BIJVOEGSEL, Rieuwe Amersfoortsclie Courant publiek le Yerkoopen: TIMIICfWiS. C. A. VAN BLARICUNI 12 Blokken ZATERDAG 8 JULI 1893. BINNENLAND. f BlllTENLANDSCH OVERZICHT. Plaatselijke berichten. Gemengd Nieuws. ADVERTENTIËN. BEHOORENDE BIJ DE van Evenals geschied is bij de vermogens- belasiing, is nu voor de Eerste Kamer ook gedrukt een overzicht van de be raadslagingen irj de Tweede Kamer omtrent de bedrijfsbelasting. Daarbij zijn wederom van elk aitikel en amen dement opgegeven de bladzijde van han delingen, waarop de beraudslaging voor komt. Verder zijn naast elkander ter verge lijking g drukt het wetsontwerp zooals het luidde bij den aanvang der openbare beraadslagingen en zonal- het thans luidt na de eindstemming in de Tweede Kamer. Voor de lechlbank te's-Gravenhage stonden deze week terecht 25 bedelaars. Een hunner had bij zijn arrestatie bij zich een som van f 99, terwijl een ander in bet bezit werd bevonden van een spaarbankboekje ten bedrage van f700. I>e weezeu-iuricliting te Meerbosch. Ter geruststelling van hen, wier be trekkingen mogelijk verpleegd wor den in de tegenwoordig zooveel besproken Wee- zen-inrichting te Neerbosch, acht de onder- geteekende hel niet te onpas, om reeds u mede te deelen, dat hij, terwijl de bedoelde weezen-inr chting, door hem vroeger meermalen reeds was bezocht, thans, na leziug van het onlangs versche nen geschrift van de heeren van Deth en van Houten, deze inrichting thans in de laatste dagen meermalen en natuurlijk geheel onverwacht heeft geïnspecteerd. De eerste zoodanige onverwachte in spectie door den ondergeteekende in de laatste dagen gehouden, had plaats op een laat avonduur, toen de weezen reeds te bed lagen. Dit bezoek werd gebracht in tegen woordigheid van drie daarvoor aange wezen personen, wier namen en quali- teiten de ondergeteekende voor het oogen- blik niet zal mededeelen. Deze inspectie werd op volgende dagen door hem herhaald. Zij hadden evenals de eerste inspectiën onverwacht plaats. Bij deze volgende inspectiën zijn de weezen één voor één, door hem in tegen woordigheid van den geneesheer aan de vnuchtiug verbonden (den heer dr. de Blecourt,) nagegaan. Als voorloopige mededeeling nu want op heden zijn nog slechts ruim 500 kinderen persoonlijk onderzocht en dit onderzoek vordert tijd, kan het ge- raststellende bericht worden gegeven dat bij geen der onderzochte kinderen ongedierte op de hoofden der verpleegden, is gevonden. Een betrekkelijk groot aantal kinderen leed aan tinea capitit (hoofdzeer), iets dat voor eene inrichting als deze volstrekt geene verbazing behoeft op te wekken, terwijl meerdere kinderen (in verhouding evenwel een gering per centage) aan scabies leden. Het bleek my, dat de verpleegsters der inrichting «aet veel zorg, de hoofden dier ziekelijke kinderen reinigden. De meesten leden hieraan reeds bij hunne opneming en bleken veel verbeterd te zijn tijdens hun verblijf te Neerbosch. Geheel onverwacht heeft ondergetee kende het middageten, toen dit voor de weeze was opgeschept (op borden aan lange tafels in de eetzalen; zich doen vooizeiten, onderzocht en genuttigd van het bord van een der weezen. Dit mid dageten was goed toebei eid eu de kin deren aten het met smaak. (Eenmaal Wrui e boonen met spekvet, en ander maal rijst met vet en stroop). Aar. de zieke kinderen, in het zieken huis, werd