NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. j\o. 55. verschijnt woensdag en zaterdag. Officieele Publicatiën. binnenland. MYLADY'S GEHEIM. Woensdag 12 Juli 1893. Twee-en-twintigste jaargang. VOOR abonnementsprijs: Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Plaatselijke berichten. Feuilleton. AMERSFOORT HE COURANT. Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten iutezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Van 16 regels 0,40 iedere regel meer S Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, volgens mededeeling van den Minister van Oorlog, vanaf 10 Juli aanstaande, in het Y schietoefeningen zullen plaats hebben van uit het Nieuwe Diep naar eene schijf, geplaatst op het Noordelijkste gedeelte van Post No. 5. De rooilijn zal loopen 200 a 300 M. benoorden het ha venlicht van Muiden. Tijdens de schiet oefeningen zullen roode vlaggen getoond worden op de West batterij bij Muiden. op de kustbatterij bij Diemtrdam, op het Diemerbuitenveldbij de schijf en bij Immeljeshorn. Amersfoort den 5. Juli 1893. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort doen te weten, dat vooi kantoor van den gemeente-ont vanger, een der beneden-lokalen vari het raadhuis door den gemeenteraad is aangewezen. Amersfoort, den 8. Juli 1893. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gelet op art. 18 der wet van den 4. December 1872 (Staatsblad No. 134), Brengen ter algemeene kennis, dat el- ken Maandag, 's namiddags te één ure, voor eenieder de gelegenheid tot koste- looze inenting wordt gegeven in de daartoe bestemde lccahteit, gelegen aan de Breedestraat, wijk F, No. '133. Amersfoort, den 8. Juli 1893. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. -• De heer J. van 't Lindenhout heeft thans zelf in de Kleine Courant de pen opgenomen ter verdediging van zijn per soon, zijn gezin en van zijn inrichting. De klemtoon legt hij op 't feit, dat de inrichting steeds voor ieder open stond en dat van deze gelegenheid zeer veel gebruik werd gemaakt, zoodat hij feitelijk in een glazen huis woonde. Waren de beschuldigingen juist, waaraan hij thans bloot staat, 't zou reeds lang aan 't licht moeten zijn gekomen. Hij wijst er voorts op dat hij geen kostschool van jonge dames en jonge heeren uit den eersten stand hield, maar een inrichting voor kinderen uit den eenvoudigen stand, waar ook velen komen, die een streng toezicht noodig maken, 't Is o. i. jammer, zegt de Zw. Ct. dat deze verdediging zoo laat komt. Zondag werd nog te Arnhem een samenkomst van een 20ial oud-weezen gehouden, wa3rin instemming werd be tuigd met hetgeen in de brochure voor komt. De Zw. Ct. moet intusschen ook gewag maken van een artikel van dr. A. E .Post, geneeskundig adj. inspecteur voor Gelderland en Utreeht, 't welk gunstig voor de inrichting luidt. Bij verschillende inspectiën, in den laatsten tijd gehouden, vond hij in geen enkel opzicht de grieven, tegen de inrichting ingebracht, bevestigd. Integendeel, hij ontving over het algemeen een zeer gunstigen indruk, zoowel wat betreft de behandeling der weezen (voe ding, ligging, verpleging, enz.) als ten opzichte van de zindelijkheid en reinheid in het gesticht. Naar aanleiding van het hierboven aangehaalde van hetgeen dr. Post, adj.- inspecteur van het geneeskundig staats toezicht in Gelderland dezer dagen in de Arnh. Ct. schreef over Neeibosch vraagt de heer van Deth in de Amst hoe de mededeeling van dr. Post: «dat hij vroeger meermalen de inrichting heeft bezocht," te rijmen is met de verklaring van Van 't Lindenhout in 't Oosten, dd. 8 Maart jl., «dat nooit iemand van het geneeskundig staatstoezicht zijn inrich ting heeft bezocht." In de Arnh. Ct. wordt de aandacht van dr. Post e. k. gevestigd op 't geen de lieer van 't Lindenhout schreef dd. 24 Mei jl. dat zich in de laatste drie jaar bij meer dan de