BUITMLMDSCH OVERZICHT.
Gemengd Nieuws.
Staten-Generaal.
Plaatselijke berichten
De discussiën over de mailcontracten
werden in de vergadering der Tweede
Kamer van Vrijdag voortgezet. Van de
vijf sprekers, die aan het woord kwamen,
bestreden er drie, namelijk de heeren
A. van Dedem, Gerritsen en Plate die
overeenkomsten, opgrond, dat de geringe
voordeelen, die zij wegens eenigszins ver
snelde vaart op Indië opleveren, te duur
gekocht worden met een subsidie van
vier ton, terwijl het ook niet gewenscht
is zich voor een tijdvak van vijftien jaar
te binden. De heer Van Beuningen ver
klaarde zich niet bepaald er tegen, maar
verlangde toch inlichtingen omtrent de
vrachtprijzen, die het gouvernement zou
moeten betalen in verhouding tot het
tarief voor particulieren. De heer Cremer
trad, ofschoon de bezwaren erkennende,
als verdediger ophij betoogde, dat het
van belang is er een nationale stoom
vaartonderneming op na te houden, en
achtte het voordeel eener versnelling van
het vervoer, die nog vermeerderd kan
worden als de concurrentie er toe dwingt,
niet gering.
De Kamer benoemde, na vijf stem
mingen, tot commies-griffier der Kamer,
op een jaai wedde van f 1800, Jhr. Mr.
G. C. von Weiier, ambtenaar ter secre
tarie te Utrecht.
Een geweldige storm is opgestoken in
de Panama-wereldeen klein vrouwtje
heeft dien verwekt. Mevrouw Cottu, de
echtgenoote van den buiten vervolging
gestelden mede-beschuldigde in het eerste
proces, verklaarde voor het Hof van
Assises, op het eind van December ver
nomen te hebben, dat de Minister van
Justitie, de heer Bourgeois, een poging
wilde doen om de zaak te smoren; zij
zou dan, als tusschenpersoon, de heeren
De Lesseps, Frontane en Cottu hebben
moeten overhalen, niets te zeggen, dan
zou hun invrijheidstelling met ontslag
van rechtsvervolging bewerkt worden.
Indien zij zich met die taak wilde be
lasten, zou zij een onderhoud hebben
met den Minister. Toen zij zich naar
diens kabinet begaf, om te vernemen
wat men eigenlijk van haar verlangde,
werd zij ontvangen door den heer
Soinoury, chef van den openbaren veilig
heidsdienst; deze vertelde haar dat hel
voor zwijgen te laat was geworden, daar
de heer De Lesseps reeds veel te veel
had uitgelatenhij vroeg of zij geen pa
pieren had, waardoor eenige leden van
de rechterzijde in de Kamer in ongelegen
heid zouden komen. Nadat zij een ont
kennend antwoord had gegeven, heeft
Soinoury haar in de gelegenheid willen
stellen de gevangenen te spreken, wat
zij weigerde.
Men begrijpt de sensatie, door deze
verklaring verwekt, die zij volhield, ook
toen Soinoury, onmiddellijk opgeroepen,
nagenoeg alles in haar tegenwoordigheid
ontkende. Hij zeide dat Mevrouw Cottu
hem uit eigen beweging is komen vra
gen haar man te mogen zien, maar dat
haar noch een voorstel, noch een aanbie
ding is gedaan.
De Minister Bourgeois, zoo plotseling
in de zaak gemengd, heeft onmiddellijk
ontslag gevraagd, ten einde zich als ge
woon afgevaardigde voor het hof te kun
nen verdedigen; pogingen van zijn ambt-
genooten, om hem op dit besluit te doen
terugkomen, mislukten.
Nader is gebleken, dat het onderhoud
tusschen Soinoury en Mevrouw Cottu is
bewerkt door zekeren Goliard vroeger
agent der geheime politie en thans ijverig
Boulangist.
Onder die omstandigheden moest zoo
wel de Kamervergadering van Maandag
als de zitting van het Hof op dien dag
zeer belangrijk zijn. Omtient de eerste
meldt een Reuter-telegram
«Heb dankik weet wat ik vermag.
Ik keer thans huiswaarts en ga op reis,
maar laat zien," bij telde op de vin
gers, vlieden over acht dagen ben ik
weder hier; zorg er voor dat uw schoon
zoon ook hier zij, en gij beiden zult t'
een groote verrassing zien voorbereid."
