NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
ONDER T OORDEEL.
4
No. 101.
Zaterdag 17 December 1892.
Een-en-twintigste jaargang.
1
verschijnt woensdag m zaterdag.
Bedelarij eo hoe wat.
r.
Feuilléton.
AMERSFOBRTSEIE CODR&NT.
'e J
20C
kaï
s/oi
.tiar
i.a
SEf
VOOR
1,1!
IN.
ee
N
JI!
jbi
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door bet geheele Kijk.
Afzondert ij ke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 6 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Cïroote letters en. vignetten naar plaatsruimte.
d
In de vergadering der Tweede
Kamer van 8 December heeft de
heer Van de Velde, burgemeester
van Loosduineu en lid der Kamer
voor Delft, o.a. het woord gevoerd
over de toenemende onveiligheid
ten plattenlandeandere sprekers
behandelden na hem hetzelfde
onderwerp.
De heer Van de Velde zei: »In
mijne afdeeling sprak ik van toe
standen, die ik als Italiaansch
qualificeerde. Ik had het oog op
de voortdurende strooperijen, roo-
verijen, kippen- en konijnendief
stallen, die vooral in de nabijheid
onzer groote steden, georganiseerd
naar een vast plan, geschieden
en geregeld plaats hebben. Men
achtte mijne qualificatie overdre
ven, en als eenig antwoord herhaal
ik die hier in het openbaar. Of
zijn het geen ergerlijke feiten, dat
onder den rook der residentie een
landbouwer, die bij zijn kippenhok
geritsel hoort, en zijn erf willende
naspeuren, bij het openen zijner
huisdeur ontvangen wordt met
eenige revolverschoten? Of zijn
het geen ergerlijke feiten, dat de
bedelarij zoodanig toeneemt, dat de
eenzaam wonende landbouwer met
brandstichten bedreigd wordt in
dien hij niet toegeeft aan de eischen
van, ik zou bijna zeggen struik-
roovers, die van uit een stedelijk
middenpunt de buurt onveilig
maken
Spreker verlangde een krachtig
politietoezicht, uit te oefenen vooral
door detectives, die voortdurend
heen en weder trekken, daardoor
minder bekend zijn, en die ook
het oog houden op de slaapsteden
de daders zouden niet ongestraft
en brutaal de gestolen goederen
zoodanig
te koop kunnen aanbieden op pu
blieke markten indien
toezicht bestond.
»Hoe," vraagt hij verder,
ïontstaan die misstanden 't Begint
met een patentje om te venten,
dan wordt het bedelen, dan wordt
het oplichten en opkoopen van
glasscherven en lompen om in de
buurt bekend te worden, en dan
worden het voortdurend kleine
diefstallen van ooft, konijnen, kip
pen, om te eindigen met geweld
pleging van den ergsten aard. Aller-
wege zijn de klachten over die
bedelarij enz. en vooral over de
vermomde bedelarij. Men bedenke
dat men patenten kosteloos afgeven
mag op bewijs van onvermogen."
Aan deze uiteenzetting van den
toestand, een schildering dien
niemand overdreven zal noemen,
voegde de afgevaardige van Delft
nog eenige beschouwingen toe over
den werkkring der marechaussée
en de vervolging van overtredingen.
De landlooperij en wat er mee
in verband staat is een winstgevend
bedrijf, al zijn bij de ijverige en
talrijke beoefenaars weinig uit
wendig waarneembare kenteeke-
nen van maatschappelijken wel
stand te bespeuren. Het is hier
als overalschijn bedriegt. Een
armoedig gezicht, met groezelig
vuil bedekt, eenige lompen om
het lijf zijn noodzakelijke attributen
van het vakzonder deze zou men
niet kunnen mededoen. Meewarige
zielen laten zich door deze étalage
van ellende beetnemen, en ofschoon
wetende, dat er heel dikwijls be
drog onder schuilt, troosten zij
zich met de gedachte dat het beter
is negenmaal bedrogen te worden
dan éénmaal een werkelijk onge
lukkige onbarmhartig de deur te
wijzen. Ten plattenlande komt er
nog de vrees bij, dat de afgewe
zene weieens wraak zou kunnen
nemen en den boel in brand steken
of zoo iets, schade toebrengen aan
het vee in de weide, aan welke
minder aangename ervaringen men
evenwel niet ontkomt door aan
alle bedelaars wat te geven, on
verschillig of zij daarbij al dan
niet een doosje lucifers of ander
belangrijk handelsartikel te koop
aanbieden. Want ook van hetbegrip
dankbaarheid hebben de landloo-
pers van beiderlei kunne zich vrij
wel geëmancipeerdmenig trouw
hartige boer, die zoo iemand een
warm rustplaatsje in den hooischelf
bezorgde, voorafgegaan door een
flink stuk brood met spek en een
bord pap, kwam 's morgens tot
de ontdekking, dat zijn waarde
gast in de vroegte was verdwenen,
onder medeneming van een of
ander voorwerp van waarde, ter
wijl de gastheer dan nog blij
mocht zijn dat zijn boeltje niet
in brand was gestoken.
Over de middelen tot wering
van landlooperij is in allerlei krin
gen reeds veel gepraat, in allerlei
bladen reeds veel geschreven. Het
eenig afdoende en tevens het aller
eenvoudigste schijnt men maar
niet in toepassing te willen bren-.
gen, namelijk dit: niets aan hejl
te geven en niets van 'Jen
koopen. Hield mea^zich ph
en trouw aa*jj^r
vak zou sprIuer»-.
