Ingezonden. Op den roes, waarin de 200.000 trekkers in de landstreek der Tschero- keezen verkeerden in hun jacht op bezit van het prijsgegeven regeenngsland, is snel de ontnuchtering gevolgd. Er waren slechts ongeveer 37.000, die land konden bemachtigen, zoodat ongeveer de helft der indringers (met inbegrip van familie leden) konden worden bevredigd, waar tegenover staat dat de tallooze stukken land in de verschillende stadsdeeleu hunne bezitters niet van voedsel kunnen voorzien. Bovendien blijkt ruim de helft van het akkerland zoo dor en onbebouw- baar te zijn, dat zelfs een groot deel van hen, die land hebben kunnen be- meesteren, op een onaangename manier van hunne ïllusieën beroofd zyn. Het beloofde land heeft zijn beloften niet gehouden. Kan misschien eerst na geruimen tyd zjjn vruchtbaarheid blijken te bestaan, op het oogenblik is „Tscherokezen Strip" nog de treurigste landstreek, die men zich kan voorstellen. De onmatige hitte, die reeds bijna 2 maanden onafgebroken aanhoudt, heeft den bodem dor gemaakt en de meeste der vroeger niet al te rjjke bronnen doen verdrogen. Alle levensmiddelen moet men zich uit de naburige staten verschaffen en op sommige plaatsen is er zoo weinig voor handen, dat een gewoon brood/X.20 en een pond ham J 2.40 kost. Reeds een dag na het trekken namen duizenden den terugtocht aan. Arkansas City was spoedig de verzamelplaats eener groote menigte, die gelukkig was het beloofde land weder achter zich te hebben. De dokters hebben de handen vol met het verplegen van honderde gewonden, die in net gedrang armen of beenen gebro ken of ander zwaar letsel geleden heb ben. Alle, waaronder talrijke extra- treinen, zijn met terugkeerende trekkers gevuld. Een niet al te bemiddelde nederzetting uit Illinois, te voet in den Strip doorgedrongen, was te laat geko men, had geen enkel goed stuk land meer vry gevonden en keerde in den treurigsten toestand naar Kansas City terug. In Greenwich heerscht in de laat ste dagen een zonderlinge ziekte, welke genoemd wordt de Greenwich-epidemie." Verschillende doctoren hebben deze ziekte onderzocht, doch niemand heeft kunnen ontdekken wat het is. Wel heeft het bactereologisch onderzoek eenige gelijkenis met cholera doen vermoeden, doch een juiste oplossing heeft men nog niet gekregen. De ziekte is uitgebroken in het werk huis te Greenwich. Den eersten dag telde men reeds 150 lijders en dagelijks vermeerderde het aantal. Eergister telde men nag acht nieuwe gevallen, doch het aantal sterfgevallen is gering. Ook het rapport, uitgebracht door het Local Go vernment Board, zegt, dat in geen enkel geval bewezen is, dat er cholera aan wezig was. De laatste gevallen zyn van zeer lichten aard. Men heeft onderzocht of misschien ook iemand in de inrichting toegelaten was, die op een besmette plaats ver toefd had, doch dit bleek niet het geval te zyn. Enkele bewoners van het armen huis hadden hunne vrienden in de buurt bezochtby deze laatsten zyn nu goot- steenen en privaten ontsmet. Voor zoo ver den geneesheeren bekend was, had de epidemie zich niet uitgebreid in de nabuurschap. Het aantal gevallen is echter zeer groot. Wanneer het Amerikaansche stoom schip New-York een enkelen dag met volle kracht stoomt, dan verbrandt het meer steenkolen dan in een huisgezin dat 10 ton per winter gebruikt, in 33 jaar wordt verstookt. Te Utrecht is door de politie ge arresteerd een naaister, die ten nadeele van een dame, by wie zij had gewerkt, met valsche sleutels een belangrijke som aan bank- en muntpapier uit verschil lende kasten moet hebben ontvreemd. By hare aanhouding werd nog een be drag van f 145, daarvan afkomstig, op haar bevonden. Het officierscorps van een klein garnizoenstadje kreeg twist met den eenigen restauratiehouder, welken het stadje bezat. De restauratiehouder wei gerde daarom, de officieren