NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. De repring 11 Frankrijk. Officieele Publicatie. Feuilleton. WIENS HOED IS DAT? Woensdag 27 Juni 1894. Drie-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG BINNENLAND. i\u. 51. AMERSFOORTSCIE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Fer 3 maanden ƒ1.Franco per post door het goheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. .T. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advortentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Croote letters en vignetten naar plaatsruimte. Frankrijk heeft een president verloren, een die al zijn opvol gers ten voorbeeld kan strekken. Eenvoudig in zijn optreden, steeds zichzelven gelijk, en bovenal een zeldzame, onkreukbare eerlijkheid en rechtschapenheid, deze eigenschappen maakten |hem tot den rechten man, dien Frankrijk noodig heeft. Hij stond boven de partijen, was de eerste republikein in de republiek; in zeker zin kan ook hem, evenals het hoofd eener constitutioneele monarchie, tot eer worden nagegeven, dat hij constitutioneel geregeerd heeft. Een president verschilt van een constitutioneel vorst eigenlijk al leen hierin, dat zijn aanblijven of aftreden om de zooveel jaren van de beslissing van het volk word afhankelijk gemaakt. Niet ten onrechte schreef onlangs een Fransch blad, dat de tegenwoor dige regeeringsvorm der Fransche republiek niet veel verschilt van een koningschap, alleen de erfe lijkheid is opgeheven en in de plaats daarvan heeft men de na- deelen van de periodieke verkie zingen. Het blad achtte het beter nog een stap verder te gaan en een bondsraad in te stellen naar het voorbeeld van Zwitserland. Of dit idee veel aanhang zal vin den, is te betwijfelenhet mo narchale zit er bij de Franschen nog te veel in, en zij houden van variatie. Tengevolge van deze neiging zou dit jaar wellicht het laatste regeeringsjaar van Carnot geweest zijn. Blijkens een on langs door een der'dagbladen uitgeschreven volksstemming zou Carnot voor een herkiezing wei nig kans gehad hebben en zou nog wel Victor Napoleon de meeste stemmen krijgen. Die stemming beteekende wel zooveel niet, maar zij is toch opmerkelijk. De Fran schen zijn inderdaad niet zoo anti-koningsgezind, en als ze het zijn, is het om de onwaardigheid of nietswaardigheid van sommigen hunner vroegere vorsten Dat die vorsten zoo en niet anders waren het was waarlijk niet geheel hun eigen schuld, het komt voor een groot deel op re kening van de onderdanen zelve. Niet weinig heeft er toe bijge dragen, het schijnt wel vreemd, maar toch is het zoo, de ver goding, die tot het uiterste ge dreven vereering van den vorst. Hiervan één staaltje uit vele. De meeste schrijvers waren gewoon hun eerste werk aan den koning op te dragen, natuurlijk met zeer verschillende beweegredenen. Deze volgde ook een zekere Amelot de la Houssaie met zijn uit het Spaansch vertaald werk nl'Homme de Cour," Paris 1690. In zijn aan Lodewijk XIV lezen wij b.v. Gelijk gij, Sire, de Achilles zijt van Europa, zoo hebt gij geheel Europa tot Homerus; gij zijt, eigenlijk gezegd, de man van de faam. Wanneer gij ter oorlog uitgaat, verblijden wij ons even zeer als wanneer gij terugkeert, omdat wij verzekerd zijn, dat gij ter overwinning gaat. Gij hebt er ons zoo aan gewend u groo- te dingen te zien doen, dat wij zouden ophouden u te bewonde ren ter oorzake van het gewone, indien gij niet het geheim gevon den had om er iederen dag nieuwe te doen. In twee- en- veertig regeeringsjaren hebt gij zooveel gedaan als veertig koningen, en uwe opvolgers zullen reden heb ben van u te zeggen, wat Phi lips II van Ferdinand zeide: aan dezen koning zijn wij alles verschuldigd. Maar ik weet niet, Sire, of die opvolgers, al zijn ze u nog zooveel verplicht, ooit uw gedachtenis kunnen beminnen want de onmogelijkheid om u na te volgen zal maken, dat zij u meer benijden dan danken, omdat hun onderdanen zullen eischen, dat zij zijn gelijk zij weten dat gij waart, Lodewijk de Groote. Zij zullen, gelijk het volk ge woon is, hatelijke vergelijkingen maken tusschen u en deze vor sten en het verschil, dat zij vin den tusschen hunne daden en de uwe, zal oorzaak zijn, dat de bewondering voor u ,de achting en liefde voor genen zal verklei nen. Maar wat die vorsten zal troosten is, dat het hun niet aan vleiers zal ontbreken, die hen soms het genoegen zullen doen, hen te vergelijken met uwe ma jesteit. Uwe eigenschappen onder hon derd mannen verdeeld, zouden ieder van deze tot een groot per soon maken. Zijt gij een groot koning, gij zijt nog grooter als mensch, een hoedanigheid welke Augustus u zou benijd hebben gij zijt koning geboren, gij zijt het non-plus-ultra