NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
ONDER 'T OORDEEL.
No. 15.
Woensdag 22 Februari 1893.
Twee-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
VLINDERS.
BINNENLAND.
Feuilleton.
AME1SF1BRTSCIE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Bijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Croote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Spreektaal en schrijftaal.
„Gjj moet spreken zooals men spreekt
en schrijven zooals men schrijft." Zoo
zegt Busken Huet in een zijner «Fan-
tasiën en Kritieken" naar aanleiding van
een welsprekende redevoering van eenige
bladzijden lang, die eene van mevrouw
Bosboom's heldinnen zonder haperen of
zich te bedenken, uitspreekt. Ern impro
visatie, uitgesproken in boekentaal, klinkt
zeker dor en leelijk; er bestaat dan ook
een groot onderscheid tusschen het
levende woord en het geschreven woord.
Wij hebben allen dat verschil wel eens
opgemerkt, als wij een of andere voor
dracht of redevoering gehoord hadden
en deze daarna indruk voor ons kregen.
Wij misten er dan iets in. De bezielende
toon en uitdrukking waren er niet bij.
De spreker beschikt nog over zooveel
andere middelen dan het woord alleen
om zich uit te drukken en veistaanbar.r
te maken. De toon van de stem, een
glimlach soms geeft.aan een woord een
bijzondere beteekenis. Een oogenblik
rusten of snel doorspreken, een schouder
ophalen, een oogwenk, éen enkel gebaar
zegt soms meer dan het gesproken woord.
Schrijven wordt moeilijker, omdat men
alleen met woorden te doen heeft en
dikwijls zijn vele woorden noodig om
een gevoel te omschrijven, dat bij het
spreken zonder woorden vertolkt wordt.
Er is dus een groot onderscheid tusschen
schrijftaal en spreektaal, wat woorden
keus, woordschikking, in 't algemeen wat
stijl aangaat. Dit onderscheid te maken
is, om door hoorders of lezers goed be
grepen te worden, noodzakelijk.
Ook wat spelling betreft is er onder
scheid tusschen spreken en schrijven.
Alle woorden uitspreken zooals men ze
schrijft, overal de buigings-uitgangen
later hooren, doet niemand, om niet
voor een schoolvos of een verwaande
gek gehouden te worden. Het omgekeerde
gebeurt in sommige gevallen wel. Is
hier nu ook een onderscheid tusschen
spreken en schrijven noodzakelijk, waar
het de spelling betreft? Ik geloof van
neen. Hier wordt het onderscheid oorzaak
van vele moeilijkheden. Een afzonderlijke
spelling voor de spreektaal en een andere
voor de schrijftaal, die aan een bepaald
woordenlijstje gebonden is, is lastig. Zij,
die op de lagere school hebben leeren
spellen en wij willen eens aannemen,
dat zij het goed geleerd hebben wat
is er na eenige jaren van hun spelling
kennis overgebleven? Brieven schrijven
zonder taalfouten is onmogelijk en een
verstandig mensch zal hun dat ook zoo
kwalijk niet nemen. Want ook zij, die
langer gestudeerd hebben of schrijvers
van beroep, als auteurs en journalisten,
ook zij kunnen niet vrij blijven van taal
fouten, al nemen zij ook menigmaal hun
toevlucht tot het woordenboek, dat hen
onafscheidelijk vergezelt. Nu is dat af
en toe raadplegen van een woordenboek
wel zoo'n groote last niet, en als dat nu
het eenige bezwaar was, het zou er nog
mee door kunnen. Maar een grooter be
zwaar is dit: op de scholen voor lager-,
middelbaar en hooger onderwijs worden
zooveel uren besteed aan de spelling, om
het zoover te brengen dat men kan schrij
ven met zoo min mogelijk taalfouten.
Dit kost een schat van tijd, en vele uren
gaan voorbij aan nutteloozen arbeid, die
op een andere wijze vruchtbaar konden
gemaakt worden voor het latere leven.
Hoeveel tijd zou door een eenvoudige
spelling op de scholen niet uitgewonnen
worden. Er zou zooveel meer tijd blijven
voor het behandelen van onze letterkunde,
en bij het maken van opstellen zou meer
op de inhoud en vorm gelet kunnen
worden. Dit zou wel het grootste voor
deel zijn van een eenvoudige spelling,
van een schrijven volgens de beschaafde
uitspraak.
October 1891 schreef dr. R. A. Kolle-
wijn in «Vragen van den Dag" een ar
tikel over «onze lastige spelling" en hij
gaf daarin tevens voorstellen aan ter
vereenvoudiging. Wie nog niet overtuigd
is van de behoefte en van het wensche-
lijke om onze spelling te vereenvoudi
gen, raad ik aan dat opstel eens te lezen.
