BUITMLMDSCH OVERZICHT. Gemengd Nieuws. Staten-Generaal. Plaatselijke berichten De discussiën over de mailcontracten werden in de vergadering der Tweede Kamer van Vrijdag voortgezet. Van de vijf sprekers, die aan het woord kwamen, bestreden er drie, namelijk de heeren A. van Dedem, Gerritsen en Plate die overeenkomsten, opgrond, dat de geringe voordeelen, die zij wegens eenigszins ver snelde vaart op Indië opleveren, te duur gekocht worden met een subsidie van vier ton, terwijl het ook niet gewenscht is zich voor een tijdvak van vijftien jaar te binden. De heer Van Beuningen ver klaarde zich niet bepaald er tegen, maar verlangde toch inlichtingen omtrent de vrachtprijzen, die het gouvernement zou moeten betalen in verhouding tot het tarief voor particulieren. De heer Cremer trad, ofschoon de bezwaren erkennende, als verdediger ophij betoogde, dat het van belang is er een nationale stoom vaartonderneming op na te houden, en achtte het voordeel eener versnelling van het vervoer, die nog vermeerderd kan worden als de concurrentie er toe dwingt, niet gering. De Kamer benoemde, na vijf stem mingen, tot commies-griffier der Kamer, op een jaai wedde van f 1800, Jhr. Mr. G. C. von Weiier, ambtenaar ter secre tarie te Utrecht. Een geweldige storm is opgestoken in de Panama-wereldeen klein vrouwtje heeft dien verwekt. Mevrouw Cottu, de echtgenoote van den buiten vervolging gestelden mede-beschuldigde in het eerste proces, verklaarde voor het Hof van Assises, op het eind van December ver nomen te hebben, dat de Minister van Justitie, de heer Bourgeois, een poging wilde doen om de zaak te smoren; zij zou dan, als tusschenpersoon, de heeren De Lesseps, Frontane en Cottu hebben moeten overhalen, niets te zeggen, dan zou hun invrijheidstelling met ontslag van rechtsvervolging bewerkt worden. Indien zij zich met die taak wilde be lasten, zou zij een onderhoud hebben met den Minister. Toen zij zich naar diens kabinet begaf, om te vernemen wat men eigenlijk van haar verlangde, werd zij ontvangen door den heer Soinoury, chef van den openbaren veilig heidsdienst; deze vertelde haar dat hel voor zwijgen te laat was geworden, daar de heer De Lesseps reeds veel te veel had uitgelatenhij vroeg of zij geen pa pieren had, waardoor eenige leden van de rechterzijde in de Kamer in ongelegen heid zouden komen. Nadat zij een ont kennend antwoord had gegeven, heeft Soinoury haar in de gelegenheid willen stellen de gevangenen te spreken, wat zij weigerde. Men begrijpt de sensatie, door deze verklaring verwekt, die zij volhield, ook toen Soinoury, onmiddellijk opgeroepen, nagenoeg alles in haar tegenwoordigheid ontkende. Hij zeide dat Mevrouw Cottu hem uit eigen beweging is komen vra gen haar man te mogen zien, maar dat haar noch een voorstel, noch een aanbie ding is gedaan. De Minister Bourgeois, zoo plotseling in de zaak gemengd, heeft onmiddellijk ontslag gevraagd, ten einde zich als ge woon afgevaardigde voor het hof te kun nen verdedigen; pogingen van zijn ambt- genooten, om hem op dit besluit te doen terugkomen, mislukten. Nader is gebleken, dat het onderhoud tusschen Soinoury en Mevrouw Cottu is bewerkt door zekeren Goliard vroeger agent der geheime politie en thans ijverig Boulangist. Onder die omstandigheden moest zoo wel de Kamervergadering van Maandag als de zitting van het Hof op dien dag zeer belangrijk zijn. Omtient de eerste meldt een Reuter-telegram «Heb dankik weet wat ik vermag. Ik keer thans huiswaarts en ga op reis, maar laat zien," bij telde op de vin gers, vlieden over acht dagen ben ik weder hier; zorg er voor dat uw schoon zoon ook hier zij, en gij beiden zult t' een groote verrassing zien voorbereid." De predikant ging. „Wonderlijke man," sprak Adelheid, terwijl