van koninklijk heid. Verscheidene vorsten waren groot, omdat zij gelukkig waren; maar gij, Sire, zijt gelukkig, omdat gij groot zijt. Uw wijsheid is de moeder van uw geluken wanneer wij zeggen, dat gij gelukkig zijt, dan zeggen wij dit niet van uw fortuin, maar van uw schoone ziel, die u waardig maakt het te zijn. Waneer geheel Europa zich tegen u verbond, om den stroom uwer veroveringen te stuiten, het zou u slechts een oogwenk kosten om het verbond te vernietigen. Maar genoeg hiervan. De schrij ver gaat zoo nog dertig bladzijden voort, met onverminderd tempo, ja steeds nog hooger op. En wat hij deed, deden voor en na hem zooveel anderen. Van denzelfden koning zeide de Jezuiet Boré in zijn gedachtenisrede»IIij is zoo volkomen het evenbeeld van God geweest, dat, toen hij in den He mel kwam, de Heere God werke lijk in verlegenheid geraakte, of Hij hem aan Zichzelf gelijk of alleen gelijkend zou maken." Nu, als een vorst zoo wordt vergood, en vooral als hij de negatieve eigenschappen bezit van die welke men hem toekent, wat moet hij dan wel worden, en wat moeten de onderdanen denken, die wel beter weten De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal verga deren op Donderdag, den 28. Juni aan staande, des namiddags te halftwee ure. Amersfoort, den 25. Juni 1894. De Burgemeester voornoemd, F. U. SCH1MMELPENN1NCK. Aan het Vad. wordt uit Suriname gemeld, dat de proc.-generaal, rnr. J. Kalfï tot herstel van gezondheid, met verlof naar Nederland is vertrokken. Twee wagonladingen vee uit Gro ningen, de vorige week uit Duitschland teruggezonden, onder vermoeden dat er besmet vee onder was, zijn door bemid deling van den districts-veearts thans zonder bezwaar aldaar ingevoerd. Meu heeft te Hilversum een rijken bedelaar ontdekt in zekeren Vos; toen bij hem in huis onderzoek gedaan werd, werd f634 aan zilvergeld bij hem ge vonden. De bergplaats van dezen spaar- spot was eene buiten gebruik zijnde wieg. Hij heeft dan aanzienlijk bedrag enkel met bedelen verzameld, maar liet zijne kinderen in de ergste verwaarloozing, haast zonder kleederen en voedsel, rond- loooen, en wist door zijn erbarmelijk voorkomen en dat zijner kinderen het medelijden op te wekken. De vrees voor de heerschende pok ziekte te Hilversum schijnt vele families en van terug te houden, de zomermaan den in deze streken door te brengen. Deze vrees is echter zeer overdreven. Vandaar dat aan de correspondenten der dagbladen van officieele zijde verzocht is, wekelijks den staat der ziekte te melden. Op het oogenblik heerschen in deze ge meente, welke ruim 13,000 inwoners telt, de pokken in 9 gezinnen, en zijn 12 lijders door de ziekte aangetast. Slechts één geval is van ernstigen aard, terwijl de overige gevallen gewijzigde pokken zijn. Zooals onlangs werd gemeld, is door het hoofdbestuur van den «Bond van orde door hervorming" eene commis sie benoemd, die opdracht ontving een onderzoek in te stellen naar de wensche- lijkheid van de ontginning van gronden in Westerwolde. Te dien einde he'iben een paar leden dier commissie o. a. ook de ontginning van woesten grond in de buurt van Bremen in oogenschouw geno men. Binnenkort nu zal bedoelde com missie rappoit uitbrengen en, naar van bevoegde zijde gemeld wordt, luidt dat rapport gunstig. Het 31e Christelijk Nationaal Zen- diDgsfeest zal den 4 Juli worden gehou den op Middachten bij De Steeg. Er loopen dien dag feesttreinen en extra- treinen van bijna alle stations in Neder land. Op 4 spreekplaatsen zullen toe spraken worden gehouden, door bekende predikanten en zendelingen. Eene laaghartige daad. Op den spoorweg tusschen Tongeren en St. Tiuiden werd Zondagavond tegen DOOR g. w. h. 4) Het gesprek liep over allerlei on derwerpen, totdat Vermeulen onver wachts bijbracht »Nu eene andere quaestie. Bij elke goed geregelde vergadering behoort een president of ten minste iemand, die zijne plaats vervult. In dit geval moet een van ons het zijn. Maar laten we vooraf be palen wie, anders loopt van avond de boel in 't riet. Ik zeg het maar om ter wille van orde en enfin. >0, daarover zullen we niet kijven," zjj de officier lachend, en hij voegde er met eene mengeling van trots en wel willendheid bij«Neem u van avond het beleid der zaken maar op u." Dennekamp had uit de houding van den rentenier te zijnen opzichte meenen te kunnen afleiden, dat deze zich gewon nen zou geveD, wat den strijd over het reglement betreft, zooals reeds gezegd Zjjne goede luim, daardoor ontstaan i>t« hem tot welwillendheid jegens dezen. Ook twijfelde hij er in het minst niet aan, dat hij tot president zou ge kozen worden, daar volgens zijn oordeel niemand beter berekend was voor de taak van voorzitter