Gemengd Nieuws. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Kennisgeving BELANGRIJK en adres van de afzendster en van de winkelier. Dr. C. E. van Koetsveld, hofpredi ker, en bekend als letterkundige, is in den ouderdom van 86 jaar te 's Graven- hage overleden. De deelneming in het afsterven is aldaar algemeen, zooals men licht begrijpt Ook de Koningin-Regentes, die zich in de kortstondige ziekte van den afgestor vene omtrent zijn toestand liet inlichten, deed van hare deelneming in dit overlij den blijken door het zenden van een telegram van rouwbeklag aan de diepbe droefde familie. Op de laatste veemarkt te Naarden gehouden, bedroeg de aanvoeréén koe De levering van spek voor de vangenen is te Breda deze week aanbe steed, De laagste inschrijver vroeg.. 75 cents per kilogram. Voor de soldaten is het spek eveneens aanbesteed; daarvoor werd gevraagd 5S9/io cent per kilogram. De Daily News behelst een paar kolommen depêches uit Zuid-Afiika, hou dende bijzonderheden omtrent de geveclv ten welke den 31sten October tegen de Matabelen gestreden zijn door de Enge, schen. Maar zij melden weinig nieuws. Er wordt alleen in bevestigd, dat de Matabelen met leeuwenmoed gevochten hebben, alsook dat de Engelschen een gemakkelijke taak hadden. Zij richtten eenvoudig, zonder eenigen strjjd Hunner zijds, eene slachting onder de Matabelen aan. Intusschen blijkt het, althans heel het, dat Lobengula den strijd niet opgeeft. Hij heeft een paar regimenten trouw gebleven keurtroepen medegenomen, waarmede hij zich thans schuil houdt, in de vele bosschen beoosten Boeloewayo Geheel de hoofdzaak omtrent de neder laag van koning Lobengala werd door de telegraaf reeds medegedeeld. Alleen laten zich nog enkele bijzonderheden ontleenen aan het op Woensdagmorgen uit Fort Victoria geseinde door den be richtgever der Daily News. Verleden Vrijdag ondernam een Matabeelsch leger korps, of impi, een vastberaden aanval op den troep van majoor Forbes. De uil slag was, dat de aanvallers van uit het «lager" werden neergemaaid en met zware verliezen terugdeinsden. Den vol genden dag hernieuwden andere impis den aanval. De zwarten legdeD een wanhopigen moed aan den dag, maar konden tegenover de geweren en mi trailleusen der blanken niet eens dichtbij genoeg komen om gebruik te maken van hun éénig wapen, de korte speer of assegai, die dus feitelijk niet beter dan een stuk speelgoed was in hunne hand; want werpspietsen of pijlen hebben de Mata belen niet. Terwijl aldus al het bloed aan eene zijde vloeide, begon straks majoor Foibes op zijne beurt aanvallen- derwijze te werk te gaan. De Kaffers, door den kogelregen uil de Maxim-kanonnen deerlijk gehavend, sloegen op de vlucht. Alleen het konink lijke regiment Imbizo trachtte nog stand te houden; doch ruim de helft er van werd neergeschoten, en de rest, met Lo bengula aan het hoofd, koos het hazen pad naar Boeloewayo. Toen begon de vervolging, om te beletten dat de vijand zich weder verzamelde. Boeloewayo werd en dag daarop bezet. Van tegenstand was geen sprake meer. Lobengula, met zijne volslagen gedemoraliseerde krijgers, was in volle vlucht naar de Zambesi. Hij had drie duizend zijner dapperen, gedood of gewond, op het slachtveld achtergelaten, terwijl de verliezen der Engelschen niet noemenswaardig ble ken te zijn. Aldus verliep deze geduchte veldslag, waarvan de afloop zich met tamelijke zekerheid liet voorzien. Immers dit was geen gevecht van mannen tegen mannen, maar van ijzer, kruit en lood tegen naakt menschenvleesch. Zelden echter werd, zelfs onder deze zoo totaal ongelijke kansen, eerie overwinning van beschaving over barbarendom, van vernuft over moed, van het meest moderne schietgeweer over het meest primitieve stoot wapen, zoo snel en gemakkelijk weggedragen. Wat