ze hem naoogde, ven toch in de diepte van dat hart woont een engel die, wie weet hoe spoe dig naar buiten zich openbaren zal. Sinds het masker hem werd afgerukt, begin ik te hopen dat hij tot volkomen vrede geraken zal." Zoo mijmerend ging ze naar Ada's kamer en trad binnen. De beide vrien dinnen waren in bewondering van klei nen Siegfried vereenigd en op beider ge laat waren sporen van tranen. Des dok ters vrouw zag een oogenblik toe, toen vroeg ze plotseling: sElizabeth, herinneit ge u, den predikant Hester vroeger wel eens ten uwent ontmoet te hebben?" vNeen ik geloof het althans niet. Doch waarom vraagt u me dat?" vO, het is slechts een gissing, maar denk eens goed na, mijn lieve kan hij in eenige betrekking tot uwe familie staan Uwe moeder immers is protestant heeft zy soms ooms of neven bedenk u eens goed?" In de couloirs is de oppositie van mee ning, dat het Kabinet zal vallen. De leden der linkerzijde zijn van tegenover gesteld gevoelen, daar het niet bewezen is, dat de minister-president geweten heelt van de stappen, die door den politie-chef Soinoury bij mevrouw Cottu zijn be proefd. Indien het Kabinet viel, zou een ontbinding der Kamer moeten volgen. Toen de Kamerzitting onder verbazen- den toevloed van nieuwsgierigen was ge opend, stelde de minister-president Ribot voor, te wachten tot de terugkomst van den heer Bourgeois, die door het Hof van Assises werd gehoord. Te vier uren heropening. Nadat de heer Bourgeois de tribune had bestegen, be lette een geweldig rumoer hem het spre ken. De Voorzitter riep onderscheiden leden tot de orde. Bourgeois verklaarde het voor onwaar, dat de Regeering beloften zou hebben gedaan aan Mevrouw Cottu. In dit op zicht zeide hij, mag niet de geringste twijfel blijven bestaan, zelfs bij de vijan den der republiekdaarom heb ik er de voorkeur aan gegeven als Minister af te treden en mijn getuigenis af te leggen als gewoon afgevaardigde. Ik zou het als een schandelijke daad beschouwen, indien het hoofd der rechterlijke macht gepoogd had gebruik te maken van den invloed van Mevrouw Cottu. Nimmer heb aan iemand het recht gegeven, uit mijn naam te spreken. Wat er is voor gevallen, is mij onbekend. Onder een toenemend rumoer vroeg de afgev. Deprez, waarom de heer Soinoury, hetzij hij al dan niet handelde op hoog bevel, niet onmiddellijk is ont slagen. De premier Ribot nam het woord en verdedigde de Regeering. Wanneer Soinoury onwaarheid heeft gesproken, zal hij gestraft worden. Mevrouw Cottu heeft bij den prefect van politie hetzelfde beproefd als bij genen. Nadat verschillende sprekers, als men bij die soort van «debat" nog dat woord kan bezigen, er het hunne van gezegd of liever uitgeschreeuwd hadden, wraakte de heer Rébot de manoeuvres van de vijanden der republiek, die alleen om haar te treffen de Panama-campagne ondernamen. Hij verzocht de Kamer dringend, af te zien van de behandeling van aangelegenheden, welke het land ontzenuwen, en zich liever te wijden aan de oplossing van belangrijke sociale vraagstukken. Vijf moties werden ingediend. De Regeering vereenigde zich met die van den heer Rivet, een specialiteit in die soort van dingen, van dezen inhoud «De Kamer, vast besloten om het recht den vrijen loop te laten en volledig licht te brengen in de Panama-zaak, stelt zich tevreden met de vei klaringen dei Regee ring en gaat over tot de orde van den dag." Deze motie werd in twee gedeelten in stemming gebracht; het eerste deel werd aangenomen door het opsteken der handen, het tweede met 297 tegen 228 stemmen Voor het Hof heeft de heer Bourgeois zich met waardigheid verdedigd. Hij zei, dat zijn naam bij de getuigenverhooren is genoemdmen heeft het voorgesteld alsof hij, de Minister van Justitie, zekere