NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND EEN VROUW ÜIT DE KAART, No. 37. Woensdag 9 Mei 1894. Drie-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG De bloemen bij bet mïki BINNENLAND. Feuilleton. AMERSFOOBTSCHE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Her 3 luaanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intez enden uiterlijk Dinsdag en Vrij dat'. Uitgever G. ,T. SLOTHOUWER. Amersfoort. ADVERTENTIE Ni Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer B Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Wie zou niet van bloemen houden? Wie wordt niet aangetrokken door de kleurenpracht en de heerlijke geu ren door de bloemen verspreid Wel iedereen houdt van bloemen, wel iedereen voelt iets van hare poëzie de rijke heeft zijn bloemperken, kas sen en serres, de arme heeft zijn liefelingsplantjes op zijn erfje of in zijn hangende tuintjes. De bloemen dienen tot versiering en opluistering bij alle feestelijke gelegenheden, bij alle feesttijden en gewichtige toestan den, die zich voordoen in 't leven bij het doopmaal, bij de verloving, in de bruidsdagen en op het huwe lijksfeest; ze worden gevlochten in den koperen, zilveren en gouden huwelijkskroon, ze worden ge strooid op het graf van dierbare dooden. Dit laatste is afgekeurd als zijnde een heidensche gewoontedoor wien, zal de lezer wel kunnen raden zonder dat wij het hier zeggen. Dat afkeurend oordeel, ongegrond en flauw en kleingeestig, zal wel door weini gen gedeeld worden; het is te klein geestig dan dat het een weerlegging waard zou zijn. Laten wij ons vrij met bloemen tooien in tijden van vreugde en van droefheid. Ja, ook van droefheid, want dan is de be hoefte er aan nog te grooter. In Amsterdam bestaat sedert twaalf jaren een vereeniging van dames tot verspreiding van bloemen, vruchten en lectuur in de ziekenhuizen en in de gestichten voor ouden van dagen. Het is een nuttige vereeniging, zij heeft een dankbaar werk, vooral in het schenken van bloemen, die steeds met blijdschap op de zalen begroet worden. Tot navolging, zij het oo in het klein, wenschten wij op te wekken, ook door de volgende woor den van Funke uit zijn «Engiische Bilder in deutscher Beleuchtung," waarin hij ons in levendige kleuren het bonte leven der wereldstad Lon den met zijn vreugde en leed zijn zegen en vloek schildert. »Gezegend zij de Engelsche jonge dame, die het eerst de eenvoudige diepe gedachte had, om de zieken van een hospitaal om de paar dagen met versche bloemen te verrassen. Haar voorbeeld vond overal navolging. Een bloem hoe weinig is hetMilli- oenen verwelken, zonder dat iemand er naar omziet, en andere millioenen worden wel gezien, maar niemand, die er zich om verblijdt. Een bloempje hoe weinig en toch hoeveel voor zie ken en zwakken, eene bode des levens in het sterfhuis, een bewijs van tee- dere liefde voor veriatenen en eenza men. Ik zag hoe een edele vrouw van het eene ziekbed naar het andere ging en overal een kleine vaas met bloemen plaatste en voor iederen kranke een vriendelijken blik en een hartelijk woord had. Ik zie nog het stervende Deutsche meisje, dat door haar ouders die naar Amerika gin gen moest worden achtergelaten in het gasthuis; ik zie nog, hoe het kind met bevende hand naar de witte roos greep, en met een gelukkigen lach ontsliep. Ik zie nog den ouden jood met witte haren en baard. Hij was uit Rusland gevlucht, om in Londen in de armen van barmhar tige vrouwen te sterven. Men bracht hem een ruiker passiebloemen en voegde er enkele woorden bij over de passie van den man op Golgotha. Toen parelden dikke tranen uit zijn oogen en hij zeide langzaam, diep opademend: sjaloom, sjaloom, sjaloom, vrede. Ik zie nog dien mooien Engelschen scheepsjongen, die bij een val uit de mast beide beenen