NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND
ONDER TOORDEEL
binnenland!
No. 77.
Zaterdag 24 September 1892.
Een-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Bij dit nummer be
hoort als By voegsel
een prospectus over de
bekende en zeer gewilde
Doering's Zeep met den
Uil, waarop wy de aan
dacht onzer lezers vestigen.
RÉCLAME,
F euilleton.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 iL«!iiiden 1.Franco per post door het treheele Rijk.
afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden .tukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdae.
Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIE Ni
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Onze tijd houdt van helle kleuren
en van forsche geluiden. Bloemen,
die haar geur verspreiden in
't verborgen, worden niet opge
merkt: wat zich bescheiden op
den achtergrond houdt, verwerft
geen aandacht. Men moet roepen
om gehoord, schitteren om gezien
te worden.
Al heeft het spreekwoord, 't welk
zegt, dat goede wijn geen krans
behoeft, niets van zijn waarde
verloren, over het algemeen zijn
we toch niet meer zoo vast over
tuigd van de overtolligheid eener
dergelijke versiering. In elk geval
schaadt zij niet, zoo wordt althans
geoordeeld door hem, die gelooven
de krans maar altijd te moeten
aanbrengen, om reeds daardoor
alleen een hoog denkbeeld in te
boezemen van de deugdelijkheid
der waar.
Tegen den stroom van den tijd
geest inroeien gaat slecht. Wie
zou willen beproeven, den alouden
eenvoud in aankondigingen weer
in toepassing te brengen, zou
waarschijnlijk geen reden hebben
om zich over het succés te ver
heugen. Integendeel, men moet
immer zoeken naar iets nieuws,
iets grootsch, iets, dat verbazing
wekt en de oogen verblindt, 't Is
waar, het publiek betaalt per slot
van rekening de kosten der réclame
zonder er eenig werkelijk nut uit
te trekken, maar zeggen de
voorstanders van dat negentiend'
eeuwsch systeem, over de massa
der afgeleverde artikelen omge
slagen, bedraagt dat slechts een
kleinigheid. We zullen maar aan
nemen, dat die becijfering juist is
Bekend is de geschiedenis van
de uitvinding van Holleway-pillen,
van revaleuta en meer dergelijke
ten dienste der lijdende menscii-
heid beschikbaar gestelde redmid
delen. Door kracht van adverten
tiën, met allerlei attesten van
onbekende grootheden gestaafd,
werden zij jarenlang aanbevolen,
en het debiet hield met de réclame
gelijken tred. Als de ondernemers
eens beproefden, gedurende zeke
ren tijd op de adverteerkosten te
bezuinigen, bemerkten zij spoedig,
dat dit een verkeerde maatregel
was, dewijl de vermindering der
publiciteit onmiddellijk een ver
flauwing van den verkoop ten
gevolge had.
In den handel zijn alle eerlijke
concurrentie-niiddelen geoorloofd,
en het is geenszins ons voornemen,
tegen de réclame op dit gebied
te reclameeren. Alleen wenschen
we even te wijzen op een paar
openbaringen vau dienzelfden geest
op ander terrein, waar, meenen
we, het geschal van de trompet
minder te pas komt.
Ten eerste, in overeenstem
ming met een ingezonden stuk in
het «Rotterdamsch Nieuwsblad,"
dat we met genoegen lazen, een
woord over onderwijs-réclame. De
schrijver zegt o. a.dat hij zich
meer dan eens geërgerd heeft als
hij een van die advertentiën ont
moette, die in de laatste jaren in
de mode zijn geraakt en waarbij
deze of die kostschoolhouder of'
instituteur aan de wereld bekend
maakt, hoeveel jongens hij in den
jongst afgeloopen cursus weer
heeft «klaargemaakt" houdt
mij toch dat leelijke woord ten
goede voor Breda ofWillemsoord,
jongens, die een jaar lang van
den ochtend tot den av .nd gedrild
zijn en volgestopt met al die din
gen, die tot het examen noodig,
schoon vaak voor het leven over
bodig zijn. En de ouders van de
«klaargemaakte" jongens worden
opgeroepen om mee in de krant
te getuigen. Ik geloof haast, dat
menig ouderhart van ijdeiheid
klopt, als zulk een attest in de
krant publiek domein is gemaakt.
