NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
Het HerkenMepteekeR,
No. 97.
Woensdag 6 December 1893.
Twee-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Sint-N ikolaas.
BIN N EN LAM D.
F euiileton.
AMEHSFOOBTSCHE COÜ
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.— Franco per post door het geheele Rijk.
.Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer B Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Croote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Zaterdag werd reeds een en ander
meegedeeld over den persoon van Sint-
Nikolaas en over de viering van zijn
naamdag. Het laatste is eigenlijk niet
juist gezegd, want de Sint-Nikolaas is
eigenlijk geworden een verpersoonlijking
van de liefdadig) eid, van de milddadig
heid, enz, die deze feestvienng ken
merken.
Van Sint-Nikolaas wordt verteld, dal
hij bij voorkeur zijn giften des avonds
of des nachts uitdeelde. Zijn weldoen
geschiedde in het verborgen en op de
meest kiesche wijze; hierin kunnen wij
hem navolgen, wanneer wij willen goed
doen. Ook de ouders volgden zijn manier
na, door reeds des nachts de geschenken
neer te leggen, waarm.de zij de kinderen
wilden verrassen, dit zal echter wat las
tig geweest zijn en daarom maakten zij
de noodige toebereidselen voordat zij
zich ter ruste begaven. Op deze wijze
zal bij den Sinl-Nikolaas-dag ook de
St.-N.-avond gekomen zijn. Ook het
strooien van achtei een half geopende
deur kan een nabootsing zijn van het
geen aan Sint-N. wordt toegeschreven.
Nog voor korten tijd was de goede man
nog hoog en breed in Spanje en nu rnoel
hij op éénen dag en binnen weinige uren
overal tegelijkertijd aanwezig zijn, om
de wenschen te kunnen bevredigen, die
hem ter core zijn gekomen of die hij
wel raden kan. Om het den ouden grijs
aard op zijn snellen tocht wat gemakke-
Ier te maken, laat men hem daarom te
paard rijden en als ruiter over de daken
gaan, terwijl hij zijn ge.clienkeD door de
schoorsteenen werpt.
Waarom er juist achoentjes eü klompjes
worden neergezet om die op te vangen?
Misschien wel is dit gebruik ontstaan
naar aanleiding van liet verhaaltje van
dien arinen soldaat, die de rijke gift vao
Sint-Nikolaas in zijn schoenen vond, die
hij voor het bed had staan.
De Sinl-Nikolaas-avond is nu weer
voorbij; ik hoop, dat hij voor u even
prettig geweesl is als voor mij. Op welke
wijze ik den avond doorbracht wil ik u
wel even vertellen. Eerst rnoes^ ik de
noodige inkoopen gaan doen met mijn
vrouw; ik moest mee of ik wilde of niet,
want onder ons gezegd ik had er niet
veel idee in, omdat ik het de grootste
plaag voor een man acht en het ver
moeiendste werk daarbij, om met een
dame winkels te bezoeken. Ik heb wel
een tijd gehad, d.t ik het zeer gaarne
deed, nl. toen ik nog geëngageerd was,
maar na dien tijd sta ik liever mijn plaats
aan een ander af. Ik herinnei mij nog,
dat wij eens in Amsterdam een wande
ling maakten over Nieuwendijk en Kal-
versiraat en daarvoor niet minder dan
vier uren noodig hadden, omdat mijne
eega geen enkele modewinkel k^n voor
bijgaan zonder er voor en er in te kijken.
Maar als ik dan eens op mijn beurt bleef
stilstaan voor een sigarenwinkel of voor
een verkoophuis van andere mannelijke
zaken, dan was het: kom hoorl we
hebben geen lijd. Maai gisteravond ben
ik dan meegegaan. Zij zou koopen, ik
zou betalen, Dat was zoo de afspraak,
omdat zij vindt, dat ik alles te duur
koop en mij maar wat in de handen last
stoppen. Wij liepen verscheidene winkels
af en brachten in iedei daarvan gerui-
men lijd door, want mijn vrouw liet de
winkelier zijn geheele magazijn uitpakken
of de geheele étalage stuk voor stuk bij
zich brengen, toldnt zij eindelijk iets
vond, dat naar zin was.
