MIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
NA KERSTMIS,
Nü. 69.
Zaterdag 27 Augustus 1892.
Een-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Koninginnedag.
BINNENLAND.
F e uilleton.
HMEHSFD0KTSC9E COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten iutezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Onder de dagen van de thans
intredende week is er een, die
voor het Nederlandsche volk een
bijzondere waarde heeft, de dag,
waarop H. M. Koningin Wilhel-
mina haar twaalfde levensjaar zal
voleindigd hebben.
Meer en meer wordt de laatste
dag der Augustusmaand tot een
nationalen feestdag verheven. Dat
geschiedt niet op hoog bevel, bij
Regeeringsbesluit, doch op eigen
initiatief der ingezetenengewoon
lijk zelfs is het gemeentebestuur
vreemd aan de vorming des feest-
plannen, en verleent het slechts
zijn steun op verzoek der Com-
missiën, die ze ontworpen en het
programma samengesteld hebben.
Dat is, dunkt ons, de goede ma
nier om de belangstelling in de
gewenschte richting te brengen en
het Koninginnefeest recht popu
lair te makenwat opwelt uit den
boezem des volks heeft oneindig
meer waarde dan hetgeen van
hoogerhand wordt uitgelokt.
Van jaar tot jaar zien wij het
getal der gemeenten toenemen,
waar de viering van dezen dag
met eenig feestelijk vertoon ge
paard gaat, en de tijd is niet meer
verre, dat hij nergens meer onop
gemerkt zal voorbijgaan. Dan zal
het zijn als onder de Regeering
van Koning Willem I, wiens ver
jaardag, juist een week vroeger
invallende dan die van zijn achter
kleindochter, het geheele land, van
Noord tot Zuid, in feestelijke stem
ming bracht.
Zeer natuurlijk is het, dat in
het programma van dien dag aller-
wege een kinderfeest een voor
name plaats inneemt. Vooreerst
zijn we dat zoo gewoon, het schijnt
wel, of bij ons steeds aanhetkleine
volkje het eerst wordt gedacht,
als er sprake is van feestvreugde.
De gevolgtrekkingen, die men uit
deze nationale eigenaardigheid zou
kunnen afleiden, pleiten zeker niet
in ons nadeel.
Maar er is nog een andere re
den. Onze kinderen beschouwen
»het kleine koninginnetje" als een
der hunnen. De luister van een
troon, het prestige van een roem
vol voorgeslacht, de glorie eener
schitterende toekomst, dat alles
zweeft hun wel voor den geest,
maar in de gestalte van een toover-
spreukje; de werkelijkheid is voor
hen het lieve, vriendelijke kind,
dat sommige hunner reeds hebben
kunnen zien en begroeten, van
wie anderen vaak hebben hooren
spreken, ter wier eere zij gaarne
het hoogste lied uitgalmendat
met poppen speelt gelijk zij, met
haar ponies rijdt en er een goeden
lobbes van een grooten hond op
nahoudt. De viering van den Ko
ninginnedag heeft voor hen eeni-
germate de beteeken is van het
verjaarpartijtje eener vriendin van
hun leeftijd, waartoe zij allen zijn
uitgenoodigd, een invitatie, die
zij van heelerharte aannemen.
Enkele van onze brave landge-
nooten in Friesland snappen daar
niets van. Zij gevoelen zich in
hun zoogenaamde republikeinsche
denkwijze gekrenkt, omdat hun
kinderen ook ter feestgang worden
gevraagd. Zij vinden het iets ver-
schikkelijks, dat aan hun kroost
liefde wordt ingeboezend voor het
Huis van Oranje, en hebben hun
misnoegen deswegen uitgedrukt
in adressen aan het bestuur hun
ner gemeente, ten einde te pro
testeeren tegen het houden van
een kinderfeest op dien dag, tegen
hetleeren van schoolliedjes, waarin
liefdevoor het Koninklijk Huis en
voor de jeugdige draagster der
kroon wordt uitgedrukt. En zij
voegen daarbij de vreeselijke be
dreiging, dat zij hun kinderen
thuis zullen houden, wanneer zij
bespeurendatgedurende de school
uren aan het repeteeren dier lied
jes tijd wordt besteed.