We schreven slechts een paar
volzinnen van het stuk over, om
er de strekking van te doen kennen.
Velen zullen het met ons eens
zijn, dat dergelijk vertoon beneden
de waardigheid van het onderwijs
is. De paedagogische waarde van
de opleiding, aan de bedoelde
soort van inrichtingen gegeven,
zullen we thans niet bespreken
haar bestaan hangt samen met
het hier te lande gevolgde stelsel
van examineeren, dat ook wel
voor eenige verbetering vatbaar
zou zijn. 'tls alleen de wijze,
waarop men de «resultaten"
wereldkundig maakt, die hier ter
sprake komt.
Weinige jaren geleden werd in
geneeskundige kringen de staf ge
broken over een andere soort van
réclame, die men daar meende,
dat afbreuk doet aan de waardig
heid van den stand der medici,
de openbare dankbetuigingen van
herstelde patiënten, door den arts
uitgelokt. ..et vond geen tegen
spraak, dat die verkeerde weg
moest verlaten worden, en inder
daad schijnt die afkeuring haar
doel niet te hebben gemist. Alleen
van de buitenlandsche wonder-
docters krijgen we nog nu en dan
die opgeschroefde attesten. Zoo
herinneren we ons in. een der
groote bladen een advertentie ge
lezen te hebben van een eenvou-
digen landbouwer uit het Noord-
Hollandsch dorpje Oude-Niedorp,
ten gunste van een bekenden em
pirist uit Brussel, die zijn vrouw
radicaal van kanker had genezen.
Op dit oogenblik is zij er weer
even slecht aan toe als vóór zij
zich aan de kostbare en pijnlijke
behandeling van dien vreemdeling
onderwierp.
Van niet minder verdacht allooi
is de réclame op het gebied van
de kunst. Over het algemeen neemt
in ons land de critiek een onaf
hankelijk standpunt in, en dat is
noodzakelijk, zal zij haar roeping
niet ten eenemale miskennen. Haar
taak is, publieke uitvoeringen te
toetsen aan de eischen van het
schoone, en het klatergoud wél te
onderscheiden van het edel metaal.
Maar er zijn voorbeelden, dat
de heeren artisten zelf, waar het
hun persoon en het door hen
voortgebrachte betreft, zelf die
zorg op zich nemen, zonder dat
evenwei het publiek aan de weet
komt, uit welken hoek de wind
waait. Er is zekere behendigheid
noodig, om die zelfbewierooking
ingang te doen vinden; wie de
loopjes kent, en een geschikt
tusschenpersoon aan de hand heeft,
kan het in dit opzicht ver brengen.
Dat zijn enkele voorbeelden uit
hetgeen men zich in «den strijd
om het bestaan" soms veroorlooft.
Dat zij navolgenswaard zijn, zal
niemand beweren.
Wetenschap en kunst, ze
zijn nu eenmaal geen artikelen,
die met ophef aan de markt ge
bracht moeten worden. Haar
priesters en priesteressen moeten
daartoe te hoog staan, te veel
eerbied hebben voor de godin, aan
welker dienst zij zich gewijd heb
ben. Alles is niet geschikt voor
allen, en wat de handelsman veilig
kan doen, zonder eenig nadeel toe
te brengen noch aan zijn karakter,
noch aan zijn reputatie, wat
hij zelfs verplicht is niet na te
laten om te midden zijner mede
dingers een plaats te veroveren,
behoort eó'k aan hein overgelaten
te worden. De minder ontwikkelde
massa moge zich tijdelijk aan den
schijn vergapen, wie uit eigen
oogen heeft leeren zien, is er toch
niet mee in te pakken.
Naar de H. Ct. verneemt, heeft H. M.
de Koningin-Regentes zich bij het nemen
van het besluit om Haarlem te bezoeken
laten leiden door de overweging, dat er
geen reden bestond, langer gevolg te geven
aan het advies der heeren dr. Ruysch en dr.