Eenieder zal dan instemmen met het ge
voelen van den heer Kollewijn. Gisteren
was het een jaar geleden, dat in een
vergadering door dr. K. bijeengeioepen,
een commissie werd benoemd om voor
stellen te doen over de vereenvoudiging
van onze spelling en verbuiging. Die com
missie heeft nu haar denkbeelden bekend
gemaakt en toegelicht in een brochure,
die bij Tjeenk Willink te Zwolle is ver
schenen, (prijs f 0,15). «Hoe langer hoe
meer blijkt, dat de zoogenoemde algemene
schrijftaal vrijwel als een afzonderlijke
taal moet worden aangeleerd. In elk op
zicht, laat ontkennen die 't wil is
meer overeenstemming wenschelijk. De
spreektaal naar de schrijftaal dwingen is
een onbegonnen werk. Schrijft men, zoo
als men beschaafd spreekt, dan heeft elk
in de levende taal hou-vast, om te weten
wat «grammaticaal nauwkeurig" is. De
schrijftaal dan ontdaan van 't verouderde,
en van wat willekeur er in bracht. De
spelling en verbuiging vereenvoudigd naar
de spreektaal." Het is niet hun doel «een
nieuw spellingstelsel" te maken. Zij geven
een twaalftal voorstellen aan, die zeer
praclisch zijn. Ziehier een aantal woorden
in hun nieuwe gedaante lopen, bleken,
olie, Junie, fabriekant, wetties, Pruisies,
vis, nors, tans, tee, kersmis; boerewo-
ning, paardestal, naaldekoker, ogenblik,
handelschool, oorlogschip; fotografie, te
lefoon; enz. Precies zoo als ze worden
uitgesproken, de weggelaten letters hoort
men toch nooit. Ook het geslacht der
woorden is een gewoon struikelblok.
Behalve enkele uitzonderingen bestaat
dit onderscheid alleen in de schrijftaal.
Hetzelfde geldt van de verbuiging der
lidwoorden, pers. voornaamwoorden en
de onbepaalde telwoorden. Ook hiervoor
worden vereenvoudigingen voorgesteld, en
door dat alles wordt de schrijftaal zooveel
mogelijk in overeenstemming gebracht
met de spreektaal. Voor het verdere ver
wijzen wij naar het boekje. Wij meenen
volkomen te kunnen deelen in de over
tuiging van de commissie, «dat met deze
voorstellen de grote meerderheid onzer
landgenoten zal worden geriefd zij voor
namelijk, die in staat zijn, eenvoudige
taalregels, zonder veel uitzonderingen,
behoorlijk toe te passen." De commissie
is niet van plan hare voorstellen in een
vergadering te brengen, wat zeker zeer
juist gezien is, maar zij verzoekt allen,
die zich er mede kunnen vereenigen
daarvan vdór 15 Maart aan dr. Kollewijn
(Vossiusstraat 20, Amsterdam) kennis te
geven. Bij voldoende aansluiting zal dan
een vereeniging worden gevormd. Eén
ding vind ik wel wat vreemd, nl. dat
de voorstellen «en bloc" moeten worden
aangenomen of verworpen. Men kan
toch voorstander zijn van vereenvoudiging
onzer spelling," zonder nog in allen deele
met de voorstellen te kunnen meegaan.
Om een voorbeeld te noemer,, zou niet
practischer zijn om de volkomen of hel
dere »e" steeds met het dubbele teeken
te schrijven ter onderscheiding van de
toonlooze »e" Het aantal veranderingen
zal in dit geval wel grooter zijn, maar
men heeft dan één algemeen geldenden
regel. De heer Kollewijn vond dit in
«vragen van den dag" bladz. 594 ook
beter dan den nu voorgestelden regel.
Het onderwerp is zeker van groot be
lang, en in de eerste plaats voor ons
onderwijs; wij wenschen derhalve, dat
velener de aandacht op mogen vestigen, en
dat deze quaestie tot een goed resultaat
mog geleid worden.
Het koninklijk landgoed «Oranje
Nassau-Oord" heeft een belangrijke ver
andering en daarmede gepaard gaande
verbetering en verfraaiing ondergaan.
Door het sloopen der boerderij werd
aan het lustoord reeds een schoon aanzien
gegeven Thans zjjn de daarbij gelegen
uitgestrekte bouwlanden reeds nagenoeg
geheel tol plantsoen aangelegd en bepoot
met sierlijke heesters en ander opgaand
geboomte en opgaand struikgewas, ter
wijl het geheel doorsneden is met rij- en
wandelwegen. Voorzeker zal dan ook
dezen zomer dit schoon gelegen vorstelijk
verblijf met zijn prachtige wandelwegen
tal van bezoekers trekken.
