Door de leden werd dit voorstel met ingenomenheid ontvangen en de gevraag de machtiging verleend zoodat alsnu de noodige stappen door het Bestuur zullen worden gedaan. Wij twijfelen niet of vele ingezetenen die met ons het groote nut der school erkennen zullen bereid gevonden worden om het Bestuur in zijn pogen te steunen, zeker als wij zijn dat voor alles wat nuttig is in Amers foort op die steun kan gerekend worden. Iets waaraan velen twijfelden of wel ooit in de goede stad onzer inwo ning zou gebeuren, is Zondag aldaar geschied. Eene afdeeling van den sociaal- democratischen bond is opgelicht. Niet op initiatief van een der Amersfonrtsche werklui, maar op dat van een drietal Haarlemsche sprekers schreeuwers zouden wij ze liever noemen die, begaan, zooals ze verkondigden, met het lot ook van den Amersfoortschen werk man, herwaarts waren gekomen om in dat lot verbetering te brengen zooals ze zeiden maar eigenlijk om te be ginnen met dien werkman te verar men zooals ze deden door eene collecte te houden, waaruit de reiskosten van die wereld-hervormers moesten wor den terugbetaald. Men was gekomen om te trachten het lot van den werkman te verbeteren. Men is vertrokken met de zekerheid dat van enkelen te hebben ver ergerd. Verergerd n.l. door van huisvaders penningen als vergoeding van reisgeld te ontvangen, die moeder de vrouw had kunnen aanwenden om al was het ook met eene kleinigheid manlief te vergasten op blijde kindergezichten. Dubbel verergeid door in enkele tezeer voor die indrukken ontvankelijke gemoe deren, het zaad der ontevredenheid met kwistige hand te strooien of, waar onte vredenheid en wangunst door ondervon den uitmuntende bejegening waren tot zwijgen gebracht, deze kwade hoedanig heden weder in den man te verlevendigen, die, Zondagmiddag thuiskomende, den vrede die er heerschte, de woning uit bande, om dien plaats te doen maken voor verdriet van vrouw en kroost, die, in de blijde verwachting van het genot dat 's mans en vaders wederkomst hun altijd bereid, vreeselijk werden teleurge steld bij den aanblik van het gelaat, dat, anders tevredenheid teekenende, thans met een waas van verzet en misnoegen als 't ware is overtrokken. Weten die gelnkzoekers, welk een ougelukze Zondag hebben gezaaid in den boezem van tevreden burgers onzer goede veste? Dal dan de gevolgen van hun twistzieke taal over hunne hoofden komen 1 In het «Verkooplocaal" waren Zondag ruim 200 werklieden vereenigd, om de «oratiën" van de drie zich noemende «wereld-hervormers" de Boer, Portugeis en Klerk, van Haarlem, onder de bena ming van vergoeding van reiskosten, te ikoopen." Deze 200 hadden een uur ruim op de «oratie" die hun was beloofd, ge wacht. Men begon er reeds aan te wan hopen, iels te hooren te krijgen, toen onverwachts het edele, hier bovenge noemde drietal binnentrad. Zeer hoffe lijk begon een hunner excuses te maken over de te late komst. «Neemt het ons, zoo luidde het «niet kwalijk dat wij zoo laat hier komen. Wij zijn werklui, en dus niet zoo goed op de hoogte van de spoorwegdienstregeling als groote heeren, die dagelijks voor hun plezier reizen." En die reden voor de te late komst werd zonder eenig gemor, als de ware oorzaak aangenomen. Maar ons, misschien wat pessimistisch in dat opzicht, wilde het voorkomen dat dit de ware reden niet was, doch dat er een adder schuilde onder het gras. Men was dunkt ons wel zeker ervan, dat, eenige lieden aan de uitnoodiging tot bijwoning der vergade ring zouden gevolg geven. Doch, om tot een totaal nuchtere vergadering te spre ken, dat zou immers boter aan de galg zijn gesmeerd. Tegenover het «verkoop- locaal" is dat wisten de sprekers een «verkooplocaal met vergunning" en oogenblik onder den helderen sterrenhe mel en zag naar de tegenover gelegen donkere vensters op. «Zij het dus Helena," ontsnapte, meer gedacht dan gesproken, over zijn lippen. «Of ik ooit vernemen zal Met snelle, bijna hevige beweging trad de jonge arts binnen, sloot de deur achter zich toe en verdween in zyne kamer. III. Het is de eerste zondag in