NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
ONDER 'T OORDEEL.
Officieele Publicatie.
ftio. 25.
Woensdag 29 Maart 1893.
VLINDERS.
Feuilleton.
Twee-en-twintigste jaargang.
AMERSFOORTSC
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Op den 22ste Maart zagen wij
op onzen kalender met uur en
minuut het tijdstip aangekondigd,
waarop de Lente haar intrede zou
doen. Gewoonlijk valt het begin
van de »sterrenkundige" Lente niet
samen met het begin van de eigen
lijke Lenie, het laatste is gt woonlijk
wat later. Ditmaal echter begonnen
zij vrijwel gelijk. De Maartsche
zomerdagen brachten herleving,
groei en bloei. Over hoornen en
heesters werd een teer waas van
lichtgroen uitgespreid, lichtgroen
en wit; de kruinen van peere-
boomen en iepen, van populieren
en elzen zijn bestrooid met witte
en bronzen bloesems; de knoppen
van kastanjes en linden zwellen
en glinsteren in het zonnelicht. De
pioenen schieten de roode knoppen
omhoog, de sneeuwklokjes luiden
de Lente in, de lichtgele sleutel
bloemen laten haar binnen en
ontvangen haar in wit en groen
uitgedost. Alles herleeft en ont
plooit zich; het leven, te lang
teruggehouden, komt met kracht
naar buiten en ontvangt nieuwe
veerkracht van de frissche Lente
adem. De levensvolle Lente is ge
komen om met jeugdig vuur en
frisschen levensmoed op te wek
ken, te bezielen, te koesterenop
te wekken tot vernieuwden hoop
volle werkzaamheid. Gelooft gij
nog niet, dat de Lente gekomen
is, hoort dan hoe de vogelen haar
in koor begroeten, hoe zij jubelen
en juichen in levendig gezang. Ja,
heerlijk is de Lente als bode van
herleving en opstanding; zij is
welkom voor den naar licht en
leven begeerige. Bij den aanvang
der Lente vereerden de Angel
saxers hun godin Eostre (Eastre),
de Ostare der Germanen, de god
heid van den stralenden morgen,
van het opkomende licht. De zin
rijke gewoonte om Paasch-eieren
ten geschenke te geven, is ook
uit den tijd der Germanenbij hen
evenals bij andere heidensche
volken was het ei een heilige
spijs, het symbool van het wor
dende, van de schepping.
Het Christendom heeft aan die
symbolen en zinnebeelden een
hoogere beteekenis geschonken,
heeft ze een hoogere wijding ge
geven het laat haar Paschah,
het feest der feesten, vieren, wan
neer de natuur haar Paschen,
hare opstanding viert. Aldus een
schoone harmonie van heerlijke
en verheven ideën
Beminlijk kindspeel, nuttig u dees dagen,
Want 's werelds grootheid schaft aan ons 't ge
noegen niet.
Dat u door uwen bonten wagen,
En door uw kaartenhuis geschiedt.
Laat kinderen hun Lente ge
nieten; maar voor hen evenveel
of liever meer toewijding dan aan
planten besteed wordt. Een goed
tuinman kweekt zijn plantjes en
boompjes met groote zorg; hij
weet precies wat ieder noodig
heeft en welke behandeling voor
dit en welke voor een ander past.
Hij zal ook zorgen dat de plant
jes in de Lente sterk worden, hij
zal ze licht en lucht geven, en
zoo noodig onderschragen, opdat
de stormen, die onvermijdelijk
zullen komen, zoo min mogelijk
schade veroorzaken. Hoeveel te
meer zorg en toewijding moet
verwacht worden van den opvoeder.
Herinneren Herfst en Winter aan
vergankelijkheid en sterfelijkheid,
aan dood en rouw, aan den grijsaard,
die of gebukt onder allerlei zorgen
en wederwaardigheden levensmoe
de, of wel gelaten en waardig, het
einde van den levensweg met
rassche schreden tegemoet gaat
de Lente doet ons denken aan
het jeugdige kind, dat levenslus
tig en tintelend van levensgloed
de reis door het leven gaat
vangen. Die reine, onbekom
merde, naïve jeugd is bijzonder
aantrekkelijk, zoodat men kan
wenschen kind te zijn of nog
eens met kinderen mee te doen.
