BIJVOEGSEL,
Rieuwe Amersfoortsclie Courant
publiek le Yerkoopen:
TIMIICfWiS.
C. A. VAN BLARICUNI
12 Blokken
ZATERDAG 8 JULI 1893.
BINNENLAND.
f BlllTENLANDSCH OVERZICHT.
Plaatselijke berichten.
Gemengd Nieuws.
ADVERTENTIËN.
BEHOORENDE BIJ DE
van
Evenals geschied is bij de vermogens-
belasiing, is nu voor de Eerste Kamer
ook gedrukt een overzicht van de be
raadslagingen irj de Tweede Kamer
omtrent de bedrijfsbelasting. Daarbij
zijn wederom van elk aitikel en amen
dement opgegeven de bladzijde van han
delingen, waarop de beraudslaging voor
komt.
Verder zijn naast elkander ter verge
lijking g drukt het wetsontwerp zooals
het luidde bij den aanvang der openbare
beraadslagingen en zonal- het thans luidt
na de eindstemming in de Tweede Kamer.
Voor de lechlbank te's-Gravenhage
stonden deze week terecht 25 bedelaars.
Een hunner had bij zijn arrestatie bij
zich een som van f 99, terwijl een ander
in bet bezit werd bevonden van een
spaarbankboekje ten bedrage van f700.
I>e weezeu-iuricliting
te Meerbosch.
Ter geruststelling van hen, wier be
trekkingen mogelijk verpleegd wor den in
de tegenwoordig zooveel besproken Wee-
zen-inrichting te Neerbosch, acht de onder-
geteekende hel niet te onpas, om reeds
u mede te deelen, dat hij, terwijl de
bedoelde weezen-inr chting, door hem
vroeger meermalen reeds was bezocht,
thans, na leziug van het onlangs versche
nen geschrift van de heeren van Deth en
van Houten, deze inrichting thans in de
laatste dagen meermalen en natuurlijk
geheel onverwacht heeft geïnspecteerd.
De eerste zoodanige onverwachte in
spectie door den ondergeteekende in de
laatste dagen gehouden, had plaats op
een laat avonduur, toen de weezen reeds
te bed lagen.
Dit bezoek werd gebracht in tegen
woordigheid van drie daarvoor aange
wezen personen, wier namen en quali-
teiten de ondergeteekende voor het oogen-
blik niet zal mededeelen.
Deze inspectie werd op volgende dagen
door hem herhaald. Zij hadden evenals
de eerste inspectiën onverwacht plaats.
Bij deze volgende inspectiën zijn de
weezen één voor één, door hem in tegen
woordigheid van den geneesheer aan de
vnuchtiug verbonden (den heer dr. de
Blecourt,) nagegaan.
Als voorloopige mededeeling nu
want op heden zijn nog slechts ruim 500
kinderen persoonlijk onderzocht en dit
onderzoek vordert tijd, kan het ge-
raststellende bericht worden gegeven
dat bij geen der onderzochte kinderen
ongedierte op de hoofden der verpleegden,
is gevonden. Een betrekkelijk groot
aantal kinderen leed aan tinea capitit
(hoofdzeer), iets dat voor eene inrichting
als deze volstrekt geene verbazing behoeft
op te wekken, terwijl meerdere kinderen
(in verhouding evenwel een gering per
centage) aan scabies leden. Het bleek
my, dat de verpleegsters der inrichting
«aet veel zorg, de hoofden dier ziekelijke
kinderen reinigden. De meesten leden
hieraan reeds bij hunne opneming en
bleken veel verbeterd te zijn tijdens hun
verblijf te Neerbosch.
Geheel onverwacht heeft ondergetee
kende het middageten, toen dit voor de
weeze was opgeschept (op borden aan
lange tafels in de eetzalen; zich doen
vooizeiten, onderzocht en genuttigd van
het bord van een der weezen. Dit mid
dageten was goed toebei eid eu de kin
deren aten het met smaak. (Eenmaal
Wrui e boonen met spekvet, en ander
maal rijst met vet en stroop).