Mei. De zon lacht stralende van den wolkenloozen hemel, als wilde zij het voorjaarfeesl, dat jaarlijks op dezen dag in Bamberg gevierd wordt, begroeten. Als pelgrims op een bedevaartstocht wandelen van 's morgens af in scharen langs het pad, dut naar de hoogte van Altenburg leidt, de dienstba ren, wien het niet gelukt was den namid dag te krijgen, reeds om vier uur vroeg, om zich door den prachter een goed ont bijt te laten bereiden en het eerste vroo- lijke morgenconcert bij te wonen. Tegen acht uur neemt de toestroomende menigte reeds een beter gekozen karakter aan. Zelfs de beaumonde, wiens jonger deel namelijk, den dsg ter eere, heden onge woon vroeg de legerstede verlaten had, vermengd zich thans in de frissche voorjaarstooi met de burgerlieden, want dat zou in dat uur gedurende hetwelk de sprekers op zich lieten wachten, wel gelegenheid bieden oin eenige der gemoe deren voor de taal die men wenschte te spreken, ontvankelijk te maken. En dat is ook gelukkig bij enkelen maar het geval geweest. Want van de ruim 200, traden er slechts 15 als leden van de sociaal-democratische afdeeling toe, uit wie een bestuur werd verkozen, be staande uit de timmerlieden Hendr. Diters, N. H. Van den Heuvel en Van der Veer. Dat was de uitwerking van de heftige taal van de Boer c. s. en van den Worde dit vijftiental hunne zwakheid om aan het zoet gefluit van den voge laar toetegeven nimmer ten kwade ge duid: dat is onze hartelijke wensch. Maar, waar de Haarlemsche sprekers uitnoodigden tol aaneensluiting om te komen (.desnoods, door geweld?) tot een maximum werkdag van 8 uren, met een minimum-loon van 25 cents per uur, en al hun best deden om den knecht tegen de meergegoeden op- tezetten, daar scheen ons het zeer ver standig toe van de groote meerderheid der vergaderden om zich te scharen aan de zijde van onzen stadgenoot, den mr. metselaar L. van Achterbergh, die ver klaarde dat ook hij gaarne wilde mede werken tot verbetering, zoo mogelijk, van het lot des werkmans, maar riet door den voorgespiegelden weg inteslaan, doch door het vormen van eene werk- lieden-vereeniging, die op de grondslagen van den «Oidebond" zich ten doel stelde door contributie elkander te steunen wan neer de omstandigheden die noodzakelijk maakten, en, zoo mogelijk, naast dat ondersteuningsfonds een pensioenfonds opterichten. En de mogelijkheid daar van stond bij Spr. vast, nu hij, onder zijn eigen knechts, een ondersteunings fonds, op kleine schaal natuurlyk, had opgericht en dit gedurende vier jaren geadministreerd, met het gevolg dat uit contributie ad 2 cents per hoofd en per week, enkelen, die zulks noodig hadden, konder. worden ondersteund, terwijl bij het eindigen van het winter-seizoen nog 46% van de inlagen kon worden ver deeld. Spr. deelde dan ook mede, dat op zijn initiatief Zaterdagavond eene werklieden-vereeniging zich met boven omschreven doel had geconstitueerd, aan vankelijk 20 leden tellende, die, even na de samenstelling voor een kranken mak ker de som van f 9 ter ondersteuning bijeenbrachten. Waarlijk toch vrij wat edeler daad dan er voor te leven om elkander het hoofd warm te maken en het gemoed te verbitteren! Maar die gezonde taal vermocht de «lei- ders" der vergadering, wier bezoekers zij willens of onwillens in het Mijden" tracht ten te brengen, niet te overtuigen van hunne onbezonnenheid, om begeerten op- tewekken die niet voor verwezenlijking vatbaar zijn. Of de heer Van Achterbergh al wees op het groot verschil tusschen den localen toestand te Amsterdam, Haarlem, enz., en in die Amersfoort aangetroffen wordende; of hij al wees op de omstandigheid dat de Amersfoortsche werkman, doordien hij een stuk grond bebouwt, vrij alge meen bij hel einde van hel werk-seizoen de winterprovisie in den kelder heeft, terwijl de Amsterdammer en Haarlemmer dan zonder voorraad den winter ingaat, niets kon de leiders van hun lievelings denkbeeld om een maximum-werkdag met een minimum-loon ook hier ter stede intevoeren afbrengen. Integendeel, daar aan hielden ze vast en wisten niet beter