BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
8 uur een zeer groote steen gelegd, om
zoo den trein te doen ontsporen. Geluk
kig zag de machinist nog tijdig het ge
vaar. De justitie doet onderzoek.
De minister van Oorlog brengt ter
kennis, dat geen jongelingen meer totde
pupillenschool zullen worden toegelateD,
en in verband daarmede geene oproeping
van aspiranten voor die school meer zal
plaats hebben.
De te Haarlem opgerichte arbeids
raad heeft besloten, ten minste een maal
per maand te vergaderen.
De raad bestaat uit 10 vereenigingen
en heeft een bestuur van 12 leden, die
allen moeten behooren tot deskundigen
in bouw- en aanverwante vakken, en
zal zijn samengesteld uit twee architec
ten, vier aannemers of werkbazen en
zes werklieden, die door de aangesloten
vereenigingen zullen worden benoemd.
Voorzitter is thans de architect J. v.
d. Ban, en secretaris de heer J. v. d.
Wijde, schildersgezel.
In de vergadering van het hoofdbe
stuur van den Alg. Ned. Politiebond is
met algemeene stemmen de voortvluch
tige president vervallen verklaard als
president en als lid van den bond,
terwijl de overige leden van het be
stuur in de op 3 Juli a. s. te
Utrecht te houden buitengewone alge
meene vergadering hun ontslag zullen
aanbieden.
Hét bestuur heeft in beginsel besloten
de bond en de fondsen te doen blijveu
voortbestaan.
Zaterdag hebben de heeren Boonbergen,
tijdelijk voorzitter, te Harderwijk, en
Kramer, penningmeester te Apeldoorn,
orde gebracht in den chaos op de kamer
van Tuinenberg. Alles wat hem persoon
lijk behoorde, is ingepakt en gesteld ter
beschikking der familieleden. Alles wat
betrekking had op de vereeniging van
commissarissen is verzonden aan het be
stuur der vereeniging. De boeken, be
trekking hebbende op de fondsen, zijn
ter verificatie gezonden aan den wiskun
digen adviseur van den bond, terwjjl de
stukken, die bij den president behooren
te Utrecht in bewaring zyn gesteld.
Zondagnacht verspreidde de tele
graaf de treurmare door gansch Europa,
dat de heer Sadi Carnot, de president
der Fransche republiek, op laaghartige
wjjze was vermoord. Te Lyon vertoevende,
om bij de opening der tentoonstelling
tegenwoordig te zjjn, is hjj het slacht
offer geworden van een dier ellendelingen
voor wien tegenwoordig niets en niemand
zich meer veilig kan rekenen. Zondag
avond omstreeks half tien, toen president
Carnot het «Palais de Commerce" verliet,
ten einde zich te begeven naar het theater,
waar eene Gala-voorstelling ter eere van
zijn bezoek aan de tentoonstelling zou
worden gegeven, sprong plotseling een
persoon op den president toe. De man,
die gewapend was met een dolk, bracht
den president daarmede een steek toe in
het hart
Eenige der toeschouwers wierpen zich
terstond op den moordenaar. De prefect
Rigaud, die naast den heer Carnot zat, had
hem een zoo hevigen vuistslag toegebracht
dat hij op den straat viel. Van verschil
lende kanten hoorde men het geroep:
«Men heeft een aanslag gepleegd tegen
den president."
De president was inderdaad door een
dolksteek getroffen. De menigte, die den
moordenaar aanhield, wilde hem vermoor
den, maar de politieagenten verhinderden
dat. Er ontstond een gevecht tusschen de
agenten en de menigte, maar de agenten
behielden de overhand en konden den
moordenaar uit de handen der veront
waardigde toeschouwers redden.
Carnot lag inmiddels machteloos en
met gebroken oogen in den landauer.
