NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND Onze politie. Wie Je daders EEN VROÜÏÏ Ü1T DE KAART, OfMeele Publicatie. Woensdag 23 Mei 1894. Drie-en-twiiitigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. F euilleton. i\o. 41. AMIRSFOORTSCIE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Her 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Eijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Het gebeurde in den nacht van Zaterdag op Zondag 1.1. heeft weer eens de aandacht gevestigd op het zeer onvoldoende politietoe zicht in onze gemeente. De toestand is zoo onhoudbaar, want wij blieken des nachts bijna geheel onbeveiligd te zijn tegen gevaar, en het behoeft ons niets meer te verwonderen als er nog erger dingen gebeuren zonder dat er een haan naar kraait. Hoe de verschillende straat schenderijen onopgemerkt zijn ge bleven, is ons een raadsel, want op verschillende plaatsen van de stad is de bende bezig geweest en die bezigheden hebben blijk baar nog al eenigen tijd geduurd en hebben niet zonder rumoer kunnen plaats grijpen. Wij willen echter niet aanne men, dat de nachtwakers de oogen hebben toegeknepen of in het ge voel van hun onmacht op vol doenden afstand zijn gebleven. Wij willen het alleen wijten aan hun gering aantal, dat, naar wij vernemen, in 't geheel vijf be draagt. Dit is ontegenzeggelijk veel te klein voor onze stad, vooral in den tegenwoordigen tijd. De behoefte aan vermeerdering van politie-personeel heeft zich al zoo lang doen gevoelen, dat het nu meer dan ooit tijd wordt met die uitbreiding te beginnen en tevens een andere organisatie in te voeren. Onze geheele politie macht bestaat, behalve commis saris, inspecteur en hoofdagent, uit twintig man, alles meegere kend dag- en nachtwakersdit getal dient grooter te worden en dan zal tevens een groote verbe tering worden aangehracht dooi de nachtwakers te vervangen door ook bij dag dienende beambten. De commissaris zelfheeft hierop reeds meermalen gewezen, maar zijn wenschen bleven vrome wen- schen. Blijft de tegenwoordige toestand echter nog langer be stendigd, dan zal de burgerij genoodzaakt zijn zelf voor hare veiligheid te zorgen, en gelijk elders ook gebeurt, zelf nachtwa kers moeten aanstellen. Wie warende straatschenders? Dit werd natuurlijk door iedereen gevraagd, en het antwoord bleef als gewoonlijk niet lang uit; als men het niet wist, dan meende men het wel te kunnen raden. »Meheer, de socialen zijn van nacht zoo aan den gang geweest!" zoo kwam mijn meid het nieuws vertellen. Ik achtte dit niet onmogelijk, daar ik verder nog van niets wist, maar toen ik het vernielingswerk zag, moest ik aanstonds bekennen, dat mijn meid het mis had. Zulk werk zonder eenig doel is niet van sociaal-democraten of derge lijke lui. Neen, het zal een grap moeten verheelden anders begrijp ik het niet. Voor dronkemans werk is het wel wat zwaar, en een eigenlijke studentengrap is het ook niet. Wat dan? Niets dan ruw geweld, een baldadig zich vergrijpen aan het eigendom van anderen, iets waarop in geenen- deele het woord grap van toepas sing is, in een w .ord straatschen derij, die gepaard is gegaan met braak en diefstal. Wij hopen niet, dat het waar is wat men mompelt, dat bewerkers van deze „grappen" zij zijn, die meer nog dan anderen moeten weten wat eer is, moe ten weten wat een fatsoenlijk man betaamt, en anderen ten voorbeeld moeten zijn. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gezien de aanschrijving van den heer Commissaris der Koningin inde provincie Utrecht van den 21. April 1894, No. 3 N. M. S. (provinciaalblad No 30); Gelet op art. 139 der wel van 19 Augustus l8bl (staatsblad No 172), be trekkelijk de nationale militie, Doen te weten, dat op het terrein der Infanterie-kazerne alhier op Donderdag, den 14. Juni aanslaande, 's voormiddags te 10 uren, door den Kolonel, Militie- Commissaris in de provincie Utrecht zullen worden onderzocht alle ir. deze gemeeote gevestigde verlofgangers der militie te land, die vóór den le April 1894 in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, om het even of zij it. den loop van dit jaar al dan niet tot opkomst onder de wapenen verplicht zijn (met uitzondering alleen van hen die in Juni a, s. in werkelijken dienst moeten opkomen) of wel tot vroegere lichtingen behooren en wegens latere inlijving of om andere redenen niet met de manschappen van de lichting waarvoor zij bij de militie dienen, ontslagen zijn. Burgemeester en Wethouders herinneren belanghebbenden hunne verplichting om in uniform ge kleed en -oorzien van de kleedingslukken, hun bij het vei trek met verlof medege geven, van hun zakboekje en verlofpas, op tijd en plaats voormeld te verschijnen en maken hen tevens opmerkzaam op het bij de wet bepaalde, dat hel crimineel wetboek en liet leglement van krijgstucht op de verlofgangeis van toepassing zjjn gedurende liet oudeizoek en in het al gemeen wanneer deze in uniform gekleed zijn. