in nauw vei baud staal, welk verband door den Minister niet zoo eng werd op gevat; ook waren er in de liberale partij sprekers, die de heffing van groote ver mogens te laag achtten en daarvan een hooger procent zouden willen eischen, terwijl d» verhooging op het gedistilleerd bij velen afkeuring vond. De heer Poel man ging in zijn criliek het verst door te beweren dat deze belastingen in geen enkel opzicht voldoening geven aan de rechtmatige wenschen des volks, hetgeen de keer Tijdens wel met hem eens was, doch dezen spreker niet zou beletten zijn stem aan de ontwerpen te geven. De Minister van Financiën heeft na- tuuilijk alle bezwaren bestreden, daar bij te kennen gevende dat onmiddelijk na de aanneming dezer wetten, en nog vóór het kiesrecht aan de orde wordt gesteld, het ontwerp tot regeling van de bedrijfsbelasting en de voordracht tot invoering van de peraequatie der grond belasting op den voet van 6 pet. van de belastbare opbrengst, zouden worden in gediend. Opmerkelijk was een redevoering vae den heer M. Mackay, den vroegeren premier, die, hoewel van oordeel dat deze wetten nog veel verbetering behoeven, toch de hoop uitdrukte dat zij tot stand zouden komen onder medewerking v an de rechterzijde, opdat het geen partij- wetten zouden worden, welke ver klaring den Minister van Financiën aan leiding gaf om te verzekeren, dat ook hij zulks vurig wenschte, en de mede werking der rechterzijde ten hoogste waardeert, mits men daaraan geen voor waaiden veibindt, die hij onmogelijk kan aannemen. Na deze wederzijdsche betuiging ein digde het algemeen debat. We hopen dal de Donderdag aanvangende behandeling der afzonderlijke ontwerpen het bestaan van een eeilijke zucht tot'samenwerking, zonder partijliai tstocht, moge bevestigen. «Wat doet Bismarch nog te Kissin gen?" spot het Berlijnsche humoris tisch blad »CJlk" «hij heeft waarlijk geen «kuur" meer noodig. Hij heeft zijn hart gelucht, zijn gal uitgespuwd; Caprivi heeft hij zijn vet gegeven, en wat hem op de maag lag heeft hij er afgeworpen. Is hij dan nog niet tevreden Gravbrooke. Ik wél. Uit verschillende zaken he'u ik kunuen opmaken dat hij zich nopens ons allen, uiaar inzonderheid ten aanzien van Nathalie, veel laat voorstaan. Mij bevalt de manier niet waarop hij tot haar spreekt, en haar aanziet. Hij is ongepast gemeenzaam met haar; indringend vertrouwelijk. Daar moest perk aan worden gesteld. In mijne betrekking, moest meer op mijne gevoelens worden gelet. Ik verzoek u aan die vertrou welijkheid een einde te maken, wanneer wij aan wal zijn." Sir Jozeph sprak vervolgens op erustigen toon. Zijne woorden drukten bevreemding uit. „Mijn waarde ltiehard, zij zijn neef en nicht, zij zijn speelgenootcn in hunne jeugd geweest. Hoe kunt gij or aan denken 't minste gewicht te hechten aan ie!s wat door den armen Launce gezegd of gedaan wordt?" Er lag iets goedmoedigs kleinachtend in de zinspeling op den „armen Launce" in Sir Jozeph's woorden, dat zijne dochter stuitte. Hij zou bijkans op gelijke wijs over oen onschadelijk huisdier hebben kunuen spreken, Nathalie kleurde sterk. Hare kaud drukte die van I.aunco op lieftallige wijs. Turlington drong met nog meer klem aan „lk moet nogmaals verzoeken ernstig verzoeken dat go die toenemende vertrou welijkheid zult intoomen. Ik heb er niet tegen dal gij hem ten uw ent aoodigt, als ge Of de «kuur," waarvan hier gesproken is, bijzonderd heilzaam is voor den goe den naam des ex-Kanseliers als staats man, mag betwijfeld worden; en voor zijn rust in de Beiersche badplaats ware het ook beter, dat hij er maai verder het zwijgen toe deed. De verleden week vermelde