diensten had aangenomen en daarvoor een gunstige uitspraak der rechtbank had toegezegd. Met verontwaardiging protesteerde hij daartegen. Alleen, zei hij, heb ik mevrouw Cottu verlof gege ven vrij met haar man te spreken. Nooit heb ik machtiging gegeven tot een han deling, die de justitie kon nopen van haar plicht af te wijken. Uitsluitend om mij beter te kunnen verdedigen heb ik mijn ambt als minister nedergelegd. De heer Goliard, die zijn tusschen- komst verleeude voor het onderhoud van mevrouw Cottu met den chef van den veiligheidsdienst, zeide uit eigen beweging te hebben gehandeld, en niet op bevel van wien dan ook. De heer Soinoury bevestigde dit en voegde er bij, dat de Minister niets heeft geweten van het onderhoud met mevrouw Cottu. Deze dame, nogmaals gehoord, hield de juistheid van haar Zaterdag afgelegde verklaringen vol. De tweede lezing van het Home-rule- ontwerp in het Britsch Lagerhuis zal eerst plaats hebben na het Paasch-reces. Voor dit uitstel zijn twee oorzaken voor eerst een ongesteldheid van den heer Gladstone, ten tweede het oponthoud, dat gebracht is in de behandeling van zekere aanvullings-credieten. Het Huis heeft bij eerste lezing het ontwerp be treffende de internationale overeenkomst tot tegengaan van drankverkoop op de Noordzee aangenomen. De Commissie van den Duitschen Rijks dag verklaaide zich met groote meerder heid tegen de legerwet. Een schikking wordt onwaarschijnlijk geacht. »Ik bedenk het vruchteloos, mevrouw van de familie mijner moeder weet ik weinig af; het schijnt me somtijds toe, als had ze die niet of misschien is haat tusschen katholicisme en protestantisme de oorzaak dat zij ze niet meer ontmoet. Doch waarom ondervraagt u me toch aldus?" Wordt vervolgt). Bij Kon. besluit is benoemd tot le luitenant bij het 5e reg. infanteiie de 2e luitenant VV. van Bakel, alhier in garnizoen. Naar de N. fl. Cf. meldt, zal kapi tein W. M. H. Anten, van het 5e reg. inf. alhier binnenkort wegens lichaams gebreken den dienst met pensioen ver laten. Aan het jl. Zaterdag gehouden toe latingsexamen voor de Rijks-normaalles sen alhier werd deelgenomen door 4 meisjes en 2 knapen. Eén knaap werd afgewezen. Toegelaten werdenH. C. Kerkhoff, van Amersfoort; N. Boonstra, van Barne- veldM. A. A. C. Hendriks en D. v. Vlaanderen, beiden van Amersfoort, be nevens Gerard Prins van Soest. Door Dr. H. Gorter is ontslag ge vraagd uit. zijn betrekking van leeraar in de Latijnsche taal en letterkunde aan het gymnasium alhier. Maandag 1.1. werd voor de laatste maal in dit seizoen kosteloos spijs ver strekt door de Vereenigirig tot uitdeehng van spijs aan behoeftigen. Van 16 Dec. 1892 tot heden werden uitgereikt 19187 portiën spijs. De vereenigirig Kindervoeding verstrekte gedurende 72 dagen een warm middag maal aan 11556 leerlingen der openbare scholen. De kiesvereeniging De Grondwet alhier zal aanstaanden Donderdag te 8 uren in «Amicitia" vergaderen, tot het kiezen van een bestuur. Het is ons aangenaam de alge- meene aandacht te mogen vestigen op den vijfligsten Jaargang van «De Huis vriend," waarvan dezer dagen de eerste Afleveringen verschenen zijn. Deze oude Huisvriend met tweehonderd keurige gravuren was sinds vele jaren een gezel lige, goede vriend; in duizende gezinnen steeds welkom. Dat hij dit blijven zal, lijdt geen twijfel, omdat hij altijd met zijn tijd is meegegaan, en zich streng onthouden heeft van eenige inmenging op staatkundig of kerkelijk gebied. De Redactie wenscht volgens het prospectus dat haar maandwerk uit sluitend zal bijdragen tot beschaving, ont wikkeling en veredeling van alle standen. Daar de prijs slechts 25 cents per maand bedraagt, en de aanschaffing dus voor niemand een overwegend bezwaar kan zijn, zal de