Door de leden werd dit voorstel met
ingenomenheid ontvangen en de gevraag
de machtiging verleend zoodat alsnu de
noodige stappen door het Bestuur zullen
worden gedaan. Wij twijfelen niet of
vele ingezetenen die met ons het groote
nut der school erkennen zullen bereid
gevonden worden om het Bestuur in
zijn pogen te steunen, zeker als wij zijn
dat voor alles wat nuttig is in Amers
foort op die steun kan gerekend worden.
Iets waaraan velen twijfelden of
wel ooit in de goede stad onzer inwo
ning zou gebeuren, is Zondag aldaar
geschied. Eene afdeeling van den sociaal-
democratischen bond is opgelicht. Niet
op initiatief van een der Amersfonrtsche
werklui, maar op dat van een drietal
Haarlemsche sprekers schreeuwers
zouden wij ze liever noemen die,
begaan, zooals ze verkondigden, met het
lot ook van den Amersfoortschen werk
man, herwaarts waren gekomen om in
dat lot verbetering te brengen zooals
ze zeiden maar eigenlijk om te be
ginnen met dien werkman te verar
men zooals ze deden door eene
collecte te houden, waaruit de reiskosten
van die wereld-hervormers moesten wor
den terugbetaald. Men was gekomen om
te trachten het lot van den werkman te
verbeteren. Men is vertrokken met de
zekerheid dat van enkelen te hebben ver
ergerd. Verergerd n.l. door van huisvaders
penningen als vergoeding van reisgeld te
ontvangen, die moeder de vrouw had
kunnen aanwenden om al was het
ook met eene kleinigheid manlief te
vergasten op blijde kindergezichten.
Dubbel verergeid door in enkele tezeer
voor die indrukken ontvankelijke gemoe
deren, het zaad der ontevredenheid met
kwistige hand te strooien of, waar onte
vredenheid en wangunst door ondervon
den uitmuntende bejegening waren tot
zwijgen gebracht, deze kwade hoedanig
heden weder in den man te verlevendigen,
die, Zondagmiddag thuiskomende, den
vrede die er heerschte, de woning uit
bande, om dien plaats te doen maken
voor verdriet van vrouw en kroost, die,
in de blijde verwachting van het genot
dat 's mans en vaders wederkomst hun
altijd bereid, vreeselijk werden teleurge
steld bij den aanblik van het gelaat, dat,
anders tevredenheid teekenende, thans
met een waas van verzet en misnoegen
als 't ware is overtrokken. Weten die
gelnkzoekers, welk een ougelukze
Zondag hebben gezaaid in den boezem
van tevreden burgers onzer goede veste?
Dal dan de gevolgen van hun twistzieke
taal over hunne hoofden komen 1
In het «Verkooplocaal" waren Zondag
ruim 200 werklieden vereenigd, om de
«oratiën" van de drie zich noemende
«wereld-hervormers" de Boer, Portugeis
en Klerk, van Haarlem, onder de bena
ming van vergoeding van reiskosten, te
ikoopen." Deze 200 hadden een uur ruim
op de «oratie" die hun was beloofd, ge
wacht. Men begon er reeds aan te wan
hopen, iels te hooren te krijgen, toen
onverwachts het edele, hier bovenge
noemde drietal binnentrad. Zeer hoffe
lijk begon een hunner excuses te maken
over de te late komst. «Neemt het ons,
zoo luidde het «niet kwalijk dat wij zoo
laat hier komen. Wij zijn werklui, en
dus niet zoo goed op de hoogte van de
spoorwegdienstregeling als groote heeren,
die dagelijks voor hun plezier reizen."
En die reden voor de te late komst
werd zonder eenig gemor, als de ware
oorzaak aangenomen. Maar ons, misschien
wat pessimistisch in dat opzicht, wilde
het voorkomen dat dit de ware reden
niet was, doch dat er een adder schuilde
onder het gras. Men was dunkt ons wel
zeker ervan, dat, eenige lieden aan de
uitnoodiging tot bijwoning der vergade
ring zouden gevolg geven. Doch, om tot
een totaal nuchtere vergadering te spre
ken, dat zou immers boter aan de galg
zijn gesmeerd. Tegenover het «verkoop-
locaal" is dat wisten de sprekers
een «verkooplocaal met vergunning" en
oogenblik onder den helderen sterrenhe
mel en zag naar de tegenover gelegen
donkere vensters op.