mededee- ling, door hem aan een redacteur van de Neue Freie Presse gedaan, heeft een aantal geharnaste artikelen uitgelokt in de Norddeutsche Allgeineine Zeitung, vermoedelijk van .de hand van Capnvi zeiven of in eik geval rechtstreeks door hem ingegeven. Aan het slot van het laatste wordt een dreigende toon aange slagen. «Het schijnt wel," staat daal alsof de Vorst, door steeds verder gedre ven roekeloosheid, de leidende Staatslie den wil dwingen, den snijd met hein aan te binden. Niemand vermag de schade te bepalen die de Vorst mogelijk voornemens is aan zijn eigen vaderland te berokkenen, maar zij, die den Staat te besturen hebben, mogen den plicht niet miskennen, de hoogste goederen der natie te verdedigen, zelfs tegen denman, die er het meest toe heeft bijgedragen 0111 ze te verwerven, noch nalaten dien plicht, eenmaal erkend zijnde, te volbren gen." Dit stuk had Bismarck nog niet gele zen. toen hij te Kissingen met een ver slaggever der Miinchener Neuesle Nacli- richlen een gesprek had. Daarbij vertelde hij o. a. tegenover niemand wraakgevoel te hebben, allerminst tegen zijn opvolger, die hem nooit eenig leed deed. Liet hij zich nu en dan eens hooren, maakte hij aanmerkingen op regeeringshandelingen, die hij voor de geleidelijke ontwikkeling des lands nadeelig achtte, dan geschiedde zulks uitsluitend ten beste des vaderlands. Hij was van plan in den aanstaanden winter te Berlijn te komen om zich in den Rijksdag te laten zien Toen de verslaggever gewaagde van een mogelijke verzoening met den keizer, kwam de vorst nadrukkelijk tegen dat woord op. «Ik ben," zeide hij, «bij den keizer in ongenade gevallen, zonder nog te weten waarom, maar de keizer na tuurlijk niet bij mij, dus het staat aan hem door opheffing der ongenade de ver houding weer op den ouden voet te brengen. Minder het scheiden uit mijn ambt deed mij pijnlijk aan, dan de wijze waarop mij mijn afscheid werd gegeven." Intusschen werd aan hetzelfde blad uit Kissingen geschreven, dat het artikel der Norddeutsche, waarin hij van gemis van vaderlandsliefde wordt beschuldigd, von Bismarck zeer heeft gegriefd, en dat hij daarvan spoedig in de Hamburger Nacli- richten het zijne zeggen zal. Wil men hem in rechten betrekken, dan zal hij zulks kalm afwachten. Op die manier is het einde van den strijd niet te voorzien, van een strijd, waarvan niemand het nut inziet, en die slechts koren kan zijn op den molen van hen, die heil zien in het afbreken van het gezag. Het in de laatste plaats genoemde blad bev3t hel bericht, dat Von Bismarck het veelbesproken artikel der Norddeutsche belachelijk vindt en het voor redactie werk houdt, niet voor een Regeerings- mededeelihg. Het zou, zoo wordt er verder gezegd, hoogst belangwekkend zijn, wanneer men beproeven wilde aan Von Bismarck langs gerechtelijknn weg het zwijgen op te leggen. Mogelijk wel, dat de Heer Von Bismarck zelf er niets op tegen zou hebben, wanneer aan zijn staatkundige loopbaan een dergelijk dra matisch slot werd gegeven. De verkiezingen in Eugeland hebben niet overal op denzelfden tijd plaats, maar zijn over een drietal weken verdeeld, zoo dat men er nog weinig van zeggen kan. Tot dusver hebben de Gladstonianen meer zetels gewonnen dan verloren, 9 tegen 3. Opmerking verdient dat de schoonzoonder Koningin, de Markies van Lorne, Unionist het tegen een aanhanger van Gladstone heeft afgelegd. In Spanje hebben voortdurend moeie- lijkheden en rustverstoringen plaats, tegen over welke de Regeering weinig kracht aan den dag legt' Eerst had men een algemeene werkstaking van de telegra fisten het ongerief, daardoor veroorzaakt, was zoo groot, dat de Koningin-Regentes