In sHet menschelijk leven" be
zingt Willem van Haren die jeugd
aldus
O dierbaar perk van drie tot zeven jaren,
Als ieder voorwerp 't oog bekoort, het harte streelt
Och, of ze zonder einde waren,
Als alles lacht, als alles speelt!
Met de Lente verraste ons de
heer Justus van Maurik met een
drietal mooie novellen, in Waren-
darf's Novellen Bibliotheek (No.
37/38).
»Mijn Lezing te Boschwijk,
Groc-Americain, en Iets over
Lachen en Schreien."
Onze litteratuur geeft zoo zel
den iets wat nu werkelijk komisch
is, wat de lachlust opwekt, en
dat is jammer, want op zijn tijd
eens hartelijk te lachen is goed
vroolijkheid, opgeruimdheid hoort
bij het leven en is beter voor de
gezondheid dan vele geneesmid
delen. Nu, Justus van Maurik
laat ons eens flink lachen, van
het begin tot het eind en hoe lan
ger hoe meer. Vooral het tweede
stukje »Groc-Americain" is bij
zonder aardig. De heer Pietersen
is Zaterdagavond wat laat uit de
soos gekomen en dientengevolge
den volgenden morgen een beetje
katterig. Een knoop in zijn zak
doek herinnert hem dat hij een
gewichtige boodschap voor zijn
vrouw had, maar hoe hij ook tobt
en denkt en zoekt, hij weet niet
meer wat die knoop zeggen wil.
Zeer levendig teekent de schrijver
dat tooneeltje tusschen den slecht
gehumeurden heer des .huizes en
zijn geduldige en verstandige
echtgenoote. Als zij na den eten
op de oorkamer zitten, zegt me
vrouw tot haar man Hé, kijk
daar loopt mijnheer Arendsen uit
Amsterdam, aan den overkant van
de gracht. Wist jij dat hij hier
was?" Door den naam Arendsen
komt Pietersen ineens tot bezin
ning. Hij had hem voor van
middag te eten gevraagd, daarom
die knoop in zijn zakdoek. Wat
nu te doen Zijn verstandig
vrouwtje weet er weer raad op
zij laat gauw in den Doelen een
diner voor drie personen bestellen
en spoedig zitten zij nu voor de
tweede maal te dineeren, wij be
hoeven niet te vragen met welk
een inspanningmaar hun gast
heeft het niet minder warm en
deze komt er ten slotte maar voor
uit, dat hij pas, na zijn dinér in
den Doelen aan de uitnoodiging
gedacht had. Het geheel is fijn
en aardigeen uittreksel geven
willen wij niet, maar wij verwij
zen liever naar het boekje zelve
dat 96 pagina's druk voor den
ceinber 1892, No. 356is (Provinciaalblad No.
144), en een brief van den IJKER, chef van
dienst, dd. 18 Maart 1893, No. 15;
Brengen ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat de herijk der Maten en Gewich
ten voor het dienstjaar 1893, in een der lokalen
van het SCHUTTERIJ-MAGAZIJN in de Muur
huizen alhier zal geschieden van WOENSDAG,
den 5. APRIL tot en met WOENSDAG, den 19.