De kinderachtige opschroeverij
van dat protest is zoo belachelijk,
dat we er niets meer van zullen
zeggen, dan dat we de kleinen be
klagen, wier ouders zoo geheel en
al onder den invloed der politieke
opruiers zijn geraakt, dat zij zelfs
de kinderen niet buiten den strijd
weten te houden. En tevens, al
ware dit gevoelen slechts door
één man uitgesproken in plaats
van door een paar dozijn, legt het
ons de verplichting op met daden
te getuigen van warme sympathie
met het aanstaand feest.
In de eerste plaats ter wille
van onze gehechtheid aan het con
stitutioneel koningschap, dat ons
al de voordeelen verzekert, die
men ooit van republikeinsche
staatsinstellingen kan verwachten,
zonder dat we beducht behoeven
te zijn voor een enkel der nadee-
len, die wij er elders uit zien
voortvloeien. Het middelpunt van
het gezag, de troon, zich verhef
fende boven het gevoel der par
tijen, geeft aan onze instellingen
die vastheid, die de rust doet be
waard blijven, en waarborgt haar
tevens die vrijheid, waardoor
de staatkundige ontwikkeling is
verzekerd; het koningschap, ge
vestigd onmiddellijk na het her
krijgen der nationale zelfstandig
heid, die door den strijd der
partijen was verloren gegaan, is
van dat onafhankelijk bestaan het
symbool geworden en daaraan on
afscheidelijk verbonden. Zoo men
er in kon slagen het weg te ne
men, dan stond de verwarring
voor de deurpartijleiders zouden
met alle hun ten dienste staande
middelen streven naar het opper
gezag, en de vrijheid en veiligheid,
waarin we ons thans mogen ver
heugen, zouden weldra tot het
verleden behooren. Ons echt na
tionaal koningschap heeft de ver
wezenlijking van eenig levensvat
baar politiek beginsel nooit in den
weg gestaanKroon en Natie wa
ren steeds één, gezamenlijk ijve
rende voor 's lands welzijn.
En wanneer we er dan aan den
ken hoe hachelijk de toekomst
ons toescheen, toen de Oranjestam
dreigde af te sterven en we bloot
gesteld zouden zijn aan al de ver
wikkelingen, die het gevreesd ont
breken van een rechtstreeks erf
genaam van den troon ten gevolge
zou hebben, dan is er waarlijk
geen andere drangreden noodig
om ons feestelijk te stemmen bij
den aanblik van het lieftallig Ko
ningskind, dat zich onder de voor
treffelijke leiding eener verstandige
Vorstin lichamelijk en geestelijk
ontwikkelt tot het sieraad van haar
doorluchtig geslacht: dat aller har
ten inneemt door ongekunstelde
vriendelijkheid, en van wie wij
mogen verwachten, dat zij, indien
God haar het leven spaart, inet
eerede hooge plaats zal innemen,
waartoe haar geboorte haar heeft
bestemd.
Den geboortedatum van een ge
liefd familielid vieren we met op
gewektheid hij is voor ons niet
hetzelfde als elke andere dag des
jaars. Welnu, in Nederland heeft
de verhouding tusschen Vorst en
volk iets van dat innige, dat in
het huisgezin de band tusschen
de verschillende leden kenmerkt
elke blijde gebeurtenis, in de an
nalen van ons Vorstenhuis aange-
teekend, gaat ons allen ten harte.
Zouden we dus niet gaarne uiting
geven aan de blijdschap, die de
wederkomst van den 31e Augus
tus als vanzelf bij ons teweeg
brengt?
Die gevoelens aan te kweeken
ook bij onze kinderen, achten wij
van het hoogste belang. Alles, wat
de eenheid bij ons volk versterkt,
heeft waarde voor onze toekomst,
ook tegenover de roekelooze po
gingen van enkelen, die uit baat
zuchtige bedoelingen scheuring en
scheiding willen veroorzaken, en
onverschillig zijn voor de gevol
gen, die uit het welslagen hunner
pogingen zouden voortvloeien. Va
derlandsliefde gebiedt ons tegen
dat onzalig streven in verzet te
komen met al de welsprekendheid,
die een geestdriftvolle betooging
van den volksgeest ten toon spreidt.
