NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
EEN VROOW ÜIT DE KAART,
No. 38.
Zaterdag 12 Mei 1894.
Drie-eo-twiotigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
Eip aangifte voor let Kiesrecht.
BINNENLAND.
Feuilleton.
AMERSFOORTSCHE COD
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 u.4nuden 1Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden 9tukken en berichten interenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. «T. SLOTHOUWER, Amersfoort.
aovertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Croote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het is moeilijk oordeelen over de
beteekenis van het nieuwe kabinet,
het is niet meer dan raden of gissen
wat het ons brengen zal, allereerst
in zake de kieswet. Wij zullen de
opening van de zitting in de volgende
week moeten afwachten. Ongetwijfeld
zal een ruime uitbreiding van kies
recht worden voorgesteld, al gaat die
ook niet zoo ver als die van het af
getreden ministerie. In de oude kamer
heeft de overgroote meerderheid zich
verklaard voor het beginsel, oin als
het grondwettig kenteeken van ge
schiktheid en welstand te beschou
wen het voorzien in eigen onderhoud,
van zich en zijn gezin. Op dien grond
slag kan du^ vermoedelijk het nieuwe
ontwerp weer worden opgebouwd.
Het ontwerp-Tak is gevallen, omdat
de rneertteHieid van gevoelen was, dat
er geen afdoend en duidelijk antwoord
gegeven werd op de vraag: wanneer
voorziet iemand in eigen onderhoud.
Men heeft geen zuivere grenslijn kun
nen trekken tusschen hen, die in hel
bezit zijn van het aangenomen ken
teeken, en hen die het missen.
Over de teekening van die lijn liep
de strijd. Door Tak werd zij zoo
getrokken, dat ook een deel werd
opgenomen van hen die zonder twij
fel het kenteeken mistendoor de
tegenstanders zóó dat van den ande
ren kant weer werden uitgesloten zij
die toch ook liet kenteeken bezaten.
Zal nu de nieuwe kamer bij de laat
ste teekening blijven, of trachten een
betere te maken met de grootst
mogelijke juistheid? In het eerste ge
val worden velen op onbillijke wijze uit
gesloten, en in liet tweede geval bestaat
altijd nog de moeilijkheid om nauw
keurig te bepalen, wie al of niet in
eigen onderhoud voorzien. Waarschijn
lijk zal men zich bij het eerste ge
val bepalen, en niet meer zoeken
naar een oplossing van genoemde
moeilijkheid, omdat het vinden van
zoo'n oplossing tot nog toe vrijwel
onmogelijk is gebleken.
Doch waarom was dit tot dusver
onmogelijk? Omdat men wettelijke
bepalingen wilde laten gelden voor
het bepalen van den welstand en de
geschiktheid van de werklieden
over hen loopt toch voornamelijk
de kwestie in het algemeen, ter
wijl toch de omstandigheden waarme
de men rekening dient te houden
voor de werklieden niet dezelfde zijn
in de groote en kleine steden en op
het platte land. Daarom gelooven
wij, dat de moeielijkheid voor een
groot deel wordt weggenomen, en
dat een zuiverder grensscheiding ver
kregen wordt tusschen bevoegden
en onbevoegden voor het kiesrecht,
wanneer zooals het Hdbld. reeds lang
heeft voorgesteld ook bij het kiesrecht
eigen aangifte wordt ingevoerd, en
tevens van ieder die op de kiezerslijst
geplaatst wil worden, een verklaring
gevorderd wordt, dat hij in het onder
houd voor zich en zijn gezin voorziet.
De eigen aangifte, ook ingevoerd bij
de nieuwe belastingwetten, met de
daarbij gevorderde verklaringen, heeft
reeds dit voordeel, dat zij steunt op
moraliteit van de kiezers, het ver
trouwen bevordert, en onverschilligen
van zelf uitsluit. Hetzelfde denkbeeld
is onlangs geopperd door prof. De
Louter. «Kan niet een schriftelijke
en onderteekende verklaring van
iederen kiezer worden gevorderd, dat
hij uit eigen middelen of door eigen
arbeid in het onderhoud van zich en
zijn gezin voorziet? Burgemeester en
Wethouders beoordeelen de verkla
ringen, voor zoover de te hunner
beschikking staande gegevens dit
toelaten, en maken dienovereenkom
stig de kiezerslijsten voorloopig op.