zich persoonlijk met de zaak bemoeide, dal beloofd werd de grieven der beamb tin ernstig te onderzoeken, en dat de Minister van Binnenlandsche Zaken af trad. Daarop volgde een Staking van de werkzaamheden van de makelaars ter •beurze, wegens ontevredenheid over de invoering van een belasting op de beurs- affaires; de beweging was zoo algemeen, dat er geen officieële fonds-noteerin gen konden worden uitgegeven. Toen moest de Minister van Financiën beloven, dat de maatregel zoo liberaal en zoo mild mogelijk zou worden toegepast. Veel meer geruchtmakend was het ver zet van de verkoopers en vooral van de koopvrouwen op de markten te Madiid, tegen de heffing van de verhoogde markt- gelden. Zij verdraaiden liet eenvoudig, iels te verkoopen, noch een penning te i i, i andere vrienden bij u vraagt. Ik verlang uiaar van u en ik vernacht van u dat hij niet meer zoo af en aan loopt, zoo als men 't noemt, op elk uur van den dag of avond, wanneer hij niets aan den hand heeft. Is dat tusschcn ons afgesproken!" Wordt vervolgd) betalen, en brachten heel de stad in op schudding. De militaire macht moest er aan te pas komen, nadat de prefect aan het hoofd der gendarmerie vergeefs ge poogd had de orde te herstellen; de sol daten werden met steenworpen begroet en moesten van de vuurwapenen gebruik maken. Nadat een 75tal personen in hechtenis waren genomen, bleef het on rustig, ook den volgenden dag, toen op nieuw de groentenvrouwen weigerden handel te drijven, en de beweging nam zoo toe, dat de burgemeester zijn ontslag nam, de militaire overheid het bestuur overnam, en de staat van beleg werd afgekondigd; markten en gevange nissen werden door de gendarmerie be waakt. Een minstens even erg oproer had plaats te Callatore, waar onlangs, gelijk men zich herinneren zal, de bis schop op straal was beleedigd. De over brenging van den bisschoppelijken zetel naar Logrono, vermoedelijk ten gevolge van liet pas vermelde feit, vond verzet, waaraan de politie door eenige arrestaties een eind poogde te maken maar toen geraakte alles in opschudding; het volk piogde de gevangenen te ontzetten, om singelde de kazerne, stak gebouwen in brand en wierp bij raadsleden de glazen in. De koning van Kneden heeft beslist geweigerd gevolg te geven aan den wenscli van de Noorweegsche Volksver tegenwoordiging tol instelling van afzon derlijke consulaten in liet buitenland voor Noorwegen. Dientengevolge is het Minis terie afgetreden en hebben de Noorsche Kamers haar zitting moeten opheffen. Hel is niet te voorzien, op welke wijze dit geschil kan worden bijgelegd zooals de zaken thans zijn, kan het tot een ernstige crisis leiden. Uitslag der overgangsexamens aan liet Gymnasium te Amersfoort. Bevorderd van kl. I tot lil. II: Onvoorwaardelijk: I. J. Dermout, H. van Grielhuysen, C. Stadermann, A. G. van Willenswaarb. VoorwaardelijkB. Creutzberg, K. F. Creutzberg, H. M. Moll, A. J. de Niet, C. Sweris. Niet bevoiderd 6. Van kl. II tot kl. III: Onvoorwaardelijk A. van den Berg. R. van Esveld, J. L J. ten Dam Ham, F. Kijftenbc-lt C. de Lorm, L. van Mastrigt, G. C. F. de Vries. Voorwaardelijk D. Horseling, E. VVar- molts. Niet bevorderd 6. Van kl. Ill tot ld. IV: Onvoorwaardelijk J. G. Aalders, E. L. F. Andrée de la Porte, J. A. A. H. de Beaufort,. C. G. llile, H. Pomes, H. IJ. Schipper, M. Schulman, J J. Vermeulen. Voorwaardelijk P. N. P. Knijff. Niet bevorderd 4. Van kl. IV tot kl. V: Onvoorwaardelijk C. Deelder. Voorwaardelijk B. Dijkstra, E. J. van der Noordaa, W. Stap, J. Tol, J. B. Wolff. Van kl. V lot kl. VI: Onvooi waardelijk W. G. C. T. M. Gol, D. S. van Warmelo. Voorwaardelijk J. Doets. Uitslag