tijdens mijn geheel onver wacht bezoek op het etensuur aldaar, zeer smakelijk toebereid gebraden rund- vleescli, in plaats van spek, toegediend. Op de slaapzalen heerschte bij mijn on verwacht bezoek, eene zeer gewenschte netheid en goede orde. Elk bed was voorzien van een zeegras matras, een zeegra- hoofdkussen, twee katoenen bed- delakens, een molton deken. Op geen enkel bed vond ik kleeren van kinderen als dekking, of wel de kleeren tot hoofdkussen opgerold (zooals in het bovenbedoelde geschrift van de heeren van Deth en van Houten staat vermeld.) De privaten op de slaapzalen lieten tijdens mijn bezoek aan zindelijk heid niet te wenschen over. In meerdere bedden lagen twee kleine kindertjes naast elkaar. De grootere kinderen sliepen allen afzonderlijk in één bed. Op elke zaal werd toezicht gehouden door een manne- lyke of vrouwelijke beambte. De kinderen sliepen als rozen. Al de door mij be zochte slaapzalen waren evenwel over- vuld. Van eenig onderzoek naar kastijdingen, dit volgens de schrijvers der brochure zouden zijn uitgedeeld, onthield de onder geteekende zich, om reden, dat zoodanig onderzoek niet door hem maar door de daartoe aangewezen autoriteit dient te worden en reeds is ingesteld. Bij het persoonlijk onderzoek der kinderen tot hiertoe, bleek den ondergeteekende daar omtrent niets. Opmerkelijk vindt de ondergeteekende het, dat door hem van personen, die hij vóór zijn eerste bezoek te Neerbosch had ondervraagd, omtrent enkele personen, wetende dat deze personen vroeger verpleegden zich in ongunstigen zin over de verpleging te Neerbosch hadden uitgelaten, nimmer eenige grief is ver nomen tegen den heer directeur der weesinrichting. Integendeel, al die ver hoorde personen prezen de goedheid van den heer van 't Lindenhout. Ook trok bet de aandacht van den ondergeteekende, dat wanneer de heer directeur hem bij enkele inspectiën vergezelde, er altyd een ongekunstelde goede geest heerschte tusschen hein en de kinderen. Indien het den ondergeteekende ver gund is, om een individueel oordeel in deze uit te spreken, dan ïs het dit: dat in deze de goedheid de wijsheid bedroog, zooals blijkt uit een veel te ruime toegeeflijkheid in de opneming van weezen. Zonder twijfel zijn er vele toestanden, die verbeterd kunnen, zullen erj inoeten worden. Bij die gebreken, waarbij de overvulling eene eerste plaats bekleedt, zal de ondergeteekende niet stilstaan. Hij kan dit thans bezwaarlijk doeu, om reden liet gansche onderzoek nog niet is afgcluopen. Toch meent hij deze gerust- siellende berichten reeds ter kennis van familie en betrekkingen der verpleegden te moeten brengen. Dat reeds verbeterd wordt, moge hieruit blijken, dat vóór maanden werd aangevangen met deu bouw van een nieuw ziekenhuis, waarvan de bouw nu gevorderd is tot de eerste ver dieping. Dit gebouw heeft eene breedte van 42 meter en eene diepte van 20 ineter. Moge dit spoedig gereed zijn, dan zal ook hierdoor een der bestanndi^min- der goede toestanden verbeterd zijn. Zich overtuigd houdende, dat boven staande bij enkelen mogelijk aanleiding zal geven tot een twistgeschrijf, zoo meent ondergeteekende nu reeds de ver zekering te moeten geven, dat hij zich zal onthouden van repliek en hij zich voor stelt, om de wenschelijk geoordeelde ver beteringen aan de bevoegde autoriteiten mede te deelen. De Geneeskundige