helft der kinderen, die te Neerbosch zijn gekomen, verschijn selen van tering vertoonden. Wel voegt de heer van 't L. er bij, dat de gezond heidstoestand der overigen niets te wen- schen overliet, maar de inzender kan deze mededeeling niet met de andere rijmen. Hij vindt het iets verschrikkelijks, dat in overvolle slaapzalen gelijk te Neer bosch het geval was en is zooveel kinderen bijeen worden gebracht, die aan tuberculose lijden. Zoo moet er infec tie komen. De Vereeniging tot bevordering van fabrieks- en handwerksnijverheid in Ne derland heeft zich tot verschillende maat schappijen gewend, waaronder de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen, den Volksbond tegen drankmisbruik, de Maat schappij van nijverheid, het Algemeen Nederl. werkliedenverbond, om elk een lid aan te wyzen voor een commisie, die* zal rapportecren over de vraag; welke wettelijke maatregelen ia vei band met de woning quaestie genomen behooren te worden. In die commissie hebben zit ting de heeren jhr. oir. Van Karnebeek, Heldt, mr. Goeman Borgesius, mr. Patijn Jr., Van Liefland, mr. Mulder en Dijk- mans, terwijl jhr. mr. J. A. Stoop, adj.- commies aan het departement van bin- nenlandsche zaken, zich heeft bereid ver klaard de commissie als secretaris ter zijde te staao. Van het station Heerenveen werd ZaterdagmiJdag per spoor eene hoeveel heid Friesch hooi naar Belgie rerzonden. Dat men daar het hooi duur betaalt, kan hieruit blijken dat, huiten de kosten van transport, dit hooi reeds 7 cis per Kg. kostte. Het vertrek der groothertogin van Saksen van het Loo is vastgesteld op Zaterdagochtend a.s. Aan het nabij onze grenzen onder handen zijnde Duitsche kanaalwerk Mep pen—Lingen arbeiden dezen zomer bijna alleen Nedei landsche wijkgravers, en wel ten getale van 200 a 300 man vooral uit het Compascuum en uit Weerdinger- mond. Het schijnt dat sons" veenvolk dat soort werk, kanaalgraven, beter ver staat dan de Duitsche veenarbeiders; het welk niet te verwonderen is, wijl onze veenlieden reeds een honderd jaar lang van vader op zoon de kanalisatie van de Groningsche veenkolonies hebben uitge voerd. Zondag kwam het bericht, dat een dezer arbeiders, een jongeling van Ter Apel, nabij Lingen moet zijn om het leven gebracht. Nadere bijzonderheden ontbreken ook hoopt men nog dat het een praatje is. De manifestatie ten behoeve der kiesrecht-uitbreiding, op 23 dezer te 's-Gravenhage in hel gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te houden, zal vrij omvangrijk worden. Ruim 90 vereeni- gingen vak- en algemeene werklieden- vsreenigingen alsmede kiesvereenigin- gen van verschillende richting zullen vertegenwoordigd worden, sommige door 10 a 25 afgevaardigden, terwijl eenige honderden leden individueel het verlan gen hebben ie kennen gegeven de ver gadering bij te wonen. Aan het verslag over 1892 der Vereeniging de Blijinaar in Woord en Werk, ontleenen wy het volgende, be trekking hebbende op het werk der redding van verwaarloosden en gevallenen sDit werk breidde zich in het afge- loopen jaar weder uit. Er werden toch in 1892 in het Gebouw Volksheil opge nomen 21 meisjes, dat is één meer dan in de vorige vier jaren samen. Vier van deze een en twintig waren verwaarloosde kinderen. Van deze meisjes werden er 12 in diensten geplaatst, zoo te Amers foort als elders. Eéne vertrok met haar kind naar eene andere inrichting6 ver lieten ons om hare eigen wegen te gaan ééne moesten wij wegzenden wegens ziekte, een andere wegens wnngedrig. Van deze beiden werd de eerste, na een langdurig verblijf in een gasthuis, als dienstbode geplaatst, terwijl de laatste, een Roomsch meisje, in een geslicht harer kerk werd opgenomen. In de laatste vijf jaren hebben wij in hei geheel opgenomen 48 meisjes. Van deze zijn twee gehuwd, lerwijl er ééne op het punt staat in het huwelijk te treden. Twee keerden