NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. ONDER 'T OORDEEL. ]\o. 20. Zaterdag 11 Maart 1893. Twee-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. De vrijheid bedreigd U1NJS KNLAN' D. Feuilleton. AMERSFOORTSCHE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per po9t door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 6 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Er is zeer veel gesproken en ge schreven over de circulaire, eenigen tijd geleden door de schoolopzieners in het district Leeuwarden tot de- onderwijzers gericht, en waarin hun onder de aandacht wordt gebracht dat zij, door deelneming aan een vereeniging, die propaganda maakt voor omverwerping der maatschappe lijke orde, of door zelf tot oproerige handelingen aan te sporen, zich bloot stellen aan het gevaar, uit hun be trekking te worden ontslagen. Dat was iets ongehoords, een schen ding van het recht van vereeniging en vergadering, -een inbreuk op de Grondwettige rechten van den Neder- landschen staatsburger, een verkrach ting van de vrijheid, de instelling eener officiëele voogdij, waaraan een volwassen man zich niet mag onder werpen. In tal van bijeenkomsten werd de zaak aldus beoordeeld, en kwam men tot de conclusie, dat de heeren zich tegenover onderwijzers iets ver oorloofden, wat wel niet beproefd zou worden als het meer onafhankelijke personen gold. Dat ons volk in het algemeen, en waarom zouden onderwijzers in dit opzicht een uitzondering maken, eenigszins prikkelbaar is wanneer bij eenige quaestie zijn opvattingen van constitutioneele rechten en vrijheden betrokken zijn, is een goede eigen schap. De Nederlanders zijn nu een maal zooopgegloeid onder staats instellingen, die de handhaving van dat kostbaar goed waarborgen, heb ben zij zich een geschiedenis gemaakt, waarin geen plaats is voor zoodanigen dwang. Doch ook het goede kan, door een verkeerde toepassing, overdreven of misbruikt worden, en het schijnt ons toe dat zulks hier in niet geringe mate het geval is. De maatschappij is onbestaanbaar zonder orde. Als ruwe kracht heer schappij voert, als het geweld de overhand heeft, is er van orde zeker geen sprake meer. Deze is niet een onbestemd begrip, een zwevend, niet te omschrijven idee; zij vindt haar uitdrukking in de wetten van den staat, en deze te eerbiedigen, niet in den zin eener onvoorwaardelijke goedkeuring, maar in de beteekenis van onderwerping, is de eerste plicht van eiken staatsburger. Heeft men reden, of meent men die te hebben, om een wet, aan welke men gehouden is te gehoorzamen, niet in overeenstemming te achten met zijn begrippen van rechtvaardig heid, dan kan niemand en zal ook niemand dwingen, die overtuiging niet te bezitten. Men kan zelfs roeping gevoelen, om van deze meening open lijk getuigenis af te leggen, in woord en in geschrifte te verkondigen, waar om men die wet afkeurt, en te ver klaren hoe men haar anders zou wenschen. Doch op den voorgrond moet altijd staan dit beginselzoolang de wet niet is gewijzigd, vervangen of ingetrokken, behooren haar be palingen met nauwgezetheid te wor den opgevolgd. Gehoorzaamheid aan de wet is een maatschappelijke deugd. Nu is de onderwijzer geroepen, om de kinderen op te leiden tot maat schappelijke deugden, ook tot deze. Hij doet dit natuurlijk in de school, door en bij zijn onderwijs. Hebben de leerlingen de school verlaten, dan rust die taak op anderen. Alzoo als hij maar zorgt, bij zijn onderwijs en zoolang de kinderen hem zien en hooren, niets te doen dat op een aansporing tot ongehoor zaamheid gelijkt, is zijn verantwoor delijkheid volkomen gedekt en heeft niemand hem iets te verwijten, welke ook zijn