NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND IN §1 UQUVRI, l\o. 68. Zaterdag 26 Augustus 1893. Twee-eu-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentien: Kennisgeving BINNENLAND. BUITENLAND. Feuilleton. C0D8ANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer B Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Vrijwillige oefeniugeu iu den wapenhandel. De BDRGEMEESTER van AMERS FOORT, Gelet op eene mededeeling van den Kolonel-commandant van het 5e rege- menl Infanletie alhier; Brengt ter kennis van belanghebben den: dat van af heden tol en niet den SOen Augusta* aanslaande, alle werk dagen van des morgens 9 tot i uur des namiddags, ten bureele van den heer Commandeerenden officier voornoemd, in de kazerne der Infanterie, voor jongelie den van 17 jaien tot aan den militie- plichtigen leeftijd gelegenheid gegeven wordt zich te doen insr.hiijven voor deel neming aan den tlieoretlsolieu en practisclieu cursus tol voorbe reiding voor den grand van mi licien-korporaal dat deze cursus een aanvang zal nemen zoodra in deze gemeente voor de Militie zal zijn geloot, om te eindigen ultimo Februari 1894; en dat de jongelieden die zich daartoe aan melden zullen hebben overteleggen a. een extract uit het geboorte-register, b. een certificaat van goed gedrag, af gegeven door den Burgemeester hunner woonplaats. Vestigt verder de aandacht van belang hebbenden op de mededeeling van den heer Commandeerenden officier voor noemd, dat van af lieden tol 3© Octo ber (laaraaiu olgende, op de zelfde dagen en uren als bovenomschreven, ge legenheid gegeven wordt voor milicien- korporaals in het tweede en derde dienst jaar, die in hel bezit zijn van het ge- luigschiift dat zij met voldoenden ijver hebben deelgenomen aan den theoreti- schen en practischen cursus tot voorbe reiding voor den graad van milicien-kor poraal, en die als zoodanig met groot verlof zijn gezonden, om zich te doen inschrijven voor den tbeoretisclieu en practiscben cursus tut voorbe reiding voor den graad van mi licien-sergeant dat deze cursus zoo mogelijk reeds den 1. October aanstaande zal aanvangen, en het dus in het belang der bedoelde ver lofgangers is, zich reeds voor 1. October bij den Kolonel-commandant voornoemd aantemelden, onder ovei legging van het zakboekje en liet vioeger uitgereikte ge tuigschrift; en eindelijk, dat ook milicien- korporaals aan wie bedoeld getuigschrift niet uitgereikt, lot deelneming aan laatst genoemden cursus kunnen worden toe gelaten, indien blijkt, dat zij daartoe de vereischle ontwikkeling en den noodigen aanleg bezitten. Amerrfoort, den 24. Augustus 1893. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK. - Het getal personen, door cholera aangetast, was Donderdagochtend te Rot- teddam reeds tol 7 gestegen. De meesten worden in hun eigen woning verpleegd. Ten stadhuize aldaar zijn gister nog aangegeven als aan cholera overleden een, aan de ziekte lijdende twee per sonen. In behandeling zijn thans vier lijders. «r- Voorts werd gistermiddag cholera ge constateerd hij een schippersvrouw aan boord van een tjalk, liggende in de Nieuwehaven. De viouw is aan boord gebleven en de tjalk verhaald naar de Kateridrechtsche haven. Vad. Te Leerdam hebben zich, gelijk officieel werd geconstateerd, vier gevallen van Aziatische cholera met doodelijken afloop vjorgudaari. Volgens een door ons ontvangen telegram waren er gister morgen geen nieuwe gevallen bijge komen. iV. R. Ct. Men leest in de N. R. Ct.: »In de laatste tijden is meer dan eens in sommige bladen gemeld, dal de ver mogens-belasting vrij wat meer zou op brengen dan door minister Pierson was geraamd. Afgaande echter op wat ons ter oore kwam omtrent de grootste ge meenten, gelooven wij dat deze berichten door de uitkomst zullen worden gelogen straft." Als een bewijs van den grooten voorraad appelen en peren, welke dit jaar gewonnen zijn, deelt de Bred. Ct. mede, dat op de