nu echter? Aan wien den buit toegewezen? van de Chartered Com pany,i die de expeditie bekostigde en de zege bevocht; of aan de Engelsclie kroon, die het geheele doen met leede oogen schijnt te hebben aangezien, maar nu een recht wil do*n gelden om over de vruchten er van hare hand uit te strekken. Over deze vraag wordt thans reeds in de Engelsche pers levendig getwist. De bladen zijn gelijk bij dergelijke gele genheden gebruikelijk tegen elkander verdeeld als sentimentalisten en practici. De eerstgenoemden zien op den vei ligst mogelijken afstand in Lobengula den edelen zoon der wildernis, den be- minnelijken mensch in den natuurstaat, die, onrechtvaardig aangerand, vao het erfdeel zijner vaderen staat beroofd te worden. De anderen, meer ter plaatse aanwezig, verfoeien in hem den bloed- dorstigen barbaar, den geesel der omwo nende stammen, over wiens kastijding geheel Zuid-Afrika en niet het minst zijne veelgeteisterde naburen vreugde vuren ontsteekt. Door den dood van Monsignore Cala- biana, aartsbisschop van Milaan, is het aartal vacante bisdommen in Italië tot 37 gestegen. Daar bet principieel ver schil over deze benoemingen tusschen de Italiaansche en de pauselijke regeering niet bijgelegd schijnt te kunnen worden, weigert de regeering voortdurend het koninklijk placet te verleenen aan de pauselijke besluiten tot voorziening in de ledige plaatsen. De bij het 5e regiment infanterie nieuwbenoemde 2e luitenants H. Bierman, A. C. Seeuwen N. G. van Gemert, H. J. Meijboom en M. Tjjdeman, worden inge deeld bij de bataljons hier in garnizoen. De nieuwbenoemden zullen vermoede lijk Zaterdag beëedigd en bij het korps in functie gesteld worden. Bij de Maaodagochtend te 11 uren ten Raadhuize plaats gehad hebbende uilloting van zes aandeelen in de geld leening groot f210.000 van 30 Augustus 1890, zijn uitgeloot de nummers 2'r, 49, 107, 109, 178 en 204. De aandeelen zijn aflosbaar 31 Deci m ber 1893. - Abusievelijk vermelden wij in ons nummer van 1 Nor. jl. dat de kapitein kwartiermeester A. A. E. van Dorth, van het le regiment huzaren alhier, op non-activiteit gesteld was. Bjj nadere informatiën blijkt, dat wij hierin ver keerd waren ingelicht. De ziektetoe stand toch van genoemden heer niet van dien aard, dat er vooralsnog prake kan zijn, ZE.Gestr. op non-activi teit te stellen. Zooals bekend is, bestonden er ernstige plannen voor den aanleg van een paai dentramweg van het station Baarn over het in den zomer druk bezochte Soesldijk en het welvarende Soest naar Amersfoort. De heer P. J. M. Stevens had daartoe reeds de concessiën van de re ceding, de Provinciale Staten van Utrecht de verschillende gemeentebesturen en van H. M. de Koningin-Regentes, voor zoover de weg gelegd moest worden over de bezittingen van het Kroondomein. De gemeente Soest besloot, daar betere communicatie met B. en A. voor hare ontwikkeling een dringend vereischte is, den concessionaris gedurende 15 jaren een subsidie van f 1000 toe te kennen. Naar alle waarschijnlijkheid zou dan ook spoedig met den aanleg zijn aangevangen indien niet de concessionaris plotseling overleden ware. Naar wij vernemen heeft de regeering thans de voornoemde concessie verleend aan den heer P. J. Raayinake-s van Nieuwer-Arnstel, die, in het bezit van alle plannen en teekenii.gen, ontheven van de voor zulk eene concessie tijdroo- vende doch noodige voorbereidende maat regelen, zich voorstelt in den loop van 't volgend jaar de tramplannen tot uit voering te brengen. In eene gisterenmiddag te Amster dam gehouden algemeene vergadering van de Nederlandsche Harddraverij- en Renvereeniging, werd de heer A. Mete- -lerkamp als bestuurslid herkozen. In de plaats van den heer Ed. v. Hoboken werd gekozen de heer J. C. S. Coets de Bossou. Bij kon. besluit is