NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
EEK VROUW 011 DE KAART,
Kwakzalverij.
Nu. 39.
Woensdag 16 Mei 1894.
Drie-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Feuilleton.
AMERSFOORT
CODRANT.
VOOR
abonnementsprijs:
F67 3 ïnaauden 1.Franco per post door het geheele fiijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intekenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 18 regels f 0,40 j iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Wanneer men de advertentie
kolommen doorleest, moet men
zich wel eens verbazen over het
feit, dat er altijd nog sterfgeval
len voorkomen of anders over het
feit, dat niet alle menschen een
gezegenden ouderdom bereiken.
De oorzaak hiervan kan alleen
deze zijn, dat alle menschen de
/eyensmiddelen nog niet kennen
of ze kennende er geen gebruik
van maken. Ik geloof, dat het
daarom zijn nut kan hebben er
hier eens <>p te wijzen; en verle
gen behoef ik niet te zijn in het
zoeken, want de middelen zijn
legio. In één krant vind ik alleen
de volgende tot heil der mensch-
heid aangeprezen. «Beschuiten
Ollivier." geven zekere en radicale
genezing van alle mogelijke nieuwe
of oude geheime ziekten, verzwe
ringen, rheumatisme, enz. enz.
«Anker-Sarsaparillian," het beste
bloedreinigingsmiddel der wereld,
uitstekend tegen skrofulose, jicht
enz. enz. Door een des te bevra
gen middel wordt asthma oogen-
blikkelijk genezen. «Dr. Spranger's
maagdroppels" helpen onmiddelijk
bij schele hoofdpijn, maagkramp,
nemen het kwaadaardige van iedere
ziekte weg, enz. enz. «Dethan pastil-
les"genezenspoedig keelpijn,schor
heid. ontsteking, enz. enz. De ver
dere opsomming schenke mij de
lezer; uit iedere krant kan hij de
reeks aanvullen. Alle preparaten
zijn natuurlijk probatum, door de
vermaardste geneeskundige spe
cialiteiten geautoriseerd, en elk
op zich zelve is het beste en goed
koopste in gebruik en genees
krachtig voor alle kwalen. Geen
dier middelen zal uitgegeven wor
den voor het levens-elixer, maar mij
dunkt als men ze alle dooreen
mengt dan moet men er wel een
krijgen. In spijt van alle maand
bladen tegen de kwakzalverij vin
den die middeltjes blijkbaar nog
al aftrek, anders zouden ze niet
zoo voortdurend geadverteerd wor
den. Het heirleger van alchimisten
kan dus vrij voortgaan met uit
vinden, in hun vak is nog geen
malaise.
Gevraagd, hoe bij de tegen
woordige hoogte in de wetenschap
zijn zaken nog zoo winstgevend
blijven staan, antwoordt de alchi
mist-kwakzalver De heelkunde
heeft in onze eeuw groote vorde
ringen gemaakthad de genees
kunde van den inwendigen mensch
even goede resultaten aan te wij
zen, dan zouden onze middelen
geen navraag hebben. Doch hoe
is het met de geneeskunde gesteld?
De baccillen en microben verme
nigvuldigen bij den daggelukkig
dat sommige nauwelijks één dag
leven. Men heeft nog te weinig
zekerheid, het is zoeken en proe
ven nemen, vivi-injectie op men
schen. En overigens is evenzeer
als voor ons elixer-zoekenden ook
voor de mannen der wetenschap
van toepassing de legende van het
huwelijk van den engel des doods.
Deze werd eens uitgezonden om
een schoon meisje te halen, maar
toen hij haar zag werd hij ver
liefd en huwde haar. Verschrik
kelijk was de straf voor zijn onge
hoorzaamheid. Het schoone meisje
werd een ware helleveeg, die hem
het leven ondragelijk maakte, en
daar hij geweigerd had haar
dooden toen haar laatste uur was
geslagen, was zij nu onsterfelijk.