langer by zich aan tafel te hebben. Het gevolg daarvan is, zooals een bericht luidt in de courant welke dat garnizoenstadje bezit, „dat de officieren zich thans door de vrouw van den cantine-baas moeten laten koken." Uit Jackson (Michigan) in Noord- Amerika wordt weer, dd. 13 October, bericht van een groot spoorweg-ongeluk. Twee treinen met pleizierreizigers stieten op elkander en werden verbrijzeld. De eene trein stond aan het station, terwijl de andere, van welken de machinist het bestuur had verloren, met een snelheid van 40 mijlen in het uur kwam aan snellen, en van den eersten alle wagons naar de beide kanten van den weg slin gerde. Negen wagens werden geheel verbrijzeld, de locomotief sprong in stuk ben. Zooals gezegd is voerden de treinen honderden pleizierreizigers mede en het is te verwonderen, dat hel verlies aan meiischenlevens niet grooter is geweest 18 personen werden terstond gedood en 34 gewond, waaronder velen levensge vaarlijk. hen Nederlunder, sedert geruimen tijd gevestigd in Engeland, bezit op zijn landgoed dat in het zuiden van dat land en verscheidene uren sporens van Londe gelegen is, eenen Irish terrier, die zich zeer aan hem gehecht heeft. Vooreenigen tijd in zijne woning te Londen terugge keerd, vernam hij op eenen ochtend een hevig geblaf voor het huis en onze land genoot vond toen zijn trouwen hond in deerniswaardigen toestand daar buiten staan. Het geval helderde zich op, toen een paar dagen later een ambtenaar der spoorwegmaatschappij een plaatskaartj le klasse kwam reclameeren en op de vraag van onzen landgenoot waarvoor dit diende, antwoordde, dat de hond op den bewusten dag in een coupé le klasse plaats had genomen en daaruit niet te verwijderen was geweest. Daar het ge oorloofd is in Engeland met honden te reizen en men den hond herkende, die steeds zijn meester naar den trein had gebracht, liet men hem in den coupé verblijven. Te Londen gekomen, had het dier, dat nooit naar Londen was meege nomen, het huis van zijnen meester weten te vinden, ofschoon het een uur rijdens van het station verwijderd is. Het zal Zondag a. s. vijftig jaren ge leden zijn dat koning Albert van Saksen bij het leger werd ingedeeld. Bij die ge legenheid zal keizer Wilhelm den konink lijken jubilaris, die in 1866 tot de vijanden van Pruisen behoorde, persoonlijk gaan gelukwenschen. De keizer zal vergezeld zijn van den jongstan luitenant van hel Saksische leger, den Duitschen kroonprins, die elf jaar oud is. Tal van Duitsche vorsten en een vertegenwoordiger van keizer Franz Jozeph van Oostenrijk zullen eveneens bij den koning hun opwachting maken. Men weet dat de koning van Saksen een der beste bevelhebbers uit het Duit sche leger is. In tijd van oorlog zal hem een gewichtige taak worden opgedragen in een veldtocht tegen Rusland voert hy het bevel over een gemengd Duitsch-Oos- tenrijksch leger. De rest van het Oosten- rijksche leger staat onder bevel van aarts hertog Albert, den overwinnaar van Custozza. Dat juist thans, bij de feesten ter eere der Russiche gasten in Frankrijk aan den feestdag van koning Albert zooveel be- teekenis gehecht wordt, acht het Journal de Bruxelles niet zonder belang. Een Hollandsche held van tien jaar. Onder dit opschrift deelen de Engel- sche bladen het volgende heldenfeit mede van den kleinzoon van een sold Dutchman," een Zuid-Afrikaner van Hollandsche af komst, die zyn grond in de Kaapkolonie verkocht en zich in Mashonaland geves tigd had. Onlangs vond een arbeider van den Hollander een der ossen dood, terwijl het een of andere wilde dier een gedeelte van het vleesch verslonden had. Toen hij zijn baas dit bericht bracht, wilde deze het verhaal niet gelooven hij nam zijn geweer en begaf zich met zijn kleinzoon naar de weide, waar hij zag, dat het verhaal waar heid bevatte. Dadelijk zocht hij