benoemd tot 2e luitenant bij de d.d. schutterij alhier, de heer Lüngen. In eene dezer dagen gehouden be stuursvergadering der Amersf. IJsclub «Voorwaarts" werden de heeren G. F, Nijland en S. J. van Duinen, respectie velijk herkozen als voorzitter en penning meester. Tot vice-piesident werd ge kozen de heer J. F. Steenmetser, terwijl de herren C. Jonker en \V. A. Kleber tot le en 2e secretaris weiden gekozen. Met de werkzaamheden aan de baan wordt geregeld voortgegaan. Heden is een aanvang gemaakt met het leggen der telefoon-leidingen te dezer stede. Een nieuw portret van H. M. de Koningin Wilhelmina, in het cosluum van adelborst bij de marine, is vei schenen en verkrijgbaar in den Boek- Kunst handel van G. J, Slothouwer. Hooglimd. Vrijdagnamiddag ha op den Hooglandschen straatweg een treurig ongeval plaats. Terwijl de land bouwer J. v. V. met zijn voertuig van Amersfoort terugkeerde, had hij het ongeluk met zijn rijtuig te kantelen, met het gevolg dat daarbij de vrouw van B. B, die met genoemden landbouwer was medegeredeu, haar arm br ik. De overigen kwamen met den schiik vrij, bekwa men daarbij eenige kleine verwondingen het liefelijke Goldmühldal zijn tusschen piachtige weiden en velden, naast wel gestelde landgoederen, talrijke molens en smederijen aangelegd, die vele handen werk verschaffen. Ook de paarlschepen worden nu in hunne winterrust gestoord en moeten rekenschap geven wat zij in dien langen rusttijd gevorderd zijn.Schaumberg, welke deze industrie zeer interesseerde, had den wachter verzocht hem te verwittigen, wanneer de paarlvisschers voor het eerst in de beek hun werk weer zouden be ginnen. Omdat ook Elizabeth wenschte deze herinnering harer kindsheid weer op te wekken, wilden zij zamen gaan. Op een schoonen Meidag bevonden zich de drie vroolijk gestemde menschen te zamen in Neidh rd's molen, om eerst de koffie te gebruiken, •daarna de paarl- beek te bezien en tegen den avond naar bet ambt Stein te wandelen, waar de opzichter wegens zaken geroepen was. Terwijl de paarlvisscher in het heldere, zacht stroomende water neerdaalde, den eenen ruwen onzichtbaren schulp naden anderen uit het zand groef en met zijne kleine tang de mossel onderzocht, of zij ook paarlen bevatte, vertelde Andlau zijn jongen vriend, op welke wijze de regee ring de paarlvisscherij georganiseerd had en in de vorige eeuw door een dorps schout deze beek was ontdekt geworden. Elisabeth luisterde lachende. «Geloof er niets van!" zeide zij levendig tot Schaumderg. «De geschiedenis was heel anders, de paarl-inspecteur weet ook alles nietl Het niosselwijfje was er bij in 't spel, de oude vrouw in den molen heeft het mij verteld, wiei overgroot moeder tot de geheele zaak aanleiding gegeven heeft." Vriendelijk zag Otto het lieve gezicht van het meisje aan. «Vertel het mij," verzocht hij. »De natuurkennis der paar- en ken ik thans genoegzaamik weet, dat zij, evenals wij menschen-kinderen ook, in de jeugd rooskleurig en in den ouderdom er vuil uitzien. Daarom is het voor mij van meer belang te mogen hooren, wie het mosselwijfje was. Wat dunkt ge, mijnheer de opzichter, kunnen wij niet langzaam vooruitgaan naar Stein I" «Om mijnentwil," bromde Andlau, nik heb u niet noodig, en de domme otide- wijvenpraatjes mee aan te hooren, ont brak mij juist nog. Maar ik kom u spoedig na, er is heden niet veel bijzon ders te inspecteeren." Reeds wandelde het jonge paar op het schoone voetpad langs de beek. «Nu?" zeide Otte en wierp een warmeu blik op haar. Zjj glimlachte hem toe. „Maar bereid Doctor P. J. H. te A. meldt, Ua't het meest zekere, ja, nimmer falend geneesmiddel voor winterhanden en win tervoeten bestaat in het 's avonds bij het naar bed gaan opleggen van zuivere doeken, bevochtigd met eene oplossing van een deel