BUITENLAND. Plaatselijke berichten. 8 uur een zeer groote steen gelegd, om zoo den trein te doen ontsporen. Geluk kig zag de machinist nog tijdig het ge vaar. De justitie doet onderzoek. De minister van Oorlog brengt ter kennis, dat geen jongelingen meer totde pupillenschool zullen worden toegelateD, en in verband daarmede geene oproeping van aspiranten voor die school meer zal plaats hebben. De te Haarlem opgerichte arbeids raad heeft besloten, ten minste een maal per maand te vergaderen. De raad bestaat uit 10 vereenigingen en heeft een bestuur van 12 leden, die allen moeten behooren tot deskundigen in bouw- en aanverwante vakken, en zal zijn samengesteld uit twee architec ten, vier aannemers of werkbazen en zes werklieden, die door de aangesloten vereenigingen zullen worden benoemd. Voorzitter is thans de architect J. v. d. Ban, en secretaris de heer J. v. d. Wijde, schildersgezel. In de vergadering van het hoofdbe stuur van den Alg. Ned. Politiebond is met algemeene stemmen de voortvluch tige president vervallen verklaard als president en als lid van den bond, terwijl de overige leden van het be stuur in de op 3 Juli a. s. te Utrecht te houden buitengewone alge meene vergadering hun ontslag zullen aanbieden. Hét bestuur heeft in beginsel besloten de bond en de fondsen te doen blijveu voortbestaan. Zaterdag hebben de heeren Boonbergen, tijdelijk voorzitter, te Harderwijk, en Kramer, penningmeester te Apeldoorn, orde gebracht in den chaos op de kamer van Tuinenberg. Alles wat hem persoon lijk behoorde, is ingepakt en gesteld ter beschikking der familieleden. Alles wat betrekking had op de vereeniging van commissarissen is verzonden aan het be stuur der vereeniging. De boeken, be trekking hebbende op de fondsen, zijn ter verificatie gezonden aan den wiskun digen adviseur van den bond, terwjjl de stukken, die bij den president behooren te Utrecht in bewaring zyn gesteld. Zondagnacht verspreidde de tele graaf de treurmare door gansch Europa, dat de heer Sadi Carnot, de president der Fransche republiek, op laaghartige wjjze was vermoord. Te Lyon vertoevende, om bij de opening der tentoonstelling tegenwoordig te zjjn, is hjj het slacht offer geworden van een dier ellendelingen voor wien tegenwoordig niets en niemand zich meer veilig kan rekenen. Zondag avond omstreeks half tien, toen president Carnot het «Palais de Commerce" verliet, ten einde zich te begeven naar het theater, waar eene Gala-voorstelling ter eere van zijn bezoek aan de tentoonstelling zou worden gegeven, sprong plotseling een persoon op den president toe. De man, die gewapend was met een dolk, bracht den president daarmede een steek toe in het hart Eenige der toeschouwers wierpen zich terstond op den moordenaar. De prefect Rigaud, die naast den heer Carnot zat, had hem een zoo hevigen vuistslag toegebracht dat hij op den straat viel. Van verschil lende kanten hoorde men het geroep: «Men heeft een aanslag gepleegd tegen den president." De president was inderdaad door een dolksteek getroffen. De menigte, die den moordenaar aanhield, wilde hem vermoor den, maar de politieagenten verhinderden dat. Er ontstond een gevecht tusschen de agenten en de menigte, maar de agenten behielden de overhand en konden den moordenaar uit de handen der veront waardigde toeschouwers redden. Carnot lag inmiddels machteloos en met gebroken oogen in den landauer. Zijn kleederen werden losgemaakt; hel door deD heer Van Loon ingezonden, waarbij deze aanbood een gedeelte van zijn huis te doen verbouwen, het wat te vergrooten en een afzonderlijken in gang te laten maken, alles ten dienste van de te stichten sociëteit, die dan in De Zon kon gevestigd blijven. Verscheidene aanwezigen verklaarden zich hier uit drukkelijk tegen, anderen waren er voor, weer anderen waren tegen eene vertim- mering van het gebouw, daar dit te veel kosten zou veroorzaken en misschien nutteloos. Dit had