Adjunct-Inspecteur van Gelderland en Utrecht, Dr. A. E. Post. Arnhem 29 Juni 1893. Andere bladen worden verzocht dit bericht over te nemen. Het Maandblad tegen vervalschin- gen zegt in zijne «controle onderzoekin gen." De «melksuiker" der «Ned. Albumine- fabriek" te Leiden voldeed geheel aan de te stellen eischen. Men zij vooral gewaar schuwd tegen den aankoop van dit arti kel zonder verpakking. Ons werd mede gedeeld, dat sommige wederverkoopers zich niet ontzien, deze voor de kinder voeding zoo zeer belangiijke stof te ver mengen met waardelooze artikelen. De Duitsche bladen spreken natuurlijk alle over de troonrede, waarmee de Keizer den nieuwen Duitschen Rijksdag heeft geopend. Algemeen wordt de nadruk gelegd op de bijzonder krachtige wijze, wiaiop de keizer de aanneming van liet legei ontwerp aanbeval. De eenige slotsom, die alle bladen uit's keizers rede trekken, is dal niet te twijfelen valt aan een tweede ontbinding, indien de Rijksdag de legerwet mocht verwerpen. De Köl- nische Zeitung en de andere organen der regeeringspartij zien in deze bedreiging een waarborg voor de aanneming van liet ontwerp, omdat nóch de vrijzinnige paruj nóch het verdeelde Centrum lust gevoelen zich aan de gevolgen van een tweeden verkiezingsstrijd te wagen. Inmiddels is het nieuwe ontwerp, dat bijna geheel overeenkomt met het voor- stel-Huene, reeds bij den Rijksdag inge diend. Men verwacht algemeen een spoedige beslissing, want het schijnt dat de meeste paitijen, teneinde den strijd niet noodeloos te rekken, geneigd zijn af te zien van de gebruikelijke verwijzing van het ontwerp naar de commissie. Den dag na de opening van der. Rijks dag sloot keizer Wilhelm op de gebrui- k lijke wijze de zitting van den Pruisi- schen Landdag. Bij de opsomming van hetgeen de Landdag in de afgeloopen zit ting tot stand bracht, werd natuurlijk de nadruk gelegd op de financieele hervor ming, welke de heer Miquel tot stand wist te brengen. »Wie weet, of deze be kwame financier ook niet bestemd is om nn zijne krachten te wijden aan een her vorming der rijksgeldmiddelen, en wel zoo, dat de regeering, onafhankelijk van de jaarlijksche bijdragen der Bondsstaten, de middelen verkrijgt, om in de steeds stijgende uitgaven te voorzien. Hoe prins Bismarck over den toestand denkt, blijkt uit het Juli-nummer der Fortnightly Review. De heer Smally, die den «kluizenaar" te Friedrichsruhe-be zocht, geeft in dit Engelsche tijdschrift verslag van zijn onderhoud met den oud kanselier, waarbij natuurlijk in de eerste plaats de quaestie van den dag werd be sproken. «Gij vraagt mijne meening over de verkiezingen 1" zeide prins Bismarck. «Wel, het is mij niet duidelijk, waar de regeeriog een meerderheid voor het ont werp zal vinden. En hoe zal men kunnen regeeren zonder meerderheid? Het is waar, dat wij van 1862 tot 1866 Prui sen hebben geregeerd zonder begrooting en zonder meerderheid. Maar als ik op nieuw aan het bestuur ware, wat ik nooit meer zal zyn, zou ik den keizer niet den raad kunnen geven, dien ik destijds aan den koning van Pruissen gaf. De om standigheden zijn geheel veranderd, en Duitschland is Pruisen niet. Ik zou het niet weder doen. Een dergelijke staat kunde kan niet als een precedent gelden." De opmerking van De Tocqueville in de onlangs openbaar gemaakte souvenirs kwam den lieer Smalley vooi den