«Zij het dus Helena," ontsnapte, meer
gedacht dan gesproken, over zijn lippen.
«Of ik ooit vernemen zal Met snelle,
bijna hevige beweging trad de jonge arts
binnen, sloot de deur achter zich toe en
verdween in zyne kamer.
III.
Het is de eerste zondag in Mei. De zon
lacht stralende van den wolkenloozen
hemel, als wilde zij het voorjaarfeesl, dat
jaarlijks op dezen dag in Bamberg gevierd
wordt, begroeten. Als pelgrims op een
bedevaartstocht wandelen van 's morgens
af in scharen langs het pad, dut naar de
hoogte van Altenburg leidt, de dienstba
ren, wien het niet gelukt was den namid
dag te krijgen, reeds om vier uur vroeg,
om zich door den prachter een goed ont
bijt te laten bereiden en het eerste vroo-
lijke morgenconcert bij te wonen. Tegen
acht uur neemt de toestroomende menigte
reeds een beter gekozen karakter aan.
Zelfs de beaumonde, wiens jonger deel
namelijk, den dsg ter eere, heden onge
woon vroeg de legerstede verlaten had,
vermengd zich thans in de frissche
voorjaarstooi met de burgerlieden, want
dat zou in dat uur gedurende hetwelk
de sprekers op zich lieten wachten, wel
gelegenheid bieden oin eenige der gemoe
deren voor de taal die men wenschte te
spreken, ontvankelijk te maken. En dat
is ook gelukkig bij enkelen maar
het geval geweest. Want van de ruim
200, traden er slechts 15 als leden van
de sociaal-democratische afdeeling toe,
uit wie een bestuur werd verkozen, be
staande uit de timmerlieden Hendr. Diters,
N. H. Van den Heuvel en Van der Veer.
Dat was de uitwerking van de heftige
taal van de Boer c. s. en van den
Worde dit vijftiental hunne zwakheid
om aan het zoet gefluit van den voge
laar toetegeven nimmer ten kwade ge
duid: dat is onze hartelijke wensch.
Maar, waar de Haarlemsche sprekers
uitnoodigden tol aaneensluiting om te
komen (.desnoods, door geweld?) tot
een maximum werkdag van 8 uren,
met een minimum-loon van 25 cents
per uur, en al hun best deden om
den knecht tegen de meergegoeden op-
tezetten, daar scheen ons het zeer ver
standig toe van de groote meerderheid
der vergaderden om zich te scharen aan
de zijde van onzen stadgenoot, den mr.
metselaar L. van Achterbergh, die ver
klaarde dat ook hij gaarne wilde mede
werken tot verbetering, zoo mogelijk,
van het lot des werkmans, maar riet
door den voorgespiegelden weg inteslaan,
doch door het vormen van eene werk-
lieden-vereeniging, die op de grondslagen
van den «Oidebond" zich ten doel stelde
door contributie elkander te steunen wan
neer de omstandigheden die noodzakelijk
maakten, en, zoo mogelijk, naast dat
ondersteuningsfonds een pensioenfonds
opterichten. En de mogelijkheid daar
van stond bij Spr. vast, nu hij, onder
zijn eigen knechts, een ondersteunings
fonds, op kleine schaal natuurlyk, had
opgericht en dit gedurende vier jaren
geadministreerd, met het gevolg dat uit
contributie ad 2 cents per hoofd en per
week, enkelen, die zulks noodig hadden,
konder. worden ondersteund, terwijl bij
het eindigen van het winter-seizoen nog
46% van de inlagen kon worden ver
deeld. Spr. deelde dan ook mede, dat
op zijn initiatief Zaterdagavond eene
werklieden-vereeniging zich met boven
omschreven doel had geconstitueerd, aan
vankelijk 20 leden tellende, die, even na
de samenstelling voor een kranken mak
ker de som van f 9 ter ondersteuning
bijeenbrachten. Waarlijk toch vrij wat
edeler daad dan er voor te leven om
elkander het hoofd warm te maken en
het gemoed te verbitteren!