der overgangsexamens aan de Hoogere Burgerschool alhier: Van de eerste naar de tweede klasse: Steensma, E. C. A. de Waal, Garjeanne, Ham, G. v. d. Wall Bake, H. v. d. Wall Bake, de Beaufort, Bersma, de Blauw, Heemskerck Diiker, Ittmann, de Koningh, v. d. Meer v. Kuffeler, Cool, Gobée. Voorwaardelijk: Boeschoten, Deelken, de Jonge van Halen, Ledeboer, van Raalte. Van de tweede naar de derde klasse: Kerbert. de Kocli, Frylinck, Kolff, Lan- geveld, Reiger, Warmelo, v. Gelder, Bus- quet, Gobée, Klein, Schulman. Voorwaardelijk: Hassing, Wellan. De toehoorderes A. Vlaanderen is be vorderd. Van de derde naar de vierde klasse: Hoegsma. Cool, Deelken, Krol, Tap, Die- mont, de Neeling, Rasch, Vollenhoven. Voorwaardelijk Cruyff, Kerkhoff, de Kroes, Lagerwey, van Zyll. Eén leerling heeft niet aan het examen deelgenomen. De toehoorder Blydenstein en de toe hoorderessen Donker, v. Eybergen en Rauh zijn voor de voldoende vakken be vorderd. Van de vierde naar de vijfde klasse: Muller, Hiensch, Gerhard. Voorwaardelijk Wolter. De toehoorder Uylenberg is voor de voldoende vakken bevoiderd. Bij Koninklijk besluit van den 2. Juli II., No. 28, is aan Mr. II. J. II. baron van Boetzelaer van Oosleihout, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burge meester van Leusden en van Steutenburg. Velen onzer zullen zich nog met ge noegen de heeilijke concerten herinneren, indertijd door leden van het Koninklijk Domkoor uit Berlijn in verschillende plaatsen van ons land gegeven. De zui vere tonen der zangers, even welluidend als krachtig vervulden te toehoorders met bewondering en deden hen een waarach tig kunstgenot smaken. Een dergelijk kunstgenot wacht ons weldra weder. De leden van het Domkoor zijn op hunng rondreis en hebben zich reeds in eenipe steden van ons land en elders met groot succes doen hooren. Wij wekken onze stadgenooten op tot een trouwe opkomst, overtuigd dat zij een groot muziekaal ge not zullen smaken. Voor nadere bijzon derheden verwijzen wij naar de achter staande advertentie omtrent dit concert. Naar wij vernemen zal de Kies- vereeniging Ainet -foorl" op Woensdag 13 Juli a. s. vergaderen tot liet stellen van candidaten voor de commissie van grens- veiandering. Wij achten dit eene goede maatregel, tot voorlichting der kiezers, waardoor wellicht herhaalde stemming voorkomen wordt. Donderdag, 7 Juli, 's avonds te 8 uren, zal in het hotel «Muller" van den heer D. Schimmel weder eene algemeene vergadering gehouden worden door de leden van het Departement Amersfoort der maatschappij tot nut van't algemeen, waarin behandeld zullen worden de re kening over 1891/92 en de begrooting voor 1892/93 van liet departement. Daarna zal verslag worden uitgebracht door den afgevaardigde ter algemeene vergadering, en de benoeming plaats hebben van een lid voor het bestuur der Spaarbank, door welk bestuur, na het bedanken van den heer Mr. H. Croockewit Jr., als zoodanig werden voorgedragen de heeren Jhr. Mr. A. M. C. Sandberg, Mr. A. Stheeman en F. W. J. H. Tengbergen, alpliabetisch gerangschikt. In de algemeene vergadering die de Vereeniging Amersfoortsche Vrijwil lige Brandweer" gisteravond hield, is be sloten het tienjarig bestaan dier vereeni ging feestelijk te herdenken door een watertochtje naar Marken of een andere plaats, en daarna zich te vereenigen aan een diner in «de Arend". Daarbij en daarna zal goede muziek zich doen hooren en eenige voordrachten ten beste worden gegeven. Niet onwaarschijnlijk is het, dat ook een bal-champètre zal worden georganiseerd. rii i ii |i i mi ujiiiitt»* De Provinciale Staten zijn gisteren voormiddag 11 uur bijeengekomen tot