ten gevolge, dat Van Loon, die mede tegenwoordig was, zijn voorstel nader toelichtte, waarop hij tot antwoord kreeg, dat de sociëteit lichtelijk wegens de eene of andere omstandigheid kon verplaatst worden. Van Loon, die zich zoo meende uitgesloofd te hebben, toonde zich hier zeer geraakt over, al thans, dit was uit het zure gezicht, dat hij zette, genoegzaam op te maken. Het debat over dit onderwerp duurde nog al voort, tot eindelijk een der wet houders voorstelde de beslissing tot eene volgende gelegenheid uit te stellen. Daar mede stemden allen in, en zoo werd er dan ook besloten. De eerste artikelen van het concept reglement van Vermeulen, ongeveer van denzelfden inhoud als die van Dennekamp, weiden tot artikelen van bet reglement hemd vertoonde een bloedige plek op de plaats tusschen het hart en de zijde. De chef van het militair huis, gene raai Borius, de prefect en de burgemees ter droegen den gewonde naar een bed, waar een ontboden geneesheer een on derzoek instelde. Het officieel bulletin luidt: «De toestand van den president der republiek is verontrustend, maar niet hopelooshet bloeden is gestuit* De prefect Rivaud begaf zich naar den schouwburg om het nieuws bekend te maken. In de loge van den heerCai- not gekomen, zeide hij«De president der republiek is vermoordt» Op deze mededeeling volgde een vree selijke uitbarsting van woede in de zaal. Men liep: «Dood aan den moordenaar!» De heer Rivaud vervolgde; «In de rue de la République heeft een ellendeling, onder het voorwendsel den heer Carnot een verzoekschrift te overhandigen, hem een dolksteek in het hart toegebracht. Wij hebben de heer Carnot in de zorg van een geneesheer achtergelaten. De voorstelling kan niet plaats hebben.» In een doodsche stilte, verplet door het vreeselijk nieuws, verlieten de toe schouwers de zaal. De dader van den aanslag is een Italiaan, gekleed in een licht pak en met een pet op. Hij is 22 jaar oud en heet Cesario Ciovanni Santo, Hij is geboren te Monte Visconti in de provincie Milaan, maar woonde sedert zes maanden te Cette. Zon dagmorgen was hij te Lyon gekomen. De moordenaar behoorde, toen hij te Milaan woonde, tot de anarchistische partij. Zelfs beproefde hij daar een anar chistisch blad op te richten, maar deze poging mislukte, omdat hem het vereischte geld ontbrak. Te Cette werkte hij bij een bakker. Vandaar ging hjj over Taras con naar Lyon, na eerst bij een wapen smid een dolk gekocht te hebben. De Italianen te Lyon en elders in Frankryk moeten het ontgelden. Cafe's, hotels enz. aan Italianen behoorcndc, werden vernield en wellicht door hen het meest, die tot de geestverwanten van den moordenaar behooren. De Italiaansche regeering heeft last gegeven, ten teeken van rouw over den dood van president Carnot, de vlaggen halfstok uit te steken in alle openbare gebouwen in bet geheele rjjk. De deelneming overigens is algemeen. Door de regeeringen van de meeste natiën en door verschillende gekroonde hoofden werd op ondubbelzinnige wijze de warm ste deelneming betuigt. Heden reeds wordt te Versailles door het congres, ook wel de nationale ver gadering genoemd, een opvolger voor den heer Carnot gekozen. Moge deze treurige daad eindelijk eens aanleiding geven tot het nemen van internationale maatregelen tegen de anar chisten, tot het verdelgen dier schadelijke wezens, tot het uitroeien met wortel en tak dier anarchistische modeziekte. De Russische alleenheerscher heeft eindelijk ingezien, dat Rusland ernstig behoefte heeft aan hervormingen. Daar om beval de Rnssische staatscourant een twaalf kolommen-lange ukaze, waarin de regeling te vinden is der zeer belangrijke quaestie van de uniformen voor het personeel van den civielen dienst. Ieder dezer amtenaren moet voortaan zeven soorten uniformen bezitten: voor gala, feestdagen, gewoon, dagelijksch, buitengewoon, reis- en zomer-tenue. De Russische bladen merken op, dat die beambten