zilvernitraat of zoogenaam den helschen steen in twee honderd vijf tig deelen overgehaald water. Men bedekt het compres met een drogen doek om vlekken op het beddegoed te voorkomen ontstaan deze door nalatigheid, dan zal de apotheek wel aangeven hoe die te verwijderen. Dit middel doet wonderen in weinig dagen. Tot de merkwaardigste voortbren- selen, die men in den laaislen tijd in Austra lië ontdekt heeft, behoort ook een pas gevonden Auracarie (Auracaria Bidwiiï). Deze draagt naar een bericht der «Revue des Sciences Naturelles appliquées" onder de bloemschubber, 4cm. lange en 2 cm. breede korrels, die een voortreffelijk voe dingsmiddel opleveren. Ofschoon deze boom slechts om de drie jaren vruchten draagt, hebben de inboorlingen reeds lang hnnne aandacht er op gevestigd en hem in de nabijheid hunner woningen aange plant, een gewoonte, die door de Engel sche autoriteiten zooveel mogelijk wordt ondersteund. De in Januari beginnende oogst is voor de bevolking een waar feest dat zeer lang duurt. De korrels de Aui a- caria worden óf versch gegeten en dan geoogst voor ze nog volkomen rijp zijn. öf ook gebraden, nadat men ze nog vol komen rijp heeft laten worden. Hunne uitwerking is buitengewoon krachtdadig, want de Australieërs worden gedurende bet korte jaargetijde, dat zij er van leven, zeer diklijvig en vet. Tegen hun gewoonte verzamelen zij van die vrucht eene groote op eene tamelijk lange geschiedenis vo'-rl Dus, voor ongeveer honderd jaren leefde hier in Berneck een dood arme knoopenmaker, die op de wereld niets bezat dan zijn twee vlijtige handen en een braven jongen. Op zekeren avond gaf hij aan zijn Theobald de laatste knoopen die hij gedraaid had, en weende, want hij had geen hoorn meer in huis en geen cent geld. Bij den molenaar, die de knoopen besteld had, moest de knaap wachten, omdat de molengracht uitgebaggerd werd, en het kleine Grietje uit den modder eene menigte gebroken mossels en speelden daarmee. «Toen Theobald eindelijk het arbeids loon ontvangen had, ging hij langs de beek naar huis. Daarbij dacht hij aan het treurige gezicht van zijn vader, en dat die nu niets meer verdienen kon. Het hart werd hem week, hij ging aan den oever zittenen begon zoo te schreien, dat zijn tranen in de teek vielen. Daar ziet hij eensklaps in schemerdonker een klein vrouwtje uit het water opatijgen het had een kleed aan, uit louter glin sterende mosselschelpen bestaande; haar leliewit gelaat glinsterde, in de hand hield zij een zwarte, leelijke mossel, die zij Theobald vertoonde, knikte en dook weer onder. «De knaap was in het eerst zeer ver voorraad, die zij in den grond stoppen. Langzarneihand beginnen deze daarin te ontkiemen, in welken toestand dit koren voor Europeanen zeer nadeelig is, terwijl de inboorlingen het nog boven het vet- sche verkiezen. Naar Bennit's waarnemingen moet zich bij de Australische negers, wanneer zij zich lang met zulk koorn ïoeden, een groote behoefte naar dierlijk voedsel open baren: deze behoefte was in jaren van rijken oogst aanleiding tot vele bloedige oorlogen tusschen de vele wilde volk stammen, waarin het menscheneten een groote rol moet hebben gespeeld. Blijkens nadere bijzonderheden zijn bij de ontploffing aan boord van liet Spaansche vaartuig in de haven van Santander 150 personen omgekomen, terwijl een even groot aantal gewond werd. De brand, die aanleiding gaf tot de ontploffing van het dynamiet, waarmede het schip was geladen, begon in het lusscheridek. Ondanks de spoedige hulp breidde de brand zich uit tut het ruim, waar zich twintig kisten dynamiet bevon den, benevens een aanzienlijke voorraad petroleum, welke men poogde binnen te smokkelen. Deze gevaarlijke stoffen ontploften waardoor niet alleen de matrozen, die bij het blusschen hielpen, werden