markt tu Breda de wijnappelen verkocht werden voor 7 en 8 centen per 5 liter. Dertien manden vaikenspruimen, door een particulier te Druten naar Engeland verzonden, brachten 10 cent op. Woensdag had in Hötel Bellevue te Utrecht eene vergadering plaats van afgevaardigden van vier wielrijders-clubs in deze provincie, ten einde te spreken over het organiseeren van een club-race in deze afdeelirig van den Algemeenen Nederlandschen WielrijdersbonJ. Uit de besprekingen bleek, dat vier clubs hoogstwaarschijnlijk zullen kampen om den kampioenstitel en dat ook een 4-tal personeele prijzen zullen uitgeloofd worden. Bepaald werd dat de deelnemers niet allen tegelijk zullen afgaan, maar dat deze wedstrijd zal zijn een waiting-racn. Alle deelnemers zullen na elkander, met een bepaalden tijd tusschenrui in te gestait worden, teiwijl dan zij die den koristen tijd over de 25 KM. maakten, prijzen behalen. De tijden van de lijders van dezelfde clubs worden bij elkander geteld en de club die den koristen tijd beeft, zal een kampioensmedaille ontvangen. Het ontwerp der winterdienstrege- ling der Staatsspoorwegen is aan den minister van waterstaai, handel en nijver heid ter goedkeuring ingezonden. De-kolonel jlir. V. A. de Pester, van het 1ste regiment veld-a- tillerie, zal bin nenkort wegens ziekte den militairen dienst verlaten. De directeur-generaal der posterijen, de heer Havelaar, heeft naar aanleiding van eene desbetreffende vraag medege deeld, dat bij het laatste lid van art. 8 der wet van 15 April 1891 (Staatsblad W. 87) en in overeenstemming daar mede bij 23 van den Poslgids (blad 8 ondergaan) duidelijk bepaald is, dat frankeering van kopijen op den voet van drukwerk alleen geoorloofd is, als die kopijen gevoegd zijn bij eene drukproef, tot dezelfde uitgaaf behooiende, b. v de bij die proef behoorende, de vooraf gaande of de vervolgkopij. Kopijen, afzonderlijk verzonden, vallen onder het port der brieven. Frankrijk en Siam hebben elkaar offi cieel weder de hand gedrukt. De sultao, die zeer welvarend en met een zelfden blijmoedigen glimlach, als waarmede de uit Parijs gevluchte Lodewijk XVI den zonneschijn begroette, naar Bangkok terugkeerde, had van de ontvangst van den Franschen gevolmachtigden minister Lernyre Devilpr bijzonder veel werk ge maakt. Het was een indrukwekkende plechtigheid, die met groote praal gepaard ging. De gezant herdacht in eene rede de oude vriendschappelijke betrekkingen tusschen beide landen en sprak in be dekte termen de hoop uit, dat de Siamee- zen aan de grens zich nu verder bedaard zouden houden. De koning las een ant woord voor. Tegelijk vertrok prins nSwasti" (Rasmi, de broeder des konirigs?) met twee andere ptinsen naar Londen. De telegraaf brengt de tijding dal Ernst 11 Hei tog van Saksen-Coburg-Gotha is overleden. De toestand van den lijder was reeds gedurende eenige dagen vol komen hopeloos. Hertog Ernst, een der meest begaafde Duitsche vorsten, werd op 21 Juni 1818 te Coburg geboren. In 1836 maakte hij met zijn broeder, den lateren Engelschen prinsgemaal Albert eene reis dooi Enge land, Frankrijk en België; daarna be zocht hij de universiteit te Bonn en nam als ritmeester dienst in het koninklijk Saksische leger. Na verscheidene reizen in Italië, Spanje, Portugal en Noord-Afrika volgde hij zijn vader in 1844 op. Twee jaren van te voren was hij in het huwe lijk getreden, met prinses Alexandrine van Baden, die hem overleeft. In de jaren 1848 en '49 wist hij door verstandige concessiën zijne onderdanen voor zich te winnen en de hertogdommen Coburg en Gotha door eene gezamenlijke grondwet te vereenigen. In den oorlog tegen Denemarken werd hem een zelf standig commando toevertrouwd; hij voerde het bevel in den slag, waarin het Deensche leger op 5 April 1849 te Eckernfórne werd verslagen. Nadat destijds de plannen tot weder oprichting van het Duitsche rijk waren mislukt, sloot hertog Ernst zich aan bij den