tot hare ouders terug. Een en twintig meisjes zijn thans in diensten of andere betrekkingen. Drie bevinden zich in verschillende gestichten. Drie andere zijn, na eerst weder op ver keerde wegen te zijn geraakt, thans ge huwd, op een fabriek werkzaam, en van vier weten wij bepaaldelijk, dat zij tot een leven van zonde en ellende zijn teruggekeerd, terwijl wij er twaalf öf moesten wegzenden, óf na haar vertrek geheel uit het oog verloren." De leden van het departement Amersfoort der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, zijn tegen morgen, Donder dagavond, ter vergadering opgeroepen, teneinde de rekening en verantwoording van den penningmeester over het afge- loopen jaar aan te hooren en een be stuurslid te benoemen wegens het bedan ken van den lieer Mr. Heyligers. In deze vergadering zal ook door den Afgevaar digde ter Algemeene Vergadering verslag worden uitgebracht. De heeren Houtzaager en van Veen hadden j.l. Zondag met hun stoomboot ».le Burgemeester van Amersfoort" weder eens een pleiziertocht naar Marken ge organiseerd. Ongeveer tachtig personen namen er aan deel en dank zij het heer lijke weder en de goede zorgen van den heer J. G. de Jager, die als cuisinier de tocht medemaakte en op uitstekende wijze voor den inwendigen mensch zorgde, werd er volop genoten en heerschte den geheelen dag de aangenaamste stemming. Jammer, dat dergelijke sausfliige" zoo zelden voorkomen. Een zeereisje bij kalm weder heeft voor ons landkrabben altijd iets eigenaardig bekoorlijks. In de kapel van het oud-kath. Semi narie had gisterenmorgen de jaarlijksche prijsuitdeeling plaats aan de kweekelin- gen, tevens leerlingen van het gymna sium. Met den aartsbisschop en den bis schop van Haarlem waren vele geestelijken en belangstellenden by deze plechtigheid tegenwoordig. Zij werd begonnen en besloten met een toepasselijk gebed. Na een welkomstgroet, door een der leerlin gen uitgebracht, liet de heer VV. F. En- derle zich op het fraaie orgel hooren met een Praeludium en Furga van Mendels- sonh, en later nog met het Adagio van Beethoven. Door de leerlingen werden gezongen: Opferlied, DieEhre Gottes aus der Natur Abendlied en het Wilhelmuslied in oude historische novelle van 4) EGBERT CABIXSEN. Myn beste Spencer," aldus begroette hij lord Charles, met een geringe poging zich uit zijne gemakkelijke ligging op te heffen, dat hij nog niet ten halve vol bracht, en dus niets dun een hoofdknik volvoerde, «mijn beste Spencer, gij zult zeer verwonderd zijn, mij reeds zoo vroegtijdig by u te zien, en nog meer verwonderd zult gij zjjn, als gij wist, hoe vroeg in den morgen het wel was, toen ik het koffiehuis van White verliet. Goddam, dat ik ook altijd onder de laatsten moet behooren I Het is eene slechte gewoonte en ik kan het maar niet van mij verkrijgen weg te gaan als er nog een bruikbaar lid overblijft. Een matig mensch, Spencer, zoo als gij zijt, zal dat zeker niet kunnen begrijpen. Gij houdt het meest van uw boeken en zijt het gelukkigste, wanneer gij u alleen in uwe blibliotheek aan studie kunt wijden. En dit brengt mij op het doel van mijne komst. Gij koesterdet Onlangs den wensch, Parmesaansche uitgave van »De Bosschen van Statius" te bezitten. Over eenige dagen heb ik een exemplaar daarvan machtig kunnen worden en nu verzoek ik de eer te mogen hebbeo, dit voor uwe bibliotheek te mogen aanbieden." Niets kon grooter onderscheid opleveren, dan de met een lieftallig lachje vergezelde handbeweging, met welke Wharton aan lord Charles overhandigde, en de linksche buiging, de verlegen uitgebrachte dank zegging, met dat hij het kostbare boek aan nam. Maar «de eerlijke Tom," zoo als Wharton door zijn vrienden genoemd werd, had niet in zoo groote mate een meester in de wellevendheid moeten zijn als hij niet het onderhoud op dezelfde wijs had voortgezet als het begonnen