gedood, maar ook vele personen omkwamen van de talrijke menigte nieuwsgierigen, die op de kaai naar den brand stonden te kijken. Ook van de beambten, die ter plaatse lanwezig waren, verloren velen het leven. Brandende stukken van het schip wer den naar alle kanteD geslingerd, waar door veischeidene huizen in brand ge raakten. Een trein, die juist op dat oogenblik het station binnenliep, werd verbrijzeld. Vele reizigers werden daar door gedood of gewond. De Indépendance Beige deelt nog het volgende mede over deze ramp. Het telegraaf-kantoor werd geheel vernield, vandaar dat de berichten over de ramp van het nabuiige plaatsje Bon moesten verzonden worden. De gouver neur van Santander, die op de kaai stond, is verdwenen en stellig omgekomen. Een der andere beambten stond naast den gouverneur, toen de ontploffing plaats had. Hij bleef als door een wonder rd, muur weet niet waar de gouver neur is gebleven. De ontploffing veroorzaakte natuurlijk groote verwarring in de geheele stad, vandaar, dat het geruimen tijd duurde, voorlat de brandweer kon helpen. Niet alleen in de stad, maar zelfs in de na burige dorpen werden tal van ruiten door den schok verbrijzeld. Eerst toen eene afdeeling soldalen ter hulp kwam, kon met kracht hulp worden verleend en kon men overgaan tot het blusschen van den brand, die vele der houten loodsen en huizen op de kaai had aan getast. Het dynamiet, dat zich aan boord van het vaartuig bevond, was bestemd voor een fabriek. Naar het schijnt, her ft men het dynamiet onder andere koopwaren willen binnensmokkelen. Van het vaartuig is niets overgebleven. Als een regen van vuur vlogen de bran dende stukken naar alle kanten. Uit de naburige plaatsen werden in allerijl met extra-treinen brandspuiten aangevoerd, zoodat men het vuur tot de aangetaste huizen kon beperken. Een sprekende hond. In een café te Amsterdam, zat een bezoeker een halve biefstuk met aardappelen le eten. Op een stoel naast hem zal zijn hond, een gemoedelijke Ulmerdog. Telkens als de baas een stukje vleesch in zijn mond stak, klonk liet uit den mond van den hond, terwijl hij zijn tanden liet zien: «Baas geef me ook een stukje?" De baas: «Koest I" De hond: «Toe nauw I" De baas: «Koest!" De hond «Eet nu niet alles alleen op?" De baas: «Wil je je mond houden!" Een meneer in de nabijheid gezeten en niet wetende met een volleerden buikspreker te doen te hebben, zat vol verbazing den sprekenden hond aan te staren. Zich niet langer kunnende bedwingen, ging hij naar den hond en vroeg: «me neer hoe is dat mogelijk, dat heb ik nog nooit gezien." »Ja," was het antwoord, «maar dat heeft ook moete gekost." Meneer: «Wilt u dien hond verkoo- pen?" De hond: «Niet doen baas!" De baas: «Neen meneer, ik verkoop 'm niet." Meneer .- «Ik geef je honderd gulden." De hond; «Niet doen baas!" De baas: Koest 1 Neen meneer, ik verkoop 'm niet. Meneer: «Twee honderd gulden!" De hond: «Baas verkoop me niet!" De baas: «Koest!" Meneer: «Drie honderd gulden!" De baas: «Niet doen baas!" De baas: Koest! Nouw, dat is geen kleinigheid. Top je hebt 'ru" De hond: «Dan doe 'k geen bek nr.eer open I" Tableau I De hond heeft woord gehouden. Uil Tie! meldt men: Ofschoon het vleesch den geheelen zomer door buiten gewoon laag in prijs geweest is, werd het door de slagers hier steeds op den zelfden prijs gehouden (40 a 45 cent per half K.G.). In Maas-en-Waal, waar het vee niet goedkooper is dan in de Betuwe, ponden de boeren het liever zelf uit dan dat zij het aan de slagers verkoopen. Het vleesch, prima kwaliteit, wordt daar aangeboden van 28 a 32 cents. Men mag veilig veronderstellen, dal onder dezen prijs nog een klein, en dus zoet winstje begrepen is, en dan zegt eene eenvoudige rekening, dat de verkoopprijs in de win kels alhier 10 a 15 cents te hoog is. Daarom heeft de coöperatieve verbruiks- vereeniging te Tiel besloten hare zaken uit te breiden en voor hare leden te gaan slachten. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort doen te weten, dat heden zijn uitgeloot de aandeelen Nos. 24, 4j, 107, 109, 178 en 204 a f1000 in de geldleening van f210.000 dd. oO Augus tus 1889, en dat door den houder over het bedrag ervan na 31 December e. k. kan worden beschikt, tegen afgifte van de indertijd uitgereikte bewijzen, ten kantore van den gemeente-ontvanger te Amersfoort en van de firma Jan Kol te Amsterdam. Amersfoort, den 6. November 1893. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Burgemeester, W. A. CROOCKEWIT. Wethr., lo. Br. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. u-jiAajjH IH11IH M I lil i nr-T-rwiMT-avaw-in ia n m i naiiiiim^ Gevondeu op den openbaren weg: Een witte boezelaar. Rechthebbende vervoege zich ter te- rugbekoming aan het bureau van politie. is de geiuksaatikondiging van JOSEPH HECKSCHER in H a m b u r gwelke zich in het huidig nommer van onze courant bevindt. Dit huis heeft zich door zijne prompte en stilzwijgende uilbetaling der hier en in de omstreken gewonnen be dragen eene zoo goede faam verworven, dat wij al onze lezers aanbevelen opzijn huidige advertentie acht te gever.. legen. Eensklaps kwam luj op de gedachte dat de mossel van het mosselvrouwtje er juist zoo had uitgezien, als de schelpen, waarmee hij te voren gespeeld had, en tevens kwam hij op het denkbeeld, dat deze schelpen even zoo hard waren als hoorn en men daaruit ook wel knoopen kon draaien. Haastig liep hij teiug, zocht de grootste mosselschelpen uil, ulde zijn zakken er mee en snelde n;.ar huis. Zijn vader beproefde het dadelijk, arbeidde den geheeleu nacht door en was gelukkig, want de knoopen van de mos selschelpen kregen den schoonsten paar lemoerglans en werden zoo blank, als hij er nog ooit gezien had. Toen zij den olgenden dag voor zijn venster uitgestald waren, kwamen er eene menigte koopers en nog meer bestellingen. Opdat niemand zou weten waarvan de knoopen gemaakt werden, voorzagen Theobald en zijn vader zich des nachts van nieuwen voor raad en weldra ontdekten zij dat een groot gedeelte der beek tot de Bösenecker brug met zulke mossels als geplaveid was. De knoopendraaier werd weldra een welgesteld man, de paarlemoerknoopen erden spoedig wijd en zijd bekend en gewild. Toen Theobald grooter werd, liet de vader hem daarmee reizen, en zoo werden zij door de wereld verspreid. Naar Theobald zagen de Bernecker meis jes verlangend uit; hij was een zeer nette jonge man geworden en ook eene goede partij. Hem beviel slechts éene, en deze kon hij helaas, niet tot vrouw krijgen. Zij zelf maakte geen zwarigheden, haar vader destemeer. Het was Neidhard's Giietje, het rijkste meisje en tevens het schoonste. De oude molenaar wilde niets van een huwelijk met den knoopendraaier hooren, die wel rijke verdiensten, maar geen eigen huis en hof had. Op een Meiavond, misschien is het nu wel honderd jaar geleden kwim Theobald zeer treurig van den molen terug. De molenaar had hem gezegd, dat hij niet meer behoefde te komen, want Grietje zou den rijken bakker in Bisschopsgrün trouwen. Theobald kon volstrekt niet naar huis gaan, zijn hart was hem te vol, hij wilde niemand zien en ging de beek langs, totdat hij aan den oever ging zitten en in bittere tranen losbarstte. Evenals voor jaren vielen de tranen in de beek. iToen steeg weer het lang vergeten mosselvrouwtje naar boven I Zij glim lachte hem toe en toonde hem weer een mossel dezen keer was de schelp evenwel geopend, en daarin glin sterde een groote, schoone paarl. Het mosselvrouwlje wees naar beneden in de beek en dook onder. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 2