Maar die gezonde taal vermocht de «lei-
ders" der vergadering, wier bezoekers zij
willens of onwillens in het Mijden" tracht
ten te brengen, niet te overtuigen van
hunne onbezonnenheid, om begeerten op-
tewekken die niet voor verwezenlijking
vatbaar zijn.
Of de heer Van Achterbergh al wees
op het groot verschil tusschen den localen
toestand te Amsterdam, Haarlem, enz., en
in die Amersfoort aangetroffen wordende;
of hij al wees op de omstandigheid dat
de Amersfoortsche werkman, doordien
hij een stuk grond bebouwt, vrij alge
meen bij hel einde van hel werk-seizoen
de winterprovisie in den kelder heeft,
terwijl de Amsterdammer en Haarlemmer
dan zonder voorraad den winter ingaat,
niets kon de leiders van hun lievelings
denkbeeld om een maximum-werkdag
met een minimum-loon ook hier ter stede
intevoeren afbrengen. Integendeel, daar
aan hielden ze vast en wisten niet beter
te doen dan den heer Van Achterbergh,
omdat hij zeide werkbaas te zijn, niet
alleen aantezien voor een «uitzuiger der
knechts," maar hem ook alszoodanig te
kwalificeeren.
Maar genoeg. Laten wij zien welke
vereeniging het zal winnen: de sociaal
democratische, die hulp van anderen wil
in den vorm van exhorbitant hoog loon
en korten werkdag, of de ordelievende,
die werken willende voor een behoorlyk
loon en ter bekoming en behouding van
om negen uur zou daar boven de gods
dienst in de vrije lucht beginnen, een
voorjaarsfeest, als een aandachtig en
voor de poezie der natuur ontvankelijk
hurt haar niet schooner wenschen kan.
Weidia, na acht uur, trommelden de vin
gers van den assessor op de ruiten van
den vriend, die de eerste morgenrondte
reeds gedaan en zich voor een paar uur
bevrijd had. Met pleizier wandelden beide
jonge mannen in den hemelblauwen,
zonnigen morgen, door de oude, karak-
terestieke stad naar de enge bergpaden,
welke zij, langzaam naar boven gaande,
langs stapten, dikwijls genoeg door de
bekooi lijkbeid van het landshap geboeid,
dat hun bjj menige wending toelachte,
als het afgezonderde vers van een piach-
tig gedicht.
Nadat het laatste tamelijk steile ge
deelte van den berg overwonnen en een
door boomen bezet plateau bereikt was,
boeide de volle pracht van het uitzicht
inderdaad van top tot teen, hoe dikwijls
men het ook reeds gezien had. Eene
wijde, lachende vlakte strekte zich daar
in allerlei vormen van een rijk gebouwd
land uit en vormt in haar zachte kleuren
voor een stad eene ongerijmdheid, wier
aanblik des te schilderachtiger wordt,
wanneer haar kerken en voornaamste
gebouwen hoog gelegen zjjn. De rijke
een menschwaardig bestaan in den goeden
zin van het woord, ook nog gelegenheid
denkt te vinden om hare leden, in bui
tengewone omstandigheden te steunen
en ook daardoor elkanders geluk te be
vorderen. Wij behoeven niet te zeggen,
dat laatstbedoelde onze symphatie bezit,
en dat ze op ondersleuning voorzoover
die binnen ons bereik ligt, mag rekenen.
Paardenmarkt, Ossenmarkt en Kermis.
De 8t.Gallenpaar«leiunarkt bracht
Dinsdag heel wat drukte en beweeglijk
heid in de stad. We waren eerst geneigd
te gelooven, dat de ze markt voor twee
moest gelden, omdat hij verleden jaar
evenmin gehouden is als de kerinlH.