Nu het in het Oldambt voortdurend
rustig blijft, zal de infanterie, aldaar in
verschillende dorpen nog gedetacheerd
spoedig naar haar garnizoen terugkeeren
Ter ordehandhaving zullen maréchausées
de infanterie verv ngen. In Beena, Noord
broek en andere dorpen is bereids de
maréchausee aangekomen. Uit Zutfen en
Deventer zullen nog enkele huzaren ko
men, ter versterking van de maréchaus-
sée.
De gedetacheerde rijksveldwacht is we
der naar hare standplaatsen teruggekeerd
Door den radicalen Bond is eene
circulaire verspreid, waarin zij alle met
de tegenwoordige toestanden ontevredenen
verzoekt zich bij hen aan te sluiten, op
dat door eendrachtig optreden zoo noo-
dige herziening van ons staatswezen in
democratischen geest worde hespoedigd.
Die beginselen, waaraan volgens Art.
1 der statuten van den bond de hervor
mingen van de naaste toekomst moeten
worden getoetst, zijn:
I. gelijkstelling der meerderjarige Ne
derlanders ten aanzien van de uitoefening
van staatsburgelijke rechten;
II. bestrijding van de sociale afhanke
lijkheid en verhooging van het stoffelijk
en zedelijk welzijn der niet- en minver
mogenden door:
a. afschaffing van die wettelijke bepa
lingen, welke opeenhooping van kapitaal
in de handen van enkelen bevorderen;
b. invoering van wetten, die:
1®. met behoud van het beginsel van
den persoonlijken eigendom de uit dien
eigendom voortvloeiende bevoegdbeden
binnen engere grenzen beperken en eene
meer gelijkmatige verdeeling van het
maatschappelijk inkomen in de hand
werken
2°. de nadeelige gevolgen der werking
van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
zooveel mogelijk tegengaan.
Met de bovenstaande beginselen tot
grondslag heeft de radicale bond zjjn
politiek program in art. 2 der statuten
nader ontwikkeld.
Al is nu omtrent de vele punten van
dit program algeheele overeenstemming
niet te verwachten, instemming met bo
venstaande beginselen eischt de partij
van alle, die zich bij haar wenschen aan
te sluiten. Dit is noodig, zal de party
niet worden tot een partij in naam, die
door innerlijke verdeeldheid omtrent prin-
cipiëele punten zich onmogelyk krachtig
zou kunnen doen gelden.
Men deelt aan de N. Rott. Cf. mede:
Tusschen een boer van buiten of juis
ter gezegd een boterhandelaar want
de man houdt er geen beest op na
die wekelijks honderden K.G. «boter" in
de residentie aflevert, had het volgende
gesprek plaats, dat een niet onaardig
beeld geeft van de werking der Boterwet.
Mevrouw. «Hé, A," wij zullen den
man maar A noemen «heb ik tegen
woordig andere boter voor de keuken?
DOOR
MEVR. KAUTZMANN-VAN OOSTERZEE.
47) «Gij herinnert u misschien dominé
Hester nog wel? Nu, die heeft, naar hij
verhaalde, wegens grove onaangenaam
heden zijn emeritaat aangevraagd. Tante
was er niets tevreden over; ze raasde
tegen haar man als een eerste Xantippe."
«O, Emma, hoe vreeselijk is het toch,
als echtgenooten het elkander zoo zuur
maken. O, ik wilde wel dat ik het ieder
zeggen kon hoe bitter het leed is wan
neer men elkander mist."
«Zegt gij dat, gij die door hem geleden
hebt, beleedigd zijt?"
«En nog lijd. Neen, de wonde heelt
zoo spoedig niet die mij door hem is
toegebracht. Ik zou u willen bidden zie
op mij, en behoed uw man van te vallen
gelijk de mijne. Gij kunt er zooveel,
misschien alles aan doen."
Mevrouw Verheul zag ernstig voor
zich. «Waarom spreekt ge aldus," vroeg
ze zacht.
«Kunt ge dat vragen, lieve mevrouw.
O, gij zijt zooveel ouder en wijzer dan
ik ware ik als gij geweest, alles was
gewis tusschen mij en mijn man anders.
Doch ik verwachtte te veel van het leven,
had te hooge illusies en ik week ontsteld
terug, toen mijn hart getroffen werd in
plaats van hem de hand toetesteken om
hem te helpen. Gij, die uw man nu jaren
lang kent, gy moet zyn zwakke zijde
kennen, gij moet het weten waar hij te
treffen is. Mijn neef beklaagt zich over
hem niet als vijand, maar uit werkelijke
sympathie met uw beider lot. Emma ge
zijt juist de vrouw om met kracht maat
regelen te nemen om een dieigend ge
vaar af te wenden. Begin eens met u
zelf af te vragen of gij hem in alles
voldoet, of hij in u dien zachten vrien
delijken zonneschijn vindt, die ieder man
het recht heeft bij zijn vrouw te zoeken.