Aar. de zieke kinderen, in het zieken
huis, werd tijdens mijn geheel onver
wacht bezoek op het etensuur aldaar,
zeer smakelijk toebereid gebraden rund-
vleescli, in plaats van spek, toegediend.
Op de slaapzalen heerschte bij mijn on
verwacht bezoek, eene zeer gewenschte
netheid en goede orde. Elk bed was
voorzien van een zeegras matras, een
zeegra- hoofdkussen, twee katoenen bed-
delakens, een molton deken.
Op geen enkel bed vond ik kleeren
van kinderen als dekking, of wel de
kleeren tot hoofdkussen opgerold (zooals
in het bovenbedoelde geschrift van de
heeren van Deth en van Houten staat
vermeld.) De privaten op de slaapzalen
lieten tijdens mijn bezoek aan zindelijk
heid niet te wenschen over. In meerdere
bedden lagen twee kleine kindertjes naast
elkaar. De grootere kinderen sliepen allen
afzonderlijk in één bed. Op elke zaal
werd toezicht gehouden door een manne-
lyke of vrouwelijke beambte. De kinderen
sliepen als rozen. Al de door mij be
zochte slaapzalen waren evenwel over-
vuld.
Van eenig onderzoek naar kastijdingen,
dit volgens de schrijvers der brochure
zouden zijn uitgedeeld, onthield de onder
geteekende zich, om reden, dat zoodanig
onderzoek niet door hem maar door de
daartoe aangewezen autoriteit dient te
worden en reeds is ingesteld. Bij het
persoonlijk onderzoek der kinderen tot
hiertoe, bleek den ondergeteekende daar
omtrent niets.
Opmerkelijk vindt de ondergeteekende
het, dat door hem van personen, die hij
vóór zijn eerste bezoek te Neerbosch had
ondervraagd, omtrent enkele personen,
wetende dat deze personen vroeger
verpleegden zich in ongunstigen zin
over de verpleging te Neerbosch hadden
uitgelaten, nimmer eenige grief is ver
nomen tegen den heer directeur der
weesinrichting. Integendeel, al die ver
hoorde personen prezen de goedheid van
den heer van 't Lindenhout. Ook trok
bet de aandacht van den ondergeteekende,
dat wanneer de heer directeur hem bij
enkele inspectiën vergezelde, er altyd een
ongekunstelde goede geest heerschte
tusschen hein en de kinderen.
Indien het den ondergeteekende ver
gund is, om een individueel oordeel in
deze uit te spreken, dan ïs het dit: dat
in deze de goedheid de wijsheid bedroog,
zooals blijkt uit een veel te ruime
toegeeflijkheid in de opneming van weezen.
Zonder twijfel zijn er vele toestanden,
die verbeterd kunnen, zullen erj inoeten
worden. Bij die gebreken, waarbij de
overvulling eene eerste plaats bekleedt,
zal de ondergeteekende niet stilstaan.
Hij kan dit thans bezwaarlijk doeu, om
reden liet gansche onderzoek nog niet is
afgcluopen. Toch meent hij deze gerust-
siellende berichten reeds ter kennis van
familie en betrekkingen der verpleegden
te moeten brengen. Dat reeds verbeterd
wordt, moge hieruit blijken, dat vóór
maanden werd aangevangen met deu bouw
van een nieuw ziekenhuis, waarvan de
bouw nu gevorderd is tot de eerste ver
dieping. Dit gebouw heeft eene breedte
van 42 meter en eene diepte van 20
ineter. Moge dit spoedig gereed zijn, dan
zal ook hierdoor een der bestanndi^min-
der goede toestanden verbeterd zijn.
Zich overtuigd houdende, dat boven
staande bij enkelen mogelijk aanleiding
zal geven tot een twistgeschrijf, zoo
meent ondergeteekende nu reeds de ver
zekering te moeten geven, dat hij zich
zal onthouden van repliek en hij zich voor
stelt, om de wenschelijk geoordeelde ver
beteringen aan de bevoegde autoriteiten
mede te deelen.
De Geneeskundige Adjunct-Inspecteur
van Gelderland en Utrecht,
Dr. A. E. Post.
Arnhem 29 Juni 1893.