Ieder is bevoegd daartegen bezwaren
in te brengen, een eenvoudige pro
cedure beslist de geschillen. Tegen
deze denkbeelden zijn ongetwijfeld
bezwaren in te brengen." Ja, er zijn
bezwaren. Men kan vragen, of de
beslissing dan niet te veel afhankelijk
is van de willekeur van een gemeen
tebestuur, en of niet het gevolg zou
zijn, dat een radicaal of democratisch
gemeentebestuur veel eerder geneigd
zal zijn een brevet van kiesbevoegd
heid uit te reiken dan een meer
conservatief bestuur.
En moet er ook niet voor een ge
meentebestuur, en bij verwijzing naai
de rechtbank ook voor den rechter
een criterium zijn om te kunnen be
oordeelen en beslissen, of het ken
teeken werkelijk aanwezig is bij den
aspirant-kiezer? Ja. daarom zouden
enkele algemeen geldende bepalingen,
als bv. liet uitgesloten zijn van be
deelden, gehandhaald moeten worden,
en dan zal de speelruimte voor de
willekeur der beoordeelaars wel zoo
groot niet zijt:. Het Hdbld. zou een
contróle wensehen liefst van de bur
gerij zelve Die commissie uit de
burgerij zou aangewezen kunnen wor
den door het bestuur of den Raad
der gemeente, van de uitspraak dier
commissie kan het beroep op den
rechter worden toegestaan eti aan
den burgemeester of een ander daar
toe aan te wijzen ambtenaar het
recht van veto verleend worden, orn
mogelijke onbesuisde uitspraken van
de commissie tegen te gaan.
Het denkbeeld van prof. De Louter
verdient wel overwogen te worden.
De eigen aangifte met voldoende con
tróle zal een goede waarborg zijn,
dat alleen zij die in eigen onderhoud
voorzien, en daarom volgens het aan
genomen beginsel de kiesbevoegdheid
bezitten, tot het kiesrecht zullen wor
den toegelaten. Wij zeiden, het denk
beeld verdient de overweging. Maar
zou het nog overwogen worden? In
de Kamer komt het niet of een dei-
Honderd moet er zich over ontfermen
en in dien geest een amendement
voorstellen of op andere wijze er voor
pleitenen wat buiten de Honderd
om gesproken wordt, al is het door
iemand als prof. de Louter, het moet
al buitengewoon hard klinken wil
het door de wanden der Kamer in
de ooren doordringen.
Men schrijft aan 't VtrDagbl:
Wat is de Koningin groot geworden!
is de uitroep, die men in Baarn telkens
hoort, wanneer men H. M. óf alleen óf
met hare koninklijke moeder ziet rijden.
En werkelijk, het is zoo. In de beide
jaren, dat wij le Baarn het genoegen
misten de vorstelijke familie is ons mid
den te hebben, is onze Koningin gegroeid.
Daarbij komt, dat de korte kleeren met
de lange zijn verwisseld, zoodat wanneer
men H. M. van den bok de paarden ziet
mennen niet meer onze kleine Koningin
maar reeds een lieele dame ziet.
Dagelijks doorkruist de Koningin onze
schoone streken in allerlei richtingen, of
dresseert de kleine ponny's in het park
achter het paleis.
't ls te begrijpen, dat een en ander
aan onze schoone gemeente een levendig
aanzien verleent, en de neringdoenden
alhier vooral het verblijf der vorstinnen
op Soestdijk graag zagen verlengd. Het
gerucht loopt echter, dat HH. MM. na
de 2witsersche reis naar het Loo zullen
gaan, ten minste wanneer de herstellin
gen daar tegen dien tijd zijn voltooid.
Naar men verneemt hebben de
afgetreden ministers aan H. M. de Ko
ningin-Regentes eene afscheids-audiëntie
aangevraagd en daarop bericht ontvangen,
dat H. M. verhinderd was hen te ont
vangen.
De ministers maken bekend, dat
voor zaken hun Depart, rakend, te spre
ken zijn: die van Justitie, te beginnen
met 22 Mei, eiken Dinsdag te l'/j ure;
die van Binnen! Zaken, te beginnen met
12 Mei, eiken Zaterdag te 12 ure; die
van Marine, te beginnen met 18 Mei,
eiken Vrijdag te 11 ure; die van Finan
ciën eiken Donderdag te 11 ure; die
van Oorlog eiken Donderdag te 1 ure;
die van Waterstaat te beginnen met 19
Mei eiken Zaterdag te 1 ure.
Naar men van vertrouwbare zijde
aan De Maasbode verzekert, is de nieuwe
minister van oorlog een tegenstander van
den persoonlijken dienstplicht.