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 19. Mei lö94. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENN1NCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Bij de gisteren gehouden verkiezing van een lid der eerste Kamer door de Provinciale Staten van Noord-Holland is bij tweede stemming gekozen mr. G. van Tienhoven met 38 van de 64 uit gebrachte stemmen. Mr. M. C. van Hall, lid der Staten van Noord-Holland, verkreeg 22 stemmen. De ministers hebben zich, kort na hun optreden, aan de voorbereidende weikzaamheden gezet voor de samenstel ling van de staatsbegrooting voor het volgend dienstjaar. Naar vernomen wordt, bestaat het voornemen in deze week in de Tweede Kamer af te doen de weinig omvangrijke ontwerpen, welke thans aanhangig zijn en spoed vereischen. Aangezien er geene andere werkzaamhe den aan de orde zijn, zou de Kamer aan hel einde van de volgende week tot de helft of hel laatst van Juni uiteengaan, teneinde alsdan bij de hervatting van hare wei kzaamheden de leden toe te laten, bij de aanvullingsverkiezingen be noemd. Aan de leden der Tweede Kimer is toegezonden het verslag der Staatscom missie betreffende de droogmaking der Zuiderzee. Harmouicarijtnigeii. Van heden af zijn aan het station der Sta tsspoorwegmaatscliappij te 's-Graven- hage gestationeerd een tweetal harmoni carijtuigen, die met 1 Juni a.s. deel zul len uitmaken van den rechtstreekschen internationalen Irein naar Duitschland, welke des ochtends te 8.50 uur (locaaltijd) van 's-Gravenhage vertrekt. De rijtuigen zijn er op ingericht om een langdurige reis zoo gemakkelijk mo gelijk te maken. Over de geheele lengte van den waggon loopt aan ééne zijde een gangpad tusschen de zitplaatsen en de vensters. De reiziger kan in dezen corrider voor een van de vele portierra men plaatsnemen op een klepbarikje, dat aan den buitenwand bevestigd is. Aan de overzijde van de loopgang bevinden zich de daarvan door glazen schuifdeuren gescheiden compartimenten le en 2e klasse. De banken van de le klasse kunnen geheel in rustbedden herschapen worden op de wijze zooals men die slaapgelegen heden in scheepshutten aantreft. De zit tingen in de afgesloten coupé 2e kl. zijn tot comfortabele rustbanken in te richten. Vandaar komt men in een ruim salon gedeelte, waar de banken rug aan rug staan en dus niet coupé'sgewijze zijn ingericht. In elk compartiment of vak kunnen de reizigers zich aan een uitslaand tafel tje zetten en bevindt zich voor de ver lichting een dubbele reflector, die in een fr>ai bewerkte lamp brandt. Boven iedere zitplaats bevindt zich een nummer met een mechaniek, dat aantoont of de plaats al of niet bespro ken is, en waarvoor tusschenkomst van den conducteur moet worden ingeroepen die met een sleutel de aanduiding «bezet" kan te voorschijn brengen. Te Utrecht wordt dagelijks een restau rant wagen in den trein gelegd, welke ook salonwagens uit Amsterdam en Rot terdam zal opnemen. De rijtuigen worden onderling in ver binding gebracht door ijzeren klapbrug- getjes en het open gedeelte tusschen de wagens is dan overdekt met een windbalg als die eener harmonica. Vandaar de benaming van deze ver plaatsbare salons naar het bekende hand muziekinstrument. De anarchisten van Luik. Er moeten zich thans verscheidene Luiksche politieagenten in ons land be vinden ter opsporing van den veelbespro ken Russischen baron von Ungern Stern berg, medeplichtige aan de anarchistische aanslagen le Luik. Onder den naam Rech ter heeft de baron vijf dagen in het Renaissance-hotel le Maastricht doorge bracht, met den thans reeds gepakten Mulder, die zich daar Goebel noemde. Het is niet onmogelijk, dat de Russi sche baron ook in Amsterdam is geweest. Vanduar heeft hij tenminste een inge zonden stuk aan het Luiksche dagblad L'Expres gestuurd, waarop de