geest: «Ik heb altijd opgemerkt, dat in de staat kunde groote dwalingen dikwijls te dan ken zijn aan een te goed geheugen." De heer Smalley herinnerde den oud-kanse lier aan deze woorden. «Ja," zeide Bismarck, «alleen navolging kan niet voldoen. Geen twee toestanden zijn dezelfde en iemand mag zelfs zich- zelven niet copiëeren." Onze stadgenoot de heer L. E. Vis ser heeft Woensdag aan de Universiteit te Utrecht met gunstig gevolg «fgelegd liet doctoraal examen Staatswetenschap. Bij kon. besluit is bevorderd tot le luitenant bij het 5e regiment infan terie de 2e luitenant J. Dorré van het 3e regiment. De le luitenants L. J. v. d. Moer en J. C. Wagner van het 5e regiment infanterie alhier worden van 15 Juli tot 1 November gedetacheerd bij de Normaal Schietschool te 's Gruvenhage. De le luitenant M. A. E. J. Meij- boom, die van het 4e regiment infanterie is over. eplaatst bij het 5e regiment van wapen alhier, is voor onbepaalden tijd werkzaam gesteld onder de bevelen van den Chef van den Generalen Staf. Dinsdag a. s. zal in de kapel van het Oud-Katb. Seminarium alhier de ge wone jaailijksche prijsuitdeeling plaats hebben. Maecenas van dit jaar is de ZeerEerw. Heer G. C. van Schaick, pa stoor te Hilversum. De gedenkpenuing geslagen ter ge legenheid van het Eeuwfeest der le op richting van Rijdende Artillerie hier te lande, waarvan in een der vorige num mers sprake was, 17 cM. in doorsnede, is vervaardigd van Nederlandsch kanon- brons. Op de voorzijde staat een officier te paard, aan het hoofd van een bat terij in draf. Op de keerzijde staan onder een ko ningskroon, twee kruiseling geplaatste kanonnen, waaronder de jaartallen 1793 1893. Het randschrift luidt: Herinnering aan bet Eeuwfeest der le Oprichting van Rijdende-Artillerie hier te laude. De o rkonde luidt als volgt: Oorkonde. De hiernevens liggende Medaille, ge slagen van Nederlandsch-Kanonbroos, is vervaardigd ter herinnering aan de plech tige viering te Arnhem in de maand April 1893 van het Eeuwfeest der le Oprichting van Rijdende-Artillerie hier te lande, krachtens besluit van Zyne- Hoogheid den Ei/stadhouder Prins Wil lem V in dato 21 Maart 1793. De geheele oplaag dezer Medaille is, bij gelegenheid van gezegd Eeuwfeest, dooi een der meesi bejaarde Oud-Officieren van het Korps Rijdende-Artillerie ten geschenke aangeboden, aan de Officieren van genoemd Korps. Dit geschenk is door de Officieren van het Korps Rijdende-Artilleiie, dankbaar aanvaard, en wordt inhggeude Medaille door hen aangeboden aan: de Vereeni- giug Flehilé te Amersfoort. Arnhem April i893. De Kamer van Koophandel en Fabrieken hield Donderdagavond ten raadhuize eene openbare vergadering, waarin de missive werd behandeld van de commissie belast met de voorstellen van den Minister van Waterstaat. Handel en Nijverheid en Gedeputeerde Staten van Utrecht aan den raad dezer gemeente gedaan, ten aanzien eener verbe tering van de rivier »de Eem." Na eene langdurige discussie werd besloten van voornoemde commissie het volgende te kennen te geven Aan de Commissie uit den Raad in zake de verbetering van de Rivier de Ecrn te Amersfoort Gevolg gevende aan het verzoek vervat in Uwe missive dd. 7 Juni 1893 no E. heeft de Kamer van Koophandel en Fabrieken, de eer U het vol gende te adviseeren. Op de vraag of eene verbetering van de rivier de Eem van overwegend belang