Maar dat denkbeeld lieten wij weer even
ras varen als het bij ons was opgekomen,
toen wij eenerzijds het betreurden dat
de Osaeuuiarkt, die Woensdag weder
in naam, in ofjiciéelen naam wordt ge
houden zonder os (God gave dat ossen
nergens wareD te vinden) en het dus
blijkt dat schorsing van eene markt niet
altijd tengevolge heeft dat die welke een
jaar daarna wordt gehouden dubbel druk
wordt bezocht, en wjj anderzijds bedach
ten dat de jaarmarkt of kermis in dat
voorrecht thans wel eens zou kunnen
deelen. Gebeurt het laatste toch dachten
wjj, dan zullen de pleinen waar de kermis
wordt gehouden, te klein zijn om de
dubbele massa menschen te bergen, die
er zich jaarlijks, op enkele dagen, vooral
tegen het «aangaan" der spellen ver
dringt. Dat schrikbeeld wilden we weèr
loslaten, toen aan het einde onzer over
peinzingen, die, we stemmen het gaarne
toe, het publiek belang even ongemoeid
laten als het publiek belang onze over
peinzingen toen, aan het einde van
onze overpeinzingen zeggen we, de toe
komstige, binnen enkele dagen voor een
ieder te aanschouwen werkelijkheid zich
aan ons met kracht opdrong. Een schrik
beeld noemden we het dat zich aan ons
opdrong. En, waarlijk, ieder die, onbe
vooroordeeld, de drukte heeft aanschouwd,
die sinds jaren de kermis verwekte, die
zal zich een denkbeeld kunnen vormen
van hetgeen thans te aanschouwen zal
zijn op hel kermisplein «de Hof." De
boeren zijn in getalsterkte vooruitgegaan,
evenals de buigeilui. Maar met al de
kracht die in beide categoriën is, hebben
ze te zamen geene uitbreiding kunnen
verkrijgen als de militaire bevolking, die
in een jaar of drie, met de alvermogende
medewerking van regeering en vertegen
woordiging, zich vervijfdubbeld heeft.
Wanneer we nu nagaan dat zoowel
den boeren en burgers als de militairen
de lust bezield, om eens een kijkje te
Demen, dan, dunkt ons, dat we niet over
drijven door te voorstellen dat meer dan
eens de kermispleinen onbegaanbaar of
lieverondoorwaarbaar zullen zijn
voor hen die het voornemen hebben ze
te bewandelen zonder ze te betreden.
Want waagt men zich eenmaal in dat
gewoel, dan komt men, zij het soms ook
«hortend en stootend" er wel door. De
menigte toch is wel compact, doch als
ieder maar rt kening houdt met het aan
deel dat hij persoonlijk in die compacte
menigte heeft, dan zijn de mazen wel
zoo wijd steeds geopend, dat men er
door kon zeilen, hetzij naar het een of
ander «spel," naar een «poffertjeskraam"
of «wafelkraam" of en hierbij hebben
wij meer speciaal de jongelui op hel
oog naar een «Tire de Salon" of
tewel minder hoogdravend «schiettent"
genaamd. Dat alles: «spel," «poffertjes"
«wafelkraam" en «schiettent" zal er zijn.