Voor ons zijn Nederland en de
jeugdige Koningin niet te schei
den beider wel en wee zij één.
Doven alles wat ons verdeelt,klinkt
een hartelijk „Oranje Jeve!" en
op Wilhelmina's feestdag luider
dan ooit en met verpletterende
eenstemmigheid: „Leve de Ivo-
Door den minister van oorlog is aan
de inspecteurs van wapens een schr(jven
gericht, waarin hij de opperofficieren uit-
noodigt, met het oog op de buitengewone
warmte, er zorg voor te dragen, dat in
ruimen zin maatregelen worden getroffen,
DOOR
WILKIE COLLINS.
Naar het EngelsclxeMiss or Mrs?)
20) Nathalie en hare tante keken elkander
aan over 't bed heen waarin Sir Jozeph lag.
Hij was in een soort van sluimering verzonken
van zijne zijde konden zij geen verklaring
bekomen. Zij konden elkander met verslagen
hart en bekommerd gemoed vragen, wat
Richard's gedrag toch te beduideD had zij
konden alleen door zeker onwillekeurig ge
voel beseffen, dat een of andere vreeselijke
ontdekking ze boven 't boofd zweefde. De
tante was nog de kalmste van beiden
haar gemoed had ook een geheim gewicht
te dragen, zij kon de vertroostingen van
den godsdienst gevoelen. »Onze dierbare
is ons bespaard gebleven, mijn lieveling,"
zei de oude dame op innemende wijs. „God
is ons goedgunstig geweest. Wij zijn in Zijne
handen. Weten wij dat, zoo weten wij ge
noeg."
Terwijl zij sprak, werd hevig aan de
huisdeur gescheld. De vrouwelijke bedienden
liepen bevreesd in de slaapkamer bijeeu.
Alsnu door Nathalie aangemoedigd die
zelf opsprong en vooraan trad gingen
zij 't gevaar na, dat er in kou gelegen zijn
het venster te openen en uit te kijken van
het balcon, dat zich aan de zijde van't huis
uitstrekte. Zij zagen in de schemering be
neden een man staan. Hij riep ze op doffen,
onvasten toon. De bedienden herkenden
hem, 't was de bode van den spoorwegtelegraaf.
Zij begaven zich naar beneden om hem te
spreken en keerden weder met een
telegram, dat onder de deur gestoken was.
De afstand van 't station was aanmerkelijk
de bode was Kerstmis gaan houden," in
meer dan één bierhuis op zijn weg naar
huisde afgifte van het telegram was dus
eeuige uren later geschied. De depêche was
aan Nathalie gericht. Zij opende eu zij
stond sprakelooshare lippen beefden van
schrik, haar oogen zagen strak voor zich
heen.
Miss Laviuia raapte het bericht op en
las deze woorden
„Lady Wiuwood, Hertfordstraat, Londen.
Aan Nathalie Graybrooke, Church Meadows,
Baxdale, Someretshire. Onrustend uieuws.
R. T. heeft uw huwelijk met Lauuce ontdekt.
De waarheid is voor mij tot heden (den 24e)
bedekt gehouden. Vlucht dadelijk met uw
man, dat is de eenige kaos. Ik zou Launce
bericht hebben gegeven, maar ik wist zijn
adres niet. Telegrafeer terug, ik bid 't u,
dat gij in veiligheid zijt. Ik zal mijn bericht
nareizen, indien ik niet ten behoorlijken
tijd iets van u verneem."
Miss Lavinia richIte haar grijs hoofd op.
tot hare nicht: »Is dit waar?" sprak zij,
en wees naar het eerwaardige gelaat, dat,
zijwaarts gekeerd, bleek op de witte bedpeluw
lag. Nathalie sloeg de oogen ter neer toen
zij die van hare tante ontmoette. Miss
Laviuia hield haar op, anders ware zij
machteloos op den grond gevallen.