houding moge zijn buiten de schooluren Dat is moeielijk aan te nemen. Hij moet niet alleen leeren, maar ook toonen dat het hem ernst is met zijn leering. Als een onderwijzer vertelt, dat de leugen verachtelijk is, en hij in zijn gewone leven zicli telkens aaii onwaarheid spreken schuldig maakt, verliest hij het vertrouwen, heeft zijn woord geen invloed meer, kan hij dus niet meer met vrucht den arbeid ver richten, die hem is opgedragen en waartoe hij zich, door naar zijn be trekking te dingen, verbonden heeft. Iemand, die zijn werk niet goed kan doen, behoeft men niet in zijn dienst te houdener is niets tegen te zeg gen, dat men hem ontslaat. Zoo eenvoudig voorgesteld, heeft het vraagstuk, door de Leeuwarder circulaire aan de orde gebracht, niets dreigends. Den onderwijzers wordt slechts in herinnering gebracht wat zij, bij eenig nadenken, zelf reeds lang hadden kunnen weten. Wie eenig ambt aanvaardt, neemt tegelijkertijd de verplichtingen op zich, aan de uitoefening van dat ambt verbonden, onverschillig of zij in een reglement of verordening cijn omschreven, dan wel slechts berusten op de eischen van het gezond verstand. Ouders, die zeil niets ophebben rnet de socialistische leeringen en met de wijze, waarop men die tracht te ver spreiden, zouden in geen geval hun kinderen kunnen en mogen toever trouwen aan een man, van wien zij weten dat omverwerping der maat schappij zijn hoogste doel is. Zij zouden moeten vreezen, dat onwillekeurig het onderwijs, dat hij geeft, de sporen draagt van zijn overtuiging, en het ware onvoorzichtig er zijn kinderen aan te wagen vóór men het recht- streeksche bewijs heeft dat inderdaad het onderricht hetwelk hij geeft, een revolutionnairen geest ademt. Doch die ouders hebben menig maal geen keus. Zij zijn wel genood zaakt, hun kinderen een bepaalde school te doen bezoeken, hen over te geven aan de leiding van den man, dien zij na schooltijd in hun oog ver derfelijke leeringen hooren verkondi gen. lïet is licht te begrijpen, welke moeielijkheden dit oplevert. Een meer dan gewone omzichtig heid is der ouderen plicht. Zij kunnen niet wachten totdat er bepaalde feiten zijn geconstateerd, want dan is het gemeenlijk te laat om het kwaad te herstellen. Te meer omdat het bewijs, dat er werkelijk wetsovertreding heeft plaats gehad, uiterst bezwaarlijk is te leveren. De kinderen kunnen niet als .getuigen optreden, en van de gesproken woorden bestaat geen steno grafisch verslag. De gemeentebestu ren zijn dus wel verplicht, preventief te werk te gaan; om de kinderen niet bloot te stellen aan het gevaar, op het dwaalspoor geleid te worden door personen, die wetsovertreding prediken en zich tot wetsverkrachting hebben verbonden, moeten zij die personen verwijderen uit hun betrek king. Waar de meeningen des onder wijzers verschillen met die van het gros der ouders, voor wier kinderen hij zorg te dragen heeft, is het niet gewenscht, dat hij die van de daken predike. Al mocht hij daarmee ook een goed doel kannen bereiken, dan nog is zekere gematigheid noodzake lijk, om liet vertrouwen niet te ver beuren, dat hij voor het volbrengen van zijn taak noodig heeft. De waar heid zal zich toch wel baan breken, al zijn het niet juist de onderwijzers die als haar apostelen optredeneen gepaste arbeidsverdeehng heeft hem zijn plaats aangewezen, en die op waardige wijze te bekleeden behoort zijn eenig streven te zijn. Wil hij zich naar die beperking zijner vrije be weging niet voegen, dan boude hij op onderwijzer te zijn. Het algemeen belang, dat der gemeenschap, gaat vóór het bijzonder belang van welken ambtenaar ook. Zelfs onder gewone omstandighe den, waar het onschadelijde théorieën