Andere bladen worden verzocht dit
bericht over te nemen.
Het Maandblad tegen vervalschin-
gen zegt in zijne «controle onderzoekin
gen."
De «melksuiker" der «Ned. Albumine-
fabriek" te Leiden voldeed geheel aan de
te stellen eischen. Men zij vooral gewaar
schuwd tegen den aankoop van dit arti
kel zonder verpakking. Ons werd mede
gedeeld, dat sommige wederverkoopers
zich niet ontzien, deze voor de kinder
voeding zoo zeer belangiijke stof te ver
mengen met waardelooze artikelen.
De Duitsche bladen spreken natuurlijk
alle over de troonrede, waarmee de
Keizer den nieuwen Duitschen Rijksdag
heeft geopend. Algemeen wordt de nadruk
gelegd op de bijzonder krachtige wijze,
wiaiop de keizer de aanneming van liet
legei ontwerp aanbeval. De eenige slotsom,
die alle bladen uit's keizers rede trekken,
is dal niet te twijfelen valt aan een
tweede ontbinding, indien de Rijksdag
de legerwet mocht verwerpen. De Köl-
nische Zeitung en de andere organen der
regeeringspartij zien in deze bedreiging
een waarborg voor de aanneming van
liet ontwerp, omdat nóch de vrijzinnige
paruj nóch het verdeelde Centrum lust
gevoelen zich aan de gevolgen van een
tweeden verkiezingsstrijd te wagen.
Inmiddels is het nieuwe ontwerp, dat
bijna geheel overeenkomt met het voor-
stel-Huene, reeds bij den Rijksdag inge
diend. Men verwacht algemeen een
spoedige beslissing, want het schijnt dat
de meeste paitijen, teneinde den strijd
niet noodeloos te rekken, geneigd zijn af
te zien van de gebruikelijke verwijzing
van het ontwerp naar de commissie.
Den dag na de opening van der. Rijks
dag sloot keizer Wilhelm op de gebrui-
k lijke wijze de zitting van den Pruisi-
schen Landdag. Bij de opsomming van
hetgeen de Landdag in de afgeloopen zit
ting tot stand bracht, werd natuurlijk de
nadruk gelegd op de financieele hervor
ming, welke de heer Miquel tot stand
wist te brengen. »Wie weet, of deze be
kwame financier ook niet bestemd is om
nn zijne krachten te wijden aan een her
vorming der rijksgeldmiddelen, en wel
zoo, dat de regeering, onafhankelijk van
de jaarlijksche bijdragen der Bondsstaten,
de middelen verkrijgt, om in de steeds
stijgende uitgaven te voorzien.
Hoe prins Bismarck over den toestand
denkt, blijkt uit het Juli-nummer der
Fortnightly Review. De heer Smally, die
den «kluizenaar" te Friedrichsruhe-be
zocht, geeft in dit Engelsche tijdschrift
verslag van zijn onderhoud met den oud
kanselier, waarbij natuurlijk in de eerste
plaats de quaestie van den dag werd be
sproken.
«Gij vraagt mijne meening over de
verkiezingen 1" zeide prins Bismarck.
«Wel, het is mij niet duidelijk, waar de
regeeriog een meerderheid voor het ont
werp zal vinden. En hoe zal men kunnen
regeeren zonder meerderheid? Het is
waar, dat wij van 1862 tot 1866 Prui
sen hebben geregeerd zonder begrooting
en zonder meerderheid. Maar als ik op
nieuw aan het bestuur ware, wat ik nooit
meer zal zyn, zou ik den keizer niet den
raad kunnen geven, dien ik destijds aan
den koning van Pruissen gaf. De om
standigheden zijn geheel veranderd, en
Duitschland is Pruisen niet. Ik zou het
niet weder doen. Een dergelijke staat
kunde kan niet als een precedent gelden."
De opmerking van De Tocqueville in
de onlangs openbaar gemaakte souvenirs
kwam den lieer Smalley vooi den geest:
«Ik heb altijd opgemerkt, dat in de staat
kunde groote dwalingen dikwijls te dan
ken zijn aan een te goed geheugen." De
heer Smalley herinnerde den oud-kanse
lier aan deze woorden.