De predikant ging. „Wonderlijke man,"
sprak Adelheid, terwijl ze hem naoogde,
ven toch in de diepte van dat hart
woont een engel die, wie weet hoe spoe
dig naar buiten zich openbaren zal. Sinds
het masker hem werd afgerukt, begin
ik te hopen dat hij tot volkomen vrede
geraken zal."
Zoo mijmerend ging ze naar Ada's
kamer en trad binnen. De beide vrien
dinnen waren in bewondering van klei
nen Siegfried vereenigd en op beider ge
laat waren sporen van tranen. Des dok
ters vrouw zag een oogenblik toe, toen
vroeg ze plotseling: sElizabeth, herinneit
ge u, den predikant Hester vroeger wel
eens ten uwent ontmoet te hebben?"
vNeen ik geloof het althans niet.
Doch waarom vraagt u me dat?"
vO, het is slechts een gissing, maar
denk eens goed na, mijn lieve kan
hij in eenige betrekking tot uwe familie
staan Uwe moeder immers is protestant
heeft zy soms ooms of neven bedenk
u eens goed?"
In de couloirs is de oppositie van mee
ning, dat het Kabinet zal vallen. De
leden der linkerzijde zijn van tegenover
gesteld gevoelen, daar het niet bewezen
is, dat de minister-president geweten heelt
van de stappen, die door den politie-chef
Soinoury bij mevrouw Cottu zijn be
proefd. Indien het Kabinet viel, zou een
ontbinding der Kamer moeten volgen.
Toen de Kamerzitting onder verbazen-
den toevloed van nieuwsgierigen was ge
opend, stelde de minister-president Ribot
voor, te wachten tot de terugkomst van
den heer Bourgeois, die door het Hof
van Assises werd gehoord.
Te vier uren heropening. Nadat de heer
Bourgeois de tribune had bestegen, be
lette een geweldig rumoer hem het spre
ken. De Voorzitter riep onderscheiden
leden tot de orde.
Bourgeois verklaarde het voor onwaar,
dat de Regeering beloften zou hebben
gedaan aan Mevrouw Cottu. In dit op
zicht zeide hij, mag niet de geringste
twijfel blijven bestaan, zelfs bij de vijan
den der republiekdaarom heb ik er de
voorkeur aan gegeven als Minister af te
treden en mijn getuigenis af te leggen
als gewoon afgevaardigde. Ik zou het
als een schandelijke daad beschouwen,
indien het hoofd der rechterlijke macht
gepoogd had gebruik te maken van den
invloed van Mevrouw Cottu. Nimmer
heb aan iemand het recht gegeven, uit
mijn naam te spreken. Wat er is voor
gevallen, is mij onbekend.
Onder een toenemend rumoer vroeg
de afgev. Deprez, waarom de heer
Soinoury, hetzij hij al dan niet handelde
op hoog bevel, niet onmiddellijk is ont
slagen.
De premier Ribot nam het woord en
verdedigde de Regeering. Wanneer
Soinoury onwaarheid heeft gesproken,
zal hij gestraft worden. Mevrouw Cottu
heeft bij den prefect van politie hetzelfde
beproefd als bij genen.
Nadat verschillende sprekers, als
men bij die soort van «debat" nog dat
woord kan bezigen, er het hunne van
gezegd of liever uitgeschreeuwd hadden,
wraakte de heer Rébot de manoeuvres
van de vijanden der republiek, die alleen
om haar te treffen de Panama-campagne
ondernamen. Hij verzocht de Kamer
dringend, af te zien van de behandeling
van aangelegenheden, welke het land
ontzenuwen, en zich liever te wijden aan
de oplossing van belangrijke sociale
vraagstukken.
Vijf moties werden ingediend. De
Regeering vereenigde zich met die van
den heer Rivet, een specialiteit in die
soort van dingen, van dezen inhoud
«De Kamer, vast besloten om het recht
den vrijen loop te laten en volledig licht
te brengen in de Panama-zaak, stelt zich
tevreden met de vei klaringen dei Regee
ring en gaat over tot de orde van den
dag."
Deze motie werd in twee gedeelten
in stemming gebracht; het eerste deel
werd aangenomen door het opsteken der
handen, het tweede met 297 tegen 228
stemmen
Voor het Hof heeft de heer Bourgeois
zich met waardigheid verdedigd. Hij zei,
dat zijn naam bij de getuigenverhooren
is genoemdmen heeft het voorgesteld
alsof hij, de Minister van Justitie, zekere
diensten had aangenomen en daarvoor
een gunstige uitspraak der rechtbank
had toegezegd. Met verontwaardiging
protesteerde hij daartegen. Alleen, zei
hij, heb ik mevrouw Cottu verlof gege
ven vrij met haar man te spreken. Nooit
heb ik machtiging gegeven tot een han
deling, die de justitie kon nopen van
haar plicht af te wijken. Uitsluitend om
mij beter te kunnen verdedigen heb ik
mijn ambt als minister nedergelegd.