naar een spoor van het wilde dier; hij kon echter niets vinden, totdat zijn kleinzoon opmerk te, dat de «schelm" wel achter gindschen mierenhoop kon verborgen zijn. Achter de mierenhoop bevond zich een boschje. Terwjjl de oude man zich omwendde om de takken der boomen uiteen te buigen, besprong hem een prachtige leeuwin van achteren. Hij viel, de leeuwin sloeg hare tanden in zyn linkerschouder. Het geweer van den man lag dwars onder zijn lichaam, En wat deed nu de kleinzoon? Hij liep niet weg en begon nog veel minder te schreeuwen. Het tienjarig kind wierp zich op den grond, schoof op den buik zoover naar het lichaam van zijn groot vader, totdat hij het geweer kon grijpen, trok dit naar zich toe, stond op, zag de lading na, legde aan, mikte bedaard en drukte los. Hy trof het dier in de zijde, de leeuwin stond half ophaar wild gebrul maakte den knaap zenuwachtig. Toch laadde hij het geweer zorgvuldig na een paar stappen achterwaarts gedaan te hebben; hij schoot opnieuw en had het geluk het dier in het hart te treffen. Inboorlingen, die op het geluid der scho ten kwamen toesnellen, brachten den zwaar gewonden man naar het tijdelyk hospitaal, waar deze de gebeurtenis ver haalde aan een oppasser, die voor de waarheid van het feit instaat. Een hevige brand brak in den nacht van Zondag op Maandag te Saint- Denis uit in de uitgestrekte werkplaatsen de «Compagnie générale de construction." Deze fabriék, die met hare werkplaatsen een oppervlakte van verscheidene hectaren bedekt, is geheel vernield. Tegen half één ontdekte een nacht wakker, dat er vlammetjes langs het dak de verversweikplaats speelden. Hij luidde onmiddelijk de alarmklok, doch nog vóór de brandweer van de fabriek op de plaats aanwezig was, sloegen de vlammen reeds van alle kanten uit het gebouw. Het vuur weid krachtig gevoed door de groote hoeveelheden terpentijn en vernis, die i de weikplaatsen aanwezig waren, en breidde zich met zulk een snelheid ui dat de vier compagnieën van de brand weer, die onmiddelijk uil Saint-Denis waren ontboden, onmachtig bleken den brand te overmeesteren. Spoedig werd het hoofdgebouw aange tast en stond de montage-werkplaats in brand deze werkplaats bestaat uit ee reusachtige hal van 150 meters lengte 35 meters breedte en 25 meters hoogte daar waren 60 bijra afgewerkte spoor weg-waggons geborgen, waaronder 30 «sleeping-cars" en restauratiewagens. De brandweer uit Parijs was intusschen aangekomen; de stoompompen van de Rue Marc en de Rue Chat- au Landon namen weldra aan het blusschingswetli deel. Dit moest zich echter bepalen tot een beperking van het vuur, zooveel dit mogelijk was, en tot het blusschen van kleinere branden, die op andere plaatsen ontstonden tengevolge van neervallend brandende stukken hout en vonken. Ten 5 ure in den ochtend was de brand nog niet bedwongen; een ingenieur der Maatschappij verklaarde, dat de toen reed geleden verliezen op 3 millioen francs waren te schatten. Persoonlijke onge lukken kwamen niet voor. Te Parijs op de groote boulevards was de vuurgloed door den brand veroorzaakt zoo sterk dat men aan een brand van de stellingen om de kerk van het Heilige Hart op Montmartre of van de groote rijtuigenbergplaats op de Boulevard de Clichy dacht. Eene brutale juweelen-diefstal heeft voor een paar dagen te Antwerpen plaats gehad. Zaterdagavond traden een paar elegant gekleede heeren een juweliers winkel op de Schoenmarkt binnen en zeiden, dat zij eenige sieraden wilden koopen. Terwijl de vrouw van den ju weiier, die alleen thuis was, de aange wezen voorwerpen uit de winkelkast haalde, grepen zij eene groote hoeveel heid ringen en armbanden, ter waarde van ongeveer 40.000 francs en wilden daarmade ili- winkel uit. Zoodra de vrouw zag wat er gebeuid was, waatschuwde zij de politie; zij wist te verteller, dat de heeren