He prijs, die er gewoonlijk gevraagd
werd, was haar gewoonlijk »wel wat
hoog," maar, daar zij er toch erg veel
zin in had, ging zij afdingen en bood
soms ik weet niet hoeveel minder. Ik
schaamde mij dan wel een beetje en had
werkelijk medelijden met den winkelier,
wiens geduld eerst op zoo'n grooten proef
gesteld was en die nu op der, koop toe,
hoewel indirect, van oneerlijkheid be
schuldigd werd. Als mijn vrouw op haar
stuk bleef staan vei huisde niet zelden
het begeerde voorwerp weer naar de
étalage, maar soms ook werd zij eigena
res, als de winkelier het na zijn herhaalde
verklaring, dat hij het onmogelijk doen
kon, toch «beneden inkoopsprijs" weg
schonk. Zoo was hel met loven en
bieden en kijken en koopen lijd gewor
den om naar huis te gaan; mijn vrouw
met het zalige gevoel, dat zij niet gefopt
en niet bekocht was en nog wel in de
meening, dat zij een gulden of tien ver
diend had; en ik met pakjes beladen en
moe van verveling. Thuis werd Sint
Nicolaas met ongeduld door de kleintjes
verbeid; wij lieten hem dan ook maar
spoedig optreden en nu ging de avond
verder zoo genoegelijk voorbij, dat ik het
minder prettige van den vooravond spoe
dig was vergeten.
Door een paar artikelen in «de Gids"
hebben wij kennis gekregen van liet
lofwaardig streven, oin onze rijmen, die
voor het meerendeel alleen bestaan in
de mondelinge overlevering, door den
druk voor ondergang en vergetelheid te
bewaren. Tot die rijmen lehoo en ooi:
de Sinterklaasrleuntjes, waarvan er, ge
loof ik, ook een groot aantal beslaat.
Zoo hoorde ik de kindei en zingen van:
Sintei klaas goed heilig man
Trek je beste tabbeit an,
in welk versje dan nog meldine gemaakt
wordt van de reis naar Spanje en van
Hans, de knecht van den bisschop
Ook de volgende heb ik afgeluisterd:
Sinter Klaas, die goede man,
Die ook alles bakken kan,
Suikergoed en taaie man
Ja, daar krijg ik ock wat van.
Sint NiklaasI die goede bloedt
Geef me een zal,je vol suikergoed
Niet te veel en niet te min,
Smijt liet maar bij de schoorsteen in.
Sint Niklaas
Dat is een baas
Voor kindren en voor menschen
Hoe verlangen we naar die Klaas,
Dat-ie ons weer komt wenschen.
Sint Niklaas! bonne, bonne, bonne;
Gooi wat in de leege tonne,
Gooi wat in de huizen
Dan zullen we grabblen als rotten en
muizen.
Sinterklaas, die goede heer,
Hij komt alle jaren weer,
Met zijn paardjes voor de wagen,
Daar komt Sinterklaas aan jagen.
Dan hebben wij nog het bekende «zie
de maan schijnt door de boomen" en
andere. Een stoute jongen, die in plaats
van een koek een gard heeft gekregen,
durft soms den Sint achterna roepen:
Sinter Klaas,
Hollebolle baas,
Hollebolle binkerd,
Vort, jou stinkerd
De mindere opbrengst van de ver
mogensbelasting heeft den minister van
finansien gelijk reeds werd gemeld
niet geinoedigd. Reeds heeit hij stappen
gedaan om de inkomsten te vermeerderen
en 't financieel overwicht te verzekeren.
Dit neemt intusschen niet weg, naar de
N. II. Ct. doet opmerken, dat, indien
deze yermeerdering van inkomsten
niet moest besleed worden tot dekking
van het tekort der vermogensbelasting,
de herziening van liet personeel op rui
mer schaal zou kunnen plaats hebben
dan thans het geval kan zijn. Thans
zal de minister van tot dekking van het
tekort, dat door deze herziening zou ont
staan, uitsluitend zijn toevlucht moeten
moeten nemen tot een herziening van de
successiewet. Het is te hopen, dat deze
althans zoowel meer in de schatkist zal
brengen, dat de herziening van het per
soneel niet op al te bescheiden schaal
behoeft te geschielen, want ook met het
oog op de in te voeren bedrijfsbelasting
is een vermindering van lasten voor
sommige klassen der maatschappij diin-
gend noodig.
Naar het Dagbl. mededeelt, is ba
ron Van Goistein, oud-minister van kolo
niën en oud-lid der Tweede Kamer, door
de Koningin-Regentes benoemd tot ge
zant in Engeland, en zulks met ingang
van 1 Januari.
Toestand van den heer Keuchenius.
De heer W. Hovy deelt in De Heraut
mede, dat mr. L. W. C. Keuchenius zijn
einde voelt nadervn. Hij is ten volle be
wust van zijn toestand en draagt het
zware lichamelijk lijden met stille be
rusting.
«Toen ik," schrijft de heer Hovy, «hel
voorrecht had hem vóór eenige dagen de
band te drukken, sprak hij met de meeste
liefde over de Vrije Universiteit en over
het Studentencorps, van hetwelk hij een
schrijven had ontvangen, waarover hij
zich kinderlijk verblijdde en dat hij nog
meteen wederschiijven eigenhandig heeft
beantwoord."