oude, nog altijd jonge Huisvriend, opnieuw in menige woning een plaatsje bereid vinden. De Gymnastiek- en Schermver- eenigingen «Ontwikkeling" en «Amers foort" te dezer stede ziju vereenigd onder den naam «Ontwikkeling." De lessen hebben plaats onder leiding van den heer F. Rauh. Een voorloopig bestuur is be last met de samenstelling van een regle ment enz. Het doel der vereeniging n.l. het be oefenen der gymnastiek en schermkunst zal hierdooi ongetwijfeld veel bevorderd worden. Aan de Paasch-paardenmarkt waren aangevoerd ongeveer 425 paarden, veu lens en hitten. De handel was traag. De prijzen variëerden van f70 tot f400. Wij vernemen dat onze geachte stadgenoot, de heer A. J. Bos, gemeente ontvanger alhier, sedert eenigen tijd On gesteld, thans in zorgvollen toestand ver keert. Maanda-avond is een koopman, die de paardenmarkt alhier had bezocht, aan het station, waar hij zich bevond, met het voornemen om huiswaarts te keeren, door eene beroerte getroffen en oogen- blikkelijk gestorven. Het lijk werd naar het lijkenhuis aan de algemeene begraafplaats overgebracht. 343ste 8TAAT6-LOTEU1J. Eerste klasse. Trekking van 13 en 14 Maait (1000 loten). Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen: Prijzen Tan f 30 3775 3776 3792 3793 8365 8372 8404 8434 8467 8474 8476 8481 14841 14660 15242 15235 18762 18764 18780 en 19340. Te zamen 20 prijzen. Gevonden op den openbaren weg: '1 portemonnaie inhoudende eenig geld 1 zilveren oorknopje. Rechthebbenden vervoegen zich ter te- rugbekoming aan hel bureau van politie. Spakenbnrg. Ten behoeve van den meer levendigen vischhandel. zal het Rijkstelegraafkantoor met lelephoondienst alhier op werkdagen, boven de gewone diensturen, ook open zijn van 7 tot 8'/, uur namiddags (spoortijd). Op Zondag blijft het kantoor als tot heden gesloten. Eene Rn*«lscbe school. Dezen winter waren wij in eene Rus sische haven ingevroren. Met het haven stadje waren wij al vrijwel bekend en wij besloten ook eens de toestanden op het platteland te leeren kennen en wel voornamelijk voor zoo verre deze met de school in betrekking staan. Op een goeden morgen dan, omstreeks den Russischen nieuwjaarsdag, stapten wij het ons bekende stadje uit in de richting van het dorpje Rostinov. 's Nachts had het ruig gevroren en 's morgens was het tamelijk mistig, maar later kwam de zon er door. In Rostinov aangekomen, vroegen wij naar de school. Een kwartier moesten wij nog gaan en zouden dan de school wel zien. Dat kwam uit, ten minste, wij zagen toen een net burgerwoninkje en bemerkten daarachter een soort van schuur, die wel eene kinderleerplaats kon blijken te zijn. Ons vermoeden was juist: wat in Nederland met alle recht eene schuui zou genoemd worden, heette daar eene school en wat in Amsterdam hoogstens als stal dienst zou doen, moest hier der jeugd tot dagelijksche vei blijf- plaats dienen, om opgeleid le worden tot(zie art. zooveel van de wet op het lag. ond. in Rusland). Wij dienden ons zeiven bij het hoofd aan en maakten kennis met elkaar. Dit geschiedde in een gangetje aan de school, ter lengte van 4 en ter breedte van 1 M. Hier hingen de jassen, de hoofddeksels, de broodmandjes, enz. der leerlingen, of liever deze dingen moesten er hangen, maar een groot deel er van lag of stond op den grond. De verwonderde blik, die wij op die verwarde massa wierpen, werd door onzen begeleider gezien, daarom sprak hij«ja, ziet u, er zijn meer kinderen op de school, dan hier knoppen zijn, het kan dus niet anders." «Ah zoo! begrepen," antwoordden wij. Wij gingen het heiligdom binnen. Het zal half tien geweest zjjn, maar het was er nog schemerachtig. Onze oogen moes ten nog aan dien schemer gewennen om iets goed te kunnen zien. Het hoofd had dit bemerkt, daarom