waarschijnlijk Engelschen waren tenminste naar hun uitspraak te oordee- len. Dit bracht de politie op het denkbeeld de stations en spoorwegcoupé 's te doen bewaken, en denzelfden avond werden de beide heeren gevonden in den trein van Brussel naar Calais, waar zij in een coupé eerste klasse hadden plaats genomen. Zij werden gearresteerd en naar het poli tiebureau gebracht, waar bijna alle ge stolen voorwerpen bij hen gevonden werden. Een van de beide gauwdieven bleek eene oude bekende te zijn, Walter Frank lin, een gevaarlyke internationale bandiet. De Brusselsche politie zocht hem reeds geruimen tijd, daar hij wegens deelname aan een diefstal van diamanten werd ver dacht. Prins Hendrik van Pruisen, de broeder van den Duitschen keizer, bevond zich onlangs met zjjn hofmaarschalk op jacht in de nabijheid van een dorpje bij Kiel. Bij het afzoeken van een stuk land verscheen plotseling de boer en verbood den heeren het loopen op zijn land. Na lang over- en weerpraten bracht de prins den ouden man eindelijk tot bedaren en nam hem mede naar een in de nabijheid gelegen koffiehuis, om hem een glas bier aan te bieden. Toen de boer gedronken had, vroeg hij den prins «Nou, zeg nou ereis wie ben je nou eigenlijk?" «Ik,antwoordde de prirs, «ik ben prins Hendrik en deze is mijn hofmaarschalk." «Wat," zeide de boer, «prins Hendrik? Nou, dan geef ik er ook nog eentje," en hij tracteerde den prins. Bij een tochtje in de omgeving van Kiel nam prins Hendrik met zijn metgezel de koffie in een dorpsherberg. Kort nadat zij weer vertrokken waren kwam een boerenvrouw in diezelfde herberg en zei tot de waardin: «Weet je wel wie die heeren waren?" «Neen!" zeide de waardin «wie dan?" «Wel, prins Hendrik met zijn adjudantI" «Wat?" riep de waardin uit. «Had ik dat maar geweten, dan had ik twee Mark voor de koffie gevraagd!" LEGER DES HEILS. In zake: HET „VERBORGEN" MEISJE. Geachte Redactie I In verband met de twee brieven om trent bovengenoemde zaak, voorkomende in het N. v. d. D. van 29 September en de Kamper Courant van 12 October, welke hierna door verschillende nieuws bladen zijn overgenomen, wensch ik nadrukkelijk te verklaren, dat deze aan tijgingen tegen mij als Leider van het Leger des Heils in Nederland, n. I. dat ik zou aansprakelijkzijn v voor de verdwijning der minderjarige," en sdat ik een leugenaar in publieke ge schriften zou zijn," niet slechts valsch maar, ook laslerijk en strafbaar zijn. Gij zult het mij niet ten kwade duiden dat ik deze beschuldigingen eenigszins wijdloopig beantwoord. Sedert het verschijnen van de boven vermelde blieven, heb ik een onderzoek ingesteld naar de omstandigheden en kan nu de volgende bijzonderheden daarom trent mededeelen. Ten eerste wensch ik de aandacht er op le vestigen, dat de lange brief voor komende in de Kampei Cour. van 12 Oct. en waarvan somnngu nieuwsbladen gemeld hebben, dat die door de familie geschreven is, in werkelijkheid slechts afkomstig is van de drie zonen van wed M., waarvan twee minderjarig zijn, ter wijl de meerderjarige en een minderja rige de eenige leden der familie zijn, die bij de moeder in huis zijn. Nu zegt de meerderjarige zuster J. M (zieken-verpleegster), in haar ingezonden stuk in het N. v. d. D. van 7 Oct., dat haar minderjarige zuster van huis gevlucht is, omdat zij syedurende geruimen tijd thuis werd mishandeld, een feit, waar mede de Kamper politie bekend is: Zij is dus niet gevlucht om zich aan te sluiten bij het Leger des Heils, waar van zij geen lid is, noch ooit was. maar eenvoudig om de bescherming harer vier zusters te zoeken, welke allen meerder jarig zijn, en waarvan één Officier is in het Leger des Heils. Deze vier zusters zijn allen volkomen met de omstandig heden van dit geval bekend en hebben diep medelijden en innige symphatie met hare jongere zuster. Deze zusters zeggen, dat