door de uniformukaze geruï neerd zullen worden, als ze tenminste geen toelage ontvangen. De ukaze bepaalt verder, dat amb tenaren, indien zij op de keizerlijke bals genoodigd worden, moeten dragenals zij dansen, korte witte broek, wit-zijden kousen en gelakte schoenenen zoo zij niet dansen, langen witte broek zonder galons. Als de Russen nu nog klagen, zijn het toch werkelijk mopperaars! zegt de Ré- forme. In nog vele streken van Rusland vooral in de nabijheid der Zwarte Zee zijn de bewoners geheel aan hun lot overgelaten Hun verblijf daar wordt onhoudbaar ge maakt door de veelvuldige aanvallen der steeJs aangroeiende rooverbenden. De inwoners van Touapsé zijn nu al weer genoodzaakt de hulp van de militaire macht in te roepen. Aan de kustzijde, tusschen Novorosimsk en Touapsé kunnen de Kozakken deze lastige bezoekers wel afweren, maar verder zuidwaarts van Touapsé krijgt de kuststreek een geheel ander aanzien, hier en daar eene boerderij met vier A vijf arbeiders, die het land bebouwenslechts twee boerderijen, die van de heeren Siberiekow en baron Sten gel, hebben vijftien A twintig arbeiders. Hier en daar «en gehucht van drie huis gezinnen, vier Giieksche dorpjes en één Russisch dorp, uit tien huisgezinnen be staande. De roovers hebben daar dus ruim veld en kunnen des nachts onge stoord het land doorkruisen, terwijl zij zich overdag in de nauwe bergsplelen van Kouban schuil houden. Dit gedeelte is geheel ontbloot van verdedigers. De chef van dit district, belast met de controle der politie, heeft slechts één soldaat tot zijn beschikkin.' De rooverbende, die nu weer schrik onder de inwoners van Touapsé verspreidt, groeit meer en meer aan en bestaat uit Perzen, Turken en Grieken. De rooveis, die gemaskerd zijn, hebben reeds een boerderij uitgeplunderd, en een Grieksch dorpje overrompeld, waar één der roovers gewond werd en zijne makkers op de vlucht werden gejaagd. Koning Alexander van Servië is uit Belgrado naar Constanlinopel vertrokken. Op hetzelfde oogenblik, dat de koning zou vertrekken, liep juist in het station een extra-trein binnen uit Weenen waar aartshertog Jozef zich bevond. Na een kortstondige begroeting van den Oostenrijkschen aartshertog door koning Milan en zijn zoon, aanvaardden de ko ningen de reis. Vóór hun vertrek hadden Milan en Alexander in hun konak een onderhoud met generaal Belimarkovitch, een van de drie oud-regenten, die door den be kenden staatsgreep onlangs werden af gezet. Volgens den correspondent van de Times te Belgrado wordt daar aan dit onderhoud nog al gewicht gehecht, want tot dusver stond de generaal, een der vrienden van den oud-regent Ristilch, met den liberalen minister-psesident Ava- kumowitch op zeer gespannen voet. Na tuurlijk wordt dit bezoek in verband gebracht met de vermoedelijke oplossing der ministerieele crisis, indien er althans ook na 's konings terugkeer nog van eene crisis sprake kan wezen. Men beweert, dat het geschil reeds is bijgelegd. Hoe dit zij, in elk geval zal dit eerst zeker bljjken, na den terugkeer des konings. De hoofdzaak is en daar voor bestaat alle vooruitzicht dat tij dens, 's Konings afwezigheid te Belgrado niets voorvalle, hetgeen tot rustverstoring aanleiding kan geven. Het bezoek van aartshertog Jozef den opperbevelhebber van het Hongaar- sche leger, heeft te Weenen nog al de aandacht gelrokken. Het olïcieuse Fremdenblatt haast zich echter te verklaren, dat het bezoek in het minst geen politieke beteekenis heeft De aartshertog bevond zich in het naburige Temlin, teneinde eene inspectie te houden over het garnizoen en bracht toen den Servischen koning een bezoek. Den dag te voren had de aartshertog koning Alexander doen weten, dat hij voornemens was hem een bezoek te brengen, voordat de koning naar Kon stantinopel zou vertrekken. Met een extra-trein werd de aartshertog te Semlin afgehaald, maar daar het reisplan van koning Alexander niet kon