Van Tienhoven, die H. M. het bezoek aan
Haarlem op 7 Sept. jl. ontrieden, nu deze
medici geen bezwaar zagen in de plechtige
opening van de zitting oer Staten-gerieraal
door H. M. de Koningin-regentes.
Bij deze plecht^ K'J. immers w
samen*loeing te> w
de provincie Z-
heidstoeste
gunstig i
Holland
Gisterochtend
reeds in de weer om de ontworptTt
sieringen te voltooien.
Het vroeger reeds vastgestelde pi.
gram in a voor het vorstelijk bezoek bliLf
onvei ander d.
De aandeelhouders der Eerste Ne^
derl.Tiansvaalsche Goudmijn My. heb-JT
ben lot likwidatie besloten. De beer K.
Spijkmijn is tot likwidateur benoemd; k
de aangebleven commissarissen zullen
hem daarbij ter zyde slaan.
DOOli
MEVR. KAUTZMANN-VAN OOSTERZEE.
4 De kerkeraad en de gemeenteleden staken
de hoofden bijeen ander9 was het, maar was
het ook beter dan voorheen
Ja meenden sommigen, en ze dweepten
met den dominé, brachton geschenken in melk,
boter en eieren bestaande, proefjes van de
slacht en tulbanden, als zoovele huldeblijken
van waardeeringdit waren zij, die tegen den
buurman onder de predikatie wel eensfluisteren
durfden: wat zegt hi 't ferm juist voor Jan,
Piet of Klaas.
Neen meenden anderen, en ze luisterden
steeds scherper, of ze niet nog hier of daar
een snaar van het gevoel, van het warme hart
beluisteren mochten, dat ervaren heeft, dat
God alzoo de wereld liefhad.
Maar een prediker van liefde was hij nimmer
geweest, en wie dit verwachtten te booren,
keerden Zondag op Zondag teleurgesteld in
hunne huizen terug.
Maar wie misschien het mee9t van allen in de
keuze van den predikant teleurgesteld was,
het was de nieuw aangestelde, doch reeds lang
in het dorp bekende en geachte burgemeester,
die op zijn prachtig landgoed deu dokter en
zijne familie logeerde, wiens vriend hij zich
in lief en leed had betoond, en die m hem
een ijverig, trouw en rechtschapen man waar
deerde. Toen dan ook de dames hem hunne
ontmoeting mededeelden, schudde hij beden
kelijk met het hoofd en sprak „Neem u maar
voor hem in acht, mevrouwwij beideu weten
meer van hem, dat hij ooit verantwoorden kan."
De dokter en diens vriend waren hunne
dames tegemoet gegaau, eu deze bemerking
geschiedde al wandeleud, terwijl langzamorhand
de gehuwden ietwat achterbleven en mijnheer
Walther met het jonge meisje vooruitgingen.
Het was een schoon eu gelukkig menschen-
paar, die beiden zij, de bevallige jonkvrouw,
kind bijkans nog, met een vriendelijk onschul
dig kinderoog, dat de spiegel was eener reine
ziel, hij de krachtige man met het ernstig,
sprekend gelaat, dat vau voorbijgegane jaren
van levensstrijd getuigde, het was de zwak
heid naast de kracht, eu onwillekeurig dacht
Adelheid er aan, dat indien het deze beiden
had willen vereeuigen, zij rustiger omtrent
Ada's toekomst zou zijn dan thans, nu eeu
vreemdeling, een buitenlander haar beur
schat ontrooven ging. Was niet haar eigen
leven schier aauhoudeud als dat eener zuster
met het zijne saamgegaun, had zij uiet zoo
menig uur van sympathie genoten, waarin
ze lezen mocht in dat mannenhart, dat
vlek noch rimpel vertoonde, en wist ze het
niet dat, toen hij haar bij haar huwelijk ge
luk wenschte en Vermande nieuwe vriend
schap betoonde, dit geschiedde na eeu zelf
overwinning, die voor eeuwig de scheids
muren tusschen haar geluk en het zijne eer
biedigen zou? Maar immers, juist daarom te
meer gunde ze hem eene vrouw, die zou weteu
zijn karakter te waardeeren, eene, die gloeide
voor al w at edel is en goed, voor deugd eu
reinheid, eene, die door opvoeding en aanleg
bijkans tweelingzuster met haar geworden
was, en dus meest in staat zijn ideaal
nabij te komen. Doch, vreemd, voor liefde
scheen Walther sedert geheel ontoegankelijk
bij wijdde zich aan zijne werkzaamheden,
zijue onderhoorigen, en verlangde niets meer
vau het leven dan tevredenheid en werkzaam
heid.