was. Wharton wist ook ieder aan het spreken te brengen. Zoo was dan ook Spencer, eer hy het wistt druk bezig, om Wharton een uitleg te geven over de voorkeur die de Parmesaansche uit gaaf van Statius boven eene andere heeft; vervolgens begon hy over de Virgilius van Zarotus te spreken en bracht hij aan Wharton een aanzienlijkgetal merk waardige boeken ter tafel. En toch was hetgeen Wharton zeide zeer weinig, hij luisterde eigenlyk slechts. Maar dikwyls bestaat de grootste kunst van het onder houd te luislereu, met deelneming aan te hooren. Wharton was reeds opgestaan- om te vertrekken, toen hij zich bedacht en hij naar de gezondheid van den graaf van Sunderland en de gravin Alice Clau- carty, Charles' zuster vraagde. «Arme vrouwvoegde hij er bij, toen hij den naam van den laatsten noemde. «Arme vrouw 1" herhaalde Spencer ver baasd. «Eigenlijk moest men niet vrouw zeg gen," vervolgde de eerlijke Tom, maar weduwe. Eu toch kan men haar ook wederom niet weduwe noemen!" «Ach ja, gy meent zeker om haar huwelijk met dien Ier. Nu, die geeft er weinig om. De wet verbiedt hem op doodstraf den terugkeer naar Groot-Brit- tarje, omdat hij in den laatsten oorlog, onder Fransche vlag, tegen zijn vaderland gestreden heeft." «Nu ja," riep Wharton met eene deel nemende uitdrukking uit, »is dat geen hard noodlot, door den band des echts aan iemand verbonden te zijn, terwijl men door dezelfde wetgevers voor immer van elkander gescheiden is?" «Ik geloof dat mijne zuster dat nood lot niet zeer zwaar valt." «Meent gy dat? Maar de echt kan niet vernietigd worden." «Niet vernietigd? Waarom niet?" «Graaf Clacarty is katholiek, en die echt werd immer gesloten, toen de graaf van Sunderland." «Ten believe van koning Jacobus ter mis ging," vulde Spencer aan. «Maar niettegenstaande dat werd de echt volgens de Anglikaansche ritus gesloten, omdat mijne zuster noch ik opgehouden hadden lid van de Staatskerk te zijn." Wharton ging weder zitten, en terwijl hij opmerkzaam naar de punten van zijn verlakte schoenen keek, zeide hij «Zoo, zoo, dat is een nieuwtje voor mij. waar ik veel belang in stel. De gravin kan dus haar echt breken, zooilra zij daar grond voor op kan geven, bij voorbeeld de wenscl. andermaal te willen huwen." «Zonder twijfel." «Men heeft van zulk een wensch nog nimmer gehoord?" Die vraag werd zoo lakoniek mogelijk gedaan en ging van een lachje ver gezeld. «Mijne zuster vereert mij niet met zooveel vertrouwen I" antwoordde Charles. Wharton's oogen vlogen snel naar Spencer over. Zou er in dat antwoord ook een voorwendsel liggen? Het gelaat van den lord liet daar niets van blijken, en terwijl zjjn oogen weder naar de punten zijner schoenen terugkeerden, zeide hij met een licht zuchtje: «Dat is wel te betreuren I" Charles zag verwonderd van het boek van Statius, in welker beschouwing hij alweder verdiept was, op. «Zou het te betreuren zijn, dat ik het vertrouwen van mijne zuster niet bezit?" vraagde hij verwonderd. «Ik moet be kennen, dat ik er tot hiertoe niets betreu renswaard in gevonden heb." De eerlijke Tom lachte. «Ik beklaag het niet om uwent maar om mijnentwil," zeide hij. En toen de verwondering op Spencer's gelaat nog grooter werd, vervolgde hij «Het u duidelijk te willen maken, beste Spencer, die nog niet begonnen zijt te leven, immer niet in dien zin te leven, wat ik leven noem, het u duidelijk te maken, hoe moede iemand van dat leven is die het twintig jaar lang heeft gevoerd, zou mij moeielijk vallen. Maar ik kan u de verzekering geven, dat zulks bij mij het geval is. Ik ben zulk een leven moede, zeer moede en heb er dus reeds meer dan eens over gedacht, te trouwen. Maar laat dat onder ons blijven, verzoek ik u. Zie ik stel een groot vertrouwen in uwe stilzwijgendheid en zal u daar om nog meer zeggen, de oorzaak name-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1