NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
ONDER T OORDEEL.
No. 91.
Zaterdag 12 November 1892.
Een-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
GEZONDHEIDSBELANGEN.
mi
si
F euilleton.
J
2-
AMERSFOORTSCHE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.—Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk DinsHag en Vrijdag.
Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien!
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer B Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Croote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Bij Hoofdstuk V (Binnenlandsche
Zaken) der Staatsbegrooting voor
1893 wordt een nota gevoegd van
den heer Goeman Borgesius, ten
doel hebbende eenige leemten aan
te wijzen in de wetten en veror
deningen tot wering van besmet
telijke ziekten, speciaal met betrek
king tot de cholera. Dat stuk, on-
middelijk na de indiening gepu
bliceerd, bevat tal van opmerkingen
en wenken, waarvan de belang
rijkheid door niemand zal ontkend
worden.
De heer Borgesius is van oor
deel, dat de wet van 4 Dec. 1872,
te streng wellicht waar het som
mige ziekten als mazelen en rood
vonk geldt, en, te zwak is ten
aanzien van cholera, ofschoon voor
deze enkele speciale bepalingen
zijn opgenomen, die echter ver
scherping behoeven.
Lijders aan een besmettelijke
ziekte, die zich in slaapsteden of
logementen bevinden, mag de Bur
gemeester, na advies van een ge
neeskundige, naar een openbare
inrichting of andere plaats doen
overbrengen; in die slaapsteden
mag hij, na ingewonnen advies
van den geneeskundigen ambte
naar, maatregelen tot ontsmetting
of andere maatregelen ter voor
koming der ziekte, voorschrijven,
en zoo noodig, doen uitvoeren. Bij
verzet tegen die maatregelen wor
den bedoelde inrichtingen gesloten.
Na gelijk advies mag hij huizen,
keeten en vaartuigen, die brand
punten van besmetting zijn of
dreigen te worden, op kosten van
de gemeente, geheel of gedeeltelijk
doen ontsmettenbesmette of van
besmetting verdachte voorwerpen,
waar die zich ook bevinden, op
kosten van de gemeente doen
ontsmetten, of na voorafgaande
onteigening doen vernietigen. Ein
delijk nog zijn B. en W. gemach
tigd andere voorzieningen te tref
fen ter bevordering der openbare
gezondheid, zooals verzamelingen
van mest of ander vuil doen ver
nietigen of onschadelijk maken,
goten en slooten doen reinigen,
nadat hij, wien het aangaat, in de
gelegenheid is gesteld binnen een
bepaalden tijd op eigen kosten
daarin te voorzien.
Tot geen der genoemde maat
regelen, zegt de heer Borgesius,
met uitzondering van de slui
ting van logementen en slaapsteden
bij verzet tegen ontsmetting, is
de burgemeester verplichthij is
er alleen toe bevoegd. ï>Is het goed
er op te vertrouwen, dat van die
bevoegdheid altijd gebruik zal ge
maakt worden Er laat zich moeie-
lijk een geval denken, waarin zon
der gevaar het ontsmetten kan
worden nagelaten. En indien dit
vaststaat, welk bezwaar kan
er dan zijn het voorschrift der
wet imperatief te maken? Aange
nomen, dat al eens een enkele
keer zonder noodzaak tot ontsmet
ting werd overgegaan, is dat
gevaar niet veel minder groot dan
dat men het aan het goedvinden
van den burgemeester overlaat al
of niet de meest dringende maat
regelen te nemen
Als motief tot een bevestigende
beantwoording dezer vraag beroept
de Afgevaardigde uit Zutphen zich
op het bekende feit, dat de bur
gemeester eener aanzienlijke ge
meente pertinent weigerde tot
voorkoming der verspreiding van
de ziekte te doen, wat het ge
neeskundig toezicht dringend noo
dig achtte en wat ook elders met
goed gevolg toegepast werd. De
geneeskundige ambtenaar heelt
toen op eigen gezag gehandeld.
Maar daartoe was hij zeker niet
verplicht, en het is zelfs de vraag,
of hij er wel toe bevoegd was.
Bovendien kan in dagen van
epidemie die ambtenaar niet ter
stond overal heengaan, waar de
ziekte uitbreekt.