zoogenoemden driekoningsbond, en op zijn initiatief kwam het vorstencongres te Berlijn bijeen. Zijne peisoonlijke vriendschap voor keizer Napoleon drong hem om Pruisen, tijdens den Krimoorlog, van eene tus- schenkomsl ten gunste van Rusland te weerhouden. In 1859 echter trachtte hij Pruisen over te halen om Oostenrijk te helpen tegen Frankrijk. Na het optreden vnn den heer Von Bismarck, in wien hij vooral den reactionair zag, als Pruisisch minister-president, vestigde de hertog zijn hoop op Oostenrijk. In de hooge politiek was de zeer populaire vorst destijds een factor, met wien ernstig rekening inoest worden gehouden. Dat zijne voorliefde echter geen afbreuk deed aan zijn scher pen blik, bewees hij in de jaren 1806 en 1870, door de zijde van Pruisen te kiezen. Den veldtocht van 187071 maakte hij in het gevolg van koning Wilhelm mede. Hertog Ernst was een zeer begaafd musicus; hij schreef verschillende opera's, van welke Santa Chiara de meest be kende is en een aantal kleinere compo- silién. Ook als schrijver mag hij met eere worden genoemd, zooais vooral gebleken is uit het door hem in dejaren 188789 uitgegeven omvangrijke werk »Aus meinem Leben und meiner Zeil," dat over de politiek van de tweede helft dezer eeuw een belangrijk licht verspreidt. Ruim 10.000 mijnwerkers in de valleien van Ebbw, Merthyr en Aberdale, hebben onder de bescherming van soldaten en politie het werk hervat. Ernstige rust verstoring had te Llonelly plaats, naar aanleiding van de komst van Engelsche en Schotsche arbeiders in de anlhraciet- mijnen aldaar. In de middengraafschappen van Engeland bestaat voor het oogenblik nog weinig kans op eene schikking. Men wacht den afloop af van de conferentie, die thans te Londen gehouden wordt en in welke omstreeks 25.000 mijnwerkers door hunne afgevaardigden vertegenwoor digd zijn. De Daily Telegraph vermaant opnieuw de mijnwerkers tot het doen beslechten van het geschil langs den weg van abiitrage. Blijven zij dit hardnekkig weigeien, zoo zullen zij eenen l.aiden stand hebben, want in zuidelijk Lan cashire wordt reeds nijpend gebrek ge leden en sedert Northumberland, Durham en Zuid-Wales aan het weik bljjven, beginnen voor de weeibarstige Midlan- ders de kansen al slechter te zijn. Slechts eene slechte zaak behoeft arbitrage te door L. H. 5) nRoosje," begon Kurt, zoodra de deuren gesloten waren, ïgij hebt opgedragen om gravin Laurence te roepen, opdat ik zelf zou zieD hoever het portret bij het origineel achterstaat. Is het niet zoo?" xZoo! vindt gij haar schooner dan haar portret?" zei Roosje zonder rechtstreeks op zijn vraag te antwoorden en schijnbaar onverschillig, hoewel er eene onmisken bare uitdrukking van voldoening in haar blauwe oogen te lezen was. tVertel mij eens wat van haar," vleide Kurt. »Let nu maar liever op den weg," viel Roosje hem in de rede; Danders loopt gij later maar gevaar van te ver dwalen." »0, dan bestel ik mijn hertog maar weer. Ik weet nu dat het niet alleen hoffelijkheid jegens mij was, die hem zoo bijzonder beleefd deed zijnals ik een anderen naam genoemd had zou hij misschien niet zoo gedienstig geweest zijn. »Dat had er naar kunnen wezen," gaf Roosje op einstigen toon ten antwoord. »Nu, ik zal goed op den weg letten," begon Kurt weder; «maar daarom kunt gij mij toch onder de hand wel wat van gravin Hoffkirchen vertellen." «Och, er is niet veel van te vertellen," hernam Roosje met eene koelheid, die den armen Thüringer bijna tot vertwij feling bracht, te meer omdat hij zich wel wat schaamde over zijne plotseling ont waakte belangstelling in eene dame, die hij voor het eerst gezien, en wier portret hij nog geen uur geleden zoo gekriti seerd had. ïNu, zij zal toch wel ouders hebben sprak hij eenigzins ontstemd. ïHelaas niet," hernam Roosje, nhaar vader, de Kurbrandenburgsche overste Wolf graaf Hoffkirchen, stierf eenige weken voor hare geboorte, en hare moeder, eene veel oudere stiefzuster