te doen dan den heer Van Achterbergh, omdat hij zeide werkbaas te zijn, niet alleen aantezien voor een «uitzuiger der knechts," maar hem ook alszoodanig te kwalificeeren. Maar genoeg. Laten wij zien welke vereeniging het zal winnen: de sociaal democratische, die hulp van anderen wil in den vorm van exhorbitant hoog loon en korten werkdag, of de ordelievende, die werken willende voor een behoorlyk loon en ter bekoming en behouding van om negen uur zou daar boven de gods dienst in de vrije lucht beginnen, een voorjaarsfeest, als een aandachtig en voor de poezie der natuur ontvankelijk hurt haar niet schooner wenschen kan. Weidia, na acht uur, trommelden de vin gers van den assessor op de ruiten van den vriend, die de eerste morgenrondte reeds gedaan en zich voor een paar uur bevrijd had. Met pleizier wandelden beide jonge mannen in den hemelblauwen, zonnigen morgen, door de oude, karak- terestieke stad naar de enge bergpaden, welke zij, langzaam naar boven gaande, langs stapten, dikwijls genoeg door de bekooi lijkbeid van het landshap geboeid, dat hun bjj menige wending toelachte, als het afgezonderde vers van een piach- tig gedicht. Nadat het laatste tamelijk steile ge deelte van den berg overwonnen en een door boomen bezet plateau bereikt was, boeide de volle pracht van het uitzicht inderdaad van top tot teen, hoe dikwijls men het ook reeds gezien had. Eene wijde, lachende vlakte strekte zich daar in allerlei vormen van een rijk gebouwd land uit en vormt in haar zachte kleuren voor een stad eene ongerijmdheid, wier aanblik des te schilderachtiger wordt, wanneer haar kerken en voornaamste gebouwen hoog gelegen zjjn. De rijke een menschwaardig bestaan in den goeden zin van het woord, ook nog gelegenheid denkt te vinden om hare leden, in bui tengewone omstandigheden te steunen en ook daardoor elkanders geluk te be vorderen. Wij behoeven niet te zeggen, dat laatstbedoelde onze symphatie bezit, en dat ze op ondersleuning voorzoover die binnen ons bereik ligt, mag rekenen. Paardenmarkt, Ossenmarkt en Kermis. De 8t.Gallenpaar«leiunarkt bracht Dinsdag heel wat drukte en beweeglijk heid in de stad. We waren eerst geneigd te gelooven, dat de ze markt voor twee moest gelden, omdat hij verleden jaar evenmin gehouden is als de kerinlH. Maar dat denkbeeld lieten wij weer even ras varen als het bij ons was opgekomen, toen wij eenerzijds het betreurden dat de Osaeuuiarkt, die Woensdag weder in naam, in ofjiciéelen naam wordt ge houden zonder os (God gave dat ossen nergens wareD te vinden) en het dus blijkt dat schorsing van eene markt niet altijd tengevolge heeft dat die welke een jaar daarna wordt gehouden dubbel druk wordt bezocht, en wjj anderzijds bedach ten dat de jaarmarkt of kermis in dat voorrecht thans wel eens zou kunnen deelen. Gebeurt het laatste toch dachten wjj, dan zullen de pleinen waar de kermis wordt gehouden, te klein zijn om de dubbele massa menschen te bergen, die er zich jaarlijks, op enkele dagen, vooral tegen het «aangaan" der spellen ver dringt. Dat schrikbeeld wilden we weèr loslaten, toen aan het einde onzer over peinzingen, die, we stemmen het gaarne toe, het publiek belang even ongemoeid laten als het publiek belang onze over peinzingen toen, aan het einde van onze overpeinzingen zeggen we, de toe komstige, binnen enkele dagen voor een ieder te aanschouwen werkelijkheid zich aan ons met kracht opdrong. Een schrik beeld noemden we het dat zich aan ons opdrong. En, waarlijk, ieder die, onbe vooroordeeld, de drukte heeft aanschouwd, die sinds jaren de kermis verwekte, die zal zich een denkbeeld kunnen vormen van hetgeen thans te aanschouwen zal zijn op hel kermisplein «de Hof." De boeren zijn in getalsterkte vooruitgegaan, evenals de buigeilui. Maar met al de kracht die in beide categoriën is, hebben ze te zamen geene uitbreiding kunnen verkrijgen als de militaire bevolking, die in een jaar of drie, met de alvermogende medewerking van regeering en vertegen woordiging, zich vervijfdubbeld heeft. Wanneer we nu nagaan dat zoowel den boeren