gebro ken had, maar gezond van hart was. Toen een dame hem een ruikertje van vergeet-mij-nietjes gaf, juichte hij van pleizier en zeide: kijk, die heb ben we thuis ook in onzen tuin, o hoe blij ben ik, nu kom ik gauw weer thuis. O, als toch gelukkige menschen wisten, welke hemelvreugde zij in het aardsche leven wekken konden, als zij wisten, hoe zij zelf gelukkig konden zijn door zulk verblijden en zegenen! Als inzonderheid die dui- zende jonge meisjes, die ledig op de markt staan en haar tijd met nie tige ijdellieden verbeuzelen, terwijl de wereld om haar henen vol is van harten die naar een druppel liefde smachten, die smachten naar een enkel klein bewijs, dat nog iemand op aarde aan hen denkt, als zij het wisten die rijk zijn aan goud of eer of geest of tijd, als zij het wisten en daarnaar deden, de aarde zou er spoedig geheel anders uitzien. Maar gelukkig, velen weten het, niet slechts in Engeland, maar ook in Duitschland (en ook in Nederland) en hunne namen zijn niet alleen op geschreven in den hemel, neen, zij vonkelen ook op aarde reeds in den schitterendsten lichtglans." Dat men het in Nederland ook weet, bewijst het bestaan van bovengenoemde ver eeniging en bewijzen de vele voor beelden, die wij zouden kunnen opnoe men, en die ook ieder in zijn omge ving zal hebben waargenomen. Mogen die voorbeelden talrijker worden, en vele jonge dames zich met dat edele liefdewerk belasten. Zij zullen een aangenaam, dankbaar werk hebben, en zij zullen er de schoone vruchten van zien, die sprekend getuigendat hebben de bloemen gedaan. De crisis. Uit 's-Gravenhage wordt bericht, dat men meent, dat de heer Roëll reeds nagenoeg gereed is met de vorming van een ministerie. Genoemd worden als leden van de combinatie de lieeren Mr. Patijn, oud lid der Tweede Kamer, Justitie; Mr. v. Houten, finantiën Jhr. Mr. Roëll, Binnen- landsche Zaken Kapt.-luit. ter zee Nijgh, Marine; gep. luit-generaal Schneider, Oor log; Mr. Sprenger v. Eijk, Koloniën. De titularis voor Buitenlandsche Zaken was nog onbekend en die voor Waterstaat moet nog niet vaststaan, na het bedan ken van de heeren Leemans en van Kerkwijk. Wellicht zou bij beschikking de heer Roëll een van beide departementen voor zijne rekening nemen. De heer Gleichman heeft bedankt en de oud-gouv-generaal Pijnacker-Hordijk moet tot dusver niet zijn aangezocht. Volgens de wet op de bedrijfs belasting wordt de aanslag van hen, die niet in de vermogensbelasting zijn aan geslagen, geregeld door het collegie van zetters. Vooral in kleine gemeenten zul len de meeste ingezetenen het minder pleizierig vinden dat, ook al is aan een ieder, die uit kracht van zijn ambt met de bedrijfsbelasting in aanraking komt, geheimhouding opgelegd, hun beschrij vingsbiljet, waarop o. a. moet voorkomen hoeveel vermogen en hoeveel schulden men heeft, in handen komt van het col legie van zetters, dat uit mede ingezetenen bestaat. Zij, die zulks willen voorkomen en niet krachtens art. 12 2 der wet, voor bil jet B in aanmerking komen, kunnen voor 15 Mei bij den rijksontvanger een biljet B aanvragen, in welk geval hun aanslag wordt geregeld door eene speciale com missie, wier samenstelling geregeld is in art. 19 lb en 2, 3 der wet. De door de vereeniging tot aan moediging der paardenfokkerij voorgeno men paaiden-tentoonstelling te Scheve- ningen, zal niet doorgaan wegens gemis aan financieele medewerking. De Juli-wedrennen te Bussim zul len zeer waarschijnlijk door de beide Koninginnen worden bijgewoond. Het verslag der commissie tot droogmaking der Zuiderzee is thans verschenen, het is zeer omvangrijk en beslaat 188 pagina's druk, met 2(1 bij lagen. In het eerste gedeelte var. het verslag geeft de commissie hare denkbeelden over den afsluitdijk, zoowel wat aangaat de plaats en de