De noodzakelijkheid van spoedig
handelen erkende de wetgever
van 1872 door te bepalen, dat
aangifte van een geval van cholera
of pokken moet geschieden binnen
24 uren. Met de voldoening aan
dit voorschrift kan dus gewacht
worden, totdat het etmaal bijna
is verstreken. Dat is voor een
ziekte, die terstond bij haar uit
breken een groot gevaar oplevert
voor de omgeving, en binnen wei
nige uren een doodelijken afloop
kan hebben, te lang. De noodige
maatregelen moeten onmiddelijk
worden genomen.
Die aangifte is bovendien alleen
binnen den vastgestelden termijn
verplichtend gesteld voor Aziati
sche, niet voor zoogenaamde in-
landsche cholera. Doch het staat
geenszins van den aanvang vast,
met welke van beide men te doen
heeft, en evenmin is uitgemaakt,
dat de laatste niet besmettelijk is.
Bovendien geeft deze onderschei
ding den nalatigen geneesb ar pc;"1
gemakkelijk middel a
om zich tegen straff'
dekken. Het is daar
lijk, de onmiddelr1'
te strekken tot. aj
cholera. ,egia
Ten QEgeierfy'
sluiting ,L on7
mente": m-'K'
bij verzet tegen ontsmettingsmaat-
regelen, wenscht de heer B. be
paald te zien, dat zij ook plaats
heeft in gevallen, waarin de toe
stand van den zich daar bevin
denden cholera-lijder zijn vervoer
niet gedoogt. Deze verscherping
zou ongetwijfeld ten gevolge heb
ben, dat bij de eerste kenteekenen
der ziekte hulp werd ingeroepen,
wat menigmaal tot het behoud van
den aangetaste zou strekken. Ook
is het noodig, overbrenging te ge
lasten, indien de lijders zich be
vinden in huizen, keeten en vaar
tuigen, welke zelfs aan de drin
gendste hygiënische eischen niet
voldoen.
Ook schijnt niet voldoende te
zijn voorzien in het geval dat de
bewoners van een besmet perceel
van meubelen, kleeding en ligging
worden ontbloot voor desinfectie
het is voorgekomen, dat zij dan
op planken hebben moeten slapen.
Een wettelijke regeling dienaan
gaande is zeker niet overbodig te
achten.
De heer B. dringt ook aan r
herziening en uitbreiding der,
palingen in artt. 22 en 23 b<
fende het schorsep van k'
en jaarmarkten 1
van epidem'
de w
hed,-.
iT'
If
omstandig-
pleiziertreinen te verbieden. Toch
schijnt het wenschelijk het uit
vaardigen van eer, dergelijk ver
bod onder sommige
heden mogelijk te maken
Wordt wellicht de opmerking
gemaakt, dat het begrip spleizier-
of volkstreinen" moeielijk te om
schrijven is, dan gelooven we ze
het best te kunnen definiëeren als
»extra-treinen met verlaagd per
sonen-tarief." En stellig is voor
een dergelijk verbod zeer veel te
zeggen.
De schrijver der nota staat ver-
Volgens uitvoerig stil bij het toe
zicht op verdachte schepen, ge
deeltelijk in de wet van 4 Dec.
1872, gedeeltelijk bij afzonderlijke
voorschriften geregeld, welk
toezicht hij ten eenenmale onvol
doende acht. Wij zouden onze be
perkte ruimte verre overschrijden,
als wij slechts de voornaamste
bedenkingen tegen ,die
wilden vermelde
dige herzi
regeling
gron-
is,
oodig
door
MEVR. KAUTZMANN-VAN OOSTERZEE.
Zoo hield de steen hen wakker, en toen
dit zondag op zondag zoo voortging,
en men den predikant eens vroeg welk
wonder hij toch wel verwachtte, ant
woordde hij meesmuilend: »wel hij doet
het aanhoudend; hij bant d*n slaap
de kerk uit." Nu onze predikant heeft
zulk een hulpmiddeltje niet noodig,
voegde Ant er bij, ïmaar slim was
het toch, niet waar En de vrien
din stemde het volmondig toe. Als ze
zoo gezellig samen in het keukentje zaten
en Ant den boel opgeruimd eu een
kopje geurige koffie gezet had, kwam
dominé wel eens, en praatte een kwar
tiertje met de oudjeswat was de goede
meid dan trotsch en hoe zegevierend zag
ze op haar vriendin als wilde zij zeggen:
ïja zoo is hij altijd minzaam en niets
uit de hoogte, volstrekt niet."