APRIL aanstaande, uitgezonderd de ZATERDAG
en ZONDAG
geringen prijs van 20 ct. geeft
DE BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT
Gezien het besluit van Heeren Gedeputeerde
Staten der provincie Ulrecht van den 29. De-
dat de letter i/, in den gewonen schrijfvorm,
bestemd is tot goedkeuringsmerk, zoowel van
den ijk als van den herijk, en dat volgens het
koninklijk besluit van den 9. November 1869
(Staatsblad No. 167), het af keu ringsmerk be
staat uit een gelijkzijdigen driehoek, met arcee
ringen loodrecht op eene dor zijden
dat de belanghebbenden verplicht zijn hunne
maten en gewichten, behoorlijk schoon en droog
gemaakt, bij den IJKER tijdens zijn verblijf
in deze gemeente, tot het ondergaan van den
herijk te bezorgen, en dat zij, die dit verzuimen
of daarin op de hiervoor aangewezen dagen
verhinderd worden, de voormelde maten en
gewichten aan het ijkkantoor te Utrecht ter
herijking kunnen aanbieden, welk kantoor ge
opend isvan 1 APRIL tot 7 JULI eiken
Vrijdag en Zaterdag, 's voormiddags van 9 tot
uren des namiddags, uitgezonderd de Vrijda
gen vallende op 7 en li APRIL, 5 en 26 MEI,
2 en 30 JUNI en 7 JULI; terwijl dat ijkkantoor
na den 7. JULI geopend is eiken Vrijdag en
Zaterdag, 's voormiddags van 9 tot I uur des
namiddags;
dat de Miligramgewichten uitsluitend aan de
ijkkantoren geverifieerd worden en vrachtvrij
kunnen worden opgezonden onder het adres
»lJk kantoor Utrecht";
dat na het eindigen van den termijn voor
den herijk gesteld, en alzoo vanaf den 1. Oc
tober e.k. het gebruiken of voorhanden hebben
van maten en gewichten, niet voorzien van de
vereischte stempelmerken, volgens art. 29 dei-
wet van den 7. April 1869 (Staatsblad No. 57)
verboden en strafbaar is;
dat de belanghebbenden gehouden zijn, na
de terugontvangst van hunne ter herijking
aangeboden maten en gewichten zich te over
tuigen dat deze van het vereischte goedkeurings-
merk voorzien zijn, alvorens ze weder in gebruik
genomen of in winkels of op plaatsen van
bedrijf voorhanden gesteld worden, blijvende
de ijkplichtigen steeds daarvoor verantwoor
delijk.
Teneinde eene meer ordelijke uitvoering van
den herijk mogelijk te maken en daardoor de
belanghebbenden levens voor tijdverlies te vrij
waren, worden de ijkplichtigen uitgenoodigd
zich zooveel mogelijk te gedingen naar de
volgende regeling:
Voor wijk A: Woensdag 5 April,
Voor wijk BDonderdag t» April,
Voor wijk CMaandag 10 April,
Voor wijk D: Dinsdag H April,
Voor wijk EWoensdag 12 April,
DOOK
NEVR. KAUTZMANN-VAN OOSTERZEE.
57) Ze kende wel van hooren zeggen
het fanatisme der Katholieke kerk, maar
nu had ze er dadelijke kennis mede ge
maakt, eD inplaats dat zij er toe aange
trokken zich gevoelde, stiet het haar te
rug. Neen niet in zulk een wereld van
afsluiting wordt God het best gediend,
niet door het ontvluchten van den strijd
wijdt men Hem de beste krachten, van
het hart; maar in de wereld, in het rijke
leven waartoe we geschappen zijn, in den
strijd waartoe we geroepen worden ont
wikkelen zich eerst de krachten die den
mensch opheffen tot het Ideaal en hem
leeren zich zelf te veredelen, omdat het
leven daartoe gegeven werd.
Maar van af dit tijdstip was Elizabeth
plotseling vrouw geworden; ze wist nu
wat ze wilde en ze wilde wat recht was.
Haar vader had haar z\jn zegen gegeven
haar oom en tante konden dien niet haar
ontnemen. Recht op haar doel af trad
ze dus voor hen en sprak: «Lieve oom
en tante weerhoud ons niet langer. Wij
wenschen omtrent Kerstmis te huwen,
en wij zullen het doen."
Indien gij zoo stout spreekt, meisje,
hebt ge blijkbaar onze toestemming niet
noodig," zeide de baron, maar hij dacht
daarbij aan de bedreiging van Hester.
Neen, kennis met de rechtbank maken
dat wilde hij niet gaarne. Beter dan een
schappelijke overeenkomst gesloten. Nu
overlegde men en besprak de zaken, en
het einde er van was, dal Elizabeth het
gedeelte, haar door haar moeder nage
laten, thans reeds als bruidsgift ontvan
gen zou, terwijl haar oom en tante het
gedeelte haars vaders zouden behouden
en dit voor de helft later aan Elizabeth
en voor de helft aan het klooster komen
zou. De bepaling was niet rechtvaardig
maar Elizabeth stemde dadelijk toe, en
ook van Burgstede achtte, dat om alle
zwarigheden te voorkomen het best was,
zijn goedkeuring aan deze plannen te
hechten. Aldus werd alles beschikt, en
eenige dagen voor Kerstmis waren Eli
zabeth en Johan van Burgstede iu onder
trouw verbonden.