«Ja," zeide Bismarck, «alleen navolging
kan niet voldoen. Geen twee toestanden
zijn dezelfde en iemand mag zelfs zich-
zelven niet copiëeren."
Onze stadgenoot de heer L. E. Vis
ser heeft Woensdag aan de Universiteit
te Utrecht met gunstig gevolg «fgelegd
liet doctoraal examen Staatswetenschap.
Bij kon. besluit is bevorderd tot
le luitenant bij het 5e regiment infan
terie de 2e luitenant J. Dorré van het
3e regiment.
De le luitenants L. J. v. d. Moer
en J. C. Wagner van het 5e regiment
infanterie alhier worden van 15 Juli tot
1 November gedetacheerd bij de Normaal
Schietschool te 's Gruvenhage.
De le luitenant M. A. E. J. Meij-
boom, die van het 4e regiment infanterie
is over. eplaatst bij het 5e regiment van
wapen alhier, is voor onbepaalden tijd
werkzaam gesteld onder de bevelen van
den Chef van den Generalen Staf.
Dinsdag a. s. zal in de kapel van
het Oud-Katb. Seminarium alhier de ge
wone jaailijksche prijsuitdeeling plaats
hebben. Maecenas van dit jaar is de
ZeerEerw. Heer G. C. van Schaick, pa
stoor te Hilversum.
De gedenkpenuing geslagen ter ge
legenheid van het Eeuwfeest der le op
richting van Rijdende Artillerie hier te
lande, waarvan in een der vorige num
mers sprake was, 17 cM. in doorsnede,
is vervaardigd van Nederlandsch kanon-
brons. Op de voorzijde staat een officier
te paard, aan het hoofd van een bat
terij in draf.
Op de keerzijde staan onder een ko
ningskroon, twee kruiseling geplaatste
kanonnen, waaronder de jaartallen 1793
1893. Het randschrift luidt:
Herinnering aan bet Eeuwfeest der
le Oprichting van Rijdende-Artillerie
hier te laude.
De o rkonde luidt als volgt:
Oorkonde.
De hiernevens liggende Medaille, ge
slagen van Nederlandsch-Kanonbroos, is
vervaardigd ter herinnering aan de plech
tige viering te Arnhem in de maand
April 1893 van het Eeuwfeest der
le Oprichting van Rijdende-Artillerie
hier te lande, krachtens besluit van Zyne-
Hoogheid den Ei/stadhouder Prins Wil
lem V in dato 21 Maart 1793. De
geheele oplaag dezer Medaille is, bij
gelegenheid van gezegd Eeuwfeest, dooi
een der meesi bejaarde Oud-Officieren
van het Korps Rijdende-Artillerie ten
geschenke aangeboden, aan de Officieren
van genoemd Korps.
Dit geschenk is door de Officieren van
het Korps Rijdende-Artilleiie, dankbaar
aanvaard, en wordt inhggeude Medaille
door hen aangeboden aan: de Vereeni-
giug Flehilé te Amersfoort.
Arnhem April i893.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken hield
Donderdagavond ten raadhuize eene openbare
vergadering, waarin de missive werd behandeld
van de commissie belast met de voorstellen van
den Minister van Waterstaat. Handel en Nijverheid
en Gedeputeerde Staten van Utrecht aan den raad
dezer gemeente gedaan, ten aanzien eener verbe
tering van de rivier »de Eem."
Na eene langdurige discussie werd besloten van
voornoemde commissie het volgende te kennen te
geven
Aan de Commissie uit den Raad in zake
de verbetering van de Rivier de Ecrn
te Amersfoort
Gevolg gevende aan het verzoek vervat in Uwe
missive dd. 7 Juni 1893 no E. heeft de Kamer
van Koophandel en Fabrieken, de eer U het vol
gende te adviseeren.