wat ook hare verhouding is tot het vermiste meisje sedert haar vlucht, zij geheel en al in die zaak handelen volgen haar geweten en dat zjj niets anders beoogen, dan het welzijn en belang van de minderjarige en van de familie in het algemeen. Ongetwijfeld zal nu een ieder wel be grijper., waarom ik onder bovenvermelde omstandigheden niet gemeend heb, al wate dit mij mogelijk geweest, pressie te mogen uitoefenen op de houding der meerderjarige bloedverwanten, of daartoe onze organisatie aanstonds beschikbaar te stellen, vooral omdat de politie er mede gemengd is. Daarom wensch ik er nog eens uit drukkelijk de aandacht op te vestigen 1. Ik ben niet taansprakeltjk voor de verdwijning van de minderjarige 2. zelfs haar zusters, tot wie zij vluchtte, wisten voordat zij tot haar kwam, niets ervan dal zij zou wegloopen; 3. ik ben in het geheel niet betrokken geweest in het verbergen van het meisje en evenmin heeft eenig Officier van het Leger des Heils met mijn medeweten of toestemming, dat ge daan 4. integendeel heb ik aan mijn Officie ren instructies gezonden, dat zij niets met deze zaak moesten te doen hebben. Dat het mogelijk geweest is, om den naam van het Legei des Heils in deze zaak te betrekken, heeft de volgende oorzaak Toen de minderjarige van huis weg liep, vluchtte zij naar die zuster, welke Officier van het Leger des Heils is eu die toeu ter tijde, onder Ensign Beckett, Kapitein was in de Kweekschool voor vrouwelijke officieren te Amsterdam, waar zij met haar zuster, daar zij anders geen onderdak had, den nacht doorbracht. Dit was geheel buiten mijn weten en dus geheel zonder mijn toestemming, terwijl ten overvloede de politie nog niet naar haar zocht, en Kapitein Modders niet de minste gedachte had, dat zij komen zou. Naar ik thans eerst vernomen heb, stelde de minderjarige zich den volgen den dag onder de hoede van haar meer derjarige zuster J. M. (zie N. v. d. D. 7 Oct.) die verpleegster is in Rotterdam, en die zooals zij in dat stuk zegt, sedert dien tijd «voortdurend bekend geweest is met haar verblijfplaats." Laat mij hierbij opmerken, dat het even dwaas zou zijn, om de Commissie, onder wier toezicht de eene zuster als verpleegster werkzaam is, aansprakelijk te stellen voor de verdwijning van de minderjarige, als het is om het Leger des Heils daarvan te beschuldigen, om dat de andere zuster daarin werk zaam is. Het is en was niets anders dan een eenvoudige familiekwestie, en beide zus ters handelen geheel en al op eigen ver antwoordelijkheid en als vrij Nederland- sche burgeressen. Ens. Tjaden, die ook in deze zaak is genoemd, is, zooals reeds bekend is, ver loofd met Kapt. Modders, en men zal zon der twijfel toegeven, dal hij om die reden eenig recht heeft om zich in deze zaak te mengen, en daarenboven noch over zijn geweten, noch over het geweten van iemand anders, zal ik in deze, noch in eenige andere zaak, een inpuisitie instel len, zelfs niet lot genoegen van mijn be schuldigers I In antwoord op de beschuldiging, dat «door sommige Officieren van het Leger des Heils de politie wordt tegengewerkt," wensch ik op te merken, dat met mijn voorkennis en toestemming geen enkel Officier ooit de politie heeft tegengewerkt. Dat het «vermiste meisje verschillende malen,door vertrouwbare personen op onze platvormen in openbare bijeenkomsten is gezien," is zelfs als het waar is, juist een overtuigend bewys ervoor, dat het Leger des Heils niet zou getracht hebben haar te verbergen. Er is altyd politie op post bij onze zalen, teiwijl ook een ieder weet, dat onze bijeenkomsten open zijn voor elk, die daar wenscht le komen. De Ex-Kapitein, die zich vermeten heeft in het N. v. d. D. iets over deze zaak te schrijven, en wiens beweringen geheel en al omvergeworpen zijn door hel meisje zelf, waarover hij schreef, (zie N. v. d. D. van 