en burgers als de militairen de lust bezield, om eens een kijkje te Demen, dan, dunkt ons, dat we niet over drijven door te voorstellen dat meer dan eens de kermispleinen onbegaanbaar of lieverondoorwaarbaar zullen zijn voor hen die het voornemen hebben ze te bewandelen zonder ze te betreden. Want waagt men zich eenmaal in dat gewoel, dan komt men, zij het soms ook «hortend en stootend" er wel door. De menigte toch is wel compact, doch als ieder maar rt kening houdt met het aan deel dat hij persoonlijk in die compacte menigte heeft, dan zijn de mazen wel zoo wijd steeds geopend, dat men er door kon zeilen, hetzij naar het een of ander «spel," naar een «poffertjeskraam" of «wafelkraam" of en hierbij hebben wij meer speciaal de jongelui op hel oog naar een «Tire de Salon" of tewel minder hoogdravend «schiettent" genaamd. Dat alles: «spel," «poffertjes" «wafelkraam" en «schiettent" zal er zijn. En in de eerstgenoemde categorie zal men zeker onderscheidene soorten aan treffen. Er zullen, naar mij vernemen, «komen" een schouwburgtent waarin liefhebbers van bet tooneel zich koste lijk zullen kunnen vermaken; een «hyppo- dröme" waarin levende «volbloedpaar den zich zullen belasten om «oud en jong, arm en rijk," mits maar rijlustig, op hun respectieve ruggen, op den maat der muziek, eenige minuten door eene manége «rond te rijden," om bij het vlakte door acht opstijgende bei gen amphitheatersch begrensd, door de leven dige rivier versierd, wordt door een dicht pijnboomwoud des te effectvoller bescha duwd, in een den top nabij gelegen meer, als een dauwdroppel op een blad, dat midden in het woud de witte muren van het schoone, met vier poorten getooide slotje schitterend doet uitkomen. Menige bergkapel geeft, van de hoogte af gezien, het landschap een eigenaardig vooi komen, terwijl de deuren der tallooze kerken, vooral die van den schoonen byzantijnshen vorm, een hooggelegen kloostergebouw, een uiteenloopend residentieslot, den hier bekend zijnden blik gemakkelijk verraden, dat hij in de stad zelf een bisschopszetel voor zich ziet liggen. Wel vijftig dorpjes zijn er rondom verstrooid, menige burgt beschermde of bedreigde het vlakke land, toen hare thans verbrokkelde muren zich nog trotsch verhieven. De grootsche puin- hoopen van de vesting Griek schijnen het pendant van het statige burgslot Bank, een vroeger klooster, te vormen, dat thans helder door de morgenzon beschenen werd; dezefde zon danst spelend en hup pelend op de Regnits en schijnt haar tot hare verbinding met den Main, die blauw opschijnt, den zegen te geven. De vrienden stapten verder, naar den Altenburg, waar zich aan de met jonge eindigen der muziek andere «liefhebbers" in de gelegenheil te stellen, de plaats van hun vooi gangers weder iritenemen, en op de eerste toon aan de luit ontlokt, deze op hun beurt het aangename van een rijles te doen ondervinden. Evenals op andere plaatsen dit het geval was, zal ook hier de plaatsruimte om de ma nége zeker door tal van liefhebbers om «ooggetuige" van het gunst van vele natuuigenoten te zijn, worden ingenomen. Van hel genot om op een «heuscli" paard te zitten en te rijden, doen de liefhebbers vervolgens afstand, om in «Lucht- en Zeevermaak" op een houten paard te «stijgeren," en en passant rond te draaien. En zij die geen paard in «Lucht- en Zeevermaak" kunnen ver overen, stellen zich dan tevreden inet in een «stoomboot" plaats te nemen, of bij eventueel plaatsgebrek zich neder te zetten in een «zeilschip" of «luchtballon," soms zeer vertrouwelijk naast en als het moet op de schoot vaneene jonge, kuische boerenmaagd, die, door haar «vrijer" geen oogenblik met rust gelaten, het bijzijn van den «varens- of rijzens- gezel" innerljjk, onhoorbaar dus, «ver- vleukt." Een groote «belangstellende" menigte vermaakt zich in het beschou wen van zooveel pret en jool, en de heer Tewe maakt ieder jaar hier goede zaken. Nu, evengoed als ieder ander, gunnen wij hem van harte het colossaal bezoek dal zijne nette inrichting ont vangt Wanneer men dan heeft «gereden," «gestijgerd" «gevaren" en «gerezen" en daardoor wat moede is geworden, dan wil men wel eens gaarne eenigen rust genieten en eenige ververschinger. ge bruiken in de poffertjes-kramen van ouze oude bekenden Dekkers en Wagendrever of in de wafelkraam die thans door den opvolger van onzen stadgenoot Bouw- kamp wordt geëxploiteerd. Is het rust- uurtje verstreken, dan wil men wel eens gezamenlijk «ronddolen," en om dat te doen, wordt thans eene schoone gelegen heid geboden. Niet langs de straat of wat erger is langs de plant soenen behoeft men te «dolen," neen: binnen de wanden van een nette tent kan men zijn «doollust" bot vieren; en bij het genot van te weten dit te kunnen doen, en te doen, nog dit smaken, van zeker te zijn weder uit den «doolhof" te komen en te gaan staan of zitten waar men verder wil. En hij wien het niet lust van dat genot te profiteeren, woiden andere gelegenheden tot vermaak aan geboden. Het theatre van «professeur Alber" komt ookl Van hetgeen daar te zien wordt gegeven kent ieder onzer «staaltjes," die niet uit het geheugen gaan. Zoo van ééne inrichting, dan zeker van deze kan worden getuigd dat ze in Amersfoort en omstreken «populair" is. Evenals op an dere inrichtingen komen we in het begin der volgende week nog op deze terug en hopen dan het publiek eenigszin als gids te kunnen dienen bij de aanwijzing der inrichtingen, die om de een of andere reden een bezoek verdienen. Maar, voor wij onze beschouwing sluiten, dient ook nu reeds gezegd, dat zeer zeker genoeg lijke avonden zullen kunnen worden door gebracht in de inrichtingen van den heer Smolders, ondernemer van het café «Place Royal," en in café «Suisse" van den neer Wery, op den Hof, weswege wij naar de nevensstaande advertentiën verwijzen, en waaruit blijkt welk een verscheiden heid van genot ook daar kan worden gesmaakt. Doch wij begonnen ons epistel met de paardenmarkt, en we lieten ons al dadelijk zóó afleiden, dat we er niets anders van verhaalden dan dat ze is gehouden. En daarmede kunnen we niet volstaan. Want al rekenden wij dat we met bloote ver melding dat ze gehouden is, er ons kon den afmaken, anderen zouden ons dil soms euvel duiden. En niet zonder grond. De paardenmarkt toch was ditmaal zeer levendig. Er werd zeer veel handel ge dreven, vooral in anderhalfjarige paarden, waarvan er velen door Duitsche koop zoden bedekte borstwering, die de slot gracht afpaalt, eene dwarrelende menigte in groepen bewoog. Want hier was hel punt, van waar men den aanvang van het feest zich het best liet genieten. Bood een allegro van het frissche leven aan, zoo geleek het tooneel, waartegen zij zagen op het adagio van eene liefelijke Zoylle. Op de weiden aan den anderen kant van de gracht staat een eenvoudig, uit wit zandsteen gehouwen altaar, drie crusifi- xen, die Christus in meer dan levensgrootte dragen, verheffen zich er achter en komen eenvoudig maar effectvol uit den achter grond eene groep oude te voorschijn. Weiden en boomen vullen in alle schake ringen van het voorjaarsgroen het berg pad, die van daar tot aan de vlakte loopt, en, als een ei in het nest, ligt diep be neden in het dal geheel eenzaam het dorpje Wildenzorg. Steeds nieuwe groepen stroomen, daar het binnen weinige minuten negen uur was, over de houten brug, die van de slotpoort naar de gracht leidt, in de on- middeljjke nabijheid van het altaar, en zoowel aan dezen als aan den anderen kant van de gracht, tot diep in het groene dal, was weldra ieder plaatsje bezet, Het klokje van den koster weerklonk, en uit de schaduw der boomen trad de priester met zijn koorknapen naar het thans met lieden werden gekocht. Voor paarden besteedde men f40 a 1400; vooi ve dens f 60 a 1120 en voor hitten f 40 a f 130 225 panden, 90 veulens en 15 hitten waren ter markt gebracht. Wat kalme mededeeling aan het einde van deze be schouwing, die voorafgaat aan eene drukke week. Laat ons hopen, dat het overzicht, dat we van de kermisdrukte ons voorstellen te geven, geheel en al van eenzelfde kalm verloop mag getuigen I En dat kan als, zoo al