Op de vraag of eene verbetering van de rivier
de Eem van overwegend belang voor den handel
is, meent de Karner volmondig ja te moeten ant
woorden en geheel bij haar meermalen uitgespro
ken meening te kunnen blijven, en wel op de vol
gende gronden
Het dikwerf voorkomend oponthoud der schepen
voor den mond der Eem, veroorzaakt tijdverlies,
renteverlies, en hoogere vrachtenDaarbij komen
dikwijls nog meerdere zakkenhuur, en wanneer het
van belang is om eene partij goederen spoedig te
realiseeren ook nog winstderving voor den handel,
en belet dus deze orn te concurreren tegen andere
plaatsen, die van betere waterwegen zijn voorzien.
Voorwaar in onzen tijd van scherpe concurrentie
en opazetters met zeer kleine winsten, een belang
rijk nadeeL
Is nu al dit jaar en 't vorige door de vele noor
denwinden de mond der Eern beter toegankelijk
geweest, een dergelijke gunstige toestand is slechts
uitzondering. Blijkens de gedane peilingen is de
toestand in de Eem in de laatste 25 jaren niet
verbeterd.
En mocht nu al in de laatste jaren, voor het
stukgoederenvervoer de belemmering bij het bin
nenkomen van den Eem minder zijn gevoeld, door
de verlaagde tarieven en andere faciliteiten der
spoorwegmaatschappijen, het is de stellige over
tuiging der Kamer op feiten gegrond dat
die faciliteiten door de spoorwegmaatschappijen
verleend, slechts tijdelijk zijn, en onder meer,
slechts dienen om de veerschippers en booten uit
de vaart te krijgen, om "vervolgens den handel
hare voorwaarden te stellen, die dan waarschijn
lijk wel eene andere geest zullen ademen. Wat
handel en verkeer van de spoorwegmaatschappijen
te wachten hebben blijkt al reeds uit de voorge
nomen plaatsing van het station alhier.
Het nut van goede waterwegen wordt dan ook
door niemand betwijfeld, daar de Spoorwegen toch
het geheele vervoer niet op zich kunnen nemen.
Ook hier te Amersfoort komen jaarlijks circa 800
geladen schepen aan wat een getal van omstreeks
5000 geladen wagons van 10.000 KG. vertegen
woordigt.
Op grond van een en ander blijft de Kamer
ook thans nog een goeden waterweg, die de
scheepvaart in staat stelt te blijven concurreeren
voor den handel van overwegend belang achten.
De Kamer heeft getracht tot eene berekening
te komen der directe schade veroorzaakt dooi
den lagen waterstand, in de mond der Eern. Maar
daar de binnenschipperij er geen journaal op
nahoudt en zoo mm bij den Havenmeester als bij
den beambte aan de mond der Eem eenige gege
vens waren te verkrijgen, heeft zij daarvan af
moeten zien.
Is het dus niet mogelijk de directe schade
op te geven, nog minder mogelijk is het met cijfers
aantegeven hoe groot het belang is van handel en ver
keer bij dien waterweg, en meent de Kamer daarom,
zich te moeten onthouden van een antwoord op de
vraag of de Gemeente een last op zich mag nemen,
waarvan het cijfer niet eens vaststaat en waar
slechts een minimum wordt genoemd.
Afgescheiden echter van het voorstel van
Gedeputeerde Staten meent de Kamer Uwen
Raad in ernstige overweging te mogen geven, of,
waar van de scheepvaart jaarlijks eene bekisting
van ongeveer f4509 wordt, geheven, voor het be
varen der Eem en het verblijf in de haven alhier,
het niet billijk zoude zijn om die som tot verbe-
van het Vaarwater aantewenden
Zij refereert zich daaromtrent aan het rapport
van den Ingdhieur dat baggeren al heel wat zoude
kunnen doen tot verbetering daarvan.
Eindelijk heeft zij op grond van al het boven
staande ernstig bezwaar tegen eene verhooging
van het Vuur-, haven- en tongeld:
le. In het belang van handel en verkeer moet
het voortbestaan van geregelde veerschippers en
booten eerder gesteund worden dan belemmerd
door heffingen, zooals boven is aangetoond.
2e. Zou 'iet naar hare meening niet billijk zijn
om, waar de scheepvaart eene belasting betaalt
voor het gebruik maken van eenen rivier die nog
goeddeels in zijn natuurlijken toestand verkeert,
bij eene verbetering van dat vaarwater nu nog
entrée te laten betalen.