Zijn kleederen werden losgemaakt; hel
door deD heer Van Loon ingezonden,
waarbij deze aanbood een gedeelte van
zijn huis te doen verbouwen, het wat
te vergrooten en een afzonderlijken in
gang te laten maken, alles ten dienste van
de te stichten sociëteit, die dan in De
Zon kon gevestigd blijven. Verscheidene
aanwezigen verklaarden zich hier uit
drukkelijk tegen, anderen waren er voor,
weer anderen waren tegen eene vertim-
mering van het gebouw, daar dit te veel
kosten zou veroorzaken en misschien
nutteloos. Dit had ten gevolge, dat Van
Loon, die mede tegenwoordig was, zijn
voorstel nader toelichtte, waarop hij tot
antwoord kreeg, dat de sociëteit lichtelijk
wegens de eene of andere omstandigheid
kon verplaatst worden. Van Loon, die
zich zoo meende uitgesloofd te hebben,
toonde zich hier zeer geraakt over, al
thans, dit was uit het zure gezicht, dat
hij zette, genoegzaam op te maken.
Het debat over dit onderwerp duurde
nog al voort, tot eindelijk een der wet
houders voorstelde de beslissing tot eene
volgende gelegenheid uit te stellen. Daar
mede stemden allen in, en zoo werd er
dan ook besloten.
De eerste artikelen van het concept
reglement van Vermeulen, ongeveer van
denzelfden inhoud als die van Dennekamp,
weiden tot artikelen van bet reglement
hemd vertoonde een bloedige plek op de
plaats tusschen het hart en de zijde.
De chef van het militair huis, gene
raai Borius, de prefect en de burgemees
ter droegen den gewonde naar een bed,
waar een ontboden geneesheer een on
derzoek instelde. Het officieel bulletin
luidt: «De toestand van den president
der republiek is verontrustend, maar niet
hopelooshet bloeden is gestuit*
De prefect Rivaud begaf zich naar
den schouwburg om het nieuws bekend
te maken. In de loge van den heerCai-
not gekomen, zeide hij«De president
der republiek is vermoordt»
Op deze mededeeling volgde een vree
selijke uitbarsting van woede in de zaal.
Men liep: «Dood aan den moordenaar!»
De heer Rivaud vervolgde; «In de rue
de la République heeft een ellendeling,
onder het voorwendsel den heer Carnot
een verzoekschrift te overhandigen, hem
een dolksteek in het hart toegebracht.
Wij hebben de heer Carnot in de zorg
van een geneesheer achtergelaten. De
voorstelling kan niet plaats hebben.»
In een doodsche stilte, verplet door
het vreeselijk nieuws, verlieten de toe
schouwers de zaal.
De dader van den aanslag is een Italiaan,
gekleed in een licht pak en met een pet
op. Hij is 22 jaar oud en heet Cesario
Ciovanni Santo, Hij is geboren te Monte
Visconti in de provincie Milaan, maar
woonde sedert zes maanden te Cette. Zon
dagmorgen was hij te Lyon gekomen.
De moordenaar behoorde, toen hij te
Milaan woonde, tot de anarchistische
partij. Zelfs beproefde hij daar een anar
chistisch blad op te richten, maar deze
poging mislukte, omdat hem het vereischte
geld ontbrak. Te Cette werkte hij bij
een bakker. Vandaar ging hjj over Taras
con naar Lyon, na eerst bij een wapen
smid een dolk gekocht te hebben.
De Italianen te Lyon en elders in
Frankryk moeten het ontgelden. Cafe's,
hotels enz. aan Italianen behoorcndc,
werden vernield en wellicht door hen het
meest, die tot de geestverwanten van
den moordenaar behooren.
De Italiaansche regeering heeft last
gegeven, ten teeken van rouw over den
dood van president Carnot, de vlaggen
halfstok uit te steken in alle openbare
gebouwen in bet geheele rjjk.
De deelneming overigens is algemeen.
Door de regeeringen van de meeste natiën
en door verschillende gekroonde hoofden
werd op ondubbelzinnige wijze de warm
ste deelneming betuigt.