poststem pel «Amsterdam, 17 Mei 94 8-9 v." vooikornt. Die brief kan echter ook door een handlanger uit Amsterdam zijn ver zonden. Op een Hollander in Luik rusten ook zware vermoedens. Nog eiken dag worden DOOR J. A. M. V. 9) lk vlei mezelven met de hoop, dat men uit het voorgaande eenigszins zal kunneD opmaken, wie de heer Kramers, candidaal-notaris was; maar om het por tret, dat ik getracht heb te teekenen, zooveel mogelijk meer gelijkend te maken, moet ik weder onbescheiden zijn en u een kijkje veroorloven in een album met gedichten. Hoewel het Kramers nooit in de ge dachten gekomen was voor da pers te werken, had hij toch, noem het een zwak al zijn verzen trouw bij elkander gehouden. Ze vormen een aardig bun deltje: die verzekering mag ik wel geven. Of ze ooit het licht zullen zien, durf ik niet te beoordeelen, en ik wil me zelfs niet uitlaten over hun meerdere of min dere dichterlijke waaide. Ik bepaal mij alleen tot het aanhalen van enkele stuk jes uit den tijd, toen hij verliefd was. We zaten in 't lief prieeltje En dronken Franschen wijn. Ik haar rozenmondje: Wat kan er heerlijker zijn? Haar geurige lipjes smaakten Naar suiker en Franschen wijn. Wie kan er op aarde zaliger Dan ik met zoo'n meisje zijn? O I kon ik mij maar veranderen. In suiker en Franschen wijn, Dan zou Marie het glaasje Waarin ik geschonken werd zijn. Het prieeltje is te vinden in een der talrijke theetuinen in den omtrek van Rotterdam. Van een anderen datum, als ik mijn almanak van dat jaar nasla, een dag in de week is het volgende Op mijn arm daar is een plekje, Waar een handje heeft gerust, Dat ik dikwijls vurig, teeder, Zacht en innig heb gekust. Als mijn oog dat lieve plekje, Mij zoo dierbaar, nogmaals ziet, Denk ik: «Waarom komt dat handje, «Waarom komt Marie nog niet?" De lezing daarvan moet den indruk maken, alsof Marie voor Kramers een heilige was, die door bare aaniakii g al leen het onaanzienlijkste in iets schoons wist om te scheppen. En om le laten zien, hoe vei liefden hechten aan kleinig heden, schrjjf ik deze twintig regels over: Toen 'k voor den eersten keer Van haar een briefje had ontvangen, Scheurde ik het open, vol verlangen Naar d' aanhef, 't Was Mijnheer! Ras had ik meer verdiend. In brieven, kort daarna Beschreven Werd 'mij reeus beter naarn gegeven, En 't heette Lieve Vriend. Maar dat het schooner kan, Mijn liefje weet het goed, waarachtig En daarom schrijft ze al kort en krachtig Er boven Beste Jan. P' sschien dat mijn Marie, Indien ze mij nog eens wil schrijven Het daarbij niet zal laten blijven, Dan wordt liet Mod Chéri. Doch wanneer Lieve man? Hoe lang zal 't nog wel moeten duren, Voordat ze mij zoo'n brief kan sturen I Het zit er nog niet an. Van nog later dagteekening is een gedicht van ik weet niet hoeveel cou pletten, waarin juffrouw Chandelier haar fijn beschreven wordt: de twee laatste zullen, meen ik, voldoende zijn,' om een denkbeeld van het geheel te geven, maar gebruik s. v. p. een verkleingas: Een halsje zoo poezel en wangen zoo zacht, Een taille zoo slank en een mond die zoo lacht, Een voetje zoo klein: dat is waar ik ook zie, Toch nergens te vinden dan bij m'n Marie. En was 't, dal het noodlot m'n liefje me ontnam, Ik vond zoo geen tweede in geheel Rot terdam. Neen, 'k wil haar niet missen. En wal er geschiè, ik Heb niemand zoo lief als m'n kleine Marie. Vier gedichten staan in dat album, die tusschen de andere een figuur maken, als menschen, die ter begrafenis gaan onder vroolijke bruiloftsgasten. Hoor het eerste maar Luchtig walsen vlugge schoonen Op de toonen Van een dartle dansmuziek. Ook m'n liefje kan het valscl.er? Heeft een walser. Zij geniet en ik ben ziek. Daar schuilt wat achter, want er is bitterheid in die woorden. De dagtee kening is van den vijfden zondag na dien van het kaartleggen. Toen moest er dus iets geschied zijn. Het tweede, van maandag, is duidelijker, en heeft een opschrift: Een liefdesgeschiedenis. Ik vroeg haar eens: «O, zeg Marie, «Kunt gij mjj wel beminnen?" En zij: «Wacht nog een dag of drie, »'k Moet mij vooraf bezinnen." Eerst was het antwoord neen, toen jal Maar 't was er ook eer. liefde na. En weet ge, wat er is gebeurd? Ze heeft me gauw vergeten, Daarna mijn liart vaneen gescheurd. En op den grond gesmeten, En toen, ze gilde 't uit van pret, Haar voet er boven op gezet.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1