En in de eerstgenoemde categorie zal
men zeker onderscheidene soorten aan
treffen. Er zullen, naar mij vernemen,
«komen" een schouwburgtent waarin
liefhebbers van bet tooneel zich koste
lijk zullen kunnen vermaken; een «hyppo-
dröme" waarin levende «volbloedpaar
den zich zullen belasten om «oud en
jong, arm en rijk," mits maar rijlustig,
op hun respectieve ruggen, op den maat
der muziek, eenige minuten door eene
manége «rond te rijden," om bij het
vlakte door acht opstijgende bei gen
amphitheatersch begrensd, door de leven
dige rivier versierd, wordt door een dicht
pijnboomwoud des te effectvoller bescha
duwd, in een den top nabij gelegen meer,
als een dauwdroppel op een blad, dat
midden in het woud de witte muren van
het schoone, met vier poorten getooide
slotje schitterend doet uitkomen. Menige
bergkapel geeft, van de hoogte af gezien,
het landschap een eigenaardig vooi komen,
terwijl de deuren der tallooze kerken,
vooral die van den schoonen byzantijnshen
vorm, een hooggelegen kloostergebouw,
een uiteenloopend residentieslot, den hier
bekend zijnden blik gemakkelijk verraden,
dat hij in de stad zelf een bisschopszetel
voor zich ziet liggen. Wel vijftig dorpjes
zijn er rondom verstrooid, menige burgt
beschermde of bedreigde het vlakke land,
toen hare thans verbrokkelde muren zich
nog trotsch verhieven. De grootsche puin-
hoopen van de vesting Griek schijnen het
pendant van het statige burgslot Bank,
een vroeger klooster, te vormen, dat thans
helder door de morgenzon beschenen
werd; dezefde zon danst spelend en hup
pelend op de Regnits en schijnt haar tot
hare verbinding met den Main, die blauw
opschijnt, den zegen te geven.
De vrienden stapten verder, naar den
Altenburg, waar zich aan de met jonge
eindigen der muziek andere «liefhebbers"
in de gelegenheil te stellen, de plaats
van hun vooi gangers weder iritenemen,
en op de eerste toon aan de luit ontlokt,
deze op hun beurt het aangename van
een rijles te doen ondervinden. Evenals
op andere plaatsen dit het geval was,
zal ook hier de plaatsruimte om de ma
nége zeker door tal van liefhebbers om
«ooggetuige" van het gunst van vele
natuuigenoten te zijn, worden ingenomen.
Van hel genot om op een «heuscli"
paard te zitten en te rijden, doen de
liefhebbers vervolgens afstand, om in
«Lucht- en Zeevermaak" op een houten
paard te «stijgeren," en en passant rond
te draaien. En zij die geen paard in
«Lucht- en Zeevermaak" kunnen ver
overen, stellen zich dan tevreden inet in
een «stoomboot" plaats te nemen, of bij
eventueel plaatsgebrek zich neder te
zetten in een «zeilschip" of «luchtballon,"
soms zeer vertrouwelijk naast en als
het moet op de schoot vaneene jonge,
kuische boerenmaagd, die, door haar
«vrijer" geen oogenblik met rust gelaten,
het bijzijn van den «varens- of rijzens-
gezel" innerljjk, onhoorbaar dus, «ver-
vleukt." Een groote «belangstellende"
menigte vermaakt zich in het beschou
wen van zooveel pret en jool, en de
heer Tewe maakt ieder jaar hier goede
zaken. Nu, evengoed als ieder ander,
gunnen wij hem van harte het colossaal
bezoek dal zijne nette inrichting ont
vangt Wanneer men dan heeft «gereden,"
«gestijgerd" «gevaren" en «gerezen" en
daardoor wat moede is geworden, dan
wil men wel eens gaarne eenigen rust
genieten en eenige ververschinger. ge
bruiken in de poffertjes-kramen van ouze
oude bekenden Dekkers en Wagendrever
of in de wafelkraam die thans door den
opvolger van onzen stadgenoot Bouw-
kamp wordt geëxploiteerd. Is het rust-
uurtje verstreken, dan wil men wel eens
gezamenlijk «ronddolen," en om dat te
doen, wordt thans eene schoone gelegen
heid geboden. Niet langs de straat
of wat erger is langs de plant
soenen behoeft men te «dolen," neen:
binnen de wanden van een nette tent
kan men zijn «doollust" bot vieren; en
bij het genot van te weten dit te kunnen
doen, en te doen, nog dit smaken, van
zeker te zijn weder uit den «doolhof" te
komen en te gaan staan of zitten waar
men verder wil. En hij wien het niet
lust van dat genot te profiteeren, woiden
andere gelegenheden tot vermaak aan
geboden.