het houden van de zomervergadering van 1892. Deze werd, in naam van H. M. de Ko ningin, geopend door den Commissaris der Koningin, den heer A. baron Schim- melpenninck van der Oije van Nijenbeelt, met de volgende rede: Mijne Heeren! Het is mij steeds een bijzonder voor recht, U van deze plaats welkom te mo gen lieeten. Levendigis hij mij de overtuiging, dat het U aller streven is, bij te dragen tot bevestiging van den welstand van dit ons schoon gewest. Verschillend mogen de wegen zijn, die men meent te moeten betreden, het doel dat beoogd wordt, is voor allen één: om hel waarachtig heil dezer provincie in de hand te werken. Het is daarom met vreugde, dat ik zoowel de op nieuw her- kozenen, als de niet afgetieden leden dezer vergadering hier weder om mij vereenigd zie. Één zetel blijft heden helaas 1 onbezet, door het overlijden van Uwen geachten ambtgenoot, den heer Geelkerken. De hoofdgemeente van ons gewest vierde onlangs een, ik mag het zeggen, nationaal feest. Onze geliefde Koningin en hoogge schatte Koningin-Regentes gaven op 10 Juni jl. door Hoogstderzelver tegenwoor digheid bij het leggen van den eersten steen van onze Universiteit het bewijs, dat de Utrechtsche Academie Oranje nauw aan liet hart ligt. De provincie Utrecht, zoo fier op deze hare Universiteit, en niet minder waar- deerende, dat de gemeente Utrecht eene bij uitnemendheid wetenschappelijke stad mag genoemd worden, heeft uit het enthousiasme der van alle zijden samen gevloeide menigte het bewijs mogen put ten, dat de tegenwoordigheid der Koning innen op het Munsterkei khof, op den hoogsten prijs werd gesteld. Moge liet nieuwe Academiegebouw, waarvan Koningin Wilhelmina den hoek steen legde, een leerschool worden voor vele mannen, die, bezield met den geest van den grooten Zwijger en zijne door luchtige nazaten, de vrijheid en het recht voor allen, door dp Oranjes steeds be oefend, in waarheid voorstaan. Gods onmisbare zegen ruste op onze arbeid." De geloofsbrieven van de leden, die zich, tengevolge van periodieke aftreding, aan eene nieuwe verkiezing moesten onderwerpen, en van Mr. A. J. de Beau fort, die den 22. Maart jl. in het district Amersfoort gekozen is ter vervulling van eene tusschentijds ontstane vacature, werden bij onderzoek in orde bevonden. Tot hunne toelating is besloten, waarna zij zitting namen, na aflegging van de voorgeschieven eeden. De begrootingen voor het dienstjaar 1893 en de rekening en verantwoording over 1890, zijn naar de afdeelingen ge zonden, evenals het adres van liet bestuur der vereeniging «het Utrechlsch museum van kunstnijverheid" om een doorloopend subsidie van f500 's jaars uit de pro vinciale middelen, en dat van het hoofd bestuur van het Genootschap voor land bouw en kiuidkunde om een subsidie voor 1893 van f 4000, ter bevordering van de belangen van landbouw en vee teelt. De voordracht tot overdracht in eigen dom en onderhoud aan de gemeente Doorn van de in de kom dier gemeente gelegen rioleering, behoorende tot den provincialen weg van Doorn naar Leus den, en het adres van den heer P. J. M. Stevens om een subsidie uit de provin ciale middelen in de kosten van aanleg van een paardentramweg van Amersfoort over Soest en Soestdijk naar Baarn, wer den tot onderzoek in handen gesteld van eene commissie bestaande uit de heeren Doude van Troostwijk,Schimmelpenninck, van Boetzelaar, Blankenheijm en Berger van Hengst. Van het Domburgsch Badniutvs verscheen het eerste nummer van den lOen jaargang. Als naar gewoonte zijn in dit zaakrijke blaadje tal van bijzonder heden opgenomen, die voor den badgast van aanbelang zijn. Uil een overzicht over de badplaats