De heer Goliard, die zijn tusschen-
komst verleeude voor het onderhoud van
mevrouw Cottu met den chef van den
veiligheidsdienst, zeide uit eigen beweging
te hebben gehandeld, en niet op bevel
van wien dan ook. De heer Soinoury
bevestigde dit en voegde er bij, dat de
Minister niets heeft geweten van het
onderhoud met mevrouw Cottu.
Deze dame, nogmaals gehoord, hield
de juistheid van haar Zaterdag afgelegde
verklaringen vol.
De tweede lezing van het Home-rule-
ontwerp in het Britsch Lagerhuis zal
eerst plaats hebben na het Paasch-reces.
Voor dit uitstel zijn twee oorzaken voor
eerst een ongesteldheid van den heer
Gladstone, ten tweede het oponthoud,
dat gebracht is in de behandeling van
zekere aanvullings-credieten. Het Huis
heeft bij eerste lezing het ontwerp be
treffende de internationale overeenkomst
tot tegengaan van drankverkoop op de
Noordzee aangenomen.
De Commissie van den Duitschen Rijks
dag verklaaide zich met groote meerder
heid tegen de legerwet. Een schikking
wordt onwaarschijnlijk geacht.
»Ik bedenk het vruchteloos, mevrouw
van de familie mijner moeder weet ik
weinig af; het schijnt me somtijds toe,
als had ze die niet of misschien is haat
tusschen katholicisme en protestantisme
de oorzaak dat zij ze niet meer ontmoet.
Doch waarom ondervraagt u me toch
aldus?"
Wordt vervolgt).
Bij Kon. besluit is benoemd tot
le luitenant bij het 5e reg. infanteiie
de 2e luitenant VV. van Bakel, alhier in
garnizoen.
Naar de N. fl. Cf. meldt, zal kapi
tein W. M. H. Anten, van het 5e reg.
inf. alhier binnenkort wegens lichaams
gebreken den dienst met pensioen ver
laten.
Aan het jl. Zaterdag gehouden toe
latingsexamen voor de Rijks-normaalles
sen alhier werd deelgenomen door 4
meisjes en 2 knapen. Eén knaap werd
afgewezen.
Toegelaten werdenH. C. Kerkhoff,
van Amersfoort; N. Boonstra, van Barne-
veldM. A. A. C. Hendriks en D. v.
Vlaanderen, beiden van Amersfoort, be
nevens Gerard Prins van Soest.
Door Dr. H. Gorter is ontslag ge
vraagd uit. zijn betrekking van leeraar
in de Latijnsche taal en letterkunde aan
het gymnasium alhier.
Maandag 1.1. werd voor de laatste
maal in dit seizoen kosteloos spijs ver
strekt door de Vereenigirig tot uitdeehng
van spijs aan behoeftigen.
Van 16 Dec. 1892 tot heden werden
uitgereikt 19187 portiën spijs.
De vereenigirig Kindervoeding verstrekte
gedurende 72 dagen een warm middag
maal aan 11556 leerlingen der openbare
scholen.
De kiesvereeniging De Grondwet
alhier zal aanstaanden Donderdag te 8
uren in «Amicitia" vergaderen, tot het
kiezen van een bestuur.
Het is ons aangenaam de alge-
meene aandacht te mogen vestigen op
den vijfligsten Jaargang van «De Huis
vriend," waarvan dezer dagen de eerste
Afleveringen verschenen zijn. Deze oude
Huisvriend met tweehonderd keurige
gravuren was sinds vele jaren een gezel
lige, goede vriend; in duizende gezinnen
steeds welkom. Dat hij dit blijven zal,
lijdt geen twijfel, omdat hij altijd met
zijn tijd is meegegaan, en zich streng
onthouden heeft van eenige inmenging
op staatkundig of kerkelijk gebied.
De Redactie wenscht volgens het
prospectus dat haar maandwerk uit
sluitend zal bijdragen tot beschaving, ont
wikkeling en veredeling van alle standen.