Algerneene deelneming in het lijden van
den geachten heer Keuchenius zullen deze
woorden wekken.
Moge zijn lijden niet zwaarder worden
en de betuigingen van vriendschap
en achling zoo van geestverwanten als
staatkundige tegenstanders hem eenige
opbeuring verschaffen onder de smarten
die hij met zoo groote gelatenheid draagt.
De Boodsch. verneemt, dat het rap
port der commissie van Neerbosch spoe
dig verschijnen zal, en dan voor ieder
verkrijgbaar zal worden gesteld.
Door den lieer J. B. Avis, chef van
het technisch bureau Avis en Co. te
Amsterdam, is eene inrichting uitgevon
den, welke op ieder geweer rnet grendel-
sluiting kan worden toegepast, en waar
door het mogelijk is vijftig schoten ach
tereen te lossen zonder herlading.
De nieuwe vinding zal aau den minis
ter van oorlog worden aangeboden.
Van het Hofveld onder Apeldoorn
wordt bericht, dal de Oranjebond van
Orde druk aan het werk is met het bou
wen der arbeiderswoningen. De sollicitan
ten nemen voortdurend toe. Tot dusverre
zijn 12 gezinnen geholpen. Een rij, reeds
vrij zware lindeboomen zal langs den
grooten weg geplant worden.
De kosten hiervan worden uit het fonds
van beheer gekweten; de uitgaaf is be
trekkelijk gering, dank zij der belang
loosheid van den leverancier.
Het bestuur der Wormermark heeft
verder aangeboden een 10 M. breeden
weg aan den achterkant van het terrein
aan te leggen buiten bezwaar der bondskas.
Door den commandant van het in
structie-bataljon te KampeD zijn aan alle
burgemeesters een of meer exemplaren
gezonden van de «Inlichtingen aangaande
het instructie-bataljon."
Hoewel ook tusschentijds aspiranten
worden aangenomen, zijn voor het jaar
1894 de volgende datums van oproeping
vastgesteld 10 Januari, 21 Februari, 11
April, 4 Juli, 15 Augustus, 20 Septerater
en 6 November.
De fit ma Van Houten Zoon te
Weesp, die onuitputtelijk is in het be
denken van middelen, om haar beroemd
product nog meer bekend te maken,
iieeft thans een handig portemonnaie-
almanakje uitgegeven, waarin tal van
wetenswaardigheden te vinden zijn en
tevens op elke bladzijde een der goede
VAN
A. GODIN.
(SLOT).
17) «Lang voordat gij van mijn bestaan
wist, heb ik u bemind I Gij hebtgehoord,dat
mijne tante, toen ik in Baumberg bij haar
was, aan den Regnitzoever woonde. De
vensters mijner kamer aan den tuin zagen
op het hospitaal daar zag ik u dage
lijks in de zalen werken en zwoegen
door de hooge ruiten kon ik alles onder
scheiden wat in de nabijheid van het
venster voorviel. Ik zag de vriendelijkheid
waarmee gy de arme zieken behandelde
ik zag, hoe hun gezichten opvroolijkten,
zoodra gij in hunne nabijheid kwaamt, en
ik kreeg u lief uit het diepst van mijn
hart! Een geheel jaar vergenoegde het
mij u zoo gade te elaan, aan u te denken
toen kwam de verplaatsing van mijn
oom naar München. Ik moest weg. De
gedachte u niet meer te kunnen zien,
nooit meer van u te hooren, deed mij
eerst toen ondervinden, hoezeer mijn
hart aan u hing! Ik weende toeD alle
nachten, de eenigste wensch, u een
enkel keer te spreken, voor dat ik weg
ging, gaf mij geen rust meerl In die
dagen kwam mij bij toeval een roman
in de handen, waarin ik een gelijke brief
als den eersten, dien ik u geschreven heb
vond, en die tot eene gelukkige verbin
tenis van twee haren geleid had. In het
eerste oogenblik was ik getroffen toen
scheen het mij als een teeken van boven
Tante wilde nog in Baumberg blijven
totdat de feesten ter eere der koningin
voorbij waren, ik zou mijn eerste bal bij
daze gelegenheid mee maken, direct daarna
was het vertrek bepaald. Ik beproefde my ne
hand te veranderen -- het gelukte mij,
en ik schreef dien onzaligen brief! Twee
dagen lang streed ik nog met mij zelf,
mijn hart waarschuwde mij eindelijk
wierp ik hem toch in de brievenbus? Wat
ik wel had willen geven, wanneer ik hem
een uur daarna had kunnen terug beko
men I Toen het bal niet doorging, gevoelde
ik mij als verlost een paai dagen daarna
vertrokken wij, toen gunde ik mij het
korte vaarwel aan u, omdat ik vast over
tuigd was u nooit meer te ontmoeten.