Hetzelfde blad verneemt, dat ook den
heer Heydeniijck een portefeuille in het
nieuwe ministerie was aangeboden.
Naar wij uit goede bron vernemen,
is de heer A. L, W. Seijffard, afgetreden
minister van oorlog, voornemens niet
weder in aclieven dienst te treden,
doch zal hij ontslag uit den militairen
dienst aanvragen.
Bedrijfsbelasting.
Bij de terughaling van de billetten der
bedrijfsbelasting, beslemd voor personen,
van wie men vermoeden kan, dat zij bij
de invulling der hun uitgereikte billetten
de hulp van den beschrijver zouden noodig
hebben, kan de voorlichting of hulp van
den ontvaDger of zijn gemachtigde wor
de ingeroepen. Niemand is gehouden bij
de terugzending of teruggave der in-
schrijvingsbilletten gebruik te maken van
den bijgevoegden briefomslag. Deze voor
lichting is niét noodig voor kooplieden,
industrieelen, hoogere ambtenaren, naam-
looze vennootschappen enz. enz. van wie
men verwachten kan, dat zij de hulp van
den beschrijver met zullen inroepen.
Valschc Bankbiljetten.
De kantonrechter te 's-Gravenhage
veroordeelde gisteren den directeur van
het «Casino" tot f 15 boete of 3 dagen
hechtenis wegens het verspreiden of ter
verspreiding in voorraad hebben van
stukken papier in den vorm vau een
bankbiljet van f 100 en aan de achter
zijde met coupletten bedrukt, welke bil
jetten werden verspreid bij gelegenheid
van de opvoering van hel sensatie-stuk
Valsche bankbiljetten.
Jaap Eden te Aken.
Omtrent den wielerwedstrijd, Zondag
te Aken gehouden, wordt het volgende
medegedeeld
Bij den wedstrijd op 5000 meter,
waarbij van meet af werd gereden, wa
ren de deelnemers in twee ufdeelingen
gesplitst. Van het eerste aeel won de
bekende Frankforter wielrijder Aug. Lehr,
van l.et tweede deel Jaap, zoodat zij
beiden met nog een Duitscher moesten
kampen om de drie prijzen.
Een der banden van Lehrs wiel was
lek geworden, waarom hij voorgaf niet
te kunnen rijden. De band werd her
steld, doch Lehr bleef weigeren Eden
bood hem een nieuwen band aan, doch
ook dat hielp niet, en toen hij bleef
DOOR
J. A. M.
6) Wat verwacht werd, geschiedde. Toen
de heeren Kramers en Gevel binnentraden
ze hadden de eersten niet willen zijn
en kwamen dus wat later vonden ze
de verwachtenwat beiden genoegen
deed.
«Heeren," zei juffrouw Chandelier, toen
de begroetingen voorbij en de vrienden
gezeten waren, zoodanig, dat Kramers
zich naast het nichtje bevond, «ik zou u
wel vragen, of ik u een kopje koffie mocht
presenteeren, want ik neem van daag de
honneurs waar, omdat ik mijn lieven
oom daar straks bij het inschenken zoo
echt onhandig zag te werk gaan. Maar
hij heeft voor zoo'n klein koffiekannetje
gezorgd
«Wacht, ik zal eens aan de juffrouw
vragen, of ze nog wat koffie heeft," zei
van Dun.
Iedereen begrijpt, wie de juffrouw is.
»0, dat is volstrekt niet noodig," haast
te Kramers zich te zeggen, «we hebben
al koffie gedronken."
»Nu, dan zal ik ze toch roepen om
alles af te nemen. Ik mag de dames im
mers wel verzoeken om een glaasje ma
dera met ons te drinken?"
Terwijl de changement vue, die daar
door noodzakelijk geworden was, heel
stil door de juffrouw werd bewerkstelligd,
vond Gevel de gelegenheid om aan juf
frouw Melia te vragen of ze Zondags te
voren veel genoegen met de familie had
gehad.
Ze verstond hem niet, ze was aan zijn
spraak nog niet gewend, maar meende
toch, dat hij iets aardigs zei, omdat hij
lachte: waarbij hij de gewoonte had
zijn knevel op te trekken, ten gevolge
van welke beweging zich steeds kleine
rimpeltjes op den neus en een breede
plooi onder elk oog vertoonden. Kramers
had hem wel verslaan en trapte hem op
de teenen.