sprak hij«ik ben er al aan gewoon, maar 's winters houd ik geen schoolik heb dan zooveel als eene zeer slechte bewaaischool, want zonder licht geene aanschouwing en zon der aanschouwing geen onderwijs." Juist wilden wij antwoord geven, toen wij, al voortschrijdende langs een nauw paadje, bijna eene buiteling maakten. Door de heerschende schemering, of door het smalle pad, of door beide, stootten wij den voet aan een wat ver vooruit stekend bankvoetstuk. Misschien hadden wij het aan onze akte in de vrije en orde-oefeningen te danken, dat het met een paar kniebuigingen afliep. Ons gelaat moet wel eenige ontsteltenis uitgedrukt hebben, want onze voorganger zeide: «troost u, indertijd heeft eene Excellentie wel een paar dito kniebuigingen in dit heiligdom gemaakt." Onze oogen konden thans door de schemering heenzien, die trouwens zicht baar verminderde, omdat de mist optrok. Wij namen den boe) eens goed op. Eene ruimte van meer dan 300 M®. moest door ééne kachel verwarmd worden. Het was er koud en trekkerig, zoodat wij hoe langer hoe meer op de gloeiende kachel aantrokken. Bij afwisseling begaven zich op een wenk van den meester een tien- of tw ialftal kinderen naar deze ware troosteres om er zich te verwarmen. »'t Is hier koud," waagden wij te zeggen. «Op 't oogenblik niet heel erg;'k heb het hier beleefd, dat ik driemaal op één dag de inktkokers bij de heete kachel moest brengen, om den inkt te doen ont dooien dat kinderen, die meer dan twee meter van de kachel verwijderd waren, zaten te rillen van de kou. Maar zie dan ook eens hoe doorluchtig het hier is: de ramen van onder vastgevroren, van boven niet sluitendplafondreeten, waar het dikste geldstuk met gemak doorglijdt, enz. Ja, 't kan hier 's winters koud zijn! En 's zomers wordt men hier bijna be dwelmd door den walgingwekkenden reuk der privaten, ziel u, daar aan den zuidkant. En behoorlijke ventilatie is hier niet te verkrijgen, wel tocht!" Zoo sprak de man en wij zagen, dat hij een weinig bitter geworden was. «Hebt gij geen medehelper? Bij ons worden meer dan 40 leerlingen door minstens 2 onderwijzers geleeraard en hier zijn er meer dan tweemaal 40." «Op 't oogenblik niet. Mijn mede helper is vertrokken en de regel is, dat ik dan 2 a 3 maanden alleen sta, zoo ook nu." «De kinderen wringen en draaien zich om het licht op hun werk te laten vallen, weet gij wel, hoe nadeelig dit voor hen is?" «Zeker, zeker, maar wat ei aan te doen, het licht valt grootendeels van achter in, en er is nu eenmaal onvol doende verlichting in deze ruimte." De zon had onderwijl zooveel kracht verkregen, dat de sneeuw en de rijm, die op het dak lagen, smolten en op ver schillende plaatsen in den vorm van druppels op den vloer nedervielen. Er kwamen eerst plasjes en om twaalf uur waren er plassen. Het hoofd der school verzekerde ons, dat hijzelf en de leer lingen dikwijls naar een droog plaatsje moesten zoeken (dit zagen wij ook nu geschieden)dat er wel eens klompen in de school ronddrevendat borden en privaten soms ongenaakbaar waren, en de vuile strepen langs het plafond ge tuigden, dat hij waarheid sprak. De school ging uit. Deze te luchten, daar kon geen sprake van zijn, want de ramen, die aan den noordkant waren, zaten nog vastgevroren. Wij zagen ook nog de boekenkast, of eigenlijk het boe kenkastje, een hokje, zoo donker, dat er licht moest ontstoken worden, om er iets in te kunnen zoeken. Wij wenschlen nog even met onzen vriend te praten, daarom zeiden wij: «Zulk eene school als deze bestaat in Nederland niet. Onherroepelijk worden dergelijke inrichtingen afgekeurd. Verve- looze hokken en stallen zijn daar voor de beesten, voor de menschen heeft men nette gebouwen. Gelieve eens te hooren, hoe men in ons land