Dat was zoo geheel in zijne persoonlijkheid
als het ware ingedrukt, dat ziju kalme opge
ruimdheid zich aan allen, die hem omgaven,
mededeelde; hij schertste met Adelheid, als
ware ze zijne zuster, pluagde Ada, als ware
ze een lief kind, en redeneerde met Vermande,
die hem soms nuttige wenken gaf teu op
zichte van het bestuur zijner twee groote
landerijen. „O, kon het maar immer zoo
blijveu," dacht Adelheid soms; het was zoo
heerlijk, dat rustig buitenziju, dat geuieten
van het bijzijn haars echtgenoote, die nu
niet telkens als hij eens rustig bij haar
wilde zitten werd uitgeroepen, nu eens
om een kind van verkoudheid te geDezen,
dau weer om een rijke juffrouw van een
denkbeeldige kwaal af te helpen. Dat zijn
patiënten dan niet het vaak kuorrig alweer
hoorden, dat haar ooreu dan trof, ze verweet
het hem niet, maar het was toch bizonder
prettig hier vrij te zijn van zulke bromstem-
mingen. En dan was er nog iets, dat haar
iu de eeuzaamheid tranen deed 9torten, die
echter zelfs voor hem verborgen bleven. In
het eerste jaar hadden zij vaak te samen ge
dweept over het bezit van kinderen, doch
langzamerhand was dit minder eu minder
geworden eindelijk werd er over gezwegeu.
Hij had eene dochter, kind zijner beminde,
vroeg gestorven Hedwig; boe kon hij som9
in het schemeruur met Ada prateu over haar
jong heengegane broertjes en zusjes, over hel
vroolijk. tehuis waar het toen zoo lustig toe
ging. Het wa9 als waakte hij ^er ijverzuchtig
over, dat die herinuering bij zijn kind niet
zou wijken voor tegenwoordig geluk. Neen,
de wonde was in het hart vau den docter niet
geheeldbalsem te reiken hadden kinder
handjes vermocht maar zij was kinderloos
gebleveu.
Zij bad gedroomd van trippelende voetjes,
trap op, trap af dartelend, vaders studeer
kamer iu om hem met juichende stemme
tjes het welkom toe te roepen bij z»jn thuis
komst maar zij was kinderloos!
Zij had in den hoog beschaduwden tuin van
het doktershuis gewandeld en gemijmerd, ze
had om moedervreugde te keuneu, alle weeld
gaarne feil gehad maar ze was kiuderloo
Dat was de groote grief, die de jaren u
hadden bedekt, dat de snijdende smart, i
zelfs door zijn liefde niet te bannen was
O, waarom mocht ze niet de zaalge weeh
der eerste moedervreugd Kenuen, waarom niet
zich badeu in heilige verrukking, wanneer
hei jonge leven zegtu behoor ik toe, die mij
het leven gaaft Welke moeder, die staren
mag in dat vragende kinderoog, dat nog zoo
onw etend en nieuwsgierig de wereld en de men-
scheii aanblikt, die de kleine armpjes zich
voelt sirengleii om den bals, gevoelt niet, dat
eene vrouw als Adelheid leed onder het be
wustzijn barer kinderloosheid. Grootsch moge
de roepiug zijn der vrouw, welke die roe
ping begrijpt grootscher is de taak der
moeder en zeker i9 er niets heiligers op
aard dan de band, die door liefde verbonden
ouders hecht aan het kind, dat het doel werd
van hun gez«melijk leven en streven.
Kinderen te hebben, het is de werkkring
uitgebreid te zien, liet levensdoel grooter
kinde.reu op te voeden, het is de verantwoor
delijkheid op zich te nemen van het wel of f
wee van den te worden mensch.
Wordt vervolgd.)