van madame Dangeau, heel kort daarna. Keurvorstin Dorothea von Brandenburg nam het weesje tot zich, en liet het met haar eigen kinderen opvoeden. Toen de keur vorstin echter veleden jaar te Carlsbad overleed, liet madame Dangeau haar rechten op het kind harer zuster gelden, en zoo is zij te Parijs gekomen. Zij was toen nog in den rouw over hare pleegmoeder sedert eenige weken echter verschijnt zij aan het hof en wordt algemeen bewonderd." »Dus zijn het toch niet enkel de Jon- quilles, die hier in den smaak vallen," zoo viel Kurt haar in de rede. »Het verwondert mij echter dat hare familie vaders- en moederszijde genoegen heeft genomen met hare opvoeding aan een protestantscli hof." «Graaf Hoffkirchen en zijne vrouw waren beiden proteslantscb geworden en juist daarom wilde de roomscli-kalholieke familie niets van het kettersche kind weten. Mijne meesteres oordeelt zachter in dat opzicht, en zoo leven wij beiden onge stoord aan het hof zijner allerchristelijkste majesteit, tot groote ergernis echter van de weduwe Scarron, die ons wat gaarne door madame Daogeau zou willen laten hekeeren, want nu zijn wij haar een doorn in het oog. Ja, ja, jonker, toen ik u daar straks madame de Maintenon wees,-dacht gij zekei niet dat zij de vijandin zou zijn van zulk een bekoorlijk schepseltje als Laurence Hoffkirchen." »Nu, van dezen dag af aan heeft gravin Hoffkirchen in plaats van eene vijandin een vriend, die haar met zijn degen ter zijde zal staan, als het noodig is!" riep Kurt vol ridderlijke verontwaardiging. Nadat zij van Kurt afscheid genomen had, keerde Rosalie Eberwein in diep nadenken verzonken, over het nu heel veilaten binnenhof naar haar vertrekken terug. «Ik geloof zeker." zoo peinsde zij, «dat God mij dien jongen von Wiehe zoo te rechterlijd toezendt, opdat ik hem Laurence toevertrouwe, eer zij in de netten dier huichelaarster verstrikt raakt. De hemel beware hem echter voor den geur der Jonquilles, anders wordt mijn lief vergeet-rnij-nietje misschien voorbij gezien en vertreden. Die oude kwezel neem ik voor mijne rekening! Maarden heitog moet ik weer eens onderhanden nemengelukkig dat het kind niets merkt ik zou voor geen geld willen dat haar de oogen open gingen. Arme hertog; ik heb toch medelijden rnet hem!" Ja, het Erfurter maagdelijn had beid wat te bedenken; het hof van Lodewijk XIV was eeo gloeiende bodem en onge straft in de Louvre leven vermocht nie mand. III. tante anna. Toen Laurence eenigen tijd later op een morgen hel salon harer tante binnen trad, scheen de heldre lentezon vroolijk door de gele draperiën der hooge boog vensters, die het uitzicht op de Seine hadden op een divan, tusschen de beide ramen g -plaatst, zat eene dame, wier leeftijd men moeielijk zou weten te be palen, zoo leer en slank was hare gestalte, terwijl de fijnbesneden trekken van het lieve bleeke gezichtje aan een kind deden denken; maar als zij haar diepe donker blauwe oogen opsloeg, zag men daarin eene uitdrukking van weemoed, zooals kindei oogen zelden te aanschouwen geven. Onbeschrijfelijk zacht en vriendelijk wa ren die oogen, geene bitterheid of onte vredenheid, maar kalmte en zielerust, de vrucht van zelfverloochening en ontbering, spraken uit haar geheele wezen. De zware en prachtige kleederdracht dier dagen paste weinig bij het blonde haar en liet teere gezichtje, hoewel haar costuum geheel wit was, met zilverbor duursel tot eenig versiersel. Zij droeg een paar rozen in het haar en op den boezem, maar verder geen kleuren. Lau rence had zich op een laag stoeltje aan de voeten barer tante nedergezet, en zag er even frisch en blozend uit als altijd. Haar portret, dat zij in Roosje's kamer als eene verrassing door hare bescherm ster had laten schilderen, hing nu vlak tegenover haar en vormde in zijn een voud en lieflijkheid een aardig contrast met al de mythologische versieringen in

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1