Het theatre van «professeur Alber"
komt ookl Van hetgeen daar te zien
wordt gegeven kent ieder onzer «staaltjes,"
die niet uit het geheugen gaan. Zoo van
ééne inrichting, dan zeker van deze kan
worden getuigd dat ze in Amersfoort en
omstreken «populair" is. Evenals op an
dere inrichtingen komen we in het begin
der volgende week nog op deze terug en
hopen dan het publiek eenigszin als gids
te kunnen dienen bij de aanwijzing der
inrichtingen, die om de een of andere
reden een bezoek verdienen. Maar, voor
wij onze beschouwing sluiten, dient ook
nu reeds gezegd, dat zeer zeker genoeg
lijke avonden zullen kunnen worden door
gebracht in de inrichtingen van den heer
Smolders, ondernemer van het café «Place
Royal," en in café «Suisse" van den neer
Wery, op den Hof, weswege wij naar
de nevensstaande advertentiën verwijzen,
en waaruit blijkt welk een verscheiden
heid van genot ook daar kan worden
gesmaakt.
Doch wij begonnen ons epistel met de
paardenmarkt, en we lieten ons al dadelijk
zóó afleiden, dat we er niets anders van
verhaalden dan dat ze is gehouden. En
daarmede kunnen we niet volstaan. Want
al rekenden wij dat we met bloote ver
melding dat ze gehouden is, er ons kon
den afmaken, anderen zouden ons dil
soms euvel duiden. En niet zonder grond.
De paardenmarkt toch was ditmaal zeer
levendig. Er werd zeer veel handel ge
dreven, vooral in anderhalfjarige paarden,
waarvan er velen door Duitsche koop
zoden bedekte borstwering, die de slot
gracht afpaalt, eene dwarrelende menigte
in groepen bewoog. Want hier was hel
punt, van waar men den aanvang van het
feest zich het best liet genieten. Bood
een allegro van het frissche leven aan,
zoo geleek het tooneel, waartegen zij zagen
op het adagio van eene liefelijke Zoylle.
Op de weiden aan den anderen kant van
de gracht staat een eenvoudig, uit wit
zandsteen gehouwen altaar, drie crusifi-
xen, die Christus in meer dan levensgrootte
dragen, verheffen zich er achter en komen
eenvoudig maar effectvol uit den achter
grond eene groep oude te voorschijn.
Weiden en boomen vullen in alle schake
ringen van het voorjaarsgroen het berg
pad, die van daar tot aan de vlakte loopt,
en, als een ei in het nest, ligt diep be
neden in het dal geheel eenzaam het dorpje
Wildenzorg.
Steeds nieuwe groepen stroomen, daar
het binnen weinige minuten negen uur
was, over de houten brug, die van de
slotpoort naar de gracht leidt, in de on-
middeljjke nabijheid van het altaar, en
zoowel aan dezen als aan den anderen
kant van de gracht, tot diep in het groene
dal, was weldra ieder plaatsje bezet, Het
klokje van den koster weerklonk, en uit
de schaduw der boomen trad de priester
met zijn koorknapen naar het thans met
lieden werden gekocht. Voor paarden
besteedde men f40 a 1400; vooi ve dens
f 60 a 1120 en voor hitten f 40 a f 130
225 panden, 90 veulens en 15 hitten
waren ter markt gebracht. Wat kalme
mededeeling aan het einde van deze be
schouwing, die voorafgaat aan eene
drukke week. Laat ons hopen, dat het
overzicht, dat we van de kermisdrukte
ons voorstellen te geven, geheel en al
van eenzelfde kalm verloop mag getuigen I
En dat kan als, zoo al niet ieder, dan
toch de groote menigte maar bedenkt,
dat ook de limieten zijn gelrokken binnen
welke men genot mag en ook alleen
«kan" smaken.
Door het kiescollege der her
vormde gemeente zijn tot candidaten
voor het college van notabelen gesteld
de heeren J. H. Boks en C. Maas,
aftredende leden, zoomede dr. H. J.
Rynders, I. ter Schuur en F. Wesseling.
Onze stadgenoot de heer S. R.
Nijenhuis is met ingang van 1 November
benoemd tot rijks-klerk bij de directe
belastingen.