Heden reeds wordt te Versailles door
het congres, ook wel de nationale ver
gadering genoemd, een opvolger voor den
heer Carnot gekozen.
Moge deze treurige daad eindelijk eens
aanleiding geven tot het nemen van
internationale maatregelen tegen de anar
chisten, tot het verdelgen dier schadelijke
wezens, tot het uitroeien met wortel en
tak dier anarchistische modeziekte.
De Russische alleenheerscher heeft
eindelijk ingezien, dat Rusland ernstig
behoefte heeft aan hervormingen. Daar
om beval de Rnssische staatscourant een
twaalf kolommen-lange ukaze, waarin de
regeling te vinden is der zeer belangrijke
quaestie van de uniformen voor
het personeel van den civielen dienst.
Ieder dezer amtenaren moet voortaan
zeven soorten uniformen bezitten: voor
gala, feestdagen, gewoon, dagelijksch,
buitengewoon, reis- en zomer-tenue. De
Russische bladen merken op, dat die
beambten door de uniformukaze geruï
neerd zullen worden, als ze tenminste
geen toelage ontvangen.
De ukaze bepaalt verder, dat amb
tenaren, indien zij op de keizerlijke bals
genoodigd worden, moeten dragenals
zij dansen, korte witte broek, wit-zijden
kousen en gelakte schoenenen zoo zij
niet dansen, langen witte broek zonder
galons.
Als de Russen nu nog klagen, zijn het
toch werkelijk mopperaars! zegt de Ré-
forme.
In nog vele streken van Rusland vooral
in de nabijheid der Zwarte Zee zijn de
bewoners geheel aan hun lot overgelaten
Hun verblijf daar wordt onhoudbaar ge
maakt door de veelvuldige aanvallen der
steeJs aangroeiende rooverbenden. De
inwoners van Touapsé zijn nu al weer
genoodzaakt de hulp van de militaire
macht in te roepen. Aan de kustzijde,
tusschen Novorosimsk en Touapsé kunnen
de Kozakken deze lastige bezoekers wel
afweren, maar verder zuidwaarts van
Touapsé krijgt de kuststreek een geheel
ander aanzien, hier en daar eene boerderij
met vier A vijf arbeiders, die het land
bebouwenslechts twee boerderijen, die
van de heeren Siberiekow en baron Sten
gel, hebben vijftien A twintig arbeiders.
Hier en daar «en gehucht van drie huis
gezinnen, vier Giieksche dorpjes en één
Russisch dorp, uit tien huisgezinnen be
staande. De roovers hebben daar dus
ruim veld en kunnen des nachts onge
stoord het land doorkruisen, terwijl zij
zich overdag in de nauwe bergsplelen
van Kouban schuil houden.
Dit gedeelte is geheel ontbloot van
verdedigers. De chef van dit district,
belast met de controle der politie, heeft
slechts één soldaat tot zijn beschikkin.'
De rooverbende, die nu weer schrik onder
de inwoners van Touapsé verspreidt,
groeit meer en meer aan en bestaat uit
Perzen, Turken en Grieken. De rooveis,
die gemaskerd zijn, hebben reeds een
boerderij uitgeplunderd, en een Grieksch
dorpje overrompeld, waar één der roovers
gewond werd en zijne makkers op de
vlucht werden gejaagd.
Koning Alexander van Servië is uit
Belgrado naar Constanlinopel vertrokken.
Op hetzelfde oogenblik, dat de koning
zou vertrekken, liep juist in het station
een extra-trein binnen uit Weenen waar
aartshertog Jozef zich bevond. Na
een kortstondige begroeting van den
Oostenrijkschen aartshertog door koning
Milan en zijn zoon, aanvaardden de ko
ningen de reis.