De bekentenis was gedaan. De woorden
van berouw en de woorden van vergiffenis
waren gesproken, 's Vaders kalm gelaat lag
in ruste. De eene minuut na den andere van
den avond volgde elkander, zonder dat iets
buitengewoons plaats greep. Men voelde zich
bijkans verlicht, toen de stilte weder door
een geluid buiteu 's huis afgebroken werd.
Een steentje werd tegen het venster geworpen,
en een stem sprak behoedzaam„Miss La
vinia."
Zij herkenden de stem van den bediende
en openden dadelijk het venster.
Hij had de dames iets in 't geheim mede
te deelen. Hoe kon hij 't zeggen? Een
huiselijke omstandigheid, die door Launce
gunstig voor de voorgeuomen ontsnapping
was geoordeeld, werd nu door den bediende
beschouwd als uiterst geschikt om zich met
de dames in de noodige gemeenschap te
stellen. Het slot van de schuur, waarin de
tuinman zijn gereedschappen bewaarde (dicht
bij het kreupelhout) moest hersteld worden
eu daardoor kon iedereen, die er gebruik
van wenschte te maken, bij den ladder komen.
Bij de kleine hoogte, die het balkon van deu
grond scheidde, was de ladder ruim lang
geuocg voor het beoogde doel. Binueu weinige
minuten was de knecht tegen het balkon
opgeklommen eu kon hij met Nathalie en
haar tante aan het venster spreken.
„Ik kan niet rusten," zeide de man. „Ik
zal naar 't dorp sluipen om te zien, wat
daar te doen is. 't Is wel hard voor dames
zooals u, om hier opgesloten te zitten. Kan
ik ook iets voor u doen?"
Nathalie nam het telegram van Lady
Win wood op. „Launce moe9t dit eindelijk
lezen," zeide zij tot hare tante. »Als ik
hem niet laat weten, wat er is gebeurd,
zal hij hier zijn tegen 't aanbreken van
den dag."
Miss Lavinia werd bleek. „AU hij eu
Richard elkander eens mochten ontmoeten
begon zij. nZeg 't hem!" voegde zij er ge
jaagd biji>zeg 't hem, eer het te laat is
Nathalie schreef eeuige regelen (aan Launce
onder zijn verdichten naam in zijn logement
in 't dorp gericht^, waarbij zij Lady W inwood's
telegram insloot en hem dringend smeekte
niets overijld te doen, Toen de knecht met
den brief was heengegaan, viel een straal van
hoop in haar hart en dat van hare tante,
welke ieder wederkeerig zich schaamde aan
de andere mede te deelen de hoop, dat
Launce het gevaar zou trot9eeren, dat zij
voor hem duchten en dat hij toch naar het huis
zou komen!
Zij waren nog niet lang alleeu gelaten,
toen Sir Jozeph slaperig zijn oogen opende
en vroeg, wat zij in zijn kamer uitvoerden.
Zij zeiden hem deelnemend, dat hij ziek was.
Hij voelde met de hand aan zijn hoofd en
zeide dat zij gelijk hadden, waarna hij op
nieinv insluimerde.
Uitgeput door de aandoeningen, die zij
haddeu ondervond eu, wachtten de beide
vrouwen op de dingeu, die komen zouden.
De/elfde kalme ouderwerping bezielde haar
beiden. Zij hadden de deur en het venster
versperd. Zij hadden te zamen gebeden zij
hadden tot elkander gezegd: »wij willen
met hem leven of met hem sterven, zooals
't God behaagt." Miss Lavinia zat naast de
legerstedeNathalie op een bankje aan hare
voeten met gesloten oogen en het hoofd op
den schoot van hare tante.
Zoo verstreek de tijd. De klok in den
gang had tien of elf geslagen dat wisten
zij niet zeker toen zij het sein hoorden,
dat haar deu terugkeer van den bediende
uil het dorp verkondigde. Hij bracht berich
ten, en meer dan berichten, hij bracht een