geldt, zouden we dit voorschrift der gematigdheid in overweging durven gevenhoeveel te meer, waar er sprake is van deelgenootschap eener vereeniging, die openlijk verklaart ook door ongeoorloofde en onwettige middelen haar doel te willen berei ken. De sociaal-democratische bond heeft zich moedwillig, opzettelijk buiten de wet geplaatst; wie zich bij hem aansluit moet zelf maar weten, wat voor hem de gevolgen kunnen zijn. Volkomen terecht zegt de circu laire dat onderwijzers, die steun ver schaffen aan een vereeniging, welker doel is om verwerping der bestaande orde met alle middelen, ook zulke, die bij de wetten verboden zijn, zich aan plichtverzuim schuldig maken. Wij voegen er nog bij, dat zij blijk geven van een gemis van eerlijkheid, dat in een opvoeder der jeugd niet mag worden geduld. Immers, is er een andere naam aan te geven, wan neer men iemand aan den eenen kant den oorlog ziet verklaren aan de wetten van zijn land, en tegelij kertijd zich beroepen op die wetten ter handhaving zijner eigen rechten? Naar verbetering trachten op maat schappelijk gebied, laat ons dit allen te zamen doen, elk met de hem ten dienst staande middelen. Doch wie revolutie predikt, blijve buiten ons kamp. Dat er dit voorjaar werknood zal komen in de Fiiesche venen is buiten kijl, daar de aftrek van luit uiterst ge ring geweest is en de verveners daarom dit jaar weinig veen zullen laten ver graven. Tal van arbeiders kunnen nu geen welk bekomen. In scboieiland heb ben zich eeriigen hunner tot den burge meester gewend, met de vraag of hij uit ile gemeentekas hun niet van reisgeld kan voorzien om naar de venen in Noord- Biabant (Helenaveen) te trekken, waar zij wel weik zullen kunnen vinden Zelf zijn zij niet in staat, die kosten te be talen. Door bet gerechtshof is in appèl bekrachtig liet vonnis der Ai i.-Rechtbank te Uliecht, waai bij J W. L. V., te Baai u, wegens bet verspreiden en ter verspi ti ding in voorraad hebben van afbeeldingen, aanstootehjk voor de eerbaai beid waar van hij den inhoud kent, veioordeeld werd tot gevangenisstraf van zes weken. DOOK MEVR. KAUTZMANN-VAN OOSTERZEE. 52) «Ik weet nog niet wat ik beginnen zal," zeide hij moedeloos. «Als alle vrouwen waren zooals gij, dan zou het menig man minder zwaar vallen zich met het lot te verzoenen." «Indien alle mannen hun roeping ge trouw waren, zou dit lot waarschijnlijk meesttijds lichter wezen," sprak zij zacht. «Vergeef me indien ik tegenover u, als predikant streng was, maar ik mocht niet andets. «Ach de predikant moogt ge vergeten ik ben het niet meer; gisteren is mijn ontslagaanvraag toegestaan." Dit zeggend was hij naast haar voort gegaan, en trok het kleine hekje achter zich toe, nadat bij haar eerst had iaten voorbijgaan. Ze gingen een eindweegs denzelfden weg. Het was geheel donker toen des dok ters vrouw bij de pastorie stilstond en piedikant tot afscheid de hand reikte. Blyde was ze dus dat haar echtgenoot haar te gemoet kwam, zoodat ze niet alloen door de lange donkere oprijlaan gaan moest. Ze verhaalde hem van hare ontmoeting van zooeven, en voegde er bij «gij moest eens met hem gaan pra ten, gij zijt zulk een uitnemend arts, beste man, en de predikant is bepaald ziek in deze dagen, ge weet wel hoe ik dat bedoel." «Ik zal er eens met Van Hoogendam over sprekenik geloof vast dat zijn plan is den predikant een goed heenko men te bezorgen. Hij heeft hier veel ver deeldheid gebracht, maar ik acht dat wanneer hij weg is de meeste gemeente leden wel tot de kerk terug zullen kee- ren." Zoo sprekend, warerwze het huis genaderd en traden binnen, fn de huis kamer zat Ada in diepen rouw gekleed. Ze had juist haar kleine jongske in