Vóór hun vertrek hadden Milan en
Alexander in hun konak een onderhoud
met generaal Belimarkovitch, een van
de drie oud-regenten, die door den be
kenden staatsgreep onlangs werden af
gezet. Volgens den correspondent van
de Times te Belgrado wordt daar aan
dit onderhoud nog al gewicht gehecht,
want tot dusver stond de generaal, een
der vrienden van den oud-regent Ristilch,
met den liberalen minister-psesident Ava-
kumowitch op zeer gespannen voet. Na
tuurlijk wordt dit bezoek in verband
gebracht met de vermoedelijke oplossing
der ministerieele crisis, indien er althans
ook na 's konings terugkeer nog van
eene crisis sprake kan wezen.
Men beweert, dat het geschil reeds is
bijgelegd. Hoe dit zij, in elk geval zal dit
eerst zeker bljjken, na den terugkeer des
konings. De hoofdzaak is en daar
voor bestaat alle vooruitzicht dat tij
dens, 's Konings afwezigheid te Belgrado
niets voorvalle, hetgeen tot rustverstoring
aanleiding kan geven.
Het bezoek van aartshertog Jozef
den opperbevelhebber van het Hongaar-
sche leger, heeft te Weenen nog al de
aandacht gelrokken.
Het olïcieuse Fremdenblatt haast zich
echter te verklaren, dat het bezoek in
het minst geen politieke beteekenis heeft
De aartshertog bevond zich in het
naburige Temlin, teneinde eene inspectie
te houden over het garnizoen en bracht
toen den Servischen koning een bezoek.
Den dag te voren had de aartshertog
koning Alexander doen weten, dat hij
voornemens was hem een bezoek te
brengen, voordat de koning naar Kon
stantinopel zou vertrekken. Met een
extra-trein werd de aartshertog te Semlin
afgehaald, maar daar het reisplan van
koning Alexander niet kon worden uit
gesteld, bepaalde het bezoek zich tot een
kortstondig onderhoud in het station.
Alvorens afscheid te nemen, noodigden
Milan en Alexander den aartshertog uit
in het najaar terug te komen. De aarts
hertog nam deze uitnoodiging aan en ver
klaarde, dat keizer Frans Jozef had hem
opgedragen den koning eene voorspoedige
reis toe te wenschen. Daarna vertrok de
aartshertog naar Semlin en de koning
naar Constanlinopel. Ofschoon dit bezoek
geen politieke beteekenis heeft, tenminste
volgens de verklaring der Oostenrijksche
regeering, zoo wordt deze onverwachte
overkomst van den Oostenrijkschen aarts
hertog ook te Belgrado uit den aard der
zaak druk besproken.
De Chineesche bladen berichten telkens
van nieuwe toebereidselen voor de vie
ring van den 60en geboortedag der
Keizerin-Moeder.
De feesten zullen niet minder dan
vijftien dagen duren, en 's Keizers oudoom
Prins Kung, zal er wel niet rouwig om
zijn, dat hij, wegens zijn hoogen leeftijd
van het deelnemen aan die feesten
vrijgesteld.
Er zijn te Shanghai en elders 60,000
fraaie papieren lantarens besteld voor de
versiering van de hoofdstad.
Eenige kooplieden te Peking willen ter
eere van het feest aldaar een museum
voor kunsten en wetenschappen van
Europa. Amerika en China stichten. Ook
spreekt men van een Chineesche hooge
school in de Westersche wetenschappen
te Shanghai.
Alle ter dood veroordeelden, met uit
zondering van oudermoorders, zullen in
het najaar verzachting van straf krijgen
ter eere der feestvierende Vorstin.
De keizer van China zal voortaan zelf
in voor- en najaar gaan offeren in den
tempel van Confucius, te Peking. Van de
thans heerschende Mantschu-dynastie
heeft alleen Keizer Tschien Lung, in de
vorige eeuw, dat gedaan.