Amersfoort 6 Juli 1893.
De Kamer van koophandel en fabrieken te
Amersfoort.
J. GERd. KLEBER voorzitter
HERMs. P VAN HASELEN Secr.
Bij de overgangs-examens aan liet
Gymnasium alhier zijn bevorderd.
Van klasse I tot klasse JI.
Onvoorwaardelijk
H. L. de Beaufort, C. W. A. Buma,
YV. H. C. van Esveld, A. A. J. Gelderrnan,
L. G. Geldermaii, J. C. Helders, J. E. W.
Ihle, W. Nevens, W. H. J. Cam bier van
Nooten, G. D. Rasch, H. J. Spigt.
Voorwaardelijk
J. E. Dijkstra, A. Everwijn, J. W. Kruijt,
7 jongelui werden niet bevorderd.
Van klasse II tot klasse III.
Onvoorwaardelijk
K. F. Creuuberg, I. J. Dermout, J.
Eyma, H. M. Moll, A. Snethlage, J. A.
van der Veer.
Voorwaardelijk
A. J. de Niet, J. G. J. Visser, 2 jon
gelui werden niet bevorderd.
Van kl. Ill tot kl. IV.
Onvoorwaardelijk
A. van den Berg, R. van Esveld, D. Hor-
seling, F. Kijftenbelt, 1 werd niet be
vorderd.
Van klasse IV tot klasse V.
Onvoorwaardelijk
L. L. F. André de la Porte, J. A. A. H.
de Beaufort, H. L. Ihle, P. N. P. KnijlT,
H Pomes, H. H. Schipper, M. Schulraan,
J. J. Vermeulen.
Van klasse V tot klasse VI.
Onvoorwaardelijk
C. Deelder, B. S. Dijkstra, J. L. H. de
Jong Schouwenburg, S. Smit, A. M. van
der Most van Spijk, W. Stap, E. J. van
der Nooidaa, J. B. Wolff.
H. B. School Overgangs-Examen.
Bevordeid van de le naar de 2e klasse
Busquet, Hardeman, J. v. Helsdingen,
Heyligers, Meyer, van Arkel, v. d. Heyde,
Kiepe, Kleber, v d. Nagel, Tromp van
Holst, Walrave, Boeschoten, van Gelder
en de toehoorderes C. Anken.
Voorwaardelijk Bouvy, Burger, Lange-
veld, Adama van Scheltema.
Van de 2e naar de 3de klasse:
Steensma, Garjeanne, v. d. Meer v. Kuf-
felen, Pieter, Gerritsen, Grafhorst, Hubers,
Ittmann, v. d. Zoo de Jong, v. d. Wall
Bake. Beaufort, Bersma, de Blauw, Deel-
ken, de Koningh, Koopman.
Voorwaardelijk: Ham, Dorbout.
Van de 3e naar de 4e klasse.
C. van Schothorst, W. van Schothorst,
de Koek, Reiger, Blijdenstein, Kerbert,
Warmelo, van Zijll. en de toehoorderes
M. Sax.
Voorwaardelijk: Gobée.
Van de 4e naar de 5e klasse:
Baak, Busquet, Hoegsma, en de toe
hoorder van Vollenhoven.
Voorwaardelijk: Deelken, Krol, v. d. Zoo
de Jong, de Neeling,
Van den trein welke gisteren 10 u,
14 van Amersfoort te Hilversum aan
kwam, brak, waarschijnlijk tengevolge
van het stooten op een puntstuk, de
linker verbindingstaDg tusschen de beide
voorwielen tan de locomotief juist op het
oogenblik van aankomst.
Nadat de stang ontkoppeld was, kon
de locomotief wegrijden, en daar de trein
bij de van Utrecht komende moest wor
den aangekoppeld, ondervond de dienst
geen vertraging.
Geroudeu op deu openbaren weg:
1 paar witte tricot dameshandschoenen.
Rechthebbende vervoege zich ter te-
rugbekoming aan het bureau van politie.