De Raad der gemeente Amersfoort
zal op Woensdag, den 25. October j893,
des namiddags ten een uur vergaderen
ter behandeling van de navolgende
punten.
1. Voorstel tot het aanschaffen van
een microscoop, ten dienste der keuring
van vee en vleesch.
2. Rekest van den directeur der ge
meente-reiniging, J. B. Jorissen, om ver
hooging zijner jaarwedde.
3. Rekest van den keurmeester der
visch, L. Kames, om verhooging zijner
jaarwedde.
4. Advies van Burg. en Weth. op
het verzoek van den dirigeerend Officier
van gezondheid, Chef van den militairen
geneeskundigen dienst, om verbetering
der bestrating van den weg van de
Steenebrug naar den Hoevelaker straat
weg.
5. Rekest van de muziekvereeniging
„Caecilia" om subsidie.
6. Begrootingen van de dienstdoende
schutterij, van het burgerweeshuis, het
burgerlijk armbestuur, dienst 1894, met
ontwerp besluit tot teekening van sub
sidie aan laatstgenoemde instelling.
7. Gemeente-begrooting, dienst 1894,
8. Missive van de Kamer van Koop-,
handel, inzake de ondersteuning van
haar adres, ten aanzien der plaatsing
van het Centraal-Spoorweg-station.
9. Benoeming van een heelmeester,
bedoeld bij het raadsbesluit van 28
September 1893.
10. Ie Aanvullings-Kohier van den
koofdelyken omslag, dienst 1893.
tapijten en bloemen rijk versierde altaar.
Met alle ceremoniën van het katholieke
geloof werd nu, midden in het groen, ter
aanschouwe van iedereen, een feestelijke
biecht gehouden. Bij het luiden van het
klokje, dat de syndicus aankondigt, wer
pen zich honderden van bonte gestalten
op de knieën; en met een bruisend
geluid vereenigen zich nu alle stemmen
der aandachtigen tot de heerlijke melodie:
«Groote God, U loven wij, enz."
Zich aan den indruk van dit levendig
voorgaan te onttrekken, zou den onver
schilligste nauwelijks mogelijk zijn. De
geheele menigte schijnt in dit oogenblik
slechts de gedachte aan een vriedeljjken
God de goedheid te geven, en de heilige
trots van de door schoonheid schitterende
natuur rondom, moet zelfs een koud
gemoed zacht stemmen.
Nauwelijks echter is het laatste woord
van den priester geuit, of zonder overgang
wordt ook de vreugde dezer wereld gehul
digd. De gemakkelijk beweegbare massaas
stroomen uit elkaar, als eene processie
gaat het terug over de kleine btug en
haastig zoekt teder een plaatsje in den
tuin of op het terras bemachtigen. Bij
den ingang naar de enge keuken, die in
de behouden ruimte van den burgt geves
tigd is, wordt de eene storm na de andere
op de kleine braadworsten gewaagd, die
als officieel gerecht van den dag door
den lastig gevallen restaurateur in steeds
nieuwe hoeveelheden werden uitgereikt.
Het bruine bier schuimt in de glazen,
ewee muziekkorpsen laten hun muziek
afwisselend hooren en een nationaal leven
en een drukte ontvouwt zich in alle scha-
neeringen. Overal weerklinkt gepraat en
gelach, de glazen klinken, zelfs de disso-
dant van eene schreeuwende kinderstem
kie er tusschen klinkt, schijnt tot het
geheel te behooren; terwijl de bewonde
renswaardige maalijden een deel van de
vroolijkheid uitmaken, wordt ook het
dansen in de zaal, trots de voorjaarszon
die er binnen schijnt, door de jonge
burgermeisjes niet versmaad.
Den vrienden was het geluk een goed
plaatsje te vervoeren en met vermaak
en menig aardige opmerking dwaalden
ze rond. In den hoek van den muur,
nabij de borstwering, zat een klein gezel
schap dat zichtbaar tot den voornamen
stand behoorde en voor den blik der
beide jonge mannen een magneet was,
die hen onbewust sti eds op nieuw aan
trok.
Wordt vervolgd.)