Het besluit van den Keizer is overal
in China met voldoening vernomen.
verheven en met eene kleine verandering
vastgesteld. Nu eerst kwam het verschil
van meening der beide «leden van het
voorloopig bestuur" voor den dag. Over
de artikelen van huishoudelijken aard
als ik het xoo mag noemen en van
meer ondergeschikt belang zou een groote
strijd in de vergadering gevoerd worden.
Het lust mij niet dien in extenso mede
te deelen en hij zou zeker de belangstel,
ling van den lezer niet wekken. Ik zal
slechts het een en ander uit het debat
aanhalen en daarbij vooral het oog hou
den op de twee ihelden onzer historie."
Vroeger is reeds gezegd, dat de officier
een stieng, militair reglement wilde; geen
wonder dus, dat hjj eenige bepalingen
omtrent de nietigste zaken in zijn ont-
werp opgenomen had. Eenige daarvan,
van welke hij nog bijtijds het onhoudbare
inzag, hield hij geheel voor zich. Zoo
hoorde men naderhand beweren, dat hij
zelfs wilde, dat iedereen, die lid wenschte
te worden, een bewijs van voldoening
aan de militie-plicht zou overleggen. Voor
de waarheid daarvan durf ik echter niet
instaanmisschien heeft de eene of an
dere spotter dit verspreid, denkende, dat
hij daardoor den ex-officier karakteri
seerde. Maar laten we ons tot het
bepalen en slechts hooren, wat hij in de
vergadering voorstelde.
Onder andere kwam ter sprake, wel
ken naam de sociëteit zou dragen.
Dienaangaande stelde Dennekamp het
volgende voor:
»Het komt mjj niet oneigenaardig voor
de sociëteit te noemen naar een of ander
«root man. In de steden is het zelfs de
gewoonte de straten naar historische
personen te noemen, opdat ook daardoor
iiun naam worde vereeuwigd. Laten we
dat voorbeeld volgen en toonen ware
vaderlandsliefde te bezitten. Laten we
onze sociëteit noemen naar den man,
die zoo veel voor de eer van het vader
land gedaan heeft, naar den groolen
generaal Chassél Zoodoende verkrijgt
onze vereeniging een echt nationaal
karakter." Dennekamp had namelijk
onder Chassé gediend en toonde voor
dien roemrijken verdediger des vader
lands steeds warme sympathie; dat wist
iedereen.
Was het om hem te contrariëen of
om eene andere reden, dat zijn voorstel
volstrekt geen bijval vond en dan ook
verworpen werd? Hoe dit zjj, Dennekamp
vermocht niet deze hulde te brengen
aan den man, voor wien hij zooveel eer
zucht had.
Wellicht had be' alve den officier nie
mand anders dan de onderwijzer aan een
naam voor de sociëteit gedacht. Hjj deed
Bij de gisteren gehouden herstem
ming ter verkiezing van een lid voor den
Gemeenteraad zijn uitgebracht 658 stem
men, waarvan 3 in blanco, zoodat het
aantal geldige stemmen 655 bedraagt.
Hiervan veikreeg de heer J. Gerd
Kleber er 385 en de heer A. Herschel Bz.
270, zoodat de heer J. GERd. KLEBER
tot raadslid is verkozen.
In de gisteren gehouden zitting der
Tweede Kamer werd o. m. behandeld
het wetsontwerp tot grensverandering
tusschen onze gemeente en Leusden. De
bestaande grenslijn is inderdaad zeer zon
derling. De kazernes staan voor de helft
op het grondgebied der gemeente Leus
den, zoodat bet zou kunnen voorkomen,
dat een soldaat zich in zijn nachtleger
gedeeltelijk burger van Amersfoort ge
deeltelijk van Leusden kan achten. Met
het oog op de aanraking met het burger
lijke gezag is eene dergelijke toestand
natuurlijk niet gewenscht. De noodzake
lijkheid van het aanhangige omwerp werd
dan ook door onze afgevaardigde Mr. F. D.
Graaf Schimmelpenninck warm verdedigd.