16 Oct.), en door den heer Jamen (zie N. u. d. D. van 14 Oct.), moet een zekere jongeling zijn, dien wij geruimen lijd geleden verplicht zijn geweest te ontslaan. Met de toedracht der zaak, voor zoo ver wij die kennen, hebben wij de poli tie in kennis gesteld en wij behouden ons voor, indien ons dit nog noodzakelijk mocht voorkomen, de schrijvers en uitge vers van beleedigende geschiiften te doen vervolgen. Laat mij hier nog aan toevoegen, dat het mij slechts spijt, dat niet alle nieuws bladen, voordat zij deze aantijgingen over namen, gedaan hebben, zooals de Nieu we Rotterd. Courant, die door haar Hin ken vertegenwoordiger, den heer Vier hout, de zaak eerst onmiddelijk aan het Hoofdkwartier, Prins Hendrikkade 131, Amsterdam, deed onderzoeken, waar wij altijd met het grootste genoegen aan de pers volledige inlichtingen verschaffen, zoover ons dit mogelijk is. U bij voorbaat dankende voor de ver leende plaatsruimte. Veiblijve hoogachtend, Uw Dienstwillige, W. ELWIN OL1PHANT. BLKGERLIJKE STANDEN. Amersfoort. GEBOREN: 12 Oct. Cornelis Gerrit, z* van Cornelia Oelp. 13 Oct. Hermanu9> z. vau Bernardus Kraanen en Cal burins Collet. IB Oct. Franciscus. z. \an Wil helmus van 11aarzel eu Wilhelmina Meijer. 16 Oct. Johannes, z. van Jan van Dijkhui zen en Grietje Tuithof. Frederik Maar ten, z. van Gerrit Johannes Josephus Lager waard ca Elisabeth van der Kamp. Jo hannes Antonius, z. van Dirk van Barneveld en Hendrika van der Last Maria Hcn- drika, d. van Pieter Johannes Goedhals en Janna Elisabeth de Boef, Klazina Hen drika, d. van Gerrit Jan Koot en Maria Catharnia Rietbergen. Wilhclmina Johan na en Marie Francises, d. van Francicus llendrikus van Hamersveld en Anna Maria lleere. Jacomina, d. van Cornelis Bauer en Jacoba Ruitenberg. 17 Oct. Annetje, d. van Lubbartus van de Biezebos en Catha rine de Graaf. 18 Oct Jacoba Catrina, d. van Jan Kaljee en Johanna Cornelia Koerman. 19 Oct. Rutgerus Antonius, z. van Hermauus van Arnhem en Gysberta van Doorn. Geertruida, d. van Hermauus van Koot en Aartje van Dijk. ONDERTROUW D 25 Oct. Cornelis Bron zei en Roelof, ina Klara van de Bijtel. 18 Oct. Philip Troulder eu Betje Aronzon. 19 Oct. Jacobus Hermanus van Manen en Geertje van der Heijden. Jan Holland en Cornelia van Doorn. GETROUWD: 18 Oct. Hendrik Jan Morro en Rika van Ree. Gerrit van Nieuwenhuizen en Marie Johanna van Dijk. .19 Oct. Jacob Jenezou en Johanna Sophia Kilian. OVERLEDEN: 13 Oct. Hermanus Crau- nen, 53 j. ecktg. van Roelofje van Boven eind. 14 Oct. Cornelis Reigen, 4 j. lledrikus Johannes Husken, 3m, 15 Oct. Daniel Antouie Melder, 67 j. echtg. van Antje van Barue. Joseph Carles Middel man, 2 j. 16 Oct. Henri Philippus Thedorus Hendriks 1 m. 17 Oct. An tonius Wilhelmus Willemse, 9 m. Reijer Beek 29 j. echtg. van Meeua Gostman. Bunschoten. GEBOREN 13 Oct. Jaan zoon van W illetn Nieuwboer en Hendrika Everlina van Wou denberg. ONDERTROUWD: 19 Oct. Rikkert de Jong eu Hermijntje Koops. Hoogland. GEBOREN 19 Oct. Dina d. van B. Brou wer en H. van Ytesterlaak. ONDERTROUWD: 19 Oct. H. M. van den Hengel C. van Dijk. GEHUWD: 19 Oct. H. van den Heuvel en C. Jansen. Lensden. GEBOREN13 Oct Megaretha, d van Gerrit Brand Heij en Johanna van Maanen. ONDERTROUWD: 19 Oct. Albert Bak- kenes en Wilhclmina Veenendaal. GEHUWD: 19 Oct. Reyer de Bruin, en Jannetje van de Pol. OVERLEDEN: 20 Oct. Gijsbert Hoef- akker, oud 8 jaren. Stoutenburg. GEBOREN: 18 Oct. Jan z. van Breunis Voskuilen en VVilhelmina Blank. Woudenberg. ONDERTROUWD 19 Oct. Willem Eder- een, 35 jaren en Wilhelmina Hopman, 21 jaren. GEHUWD: 17 Oct. Cornelis Vonk, Wed. van Jannetje van Ede 47 jaren en Chistina Velthuizen, Wed. van Peter van der Wiel, 39 jareu. OVERLEDEN 12 Oct. Hendrik Methorst, ongeh. 52 jaren 18 Oct. Jan Veenvlietj 2 maanden.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 6