Denk u nu mijne gewaarwoTding, toen
mijn vader in den herfst schreef, dat gij
naar hier verplaatst waart. Onweerstaan
baar werd ik in uwe nabyheid getrokken,
eu ik verzocht mijn vader of ik naar huis
mocht komen. Ik leerde u kennen, Otto!
Gij kreegt mij lief, mijn gevoel voor u
werd met iederen dag grooter nu echter
kwam ook de straf voor mijne lafle, onvrou
welijke handelwijze! Hoe meer ik uw
karakter leerde kennen, des te duidelij
ker vernam ik, dat gy mij moest veroor-
deelen, wanneer gij wist
Elizabeth hield op de hevige opgewon
denheid deed haar woorden verstikken.
Otto trok haar nader tot zich. «Lief,
dwaas kind 1" zeide hij innig, «welke ver
schrikkelijke denkbeelden hebt gij u door
het hoofd gebaald I Hoe kondet gij nog
vreezen dat uw beeld zich van mij zou
vervreemden, nadat ik uw hart, uw hart,
uw geheel, in de schoonste vrouwelijkheid
opgaand hart, gekend en bezeten heb?"
«Denk aan den avond van den dag
vóór ons huwelijk I" riep Elizabeth opge
wonden.
«Ik denk er aan," zeide Otto, en een
ernstige trek vloog over zijn gelaat, «en
ik kan het niet begrijpen, dat dat oogen
blik in uwe kamer, waar mijn geheel hart
voor u open lag, geen vertrouwen in u
opwekte I"
«Ach Otto, gij hebt mij toen ten zeerste
doen ontstellen en slechts de vraes, het
u niet openlijk te kunnen zeggen, hield
de bekentenis nog op mijn lippen terug.
Wij hadden slechts minuten van alleen
zijn voor ons, den volgenden dag wilde ik
u alles zeggen, dat zwoer ik mij heilig,
toen gij mij zoo plechtig verzocht altijd
open tegen u te blijven! Maar denk aan
de woorden, Otto die gij een uur later
tot mij zeidet, nadat uw vriend van de
anonyme brieven gesproken had I Het wa
ren harde woorden I Gij zeidet mij, zoudt
gij waarde hechten aan het bezit eener
liefde, die zich ongevraagd aanbood
integendeel I Gij zeidet mij, dat gij juist
daarom mij bemindet, omdat mijn hart
zich nimmermeer zou aanbieden, als een
goed zonder meester! Deze woorden vielen
als donderslagen in mijn gemoed en ble
ven van dit uur af de giftdroppels in mijn
geluk. Nimmer zoudt gij de waarheid
vernemen, wanneer het van mij afhing
dat was mijn vast besluit 1 Rust vond
ik daarom niet ik kwam mij voor als
eene misdadigster, zoo dikwijls gij woor
den van vertrouwen tot mij sprak, ik
genoot mijn geluk met angst en sidde
ring, als een gestolen goed, waarop ik
geen recht bezat!"
„Dat gij tegen mij gezondigd hebt, loo
chen ik niet," zeide Otto ernstig, toen
zij zweeg. „Had een toeval mij doen
ontdekken, wal ik tot heden niet ver
moedde, zoo zou ik uw verbergen mis
schien moeiehjk vergeven hebben! God
dank, dat eindelijk het vertrouwen over
won, dat gy den moed hebt gevonden,
mij waardig te zijn mijne Elizabeth,
mijne vrouw I"
„God weet het, of ik tot het besluit
gekomen was, zonder dezen dag!" riep
de jonge vrouw, „zonder de gevolgen van
den nieuwen onwaren stap, dien ik kor
telings weer heb gewaagd."
„Gij spreekt van de toezending van
het kiuis aan mij," zeide Otto gespannen.
Elizabeth knikte. „Sedert ik mij onlangs
half tegen u verried, voelde ik duidelijk,
dat ik u openhartigheid schuldig was, en
de oude stiijd ontstond weer indezen
tweespalt mijner ziel deed ik den laatsten
valschen stap ik schteef u nogmaals,
dezen keer echter niet om u te bedrie
gen, maar in de hoop, mij de bekentenis
te verlichten. In Baumberg kwam ik eens
klaps op de gedachte, het onzalig kruis
als hulpmiddel voor onzen bedrukten
toestand te gebruiken. Ik had het, om
ieder verraderlijk toeval te voorkomen
dadelijk na onze bruiloft aan mijne vrien
din gezonden en verzocht, het verze
gelde pakje voor mij te bewaren, totdat
ik het zou terug vorderen. Nu haalde ik
het bij haar af, schreef daar de laatste
regels aan u en bracht het naar de post.
Mijne hoop was, dat gij rnij de ontvangst
var; hel kruis zoudt toevertrouwen en mis-