Tegen eene grensverandering die aai
Amersfoort een kleine vergrooting van
grondgebied geeft kon moeilijk princi
pieel bezwaar worden ingebracht. De ge
meente Leusden wilde evenwel van deze
gelegenheid gebruik maken voor een meer
omvangrijke grensverandering, waardoor
ook zij een stuk grond zou verkrijgen
Deze meening werd door den heer
de Beaufort verdedigd.
De minister trad niet in beschouwin
gen over de wenschelijkheid eener meer
omvangrijke grensverandering. Hij vond
het beter die quaestie niet te vermengen
met de aanhangige voordracht, welke
slechts bedoelde het wegnemen van admi
nistratieve bezwaren, ontstaan door een
verzuim bij den kazernebouw. Beter toch
ware het geweest de grensscheiding te
regelen alvorens tot d--n houw der kazer
nes was overgegaan. De gemeente Leus
den beseft echter dal eene grensverande
ring in hare geest beter thans, nu er
andere belangen tegenover staan, dan
later kan worden verkregen. Daarom
waarschijnlijk stemde dan ook de heer
de Beaufort met 6 zijner medeleden tegen.
het voorstel haar den schoonen, veelbe-
teekenden naam van Concordia te
geven. De president schonk daaraan zijne
adhaesie en voorstel werd aangenomen.
Mijnheer Dennekamp zou de heeren
echter op nog geheel wat anders ontha
len. Hij had wederom het woord en
maakte daarvan gebruik om ook dingen
te behandelen, die niet aan de orde waren.
Zoo hooiden de heeren lol hunne niet
geringe verbazing het volgende:
»Er znl telkens voor eene «eek eene
comissie benoemd worden, bestaande uit
zes leden, waarvan er altijd due tegen
woordig moeten zijn, welke commissie
toezicht houd over de ververschingen,
die gebruikt worden. Geen lid mag in
het gebruik van dranken de perken van
fatsoen en matigheid te buiten gaan. Zoo
zal niemand meer dan drie bittertjes
drinken noch zooveel glaasjes Schiedam
mer vocht. Wie in kennelijken staat
van dronkenschap in de sociëteit komt,
zal eveneens door de commissie buiten
de deur gezet wordenen, zoo de be-
beschonkene tegenweer biedt, zullen alle
leden verplicht zijn de bedoelde commissie
desgevorderd krachtig te ondersteunen.
Wanneer zulk een geval zich mocht her
halen en iemand voor de tweede maal
dronken wilde binenkomen, zou hij even
eens de deur uitgebracht en bovendien
Den 2en Juli zal een aanvang ge.
maakt worden met de adrnissie-examens
voor het le studiejaar van den cursus
bij het 5e regiment infanterie. In de
tweede helft van die maand zullen de
overgangs-examen van die cursus gehou
den worden.
Tot leden van de examen-commissie
zijn benoemd: kapitein H. T. Chappuis,
kapitein D. J. Heinsius, le luitenant J.
A. Boeye. le luitenant J. C. A. Bos Sulpke,
le luitenant W. A. Versteegh en de bur-
ger-leeraar J. van Spiegel.
Aan den heer D. van der Werf
alhier is bij Kon. besluit op zijn verzoek
eervol ontslag vetleend als opzichter le
klasse van den Rijkswaterstaat.
Den len Juli vertrekt de paarden
arts le klasse J. B. H. Moubis alhier
weer met de remonte-commissie naar
Engeland, ten einde aldaar paarden voor
het rijk aan te koopen.
De le luit. W. A. Versteegh, van
het 5e reg inf. le Amersfoort, wordt 1
Oct. a. s. werkzaam gesteld als leeraar
aan den hoofdcursus te Kampen.
Bij het 5e Reg. Inf. zijn benoemd
tot leden der commissie voor het afnemen
van het examen tot toelating op den
cursus, tot lid en voorzitter de kapitein
Chappuis, tot leden, de kapitein Heinsius,
de luitenants Boeije, Versteegh en Bos
Sulpke, de le luit. adjudant van Bockom
Maas en den burger leeraar van de Spiegel
alleen wat betreft het examen in de
Fransche taal.