en evenzoo uit de vrij gioote lijst van vreemdelingen, ook uit België Duitschland, Frankrijk en Oostenrijk, blijkt dat Dom burg een goeden zomer tegemoet gaat, te meer daar, zooals men weet, Dr. Metzger voornemens is gedurende zijn verblijf in deze badpaats ook patiënten te behande len. Uil Domburg wordt bovendien nog ge meld, dat de Prins von Wied voor dit seizoen de villa Duinoord heeft gehuurd. Tegenover het plan der Duitschers, om in 1900 te Berlijn een groote werold-tentoon- stelling te houden, is een machtige con current opgestaan. In de Fransche Kamer heeft nl. de heer Delonele het voorstel gedaan, in 1900 in Parijs een wereldten toonstelling te organiseeren. Delonele was van plan, dit voorstel eerst het vol gende jaar te doen, hel plan van Duitsch land evenwel belette hem, zoolang te wachten. In Calcutta is thans een wonder der natuur te aanschouwen in den vorm van twee kinderen, meisjes, die door één borstbeen samen vereenigd zijn. Zij zijn vier jaar oud, volkomen gezond, eten flink, doch gevoelen ter zelfden tijd dezelfde gewaarwordingen en behoeften in zich opkomen. De ouders, behoeftige lieden, verdienen de kost door met hunne kin deren van stad tot stad te trekken en ze tegen een geringen prijs aan nieuws gierigen te vertoonen. In het Kaapsche blad De Paarl kwam onlangs de volgende mededeeling voor. De vertegenwoordiger van de familie van den overleden heer Banljes, die in het belang der erfgenamen naar Holland ge gaan was, vermeldt dat hij de aanzien lijke som van 432,000 p. st. verkregen heeft, welke gedurende honderd jaren in omloop was, met renten. Hij zal binnenkort naar Transvaal terugkeeren, en het geld in Pretoiia onder de erfgenamen op 1 Juli verdeelen. Er zijn 30 erfgenamen. Caiman Levy, de bekende Fransche uitgever te Parijs was bij het begin van zijn loopbaan de eigenaar van een klein boekenstalletje in de open lucht terwijl zijn kapitaal uit f7.20 bestond. Hij liet bij zijn dood een vermogen van f36 000.000 na. Gemiddeld verkocht hii per jaar 1,725,000 boeken en 2,500,000 tijdschrif ten. Hij was eigenaar van veertien pa piermolens, dertig drukkerijen, twaalf boekbinderijen. Men verwacht dat de Chicago-tentoon- stelling op 1 Mei 1893 zal worden ge opend door markies De Verugua, een afstammeling van Columbus. Doch die opening zal op eigenaardige wijze ge schieden de markies is te oud om zelf naar Chicago te komen en daarom zal hij te Madrid eenvoudig op een knopje drukken van een electro-magnetische toe stel, in verbinding gebracht met een on- derzeesche kabel en verder met de hoofd machine van de werktuigen-galei ij in Jackson Park. Door zijn eenvoudige han deling zullen alle machines dan in wer king komen en dit zal het sein wezen van de openstelling der «Worlds fair." Bij een opstijging in het Cristal Palace, te Londen is de luchtreiziger Dale door het baisten van den ballon met drie hem vergezellende personeu, zijn zeventienja rigen zoon, den heer John. Mc. Intosh en den heer Cecil Stadbolt, van een aan zienlijke hoogte naar beneden gestort. Kapitein Dale werd gedood en de drie andere personen liggen in gevaarlijken toestand in het hospitaal. Kort voor de opstijging, die plaats had in het bijzijn van Dale's vrouw en doch ter, bemerkte de eerste een klein gaatje in de zijde, dat zij met de grootste nauw keurigheid dichtnaaide. Hieraan is dan ook hoogstwaarschijnlijk het ongeluk niet toe te schrijven. Een ooggetuige vertelt, dat dadelijk na de opstijging aan de bewegingen van den kapitein te zien was, dat er iets niet in den haak was. Plotseling bleef

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1892 | | pagina 2