In wanhoop verliet hij haar en
haar kind en wilde-nooit in haar
nabijheid komen, zoodat haar om
geving altijd gezond was. De zoon
van den dood groeide op en werd
een bekwaam dokter. Zijn roem
werd wijd en zijd verbreid, want
hij kende het geheim van den dood,
dat deze in een zwak oogenblik
aan zijn vrouw, die hem onder
den pantoffel had, geopenbaard
had. Als de engel aan het voeten
einde van het bed stond, dan
maakte hij de patiënt alleen maar
bangmaar plaatste hij zich aan
het hoofdeinde dan was het hem
ernst en alle hoop was ijdel.
De dokter zag zijn vader, al was
deze voor anderen onzichtbaar,
en daardoor was hij in staat met
onfeilbare nauwkeurigheid te pro-
feteeren over den afloop. VnnrHat
de slimme rekel zijn oordeel uit
sprak voelde hij den pols, klopte
hij op de borst en meer van die
grappen, en als hij voorzag, dat
de patiënt zeker beter zou worden
ging hij ijverig recepten schrijven.
Nu gebeurde het eens, dat de
prinses van Paphlagonië ernstig
ziek werdhare lijfartsen wisten
geen raad meer.
Toen vaardigde de koning een
proclamatie uit, dat wie haar ge
nezen kon haar tot vrouw zou
krijgen. De faam van de schoone
prinses was even ver doorgedron
gen als de roem van den mach
tigen aesculaap, zoodat bij dezen
de begeerte opkwam, om naar
de schoone prijs te dingen. De
zoon van den dood ging dan op
reis over land en zee, overal waar
hij kwam de zieken genezende,
die nog niet bestemd waren om
te sterven. Eindelijk kwam hij in
de hoofdstad van Paphlagonië aan,
en werd met groote vreugde ont
vangen door den koning en zijn
hofhouding en aanstonds naar de
ziekenkamer geleid. Hij was op
getogen van bewondering voor de
ongeëvenaarde schoonheid van de
prinses, maar zijn hart verstijfde
van ontzetting toen hij de engel
des doods bemerkte, staande aan
het hoofdeneinde van de leger
stede. Na een oogenblik van
vreeselijken angst beval hij alle
aanwezigen het vertrek te verla
ten; toen verbrak hij voor het
eerst het stilzwijgen, dat zijn
moeder hem had opgelegd, en
zeide «Vader, hebt gij geen me
delijden met mij, gij die zelf
eenmaal een vrouw bemind hebt?"
De dood antwoordde met een
holle stem: «Ik moet mijn plicht
doen." Eono was ill ongehoorzaam,
en mijn straf was grooter dan ik
kon dragen." «Vader, smeekte de
dokter, wilt gij niet naar den
anderen kant van het bed gaan
«Neen, ik kan niet," antwoordde
de dood barsch, sik heb bevel
om hier te staan, en ik blijf hier."
«Dus gij blijft daar, wat ik ook
zeg of doe? kreet de wanhopige
dokter. »Ja," antwoordde de dood
met beslistheid. Tot uiterste wan
hoop gedreven, riep de dokter de
bedienden weer binnen en verzocht
hen het bed om te draaien, zoo
dat de dood toch aan het voeten
einde zou staan. Maar de dood,
ziende hoe hij verschalkt werd,
snelde terug naar het hoofden
einde. Daarop zond de dokter de
bedienden weer weg, en verweet
zijn vader het verbreken van zijn
belofte, maar de dood bleef hard
nekkig volhouden. Toen raakte
het geduld van den dokter uitge
put en woedend riep hij uit«Als
je nu niet dadelijk weggaat zal
ik moeder laten halen I" En oogen-
blikkelijk verdween de engel des
doods.
Zie, het is nog maar een aardig
verhaaltje. Het huwelijk van den
dood is nog maar een mythe en
zijn onfeilbare zoon een droom.
De dood is nog een vrijgezel en
de wetenschap nog niet helleveeg
genoeg om hem weg te jagen.
Uitslag der verkiezingen voor de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
1. liberaal,
a.-r. anti-revolutionair,
k roomsch-katholiek.
De namen der voorstanders van eene
kiesrechtregeling in deD geest van het
ontwerp-Tak zijn cursief gedrukt.
Rotterdam, 8422 kiezers.