niet ieder, dan toch de groote menigte maar bedenkt, dat ook de limieten zijn gelrokken binnen welke men genot mag en ook alleen «kan" smaken. Door het kiescollege der her vormde gemeente zijn tot candidaten voor het college van notabelen gesteld de heeren J. H. Boks en C. Maas, aftredende leden, zoomede dr. H. J. Rynders, I. ter Schuur en F. Wesseling. Onze stadgenoot de heer S. R. Nijenhuis is met ingang van 1 November benoemd tot rijks-klerk bij de directe belastingen. De Raad der gemeente Amersfoort zal op Woensdag, den 25. October j893, des namiddags ten een uur vergaderen ter behandeling van de navolgende punten. 1. Voorstel tot het aanschaffen van een microscoop, ten dienste der keuring van vee en vleesch. 2. Rekest van den directeur der ge meente-reiniging, J. B. Jorissen, om ver hooging zijner jaarwedde. 3. Rekest van den keurmeester der visch, L. Kames, om verhooging zijner jaarwedde. 4. Advies van Burg. en Weth. op het verzoek van den dirigeerend Officier van gezondheid, Chef van den militairen geneeskundigen dienst, om verbetering der bestrating van den weg van de Steenebrug naar den Hoevelaker straat weg. 5. Rekest van de muziekvereeniging „Caecilia" om subsidie. 6. Begrootingen van de dienstdoende schutterij, van het burgerweeshuis, het burgerlijk armbestuur, dienst 1894, met ontwerp besluit tot teekening van sub sidie aan laatstgenoemde instelling. 7. Gemeente-begrooting, dienst 1894, 8. Missive van de Kamer van Koop-, handel, inzake de ondersteuning van haar adres, ten aanzien der plaatsing van het Centraal-Spoorweg-station. 9. Benoeming van een heelmeester, bedoeld bij het raadsbesluit van 28 September 1893. 10. Ie Aanvullings-Kohier van den koofdelyken omslag, dienst 1893. tapijten en bloemen rijk versierde altaar. Met alle ceremoniën van het katholieke geloof werd nu, midden in het groen, ter aanschouwe van iedereen, een feestelijke biecht gehouden. Bij het luiden van het klokje, dat de syndicus aankondigt, wer pen zich honderden van bonte gestalten op de knieën; en met een bruisend geluid vereenigen zich nu alle stemmen der aandachtigen tot de heerlijke melodie: «Groote God, U loven wij, enz." Zich aan den indruk van dit levendig voorgaan te onttrekken, zou den onver schilligste nauwelijks mogelijk zijn. De geheele menigte schijnt in dit oogenblik slechts de gedachte aan een vriedeljjken God de goedheid te geven, en de heilige trots van de door schoonheid schitterende natuur rondom, moet zelfs een koud gemoed zacht stemmen. Nauwelijks echter is het laatste woord van den priester geuit, of zonder overgang wordt ook de vreugde dezer wereld gehul digd. De gemakkelijk beweegbare massaas stroomen uit elkaar, als eene processie gaat het terug over de kleine btug en haastig zoekt teder een plaatsje in den tuin of op het terras bemachtigen. Bij den ingang naar de enge keuken, die in de behouden ruimte van den burgt geves tigd is, wordt de eene storm na de andere op de kleine braadworsten gewaagd, die als officieel gerecht van den dag door den lastig gevallen restaurateur in steeds nieuwe hoeveelheden werden uitgereikt. Het bruine bier schuimt in de glazen, ewee muziekkorpsen laten hun muziek afwisselend hooren en een nationaal leven en een drukte ontvouwt zich in alle scha- neeringen. Overal weerklinkt gepraat en gelach, de glazen klinken, zelfs de disso- dant van eene schreeuwende kinderstem kie er tusschen klinkt, schijnt tot het geheel te behooren; terwijl de bewonde renswaardige maalijden een deel van de vroolijkheid uitmaken, wordt ook het dansen in de zaal, trots de voorjaarszon die er binnen schijnt, door de jonge burgermeisjes niet versmaad. Den vrienden was het geluk een goed plaatsje te vervoeren en met vermaak en menig aardige opmerking dwaalden ze rond. In den hoek van den muur, nabij de borstwering, zat een klein gezel schap dat zichtbaar tot den voornamen stand behoorde en voor den blik der beide jonge mannen een magneet was, die hen onbewust sti eds op nieuw aan trok. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 2