zijn bedje gelegd en boog zich luisterend over het kind. Bleek en mat zag haar gelaat, en terwijl ze zich over haar kleintje gzenbukte en de rozenroode lipjes met kussen bedekte, zeide ze»zie eens mama het voelt zelfs mijn aanraking niet, zoo rustig, zoo vredig sluimert. O, macht met immer zoo blijven, rein en onschul dig als thans. Een diepe zucht OGtbrakt hare woor den een nevel rees voor haar oogen en het moede hoofd aan de borst harer stief moeder vleiend, snikte ze «hij had me toch wel lief, mama mij en mijn kind I" NEGENTIENDE HOOFDSTUK. Elizabeth van Asperen bevond zich in hare vriendelijke zitkamer Jtoen de tij ding haar bereikte van het verlies, dat hare vriendin Ada getroffen had. Als be dwelmd door aandoening, liep zij naar hare ouders om het hun mede te deelen, doch vond bij hare moeder een meer dan koude ontvangst. «Wie had het ooit kunnen deuken," zeide de baronesse. De Von Rhodens en Von Ellersleben waren zulke aanzienlijke lieden het is een fameuse historie, en de man heeft in zoover gelijk dat hij liever in den dood ging dan het eind vao zijn brarikroet at te wachten." «Maar mama, hij heeft toch den dood niet verkozen hjj heeft koude gevat doch hoe het zij, ik vind het vreese- lijk voor Ada, Wilt u me toestaan haar eens te bezoeken?" «Foei kind, waar denkt ge aan gij, de freule Van Asperen in gezelschap van de vrouw eens bankroetiers!" Ik dacht waarlijk dat gij beter uwe waardigheid keudet." Men fluistert vreemde zaken over het geheele voorval. «Mama, ze is zoo diep ongelukkig." «Nu, dat mag wel zijn, en ware bij als eerlijk man gestorven dan zou ik er zooveel met legen hebben maar nu neen, Elizabeth, het mag niet." Het jonge meisje trok zich verdrietig in hare kamer terug. Ze kon het zich niet begrijpen dat de groote wereld al dus een oordeel vellen durfde over een jonge onschuldige, doch ongelukkige vrouw. Zij zelve had in hetzelfde geval kunnen verkeeren, en hoezeer zou ze dan trouwe vriendschap op prijs hebben ge steld. Doch ze mocht den wensch van haar hart niet volgen o, van hoeveel wenschen had ze reeds moeten afstand doen I Ze zag de kamer rond geheel voor haar bijzonder gebruik ingericht, bood ze een rijke verzameling aan van die kleine luxe artikelen die ieder meisjeshart be koren, tafeltjes met vergulde of Japan- sche voorwerpen, net gesneden of ge beeldhouwde kunststukjes, spiegels en portretten van boezemvriendinnen, die nog dikwijls in dozijnen brieven werden herdacht. De sierlijke, uit Doterihout ge werkte schrijftafel, en de boekenkast waarin keur van de beste schrjjvers prjjkte, waren een welkom geschenk ge weest toen ze van het pensionaat terug keerde. Menigmaal zat ze bier mijmerend neer, en liet vriendelijke beelden uit het verle den vrij spel in haar ziel. Dan dacht ze aan den jongen man, dien ze boven alles beminde, en aan het groote huis waarin ze eens de meesteres zou zijn. Het mocht misschien nog jaren duien, maar wat beteekenen jaren voor een jong gemoed dat het hopen nog niet verleerde? Hare ouders, tot hiertoe on toegankelijk voor medegevoel met haie genegenheid, moesten het toch wel be speuren, dat de gehoorzaamheid aan hun onverbiddelijken wil toch niet bet gevolg was van onverschilligheid voor den man harer keuze. Dan dacht ze aan haai kinderjaren. Wat kon ze zich toen vaak eenzaam ge voelen, en hoe blijde was ze dan als de oude kindermeid die altijd haai ver trouwde was, haar eens medenam naar een nicht waar kinderen van haar leef tijd waren. Vreemd toch dat ze toen reeds zoo zelden bij mama was, hel was vermoeide haar bijzijn de moeder, die zich vaak zenuwachtig van haar afwendde. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1