voor den handel is, meent de Karner volmondig ja te moeten ant woorden en geheel bij haar meermalen uitgespro ken meening te kunnen blijven, en wel op de vol gende gronden Het dikwerf voorkomend oponthoud der schepen voor den mond der Eem, veroorzaakt tijdverlies, renteverlies, en hoogere vrachtenDaarbij komen dikwijls nog meerdere zakkenhuur, en wanneer het van belang is om eene partij goederen spoedig te realiseeren ook nog winstderving voor den handel, en belet dus deze orn te concurreren tegen andere plaatsen, die van betere waterwegen zijn voorzien. Voorwaar in onzen tijd van scherpe concurrentie en opazetters met zeer kleine winsten, een belang rijk nadeeL Is nu al dit jaar en 't vorige door de vele noor denwinden de mond der Eern beter toegankelijk geweest, een dergelijke gunstige toestand is slechts uitzondering. Blijkens de gedane peilingen is de toestand in de Eem in de laatste 25 jaren niet verbeterd. En mocht nu al in de laatste jaren, voor het stukgoederenvervoer de belemmering bij het bin nenkomen van den Eem minder zijn gevoeld, door de verlaagde tarieven en andere faciliteiten der spoorwegmaatschappijen, het is de stellige over tuiging der Kamer op feiten gegrond dat die faciliteiten door de spoorwegmaatschappijen verleend, slechts tijdelijk zijn, en onder meer, slechts dienen om de veerschippers en booten uit de vaart te krijgen, om "vervolgens den handel hare voorwaarden te stellen, die dan waarschijn lijk wel eene andere geest zullen ademen. Wat handel en verkeer van de spoorwegmaatschappijen te wachten hebben blijkt al reeds uit de voorge nomen plaatsing van het station alhier. Het nut van goede waterwegen wordt dan ook door niemand betwijfeld, daar de Spoorwegen toch het geheele vervoer niet op zich kunnen nemen. Ook hier te Amersfoort komen jaarlijks circa 800 geladen schepen aan wat een getal van omstreeks 5000 geladen wagons van 10.000 KG. vertegen woordigt. Op grond van een en ander blijft de Kamer ook thans nog een goeden waterweg, die de scheepvaart in staat stelt te blijven concurreeren voor den handel van overwegend belang achten. De Kamer heeft getracht tot eene berekening te komen der directe schade veroorzaakt dooi den lagen waterstand, in de mond der Eern. Maar daar de binnenschipperij er geen journaal op nahoudt en zoo mm bij den Havenmeester als bij den beambte aan de mond der Eem eenige gege vens waren te verkrijgen, heeft zij daarvan af moeten zien. Is het dus niet mogelijk de directe schade op te geven, nog minder mogelijk is het met cijfers aantegeven hoe groot het belang is van handel en ver keer bij dien waterweg, en meent de Kamer daarom, zich te moeten onthouden van een antwoord op de vraag of de Gemeente een last op zich mag nemen, waarvan het cijfer niet eens vaststaat en waar slechts een minimum wordt genoemd. Afgescheiden echter van het voorstel van Gedeputeerde Staten meent de Kamer Uwen Raad in ernstige overweging te mogen geven, of, waar van de scheepvaart jaarlijks eene bekisting van ongeveer f4509 wordt, geheven, voor het be varen der Eem en het verblijf in de haven alhier, het niet billijk zoude zijn om die som tot verbe- van het Vaarwater aantewenden Zij refereert zich daaromtrent aan het rapport van den Ingdhieur dat baggeren al heel wat zoude kunnen doen tot verbetering daarvan. Eindelijk heeft zij op grond van al het boven staande ernstig bezwaar tegen eene verhooging van het Vuur-, haven- en tongeld: le. In het belang van handel en verkeer moet het voortbestaan van geregelde veerschippers en booten eerder gesteund worden dan belemmerd door heffingen, zooals boven is aangetoond. 