De soldaat C. J. van het 5e Reg.
Inf. werd heden morgen, wegens wange
drag met een briefje van ontslag uit de
gelederen verwijderd.
De Raad der gemeente Amersfoort
zal op Donderdag, den 28. Juni 1894, des
namiddags ten i'/t ure vergaderen ter
behandeling der navolgende punten:
1. Ontwerp-adres aan H. M. de Koningin-
regentes om dispensatie der verplichting
tot oprichting van een burgerdagschool
middelbaar onuerwijs.
2. Ontwerp-besluit tot het verleenen
vau subsidie voor den aanleg en exploi
tatie van een tramweg van Amersfoort
naar Baarn.
3. Nadere staat van oninbare posten
inzake den hoofdelijken omslag dienst
1893.
4. Benoeming van eene onderwijzeres
aan de openbare meisjesschool en een
onderwijzer aan de openbare jongens
school.
5. Ontwerp-besluit tot vaststelling der
jaarwedden van de benoemde onderwij
zeres en onderwijzer.
6. Verzoek van den heer Dr. Doijer om
eervol ontslag als lid der commissie van
toezicht op het lager onderwijs.
Voordracht onderwijzeres meisjesschool.
1. Mejuffrouw H. Hulstijn te Velp.
2. J. H.Adriani te Winschoten.
3. E. S. H. M Deutmann te
Gorinchem.
Voordracht onderwjjzer jongensschool.
P. F. H. Ermers te Schipluiden.
2. F. Faber te Leusbroek.
A. Elbrink te Deventer,
R. Sleensma te
5. A. van der Wal te
(3, 4, 5, Alphabetisch)
Zondag heeft de internationale weg
wedstrijd Amsterdam-Arnhem en terug
(afstand=fc 190 K. M.) plaats gehad. Hij
was uitgeschreven door «Amsterdam's
Wielrijders Bonds-Lokaal en 33 wielrij
ders hadden zich doen inschrijven. Daar
den wedstryd ook ir, onze gemeente door
het passeeren der rijders veel belangstel
ling heeft verwekt, laten wij een ver
slag van den afloop hier volgen.
De weg ging van Amsterdam, afrit
aan den Diemerweg bij den spoorweg
overgang over Diemen, Muiden, Naaiden,
Laren, Eemnes, Soestdijk, Soest, Amers-
ztjn naam van de lijst der leden geschrapt
worden."
Men begrijpt welken indruk het voor-
gelezene op de aanstaande leden maakte.
Wie deze daad van den officier eene
beleediging noemde, alle aanwezigen
aangedaan, overdreef niet. De heeren
zagen elkander aan en glimlachten. Een
vroeg er het woord: het was Laarhoven.
«Mijns inziens laat het voorgestelde
artikel van den heer Denekamp op het
punt der volledigheid wel wat te wen
schen over. Er is aangegeven, hoeveel
glaasjes «bitter" en «Schiedammer vocht"
door één persoon mogen gebruikt worden.
Nu rijst echt*-r onmiddelijk de vraag:
Hoeveel is het maximum voor brandewijn,
madera, rum, cognac, enz.? Om volle
dig te zijn zou de heer Dennekamp dit
voor alle sterke dranken moeten bepalen.
Algemeen gelach volgde hierop. De
debatten over dit onderwerp moeten wel
ernstig geweest zijn, en het zal niemand
verwonderen, dat het voorstel van den
heer Dennekamp met algemeene stemmen
op één na werd verworpen.
Maar er kwam nog meer. Dennekamp
had weder het woord.
«Men heeft reden te vreezen, dat de
rook van drie a vier en twintig bran
dende sigaren of tabakspijpen de lucht
de kamer dermate zou bederven, dat