Daar de prijs slechts 25 cents per
maand bedraagt, en de aanschaffing dus
voor niemand een overwegend bezwaar
kan zijn, zal de oude, nog altijd jonge
Huisvriend, opnieuw in menige woning
een plaatsje bereid vinden.
De Gymnastiek- en Schermver-
eenigingen «Ontwikkeling" en «Amers
foort" te dezer stede ziju vereenigd onder
den naam «Ontwikkeling." De lessen
hebben plaats onder leiding van den heer
F. Rauh. Een voorloopig bestuur is be
last met de samenstelling van een regle
ment enz.
Het doel der vereeniging n.l. het be
oefenen der gymnastiek en schermkunst
zal hierdooi ongetwijfeld veel bevorderd
worden.
Aan de Paasch-paardenmarkt waren
aangevoerd ongeveer 425 paarden, veu
lens en hitten. De handel was traag.
De prijzen variëerden van f70 tot f400.
Wij vernemen dat onze geachte
stadgenoot, de heer A. J. Bos, gemeente
ontvanger alhier, sedert eenigen tijd On
gesteld, thans in zorgvollen toestand ver
keert.
Maanda-avond is een koopman, die
de paardenmarkt alhier had bezocht, aan
het station, waar hij zich bevond, met
het voornemen om huiswaarts te keeren,
door eene beroerte getroffen en oogen-
blikkelijk gestorven.
Het lijk werd naar het lijkenhuis aan
de algemeene begraafplaats overgebracht.
343ste 8TAAT6-LOTEU1J.
Eerste klasse.
Trekking van 13 en 14 Maait
(1000 loten).
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen:
Prijzen Tan f 30
3775 3776 3792 3793 8365 8372 8404
8434 8467 8474 8476 8481 14841 14660
15242 15235 18762 18764 18780 en
19340.
Te zamen 20 prijzen.
Gevonden op den openbaren weg:
'1 portemonnaie inhoudende eenig geld
1 zilveren oorknopje.
Rechthebbenden vervoegen zich ter te-
rugbekoming aan hel bureau van politie.
Spakenbnrg. Ten behoeve van den
meer levendigen vischhandel. zal het
Rijkstelegraafkantoor met lelephoondienst
alhier op werkdagen, boven de gewone
diensturen, ook open zijn van 7 tot 8'/, uur
namiddags (spoortijd). Op Zondag blijft
het kantoor als tot heden gesloten.
Eene Rn*«lscbe school.
Dezen winter waren wij in eene Rus
sische haven ingevroren. Met het haven
stadje waren wij al vrijwel bekend en
wij besloten ook eens de toestanden op
het platteland te leeren kennen en wel
voornamelijk voor zoo verre deze met
de school in betrekking staan.
Op een goeden morgen dan, omstreeks
den Russischen nieuwjaarsdag, stapten
wij het ons bekende stadje uit in de
richting van het dorpje Rostinov. 's Nachts
had het ruig gevroren en 's morgens
was het tamelijk mistig, maar later kwam
de zon er door.
In Rostinov aangekomen, vroegen wij
naar de school. Een kwartier moesten
wij nog gaan en zouden dan de school
wel zien. Dat kwam uit, ten minste, wij
zagen toen een net burgerwoninkje en
bemerkten daarachter een soort van
schuur, die wel eene kinderleerplaats
kon blijken te zijn. Ons vermoeden was
juist: wat in Nederland met alle recht
eene schuui zou genoemd worden, heette
daar eene school en wat in Amsterdam
hoogstens als stal dienst zou doen, moest
hier der jeugd tot dagelijksche vei blijf-
plaats dienen, om opgeleid le worden
tot(zie art. zooveel van de wet op
het lag. ond. in Rusland).
Wij dienden ons zeiven bij het hoofd
aan en maakten kennis met elkaar. Dit
geschiedde in een gangetje aan de school,
ter lengte van 4 en ter breedte van 1 M.
Hier hingen de jassen, de hoofddeksels,
de broodmandjes, enz. der leerlingen, of
liever deze dingen moesten er hangen,
maar een groot deel er van lag of stond
op den grond. De verwonderde blik, die
wij op die verwarde massa wierpen,
werd door onzen begeleider gezien,
daarom sprak hij«ja, ziet u, er zijn
meer kinderen op de school, dan hier
knoppen zijn, het kan dus niet anders."
«Ah zoo! begrepen," antwoordden wij.