O, ik allerminst ken me het recht toe
om u raad te geven, maar die warme
wensch om u te bewaren voor een lot
als helaas het mijne is, en een leed dat
niet meer te herstellen valt, doet me
ernstig tot u spreken."
«Meent ge waarlijk, dat ik mijn man
van kwade wegen zou kunnen afhou
den
«En wie beter dan de liefhebbende
vrouw I O, liefde vermag zooveel. De
mijne was te zwak, en toch, indien ik
wist dat hij me noodig had, dat hij me
tot zich riep danja, dan ging ik
misschien en zou kunnen ver
«Maar arme, weet ge het dan niet,
heeft men u onkundig gelaten omtrent
de voorvallen der laatste dagen? Weet
ge het niet dat die vrouw, Sara heette
ze geloof ik, dood is, en hij geheel ge
ruïneerd
Ada werd bleek met groote oogen
staarde ze op de spreekster. «Zij dood,
wie zeide u dat?"
«Mijn oom was bij haar sterven tegen
woordig; hij was zoo geschokt, dat hij
er niet over spreken wilde, maar door
tante weet ik alles. Von Ellersleben was
bij haar, en het kind blijft bij de pleeg
ouders waarheen ze het bracht."
«Maar dat is onmogelijk; dus zouden
beiden in het dorp zijn?"
«Waar Adelheid is, ik durf u niet
meer vertellen, voor ik weet of zy hel
goedkeurt. Me dunkt zij en haar man
zullen dit toch wel geweten hebben."
«Ik haal haar, ik ben dadelijk hier
terug."
Vol angst liep de jonge vrouw naar
de groote huiskamer waar ze Johan en
hare stiefmoeder gelaten had.
«Myn hemel Ada, wat ziet ge er uit, zoo
bleek,zoo ontdaan,"sprak Adelheid ontrust.
«Mama, kom, kom spoedig met me bij
Emma."
«Is er iets kwaads
«Niet met haar doch ze weet nieuws
omtrent
«Arm kind, ik dacht, ik hoopte dat
gij dat vergeten zoudt," zeide Adelheid
den arm om haar heen leggend. Zoo
gingen ze te zamen, en ook Johan volgde.
Mevrouw Verheul zat nog zooals Ada
haar verlaten had; de handen in den
schoot gevouwen. Blijkbaar had de diepe
smart van dit jeugdig vrouwenhart haar
getroffen.
«Mijne stiefmoeder zegt me dat
«Dat ik u de naaste berichten omtient
haar echtgenoot geven kan. Maar heeft
Van Hoogendam u dan nog niets ge
meld?"
«We ontvingen geen enkel belicht."
«Nu ik weet het uit goede bron, want
gisteren waren mijn oom en tante hier,
en ze verhaalden mij, dat die arme Sara
in een aanval van waanzin zich het leven
benomen heeft, dat ze thuis gekomen
was om haar kind bij de grootouders te
brengen, en dat Von Ellersleben zoozeer
getroffen was door de vreeselijke schok
ken der laatste weken, dat hij doodziek
ligt op het landhuis.
Nu weet ge alles maar mijn hemel,
Ada, wat ziet ge bleek en ontdaan I
Ben ik onvoorzichtig geweest. Van Burg
stede geef haar een glas wijn."
De jonge man haastte zich dien raad
op te volgen.
«Mama laat ons huiswaarts keeren,"
zeide Ada. «O, ik moet dadelijk met
papa en oom Frans raadplegen."
«Zooals ge wilt, lieve, doch houd u in
vredesnaam bedaard."
«Ja, ja, maar indien het waar is, in
dien hij ziek, ernstig ziek iseen
heftige zucht brak haar woorden af.
«Zou ze hem toch liefhebben," dacht
mevrouw Verheul, »o, ze is beter dan ik.
Niet zoo gemakkelijk zou ik een smaad
als haar werd aangedaan vergeten. Maar
zij, zoo zacht, zoo lieftallig is tot vergeten
en vergeven in staat."
Het was als raadde Adelheid de ge
dachte van mevrouw Verheul, wan toen
ze haar de hand tot afscheid reikte,
zeide ze: «ik kom u zeer spoedig weder
bezoeken, en blijf dan lang bij u bab
belen."
Toen ze weg waren stond Emma lang
voor het venster en staarde naar builen.
Ze hoorde op de plaats bet vroolyk lied
der arbeiderskinderen, die daar een
rondedansje deden. Ze hoorde het geratel
der machines, die ze reeds vele jaren
schier onafgebroken hoorde. Men gewent
aan alle dingen, en de eentoonigheid van