Wie dan r. g r
doe het c.10r 1 u
manier, zi c. S
lucifersnegi'a 1 i
dan de gelegVi,^\
ope
ratie „,D
acl
Niet aan alle venters van kleinig
heden zouden wij den oorlog wil
len verklaren. Er zijn werkelijk
arme tobbers, die langs dezen
weg en op een eerlijke manier
een sober stukje brood trachten
te verdienen. Koop van hen, en
geef hun dan maar iets meer dan
de waarde, daar zal men geen
kwaad aan doen. Maar, dat moeten
dan menschen zijn uit onze eigen
gemeente, personen die men kent,
van wie men weet, dat zij tot geen
dievenbende behooren, en dat zij
de bijeengescharrelde centjes niet
in jenever zullen omzetten.
Dat de burgemeester aan zulke
lieden een kosteloos patentje doet
toekomen, is volkomen in orde.
Doch over die patenten zullen
we nog even pratendat kunnen
we doen, zoolang de bedrijfsbe
lasting nog niet is gekomen qjp'
het patent naar het. mus-1-""1 1'
oudheden te doen verh' JT
Worden die
aan jan en alh1-1**
is dat eenden
om de lapd
werkern
vergurv
wat. Li'
ver' 'ii'
Een feit is, dat de dorpen meest
worden afgeloopen door zooge
naamde venters uit de steden ;deze
werpen als het ware het schuim
harer bevolking over den ganschen
omtrek heen. Wij zien niet in,
dat de toelating dezer bezoekers
een recht is, dat niet door een
plaatselijke verordening of door
een aankondiging van den burge
meester kan worden beperkt of
geheel opgeheven. De zorg voor
de openbare veiligheid eischt drin
gend, dat men de zaak ook eens
van dezen kant gaat bekijken.
Wij zouden zelfs willen voors^]
len, ten einde niet al te gest
te zijn, dat ook dengenen toel-
wordt verleend,
gemeester hr.
lof hebbei 1N
andeny.^v^fr
V
f
1
DOOR
MEVR. KAUTZMANN-VAN OOSTERZEE.
28) O, in dat uur was het tusschen hen
beslist; dat uur bracht de gapende klove
tot stand, die voor immer hunne harten
scheiden zou. Zooveel onschuld en onbe
kendheid met mannenkarakters en harts
tochten maakte haar thans fler en streng
tegenover hem, waar zachte ernst hem
misschien tot zich teruggebracht zou
hebben. Neen, hij zag ze niet die bittere
tranen, in de eenzaamheid geschreid hij
de gedachte aan wat had kunnen zijn
en niet meer was; hij hoorde niet die
zuchten uit dat vertreden vrouwenhart,
dat hem toch liefhad, al was het haar
onmogelijk het hem langer te toonen.
Toen kwam het bewustzijn van liet weldra
moeder te zijn haar verblijden, en toen
ze het hem mededeelde, was er voor een
oogeobhk iets in hem. dat hem aan haar
zijde deed toevende betere mensch
verhief zich daarbinnen. Had ze toen den
arm om hem heengeslagen en gefluis-
V' s
w-
terdokom, ik wil u helpen, ter wille
van ons kind, verlaat van dit oogenblik
uwe vrienden," het zou misschien ge-
beurd zijn, maar zij aarzelde aldus hem.-'
tegen te treden, en vreesachtig ontwee' p.0
ze zijn teederheid. En echter hoopte.
op zijn beterschap, en verwachtte zoo
van de geboorte van hun kind.
Ze leefde als het ware een du*-
leven in die dagen, één vol blijde I
één vol teleurstelling.
En hij, hij begreep haar r'*'
ontweek haar steeds meer, als'
bijzijn hem slechts schuldig
voelen. En schuldig was hij
alleen dat hij hel gezelschap -
vrienden steeds meer zoc'
had hij nu en dan, waar 7
dacht, gebiuik gemaakt.^
zijns stiefbroeders, en op
aan kleine oplichterijen --
wissels enz. schuldig g<
hem herhaaldelijk gelul
beter dan iemand wie G
was, en hij had den dok
anders kunnen beantwoi
zeide, dat Guido de tweede naam zijns"
jongeren broeders was, en dat deze zich
schreef: Egbert Guido von Rhoden.
Een licht was in des dokters ziel op
gegaan; stond hij hier niet misschien
voor de ontraadseling van een geheim?
i'CtV'l.i
I n.
'èTscïiis/o-atf
'0 ijIfTieid te zoeken
-randerde van onderwerp.
Toen Ada beneden kwam, namen allen
in het rijtuig plaats en snel ging het
voort over het zware steenen plaveisel
naar het schoone museum welks merk
waardigheden gewis den vreemden gast
ApriFkt.ü.-
domme
Tt* wapen zijn
-jev. V.i dan
Vch er is een tijd .,-.i,^.w«l~n, er is
een tijd van gaan; dokter Vernandekon
niet langer van huis, hij had zich van
Ada's welstand overtuigd, de zaken van
haar echtgenoot, naar hij hoopte, gered,
en kon dus terugkeeren. Hij sprak er
over toen ze in snellen rid bergafwaarts
reden, en hoewel zijne dochter moeite
f'""1
t Afffedfeu 'niét, iriaar morgeh.
h Juur." b
nHeeftzeeen kaartje gelaten, of haar
naam genoemd."
»Oja;madama Von Rhoden, doch het
is bepaald iemand van de familie, die ik
niet ken."
(Wordt vervolgd