Maar heden had ze voor een koffie
praatje zelfs geen tijd. Wel foei, wat
ging die bel I Alweder en slof, slof, ging
ze naar voren.
En te midden van vele vrienden zat
Frans van Burgstedeopgewekt glim
lachend zooveel gulle hartelijkheid had
hij niet verwacht, maar ze deed hem
goed. Het onttrok hem voor een wijle
aan de herinnering van zijn leed en
deed hem gevoelen dat, hoe zijn leven
ook geweest mocht zijn of verder wezen
mocht, hel niet ongezegend daarheen was
gegaan.
Toen hij dien avond alleen stond en
naar buiten zag in den tuin, die nog
met eenige herfstbloemen prijkte, rees
een stille toon van dank in zijn hart, en
terwijl daar buiten alles de rust van der.
nacht tegen ging, werd het ook binnen
in hem kalmer. De avondure bracht hem
vrede.
Adelheid en Vernande hadden onder
de laatste gasten behoord die het huis
verlietende dokter was eerst laat ge
komen, en zijne vrouw had Antje ge
holpen opdat het niemand aan het noo
dige ter verkwikking ontbrak. Nu wan
delden ze vroolijk babbelend huiswaarts.
»Zouden we heden tijding vinden van
ons kind sprak Adelheid. Ze had zoo
danig geleerd Ada als hare dochter te
beschouwen, dat ze haar zelden meer
anders noemde dan sons kind."
»Het kan zijn, maar ik vrees er voor.
Me dunkt ze zal wachten tot ze eerst
-WJ
rus'io'" s;i'
H, '9
he
vindt ge nib—
»Ja, zeer stilf"
»Het is wel- jammer voor u,
dat ik het nu juist zoo druk heb
hadt zeker nooit gedacht dat eer
ter zoo weinig vrijen tijd had."
O, ja, dat wist ik en ik bekl.., 0
me niet over. Maar ik wilde u iets voor
stellen.
«Wat dan, Adelheid 1"
«Wel ik heb vroeger wel eens ge
hoord dat
Zij aarzelde en brak af.
»Welnu vrouwtje, ge zijt toch niet
bang voor mij vroeg de dokter glim
lachend.
»Ik weet niet waarom ik er zoo lang
over zweegmaar ik wilde graag werk
hebben, veel werk. Hedwig ging met u
naar uwe zieken of gij zondt haar tot
dezen of genen. Zoo hielp ze u in uw
arbeid, en gij wont er eenigen tijd bij
uit. Waarom hebt ge het mij ook niet
opgedragen
De dokter zag aarzelend op zijne vrouw
nik kon het niet doen," zeide hij.
Waarom niet?"
Hjj antwoordde niet dadelijktoen
e'i
den
Utft 11
en helpirii rfï uw arbemxmuer behoeftige
lijdenden, en het aan Hooger Macht
overlaten me voor gevaren te beschuiten."
»Gij wilt het vrouw?"
Ze zag hem aan en drukte sterker
haar handje op zjjn arm, terwijl ze be
slist antwoordde »ja, ik wil het. Onze
levens zijn te zeer ineen geworteld om
ieaer zijns weegs te gaan. Beschik van
nu af geheel over mijn tijd en krachten
en ge zult zien dat ge er een gelukkige
„da. «fiet
«'tiemdheid van haar nieu».
toestand Het is als was deze brief in
tranen geschreven, vol verlangen naar
ons."
»Ja zoo schijnt het me ook; maar het
kan beter worden als ze eerst gewend is
en zich thuis gevoelt. Iedere jonge vrouw
heeft wel de eerste dagen met heimwee
naar het verloren tehuis te kampen, ten
minste als ze hare ouders liefhad zoouls
ons kind dat deed."
»Gezegend kind! Me dunkt ze moet ge
lukkig worden, wanl welk een eerlijk man
zou hard of onbillijk tegenover zooveel
zachtheid en lieftalligheid l unnen zijn I"
Wordt vervolgd).