richting der dijken, de afmeting er van, als omtrent de sluizen, de gevolgen voor de militaire verdediging des lands, invloeden op havens en reeds bestaande dijken, enz. Aanbevolen wordt den dijk te leggen van Wieringen naar Piaam, als technische de beste en in uitvoering de minst kostbare. De com missie heeft natuurlijk ook laten onder zoeken of de Zuiderzee een paargebied is van de Noordzee, maar dat schijnt niet het geval van eenige beteekecis te zijn. Tevens meent de commissie dat schadeloosstelling is te verleenen voor het nadeel dat de visscherij lijdt. Uit militair oogpunt zal de stelling- Amsterdam tot bij Monnikendam moeteD worden doorgetrokken. Bij bespreking der hygiënsche toestan den werd er op gewezen, dat bij droog making en bewerking licht moeraskoorts zal ontstaan, doch dat er geen vrees zal zijn, dat deze ziekte zich uitbreiden. Door eene doelmatige wijze van uitvoe ring kan het malariagevaar tot geringe afmetingen worden terruggebracht. Er zullen, een rond cijfer aannemende, 190,000 HA. grond ontwoekerd worden, waarvan de totale opbrengst in de be lasting zal zijnf 11,400,000. Tegen 3'/, pet. gekapitaliseerd, vertegenwoordigt deze som een waarde van nagenoeg 326 mil ioen gulden aan grondbezit, hetwelk de Staat verkrijgen zal door een uitgave, volgens de berekening en met rente op rente, van bijna 315 millioen gulden als de afsluitdam gemaakt wordt, of van 293 millioen gulden zonder voorafgaande afsluiting, of van 189 en 213 millioen gulden, indien geen rente in rekening wordt gebrachl. Ten einde bij mobilisatie in de behoefte aan officieren te voorzien, werd eenige jaren geleden bij het leger de proef genomen om voor miliciens, die daartoe genegen waren en de geschikt heid bezaten, de gelegenheid open te stellen zich voor dien rang te bekwamen. Het op die wijze verkregen getal militie luitenant heeft niet meer dan 2 kunnen bedragen, waarvan 1 bij de cavalerie en 1 bij de artilierie werd benoemd. Met het eervol ontslag dezer dagen aan laatstbedoelde, den militie-luitenant H. Kelner, verleend, is de laatste mili tie-officier uit het leger verdwenen en kan de genomen proef als geëindigd en mislukt worden beschouwd. Behoudens goedkeuring der huis houdelijke vergadering werd door het bestuur der werkliedenvereeniging «Ont wikkeling" te 's Gravenhage het initiatief DOOR J. A. M. 5) »0, mynheer, neem onsbegon juffrouw Melia. «Maar we zullen hier Diet blijven staan, niet waar," ging Kramers voort, zonder zich aan de onderbreking testoren. «Vin den de dames het goed «O, mijnheer het spyt ons, dat dat we eerst een poosje wande len en dan naar de opera gaan Maar het baatte Kramers niet. De vischjes beten niet aan het lokaas, dat hun voorgehouden werd. «Mijnheer, we kunnen onmogeljjk mee gaan," zei thans juffrouw Chandelier, «er is familie gekomen, en tante heeft ons vriendelyk gevraagd of we van avond zouden thuis blijven en gezelschap houden." r «Dat valt ods erg tegen." «Ja dat wil ik wel gelooven. Maar omdat we nu eenmaal beloofd hadden, dat we zouden komen, en u niet gaarne wilden teleurstellen, heb ik tegen tante gezegd, dat we nog even een boodschap moesten doen, en daan an hebben we gebruik gemaakt om het u even te komen zeggen." «Wat zeer vriendelijk van u is, maar zou het dan bepaald onmogelijk wezen om een enkel half uurtje met ons rond te kuieren «Een enkel half uurtje," herhaalde Gevel, maar de heide dames verstonden hel toch niet. «Neen, neen," zei juffrouw Melia, op een toon, alsof het behoud van ziel en zaligheid daarvan afhing, «neen Marie, dat zou ik niet doen. Je weet hoe je tante is. Ze zou het je bepaald kwalijk nemen." «Als het dan absoluut niet kan," zei Kramers, die zeer goed voelde waar de schoen wrong, «hoop ik toch spoedig in de gelegenheid te zijn u weder te