Wij gingen het heiligdom binnen. Het
zal half tien geweest zjjn, maar het was
er nog schemerachtig. Onze oogen moes
ten nog aan dien schemer gewennen om
iets goed te kunnen zien. Het hoofd
had dit bemerkt, daarom sprak hij«ik
ben er al aan gewoon, maar 's winters
houd ik geen schoolik heb dan zooveel
als eene zeer slechte bewaaischool, want
zonder licht geene aanschouwing en zon
der aanschouwing geen onderwijs."
Juist wilden wij antwoord geven, toen
wij, al voortschrijdende langs een nauw
paadje, bijna eene buiteling maakten.
Door de heerschende schemering, of door
het smalle pad, of door beide, stootten
wij den voet aan een wat ver vooruit
stekend bankvoetstuk. Misschien hadden
wij het aan onze akte in de vrije en
orde-oefeningen te danken, dat het met
een paar kniebuigingen afliep. Ons gelaat
moet wel eenige ontsteltenis uitgedrukt
hebben, want onze voorganger zeide:
«troost u, indertijd heeft eene Excellentie
wel een paar dito kniebuigingen in dit
heiligdom gemaakt."
Onze oogen konden thans door de
schemering heenzien, die trouwens zicht
baar verminderde, omdat de mist optrok.
Wij namen den boe) eens goed op. Eene
ruimte van meer dan 300 M®. moest door
ééne kachel verwarmd worden. Het was
er koud en trekkerig, zoodat wij hoe
langer hoe meer op de gloeiende kachel
aantrokken. Bij afwisseling begaven zich
op een wenk van den meester een tien-
of tw ialftal kinderen naar deze ware
troosteres om er zich te verwarmen.
»'t Is hier koud," waagden wij te zeggen.
«Op 't oogenblik niet heel erg;'k heb
het hier beleefd, dat ik driemaal op één
dag de inktkokers bij de heete kachel
moest brengen, om den inkt te doen ont
dooien dat kinderen, die meer dan twee
meter van de kachel verwijderd waren,
zaten te rillen van de kou. Maar zie dan
ook eens hoe doorluchtig het hier is:
de ramen van onder vastgevroren, van
boven niet sluitendplafondreeten, waar
het dikste geldstuk met gemak doorglijdt,
enz. Ja, 't kan hier 's winters koud zijn!
En 's zomers wordt men hier bijna be
dwelmd door den walgingwekkenden reuk
der privaten, ziel u, daar aan den
zuidkant. En behoorlijke ventilatie is hier
niet te verkrijgen, wel tocht!" Zoo sprak
de man en wij zagen, dat hij een weinig
bitter geworden was.
«Hebt gij geen medehelper? Bij
ons worden meer dan 40 leerlingen door
minstens 2 onderwijzers geleeraard en
hier zijn er meer dan tweemaal 40."
«Op 't oogenblik niet. Mijn mede
helper is vertrokken en de regel is, dat
ik dan 2 a 3 maanden alleen sta, zoo
ook nu."
«De kinderen wringen en draaien
zich om het licht op hun werk te laten
vallen, weet gij wel, hoe nadeelig dit
voor hen is?"
«Zeker, zeker, maar wat ei aan te
doen, het licht valt grootendeels van
achter in, en er is nu eenmaal onvol
doende verlichting in deze ruimte."
De zon had onderwijl zooveel kracht
verkregen, dat de sneeuw en de rijm,
die op het dak lagen, smolten en op ver
schillende plaatsen in den vorm van
druppels op den vloer nedervielen. Er
kwamen eerst plasjes en om twaalf uur
waren er plassen. Het hoofd der school
verzekerde ons, dat hijzelf en de leer
lingen dikwijls naar een droog plaatsje
moesten zoeken (dit zagen wij ook nu
geschieden)dat er wel eens klompen
in de school ronddrevendat borden en
privaten soms ongenaakbaar waren, en
de vuile strepen langs het plafond ge
tuigden, dat hij waarheid sprak.
De school ging uit. Deze te luchten,
daar kon geen sprake van zijn, want de
ramen, die aan den noordkant waren,
zaten nog vastgevroren. Wij zagen ook
nog de boekenkast, of eigenlijk het boe
kenkastje, een hokje, zoo donker, dat er
licht moest ontstoken worden, om er iets
in te kunnen zoeken.
Wij wenschlen nog even met onzen
vriend te praten, daarom zeiden wij:
«Zulk eene school als deze bestaat in
Nederland niet. Onherroepelijk worden
dergelijke inrichtingen afgekeurd. Verve-
looze hokken en stallen zijn daar voor
de beesten, voor de menschen heeft men
nette gebouwen. Gelieve eens te hooren,
hoe men in ons land handelt."