te zijn, en geen der leden daartoe beter gelegenheid had. Hij dacht er dus geen oogenblik aan, dat zijne zaak eenig nadeel zou lijden, wanneer hjj de leiding der vergadering voor dezen eersten avond aan zijn me destander overliet. Het duurde niet lang of de zaal was gevuld. Den dominee uitgezonderd, waren allen opgekomen, zoodat de vergadering uit drie eo twintig personen bestond, die in groepjes van vier of vijf verdeeld waren. De officier plaatste zich zoo, dat hij het gezicht over het geheele «corps" had. Hij hield zich met zijne eigen gedachten bezig, verwelkomde allen met een beleefden groet, doch sprak voor het overige weinig. Hij verplaatste zich weder in den tijd, toen hij over een »heir" commandeerde, veel talrijker dan deze vergadering. Wat gaf hem daartoe aanleiding? De gedachte, dat alle heeren die hier bijeen waren, op zijne stem waren saamgestroomd. Ja, de positie, waarin hij nu vei keerde, had iets van die eens krijgsoversten, die het com mando heeft over eene afdeeling krijgs volk, meende hjj. 't Was jammer, dal hij dat corps niet kon laten manoeuvree ren. Maar, waar dacht hij aanhij had het bevel over de troepen neergelegd, of liever, aan een ander overgedragen. Ja, dat was onbedachtzaam geweest, doch het was nu eenmaal zoo. Het zou toch niet onaardig zijn, wanneer hij een toespraak hield tot het uitgelezen corps! Hij stond op, ging naar Vermeulen en wisselde eenige woorden met hem. De rentenier kon een glimlach niet verber gen, toen de officier weder naar zijne plaats keerde. Eenige oogenblikken later ging Den nekamp in de houding van iemand, die iets te zeggen heeft, aan het hooger einde van de lange tafel in het midden der zaal staan, er ontstond dadelijk stilte en de officier opende de vergade ring, door, zooals men zegt, met de deur in huis te vallen. Hij herinnerde den heeren het doel, waarmede zij waren saamgekomen, besprak in het kort het wenschelijke daarvan en stipte de ge noegens aan, die eene sociëteit in het dorp kon opleveren. Vervolgens bracht hij ter sprake, op welke manier het beoogde doel het best kon bereikt worden, en hoe de sociëteit inoest ingericht zjjn om* nuttig te werken en inderdaad voor de leden gepaste en aangename uitspan ning op te leveren. «Hiermede eindig ik," aldus besloot hjj zijne rede, «maar we zouden onze beraadslagingen moeielijk kunnen voortzetten zonder president. Voorloopig wensch ik in deze zaak, waaraan ik den eersten stoot meen ge geven te hebben, niet op den voorgrond te treden, en stel u dus voor den heer Vermeulen voor dezen avond tot voor zitter te benoemen." Op deze woorden, waarin de heer Dennekamp duidelijk genoeg te kennen gaf, wat hij in het vervolg voor zichzelven wenschte, volgde een daverend applaudis- sement. De heer Vermeulen dankte met eene buiging, noodigde de heeren uit zich rondom de tafel te scharen, zette zich eveneens neder en sprak de gebruikelijke ceremoniëele woorden: «Mijne Heeren, ik open deze verga dering." Hij toonde dus te weten, wat bij zulke gelegenheden gebruikelijk en gepast was, en gaf tevens een steek onder water aan den gepensionneerde, die de vormen geheel over het hoofd gezien had. Verscheidene aanwezigen hadden bij zichzelf de opmerking gemaakt, dat zij eigenlijk al wisten, wat de heer Denne kamp gedebiteerd had. Vermeulen be handelde nu wel is waar hetzelfde, maar met meer tact, en wist zijne hoorders belang in te boezemen. Het was de eerste maal niet, dat hij voor eene ver gadering sprak en, waren zijne gewone gesprekken slechts alledaagsch, de kunst van eene deftige aanspraak te houden verstond hij voldoende. Nadat hij zijne meening uitgesproken en de aandacht der vergadering op eenige punten gevestigd had, gaf hij aan ver schillende heeren het woord om hun oordeel omtrent de zaak te openbaren. Men bleef algemeen er. zoo kwam het spoedig tot eenstemmigheid. Er deden zich eindelijk geen sprekers meer op, en, daar er nog genoeg tijd overbleef, stelde de heer Vermeulen voor over te gaan lot het bespreken van een reglement. Hij deelde de vergadering mede, dal de heer Dennekamp en hij-zelf reeds provi sioneel een ontwerp-reglement hadden opgesteld. Het bleef natuurlijk aan de heeren overgelaten, uit de vergadering zelve eene commissie te benoemen tot het samenstellen van een ontwerp, zeide hij. Men wenschte echter van hem ach tereenvolgens de verschillende artikelen van zijn ontwerp te hooreu en van den heer Dennekamp het overeenkomstig arti kel. Daarop zou de president telkens het artikel in discu»ie en ten slotte in stem ming brengen. Vooraf wilde üe voorzitter de vergade- iiiig ui keunis siellen van een missive,

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1