zien." Hij zeide dit tegen juffrouw Marie alleen. «Komt u aanstaanden Zondag weer bij uw oom, of in de week ook?" «In de week nooit," zei ze, «en aan staande Zondag? Nu, we zullen zien." De beide heeren zouden hun teleur stelling in kwaadaardigheid hebben voe len overgaan, als ze eenige oogenblikken later gehoord hadden, wat juffrouw Melia lachend tot haar vriendin zeide. «Onze avond is nu toch gebroken, Gevel,' zei Kramers, toen zij weer te zamen op de Hoogstraat liepen, »w t zullen we doen «Naar huis gaan en een spelletje scha ken I" «Ja, jij kunt goedpraten.Ikgeloof.dat je liever de koningin op een schaakbord ziet, dan de mooiste meid uit Rotterdam «Ochl" antwoordde Gevel, maar dat ochl werd zoo lang gerekt en op zulk een onverschilligen toon uitgesproken, dat het Kramers, die zich gekrenkt gevoelde en niet verdragen kon, dat een ander daar kalm onder bleef, aanleiding gaf om te zeggen: «Zoo I Wil ik je eens gauw wat zeggen? Die andere met dat lange gezicht had geen zin in je. Waarom niet? Je doet je volstrekt niet voor I En dan, je hebi mij hel woord alleen gelaten, en er geen enkel woord tusschen gevoegd. Denk je, dat zulke meisjes iemand mogen lijden, die niets anders kan dan aan een knevel trekkeD?" Gevel bleef doodkalm, en antwoordde heel gemoedelijk: «Eigenlijk gezegd hen ik maar blij toe, dat het zoo gegaan is, want ik vond haar ook niet aardig." «Hm I" En Kramers dacht aan den vos voor wien de druiven te zuur waren, omdat ze te hoog hingen. «En dan moet je nooit gelooven, dal er van avond fami lie over is. Dat is maar een «smoesje", zeggen ze hier in Rotterdam." Dien avond was Kramers erg verstrooid en werd vijfmaal achtereen schaak mat gezet, wat hem anders -nooit over kwam, daar hij geen onverdienstelijk schaker was. III. Van Dun had gemeend, dat hij iemand, die zoo vertrouwelijk bij hem was komen praten, gerust dezelfde eer mocht bewijzen. Daarom had hij de stoute schoenen aan getrokken, en was op dinsdagavond heter gezegd, twee dagen na de vertooning voor het standbeeld van Erasmus naar boven gegaan, een kwartiertje, nadat hij Kramers had hooren thuis komen. Zoo dom was hij nu niet, of hij had begre pen, dat zijn bovenbuurman iets met Marie uitstaande had, anders zou deze niet met zooveel belangstelling naar haar geïnformeerd hebben. Hij trof het De candidaat-notaris had nog geen tien woorden met hem gesproken, of hij viel reeds door de mand en vertelde de geschiedenis, die wij ken nen, in al haar kleuren en geuren. Nu was het de beurt van den boekhouder om de rol van trooster te vervullen, en hij deed dit, dank zij zijn vooringenomen auditorium met zooveel succes, dat Amelia een «akelig dier," en Maiie het liefste meisje van de wereld was. Wel deed het onzen vriend genoegen van Dun zoo te hooren spreken, maar op de keper beschouwd waren al de woorden van den boekhouder geheel over bodig, daar Kramers zonder die, wel van meening zou geworden zijn, of het reeds was, dat juffrouw Chandelier eene uit zondering op alle regels maakte, volgens welke het vrouwelijk geslacht dient be oordeeld te worden, en dat natuurlijk in zeer gurisligen zin. En inderdaad; hij, die nooit verstrooid was, betrapte zichzelvei: op het kantoor op eene gedachte, die uitsluitend tot het lieve gezichtje betrekking had, dat hem sedert Zondagmiddag voor oogen zweefde. Hij moest bekennen, dat zijn toestand veel begon te gelijken op dien van zoo vele helden in romans, die een aardig meis je zien en dan Nu ja, men kent hel vervolg. Daaraan had hij nooit geloof ge slagen. Och ja! 't was wel aardig om te lezen, maar dat kon in hel werkelijke leven nooit zoo voorvallen. Hij geloofde niet aan het plotselinge eener liefde. Op audeie oogenblikken even wei moest

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1