Het was een heerlijke bruidstijd. Jo
han althans was zoo vrooljjk en opge
wekt, dat ieder hem zijn geluk wel op
het gelaat kon lezen. Dadelijks werd de
Oranjerie van versche Bloemen geplun
derd, en het duurste was schier niet goed
genoeg voor de lieve bruid.
Wie echter met leede oogen het geluk
bespiedde, het was Emma Verheul. Haar
rijk was van nu af ten einde. Ze was
slecht geslaagd in het terughouden van
haar echtgenoot van de verkeerde paden,
de sommen die steeds grooter door Ver
heul geeischt werden raakten reeds het
kapitaal, en Johan gevoelde niet verder
te mogen gaan. Hij sprak en beraad-
agde met zijne pleegmoeder en den
dokter wat kon, wat moest hij nog
voor hem doen.
Maar gelijk altijd was Adelheid het
eerst tot een besluit gekomen. iWe moe
ten het aan van Hoogendam vragen,'
zeide zij. «Hij was zijn pleegbroeder steeds
genegen, en oefent invloed op ieder die
met hem in aanraking komt."
Gij hebt gelijk; heer Wather heeft
het recht hierin gekend te worden."
Dus werd er aan Heer Wallher van
Hoogendam geschreven, en reeds den vol
genden dag meldde deze zich bij Johan
aan.
Wel, ik ben blijde dat gij om mij
gedacht hebt," zeide hij welwillend, »en
ik wil u gaarne helpen. Natuurlyk kunt
gij voor het oogenblik niet meer voor
schotten geven dan ge reeds gedaan hebt;
uw huwelijk brengt u ook in nieuwe on
kosten en Verheul is een vreemde. Daarbij
geloof ik, dat de karakters der beide dames
heel wat verschillen, en vaak aanleiding
tot huiselijk verdriet zouden kunnen geven.
Best is hel dus dat gij rnet Verheul voor
zekere som overeen komt, waarmede ge
hem het compagnonschap afkoopt. Gij
blijft dan alleen heer in de fabriek en
dat is het wenschelijkst."
O, ja, dat geef ik u toe. Muar wat
moet Verheul dan beginnen? Elders een
fabriek oprichten, of een zaak aankoopen
ik vrees dat dit niet wel gaan zal.
Men begint het vertrouwen in hem te
verliezen."
Ik heb daarover lang en ernstig na
gedacht, en heb nu een besluit genomen.
Iu vroeger jaren had Bernard veel lust
en ijver voor de landhuishoudkunde, en
men meende wel eens dat hij eigenlijk
beter dan ik geschikt was om de uitge
strekte bezittingen te beheeren, die mij
toebehooren. Welnu ik zou hem als rent
meester willen benoemen; wie weet hoe
goed die verandering hem doet, en ik
zelf heb wel eenigen steun noodig, iemand
daar ik op rekenen kan."
Kunt ge dat op hem?"
•Ja; ik keu mjjn pleegmoeder zoowel
in zijne goede hoedanigheden als in zijn
zwakheden. Ik weet wat ik aan hem heb
ben zal."
Mag ik hem uw voorstel doen?"
Doe het zoo als het u het best voor
komt. Slechts vrienden kunnen hem hel
pen er. redden van harte hoop ik dat
het niet te laat is."
Wie bracht u toch op dit denkbeeld?"
Wie? Kunt gij dat vragen? Wie is
het die steeds op ieders geluk peinst, die
wegen ziet waar wij slechts donkerheid
aanschouwen, en middelen vindt waar
wij tevergeefs er op zinnen? Het is de
eenige vrouw, die ik ooit onvoorwaaide-
lijk vertrouwd heb, zelfs toen
m3ar dat is lang geleden!"
•Mijne pleegmoeder! riep Johan ver
heugd. Oom Walther, hebt ook gij ken
nis gemaakt met het zoetst gevoel des
harten I Ik heb het altijd wel vermoed
dat uw eenzaam pad toch ook zijn bloe
men gehad heeft."
Voor mij mochten ze niet bloeien,
mijn jongen I En toch ben ik gelukkig
geweest,omdat zij het was: en als ik in
haar oog haar sympathie zag, als ik haar
deelend zag in ieders lief en leed, dan
werd mijn hart stil in mij, en ik smeekte
slechts zegen voor haar
Voor hoevelen is het leven mijner pleeg
moeder gezegend geweest! Heb dank