2e. Zou 'iet naar hare meening niet billijk zijn om, waar de scheepvaart eene belasting betaalt voor het gebruik maken van eenen rivier die nog goeddeels in zijn natuurlijken toestand verkeert, bij eene verbetering van dat vaarwater nu nog entrée te laten betalen. Amersfoort 6 Juli 1893. De Kamer van koophandel en fabrieken te Amersfoort. J. GERd. KLEBER voorzitter HERMs. P VAN HASELEN Secr. Bij de overgangs-examens aan liet Gymnasium alhier zijn bevorderd. Van klasse I tot klasse JI. Onvoorwaardelijk H. L. de Beaufort, C. W. A. Buma, YV. H. C. van Esveld, A. A. J. Gelderrnan, L. G. Geldermaii, J. C. Helders, J. E. W. Ihle, W. Nevens, W. H. J. Cam bier van Nooten, G. D. Rasch, H. J. Spigt. Voorwaardelijk J. E. Dijkstra, A. Everwijn, J. W. Kruijt, 7 jongelui werden niet bevorderd. Van klasse II tot klasse III. Onvoorwaardelijk K. F. Creuuberg, I. J. Dermout, J. Eyma, H. M. Moll, A. Snethlage, J. A. van der Veer. Voorwaardelijk A. J. de Niet, J. G. J. Visser, 2 jon gelui werden niet bevorderd. Van kl. Ill tot kl. IV. Onvoorwaardelijk A. van den Berg, R. van Esveld, D. Hor- seling, F. Kijftenbelt, 1 werd niet be vorderd. Van klasse IV tot klasse V. Onvoorwaardelijk L. L. F. André de la Porte, J. A. A. H. de Beaufort, H. L. Ihle, P. N. P. KnijlT, H Pomes, H. H. Schipper, M. Schulraan, J. J. Vermeulen. Van klasse V tot klasse VI. Onvoorwaardelijk C. Deelder, B. S. Dijkstra, J. L. H. de Jong Schouwenburg, S. Smit, A. M. van der Most van Spijk, W. Stap, E. J. van der Nooidaa, J. B. Wolff. H. B. School Overgangs-Examen. Bevordeid van de le naar de 2e klasse Busquet, Hardeman, J. v. Helsdingen, Heyligers, Meyer, van Arkel, v. d. Heyde, Kiepe, Kleber, v d. Nagel, Tromp van Holst, Walrave, Boeschoten, van Gelder en de toehoorderes C. Anken. Voorwaardelijk Bouvy, Burger, Lange- veld, Adama van Scheltema. Van de 2e naar de 3de klasse: Steensma, Garjeanne, v. d. Meer v. Kuf- felen, Pieter, Gerritsen, Grafhorst, Hubers, Ittmann, v. d. Zoo de Jong, v. d. Wall Bake. Beaufort, Bersma, de Blauw, Deel- ken, de Koningh, Koopman. Voorwaardelijk: Ham, Dorbout. Van de 3e naar de 4e klasse. C. van Schothorst, W. van Schothorst, de Koek, Reiger, Blijdenstein, Kerbert, Warmelo, van Zijll. en de toehoorderes M. Sax. Voorwaardelijk: Gobée. Van de 4e naar de 5e klasse: Baak, Busquet, Hoegsma, en de toe hoorder van Vollenhoven. Voorwaardelijk: Deelken, Krol, v. d. Zoo de Jong, de Neeling, Van den trein welke gisteren 10 u, 14 van Amersfoort te Hilversum aan kwam, brak, waarschijnlijk tengevolge van het stooten op een puntstuk, de linker verbindingstaDg tusschen de beide voorwielen tan de locomotief juist op het oogenblik van aankomst. Nadat de stang ontkoppeld was, kon de locomotief wegrijden, en daar de trein bij de van Utrecht komende moest wor den aangekoppeld, ondervond de dienst geen vertraging. Geroudeu op deu openbaren weg: 1 paar witte tricot dameshandschoenen. Rechthebbende vervoege zich ter te- rugbekoming aan het bureau van politie. Soest. Een droevig ongeluk had hier Woensdagavond plaats. Eenige kin- tieren