Uitgebracht 4027 geldige stemmen.
Mr. J. van Gennep (I.) 2864 stemmen
P. R. Mees (I821
J M. Voorhoeve (a.-r.) 32Z
Gekozen de heer van Gennep.
's Gravenliage, 8319 kiezers.
Uitgebracht 5033 geldige stemmen.
Mr. J. G. S. Bevers (k.) 2049 stemmen
J. M. Pijnacker Hordijk (I.) 1697
Mr. A. J. W. v. Rojjen (I.) 1242
Herstemming tusschen de hh. Bevers
en Pijnacker Hordijk.
Sneek, 3739 kiezers.
Uitgebracht 2444 geldige stemmen.
Mr. J. A. van Gilse (I.) 87o stemmen
Mr. Tl\ Heemskerk (a.-r.) 717 stemmen
Mr. U H. Huber (a.-r.) 626
J. F. H. Bekhuis (k.) 240
Herstemming tusschen de hh. Van
Gilse en Heemskerk.
Kntwijk, 4060 kiezers.
Uitgebracht 3388 geldige stemmen.
Mr. F. J. M. A. Reekers (k.) 1518st.
J. H. Donner (a.-r.) 1160»
Mr. O. J. E. bar. v. Wassenaer (a.-r.) 448»
Mr. A. D. v. Assendelft de Coningh(l.) 215
Herstemming tusschen de hh. Ree
kers en Donner.
Slechts één van de vier verkiezingen,
die Vrijdag hebben plaats gehad, heeft
bij de eerste stemming tot een resultaat
DOOR
J. A. M.
7) „Maar mijnheer Kramers, wat wilt u
beginnen? Ik mag dat niet toelaten."
»Kom, kom," zeide deze»ge drijft
het wat ver, door in een onschuldig ver
maak iets kwaads te zien. Ik beleedig u
immers niet, wanneer ik denk, dal u wel
een spel kaarten zult bezitten?"
>Dat zeker I Maar ik neem de ver
antwoording
«Daar denkt niemand aan. Zou u zoo
goed willen zijn me dat voor eenige
oogenblikken te geven?"
De gewetensbezwaren weiden door de
vereenigde pogingen vaD de bezoekers
ten minste in zooverre vernietigd, dat
van Dun ten lange laatste zijn secretaire
durfde openen om er het verlangde uit
te voorschijn te halen. Hij wilde bij het
overhandigen nog eenige vermaningen ten
beste geven, maar deze werden bespaard
door zyn nichtje, die hem de kaarten
uit de hand narn en tevens op een toon,
zoo lief en zoo vleiend, dat zelfs een
vleeschklomp als de boekhouder er door
bedwongen werd, zeide: >Kom, oompje-
lief, laat ons dit genoegen. Zwyg nu
eens eventjes."
Onder algemeene stilte mengde Kramers
de kaarten vlug en handig dooreen, liet
juffrouw Marie coupeeren en legde ver
volgens negen kaarten, drie aan drie,
blind op de tafel. Vervolgens zette hij
zich in postuur en keerde de eerste kaart
om: 't was schoppenaas.
«Juffrouw, u wordt in het geheim be
mind en ik zie aan de kleur van het aas,
dat het iemand is met zwart haar." Hij
keek haar thans op dezelfde wijze aan
als even te voren, toen maakte hij eene
kleine pauze en toonde de tweede kaart;
ruitenaas. «Hieruit maak ik op, dat de
bedoelde persoon niet uit deze stad af
komstig is, en dat wordt ten overvloede
nog daaruit bewezen, dat er een vreem
de stad op deze kaart is afgebeeld
schoppen tien. De persoon wien liet aan
gaat, zal u binnen tien uren of binnen
tien dagen persoonlijk of schriftelijk her
halen, dat hij u liefheeft. Klaveren acht.