handelt." En wij lazen «Lager Onderwijs. Bij Kon. besluit van 11 Oct. '92 is beslist, dat een reden van afkeuring van een schoollokaal kan zijn, dat daarin ten behoeve der leerlingen niet genoeg licht valt. Dienaangaande wordt in het besluit overwogen dat, afgescheiden van de algemeene regelen voor den schoolbouw, bij art. 4 der wet op het lag. ond. bedoeld, volgens art. 5 dier wet, schoollokalen, die voor de gezondheid der leerlingen schadelijk zijn, door den Inspecteur van het genees kundig Staatstoezicht kunnen worden afgekeurd; dat het uit den aard der zaak eene hoofdvereischle voor een goed ingericht schoolgebouw is, dat daarin ten behoeve der leerlingen genoeg licht valt dat bij gebreke van het noodige licht de leerlingen hun gezichtsvermogen over matig moeten inspannen en daardoor groot gevaar loopen hunne oogen te be derven dat wanneer bovendien het licht van achteren invalt, daarbij nog het nadeel komt, dat de leerlingen allerlei scheeve en verdraaide houdingen op hunne zit plaatsen moeten aannemen; dat de school aan den Vloeddijk te Kampen uit zes vertrekken bestaat, waar van er twee niet voldoende verlicht zijn, enzmitsdien de geheele school afgekeurd." «Hoort gij wel, dat is nu geen ui, maar historische waarheid." «Gelukkig Nederland, waar men zoo handelt. Deze school, die hier te Ros tinov voor goed doorgaat, zou dus in uw land wel om tien redenen afgekeurd worden?" «Misschien wel. Laten wij ze ook eens troosten. Nog zoo heel lang niet geleden was het in Nederland al even zoo als hier. Maar de tijd heeft wonderen op schoolgebied verricht. Goede scholen, flinke salarissen!tusschen twee ha -kjes en in vertrouwen, hoeveel is uw traktement?Zoo, bet minimum? Nu, wordt maar 100 jaar en het zal wel beter wezen." Wij namen afscheid. Neen, maar het zou toch te gek zijn, als er ééne Rosli- novsche school in Nederland bestond I Den belangstellenden lezer willen wij Rostinov wel aanwijzen op de kaart vanhaast hadden wij geschreven van Nederland, op de kaart van o ja, van Rusland. Te Batavia is een Duitsche dokter aangekomen, de heer Balser, die thans in de Preanger vertoeft en het plan heeft gemaakt om een gezondheidsetablissement op te richten op zee. Zijn ideaal is een schip, dat voor niets anders dient dan dat, en alleen vaart voor de gezondheid van de passagiers. Maar voorloopig heeft hij eene reis van vijfmaanden georganiseerd rnet een Duitsche stoomboot, van Bremen of Genua naar Colombo en Hongkong, met oponthoud in beide plaatsen en terug over Korfu naar Triest. Java was niet in het plan opgenomen, maar wanneer dr. Balser, die thans met zijne vrouw en één patiënt eene proefreis doet, met de Preanger zal hebben kennis gemaakt, zal hij misschien Gadok, Sindanglajaen Garoet wel in de plaats stellen van Colombo en Hongkong. De kosten zijn 7000 mark, waarvoor men alles heeft behalve wasch, dranken en medicijnen. De reis, waarbij men 62 dagen op zee is, zou vooral ten goede moeten kornen aan menschen met aanleg voor longtering, aan bloedarmen, aan zenuwlijders, aan jichtlijders en aan nog een paar soorten van zieken. Het denkbeeld is niet onaardig, maar voor gezonde reizigers zal het misschien geraden zijn de booten te mijden, waarop dr. Balser met zijne patiënten zal varen. Te Parijs bestaan, behalve de ge wone dagbladen, een reeks bladen, die gewijd zijn aan de belangen van het een of andere bedrijf of stand. Onder deze komt ook voor een bedelaars courant. Dit blad verschijnt dageljjks en geeft aan zijn lezers eiken morgen een volledige opgaaf van de doopfeesten, huwelijken en begrafenisplechtigheden, die uien dag zullen plaats vinden en waar de giften waarschijnlijk rnim zullen vloeien.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 2