uit de school huiswaaits keerende, wilden op den tweeden van achter elkan der gebonden hooiwagens klimmen, met het ongelukkig gevolg, dat een zesjarig meisje, Aleida V., het dochtertje van den stoker op de waterleiding, viel, en een zwaar geladen wagen over borst en been kreeg. Het kind werd naar huis gebracht, en stierf na eenige uren in de armen der diepbedroefde moeder. Sedert eenigen tijd merkte men in de Voor-Alpen van Göschenen (Zwitser land) een paar lammergieren op, welke herhaaldelijk een bezoek brachten aan de kudden schapen en geilen. Verleden Zon dag gelukte bet aan zekeren Franz Z'grag- gen het nest van deze gevaarlijke gasten te ontdekken op een steile, verbrokkelde rots Op het oogenblik, dat het wijfje het jong wilde voederen, dat, ofschoon net reeds vleugels had, zich nog in het nest bevond, wist de jager het door een welgericht schot le treffen. Het jong, dat, door het schot verschrikt, den kop buiten het nest stak, werd eveneens ge scholen, doch viel in het nest terug. Om dat nu in handen te krijgen, en ook tevens het mannetje machtig te worden, begaven zich Diusd igmorgen Z'graggen en drie andere jagers uit Göschenen nog maals nnar de plaats. Daar de oude zich niet liet zien, werd Z'graggen, die bekend is als uitstekend beklimmer van rotsen, aan een koord van 349 voet lang juist boven het nest naar beneden gelaten. Een kleine dennenboom, dien hij met de voeten kou bereikeu, begunstigde het afklimmen eu het bereiken van liet nest, waaruit hij hel jong haalde. De moeder had een vlucht van 2.35 meter, het jong van 1.70 meter. In het nest bevonden zich een menigte beende ren van schapen, geiten, gemsen, sneeuw- lioenders enz. Nadat de buil in een zak was gepakt, werd Z'graggen weer naar boven geheschen. Onder het opschrift «de Duitsche Keizerin gevaar," bevatten Amerikaansche bladen het volgende bericht: Een telegram uit Berlijn aan een der New-Yorksche bladen zegt dat de Keizer gedurende een onweder op 18 Juni aan een groot gevaar ontsnapt is. Op het oogenblik dat de Keizer den Rijkskan selier door de telephoon wilde roepen, werd de leiding verstoord. De adjudant Moltke werd onmiddelijk naar het Cen- traalbureau gezonden m te onderzoeken wat de oorzaak hiervan was. Hij vernam daar dat de twee meisjes, een telephoniste en een stenographiste, die gewoonlijk de gesprekken van den Keizer opnemen, door een electrischeD slag getroffen waren. De telephoniste hield het toestel nog aan haar oor, terwijl de stenographiste het potlood vasthield. Toen zij genoegzaam van den schrik hersteld waren, vertelden zij dat gedurende het gesprek van den Keizer een bliksemstraal door de kamer gegaan was. Een bliksemstraal had de draad getroffen en was langs de geleiding in de kamer gekomen. Het is een won der dat het toestel, waardoor de Keizer sprak, niet getroffen is. Beide beambten moeten liet bed houden en worden dooi den lijfarts van den Keizer behandeld. DE NOTARIS TE AMERSFOORT, is voornemens <ip V rijdag 21 Juli ISU3 des middqgs ten 12 ure, in' het Koffie huis vIIFT VALKJE" te Amersfoort In de gemeenten H'O O G L A N Df TO UTENJB ÖRG -en LEUSDEN. (Oogst 1SU3.) Voor de WelEdele Heeren M. LAGERWEY en M. VAN BEEK, het R. K. WEES HUIS te Utrecht en liet gecombineerd SINT-PIETERS- en BLOKLANDS GASTHUIS te Amersfoort.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 5