Het zal in den tijd van weken of dagen
een engagement zijn of een sterfgeval,
maar," ging hij voort bjj het blootleg
gen van hartenlien, «komt het tot het
eerste, dan zal er in tien maanden na
dien tijd eene gewichtige beslissing ge
nomen worden. Om het vervolg te weten,
wend ik de vier nog omliggende kaarten
schoppenvrouw, hartenkoning, harten
vrouw en klaverenzeven. Schoppenvrouw
is iemand van uwe kennis, die er zich
in het eerst geweldig tegen verzetten zal,
dat ge u met een jongen man verbindt,
maar de opeenvolgende koning en vrouw,
echtgenooten, ouders van een der be
trokken partijen, zullen de zaak tot een
gelukkig einde brengen, terwijl de aller
laatste kaart de gewichtige tnededeeling
behelst, dat degene, dien de eerste kaart
heeft leeren kennen, een naam draagt,
die uit zeven letters bestaat."
De stilte werd niet onmiddellijk ver
broken. Wal daar gezegd was, had nie
mand verwacht te hooren. De bedoe
ling moest nochtans voor iedereen dui
delijk zijn, omdat de toepassing op een
bepaald persoon als het ware voor de
hand lag, al wachtten allen er zich wel
voor om tot Kramers te zeggen, dat degene,
»die in het geheim beminde," hun met
naam en toenaam bekend was.
»En thans, juffrouw," vroeg de C8n-
didaal-notaris die de kaarten weer opge
nomen had, »laat ik het aan u over te
beoordeelen, of datgene, wat ik u voot-
speld heb, gunstig is of niet."
»Hè, mijnheer, dat hebt u zoo aardig
gedaan," zei juffrouw Melia, »doe het nu
voor mij ook eens."
»Maar kunt u zijn naam zeggen,"
vroeg Marie, voor dat Kramers gelegen
heid had haar vriendin te beantwoorden, »u
hebt mij waarlijk nieuwsgierig gemaakt."
»Ge weet, wat ik gezegd hebbinnen
tien uren of tien dagen zult ge hem
kennen.
»Och I mijnheer, vergeet mij nu niet,"
zeurde Melia.
«Pardon, ik kan het onmogelijk doen.
Ik heb slechts eens per dag de gave der
voorspelling."
«Ja wel. malligheid," verklaarde de
boekhouder. «Ik heb zeer goed begre
pen, waar mijnheer heen wilde. En ik zal
hel in het oor knoopen. Als alle kaartleg
sters uw voorbeeld volgden, dan zou ik
er geen bezwaar in zien er eene te raad
plegen."
«Kom oom, 't was immers maar eene
aardigheid. Mijnheer Kramers spreekt
zichzelven bovendien nog tegen. Eerst
geeft hij de keus tusschen een engage
ment en een sterfgeval, en later komt
alles tot een gelukkig einde. Dat klopt
niet."
«Dan hebt u het niet begrepen, lieve
juffrouw," verduidelijkte Kramers. «Ik
heb alleen datgene voorspeld, wat het
gevolg van het engagement zal zijn, en
dat zal een gelukkig einde hebben: ter
wijl ik gezwegen heb over datgene, wat
er na hei mogeljjke sterfgeval gebeuren
zou."
«Laten we er maar niet over rede
twisten," zei ze lachend. «Ik geloof bet
toch niet."
Wat er verder gesproken werd, weet
ik wel, maar verzwijg ik eenvoudig, om
dat het mijn vertelling volstrekt niets
gemeens heelt, maar ik voel mij verplicht
te zeggen, dat de heeren de dames bij
het vertrek begeleidden, en het zoodanig
wisten aan te leggen, dal Kramers met
juffrouw Marie achter de twee anderen
liep.
Ik herinner me niet meer of den
candidaat-notaris iets aan zyn voel
scheelde, wit hem tot langzamer loopen
had kunnen noodzaken, of dat Gevel zijn
dame spoedig wenschte getransporteeerd
te hebben, dat is zeker, er kwam en
bleef spoedig een afstand van een el of
tien tusschen de beide paren.
Dat Kramers daarvan gebruik maakte
om een heel vertrouwelijk gesprek met
juffrouw Marie aan te knoopen, spreekt
van zelf, en dat hij haar voor de tweede
oraal tot een avondwandeling uitnooüigde,
is zoo licht te begrijpen, dat het eigen
lijk een dwaasheid van me is, het hier