En wij lazen
«Lager Onderwijs.
Bij Kon. besluit van 11 Oct. '92 is
beslist, dat een reden van afkeuring van
een schoollokaal kan zijn, dat daarin ten
behoeve der leerlingen niet genoeg licht
valt.
Dienaangaande wordt in het besluit
overwogen
dat, afgescheiden van de algemeene
regelen voor den schoolbouw, bij art. 4
der wet op het lag. ond. bedoeld, volgens
art. 5 dier wet, schoollokalen, die voor
de gezondheid der leerlingen schadelijk
zijn, door den Inspecteur van het genees
kundig Staatstoezicht kunnen worden
afgekeurd;
dat het uit den aard der zaak eene
hoofdvereischle voor een goed ingericht
schoolgebouw is, dat daarin ten behoeve
der leerlingen genoeg licht valt
dat bij gebreke van het noodige licht
de leerlingen hun gezichtsvermogen over
matig moeten inspannen en daardoor
groot gevaar loopen hunne oogen te be
derven
dat wanneer bovendien het licht van
achteren invalt, daarbij nog het nadeel
komt, dat de leerlingen allerlei scheeve
en verdraaide houdingen op hunne zit
plaatsen moeten aannemen;
dat de school aan den Vloeddijk te
Kampen uit zes vertrekken bestaat, waar
van er twee niet voldoende verlicht zijn,
enzmitsdien de geheele school
afgekeurd."
«Hoort gij wel, dat is nu geen ui,
maar historische waarheid."
«Gelukkig Nederland, waar men
zoo handelt. Deze school, die hier te Ros
tinov voor goed doorgaat, zou dus in uw
land wel om tien redenen afgekeurd
worden?"
«Misschien wel. Laten wij ze ook
eens troosten. Nog zoo heel lang niet
geleden was het in Nederland al even
zoo als hier. Maar de tijd heeft wonderen
op schoolgebied verricht. Goede scholen,
flinke salarissen!tusschen twee
ha -kjes en in vertrouwen, hoeveel is uw
traktement?Zoo, bet minimum?
Nu, wordt maar 100 jaar en het zal wel
beter wezen."
Wij namen afscheid. Neen, maar het
zou toch te gek zijn, als er ééne Rosli-
novsche school in Nederland bestond I
Den belangstellenden lezer willen wij
Rostinov wel aanwijzen op de kaart
vanhaast hadden wij geschreven
van Nederland, op de kaart van
o ja, van Rusland.
Te Batavia is een Duitsche dokter
aangekomen, de heer Balser, die thans
in de Preanger vertoeft en het plan heeft
gemaakt om een gezondheidsetablissement
op te richten op zee. Zijn ideaal is een
schip, dat voor niets anders dient dan
dat, en alleen vaart voor de gezondheid
van de passagiers. Maar voorloopig heeft
hij eene reis van vijfmaanden georganiseerd
rnet een Duitsche stoomboot, van Bremen
of Genua naar Colombo en Hongkong,
met oponthoud in beide plaatsen en terug
over Korfu naar Triest. Java was niet in
het plan opgenomen, maar wanneer dr.
Balser, die thans met zijne vrouw en
één patiënt eene proefreis doet, met de
Preanger zal hebben kennis gemaakt, zal
hij misschien Gadok, Sindanglajaen Garoet
wel in de plaats stellen van Colombo en
Hongkong. De kosten zijn 7000 mark,
waarvoor men alles heeft behalve wasch,
dranken en medicijnen. De reis, waarbij
men 62 dagen op zee is, zou vooral ten
goede moeten kornen aan menschen met
aanleg voor longtering, aan bloedarmen,
aan zenuwlijders, aan jichtlijders en aan
nog een paar soorten van zieken.
Het denkbeeld is niet onaardig, maar
voor gezonde reizigers zal het misschien
geraden zijn de booten te mijden, waarop
dr. Balser met zijne patiënten zal varen.
Te Parijs bestaan, behalve de ge
wone dagbladen, een reeks bladen, die
gewijd zijn aan de belangen van het een
of andere bedrijf of stand.
Onder deze komt ook voor een bedelaars
courant. Dit blad verschijnt dageljjks en
geeft aan zijn lezers eiken morgen een
volledige opgaaf van de doopfeesten,
huwelijken en begrafenisplechtigheden,
die uien dag zullen plaats vinden en waar
de giften waarschijnlijk rnim zullen
vloeien.