Soest. Een droevig ongeluk had
hier Woensdagavond plaats. Eenige kin-
tieren uit de school huiswaaits keerende,
wilden op den tweeden van achter elkan
der gebonden hooiwagens klimmen, met
het ongelukkig gevolg, dat een zesjarig
meisje, Aleida V., het dochtertje van den
stoker op de waterleiding, viel, en een
zwaar geladen wagen over borst en been
kreeg. Het kind werd naar huis gebracht,
en stierf na eenige uren in de armen
der diepbedroefde moeder.
Sedert eenigen tijd merkte men in
de Voor-Alpen van Göschenen (Zwitser
land) een paar lammergieren op, welke
herhaaldelijk een bezoek brachten aan de
kudden schapen en geilen. Verleden Zon
dag gelukte bet aan zekeren Franz Z'grag-
gen het nest van deze gevaarlijke gasten
te ontdekken op een steile, verbrokkelde
rots Op het oogenblik, dat het wijfje
het jong wilde voederen, dat, ofschoon
net reeds vleugels had, zich nog in het
nest bevond, wist de jager het door een
welgericht schot le treffen. Het jong,
dat, door het schot verschrikt, den kop
buiten het nest stak, werd eveneens ge
scholen, doch viel in het nest terug. Om
dat nu in handen te krijgen, en ook
tevens het mannetje machtig te worden,
begaven zich Diusd igmorgen Z'graggen
en drie andere jagers uit Göschenen nog
maals nnar de plaats. Daar de oude zich
niet liet zien, werd Z'graggen, die bekend
is als uitstekend beklimmer van rotsen,
aan een koord van 349 voet lang juist
boven het nest naar beneden gelaten.
Een kleine dennenboom, dien hij met de
voeten kou bereikeu, begunstigde het
afklimmen eu het bereiken van liet nest,
waaruit hij hel jong haalde.
De moeder had een vlucht van 2.35
meter, het jong van 1.70 meter. In het
nest bevonden zich een menigte beende
ren van schapen, geiten, gemsen, sneeuw-
lioenders enz. Nadat de buil in een zak
was gepakt, werd Z'graggen weer naar
boven geheschen.
Onder het opschrift «de Duitsche
Keizerin gevaar," bevatten Amerikaansche
bladen het volgende bericht:
Een telegram uit Berlijn aan een der
New-Yorksche bladen zegt dat de Keizer
gedurende een onweder op 18 Juni aan
een groot gevaar ontsnapt is. Op het
oogenblik dat de Keizer den Rijkskan
selier door de telephoon wilde roepen,
werd de leiding verstoord. De adjudant
Moltke werd onmiddelijk naar het Cen-
traalbureau gezonden m te onderzoeken
wat de oorzaak hiervan was. Hij vernam
daar dat de twee meisjes, een telephoniste
en een stenographiste, die gewoonlijk de
gesprekken van den Keizer opnemen,
door een electrischeD slag getroffen waren.
De telephoniste hield het toestel nog aan
haar oor, terwijl de stenographiste het
potlood vasthield. Toen zij genoegzaam
van den schrik hersteld waren, vertelden
zij dat gedurende het gesprek van den
Keizer een bliksemstraal door de kamer
gegaan was. Een bliksemstraal had de
draad getroffen en was langs de geleiding
in de kamer gekomen. Het is een won
der dat het toestel, waardoor de Keizer
sprak, niet getroffen is. Beide beambten
moeten liet bed houden en worden dooi
den lijfarts van den Keizer behandeld.
DE NOTARIS
TE AMERSFOORT,
is voornemens <ip V rijdag 21 Juli ISU3
des middqgs ten 12 ure, in' het Koffie
huis vIIFT VALKJE" te Amersfoort
In de gemeenten H'O O G L A N Df
TO UTENJB ÖRG -en LEUSDEN.
(Oogst 1SU3.)
Voor de WelEdele Heeren M. LAGERWEY
en M. VAN BEEK, het R. K. WEES
HUIS te Utrecht en liet gecombineerd
SINT-PIETERS- en BLOKLANDS
GASTHUIS te Amersfoort.