»Of u zondag veel plezier met de
familie gehad hebt," herhaalde Gevel,
«Och dat gaat nog al" antwoordde ze,
en ze lachte van den weerstuit of om het
zonderlinge gezicht van Gevel, maar ze
bracht het er niet beter af. Verbeeld u
een locomotief te hooren, die stoom uit
laat, en dat geluid pianissimo, eu ge zult
er eenig idee van hebben, hoe juffrouw
Melia lachte. En dat lachen scheen be-
besmettelijk te zijn, want Marie lachte
ook al, misschien om dezelfde reden,
maar het klonk helder en vroolijk Kra
mers deed even mee, en verheugde zich,
dat hij zijn vriend Gevel van een gevaar
lijk onderwerp afgebracht had.
«Juffrouw, uwe gezondheid I"
„Santé, mijnheer!"
Het prettig gerinkink van aanstooten-
de wijnglazen smoorde gelukkig de mis
dadige plannen van mijnheer Gevel, die
zich verbeeldde mejuffrouw Amelia door
die vraag tot de bekentenis te kunnen
dwingen, dat het bestaan van die familie
zeer twijfelachtig was. Eyen gelukkig was
het, dat er dien morgen vlak voor de
vensters van van Dun een paard van een
vigelante was doodgevallen, waardoor ge
noemde heer, die oog en oorgetuige van
het accident met al zijne gevolgen ge
weest was, zich verplicht rekende, de
heele historie aan zijne bezoekers te ver
tellenwat eveneens een welkome
afleiding voor den bliksem was, dien
Gevel zich had voorgenomen op hel hoofd
van de juffrouw, «die geeu zin in hem
had," neer te slingeren.
Een man, die zooveel van beschouwin
gen hield als van Dun, verdiepte zich
natuurljjk ook in datgene, wat niet ge
beurd zou zijn, als dit of dat gebeurd
was, en wat er gebeurd was, toen er
voor zooveel jaar hetzelfde gebeurd was.
Dit alles doorspekt met ondeugende aan
merkingen van Marie, die het overdreven
voorgestelde nog erger maakte, en met
onnoozele uitroepen van Gevel, terwijl
juffrouw Melia de nabootsingen van deri
locomotief voortzette, en Kramers zich
vergenoegde met het nichtje van den
boekhouder glimlachend aan te staren,
wilt ge liever, te bewonderen.
En toen van Dun de gewaarwordingen
van de dame beschreef, die door het
plotseling overlijden van haar edel rijdier
genoodzaakt geworden was haar tocht
verder te voet voort te zetten, werd hij
waarlijk roerend.
«Gelukkig is ze er nu met den schrik
afgekomen, maar wat had het niet kun
nen zijn, als hel lichte rijtuig omgeslagen
was. Zoo'n jong, teer schepseltje, als er
in zat. Hoe zou haar moeder geschrikt
zijn, als ze haar kind voor dood thuis
gekregen had I"
«En die moeder had er ook wal van
kunnen krijgen," zei hei nichtje met een
heel effen gezicht, maar haar oogen zeiden
het tegendeel. Kramers keek de zijne
uit. «Dal allemaal zou de schuld ge
weest zijn van den koetsier, die het paard
geen voeder genoeg gegeven had. Een
heele verantwoording voor zoo'n man. Te
veel bijna voor een mensch."
«Je hebt wel gelijk! Een ongeluk
schuilt in een klein hoekje, maar dat be
seffen de menschen te weinig
«En toch bestaat er een heel eenvou
dig middel om zich voor al zulke rampen
te vrijwaren. Maar de meeste menschen
gelooven er niet aan
«Wat is dat dan, Marie?" vroeg oom
lief nieuwsgierig.
«Wel, men laat zich eenvoudig de
toekomst voorspellen, en neemt dan zijn
maatregelen."
«Gelooft u dan inderdaad aan de praat
jes van kaartlegsters of dergeljjke lieden
wien het alleen te doen is om den men
schen het geld uit den zak te klopper.?"
zei Kramers op vragenden toon.
«Zeker, mijnheer," maar haar klein
voeije gaf hein thans een zelfde teeken,
als hij in 'l begin aan Gevel gegeven had,
en dat in verband met het pas door haar
gezegde zeer begrijpelijk was, „men ziet
immers zoo dikwijls, dat het uitkomt.
Daar heb je bijvoorbeeld de tante van
onze winkeljuffrouw. Aari die was door
zoo'n soort mensch gezegd, dat haar
binnen een jaar een groot geluk zou
overkomen, en wat gebeurt er? Haai
man sterft in den bepaalden tijd."
«Ja maar, Marie," zei de boekhouder