worden uit gesteld, bepaalde het bezoek zich tot een kortstondig onderhoud in het station. Alvorens afscheid te nemen, noodigden Milan en Alexander den aartshertog uit in het najaar terug te komen. De aarts hertog nam deze uitnoodiging aan en ver klaarde, dat keizer Frans Jozef had hem opgedragen den koning eene voorspoedige reis toe te wenschen. Daarna vertrok de aartshertog naar Semlin en de koning naar Constanlinopel. Ofschoon dit bezoek geen politieke beteekenis heeft, tenminste volgens de verklaring der Oostenrijksche regeering, zoo wordt deze onverwachte overkomst van den Oostenrijkschen aarts hertog ook te Belgrado uit den aard der zaak druk besproken. De Chineesche bladen berichten telkens van nieuwe toebereidselen voor de vie ring van den 60en geboortedag der Keizerin-Moeder. De feesten zullen niet minder dan vijftien dagen duren, en 's Keizers oudoom Prins Kung, zal er wel niet rouwig om zijn, dat hij, wegens zijn hoogen leeftijd van het deelnemen aan die feesten vrijgesteld. Er zijn te Shanghai en elders 60,000 fraaie papieren lantarens besteld voor de versiering van de hoofdstad. Eenige kooplieden te Peking willen ter eere van het feest aldaar een museum voor kunsten en wetenschappen van Europa. Amerika en China stichten. Ook spreekt men van een Chineesche hooge school in de Westersche wetenschappen te Shanghai. Alle ter dood veroordeelden, met uit zondering van oudermoorders, zullen in het najaar verzachting van straf krijgen ter eere der feestvierende Vorstin. De keizer van China zal voortaan zelf in voor- en najaar gaan offeren in den tempel van Confucius, te Peking. Van de thans heerschende Mantschu-dynastie heeft alleen Keizer Tschien Lung, in de vorige eeuw, dat gedaan. Het besluit van den Keizer is overal in China met voldoening vernomen. verheven en met eene kleine verandering vastgesteld. Nu eerst kwam het verschil van meening der beide «leden van het voorloopig bestuur" voor den dag. Over de artikelen van huishoudelijken aard als ik het xoo mag noemen en van meer ondergeschikt belang zou een groote strijd in de vergadering gevoerd worden. Het lust mij niet dien in extenso mede te deelen en hij zou zeker de belangstel, ling van den lezer niet wekken. Ik zal slechts het een en ander uit het debat aanhalen en daarbij vooral het oog hou den op de twee ihelden onzer historie." Vroeger is reeds gezegd, dat de officier een stieng, militair reglement wilde; geen wonder dus, dat hjj eenige bepalingen omtrent de nietigste zaken in zijn ont- werp opgenomen had. Eenige daarvan, van welke hij nog bijtijds het onhoudbare inzag, hield hij geheel voor zich. Zoo hoorde men naderhand beweren, dat hij zelfs wilde, dat iedereen, die lid wenschte te worden, een bewijs van voldoening aan de militie-plicht zou overleggen. Voor de waarheid daarvan durf ik echter niet instaanmisschien heeft de eene of an dere spotter dit verspreid, denkende, dat hij daardoor den ex-officier karakteri seerde. Maar laten we ons tot het bepalen en slechts hooren, wat hij in de vergadering voorstelde. Onder andere kwam ter sprake, wel ken naam de sociëteit zou dragen. Dienaangaande stelde Dennekamp het volgende voor: »Het komt mjj niet oneigenaardig voor de sociëteit te noemen naar een of ander «root man. In de steden is het zelfs de gewoonte de straten naar historische personen te noemen, opdat ook daardoor iiun naam worde vereeuwigd. Laten we dat voorbeeld volgen en toonen ware vaderlandsliefde te bezitten. Laten we onze sociëteit noemen naar den man, die zoo veel voor de eer van het vader land gedaan heeft, naar den groolen generaal Chassél Zoodoende verkrijgt onze vereeniging een echt nationaal karakter." Dennekamp had namelijk onder Chassé gediend en toonde voor dien roemrijken verdediger des vader lands steeds warme sympathie; dat wist iedereen. Was het om hem te contrariëen of om eene andere reden, dat zijn voorstel volstrekt geen bijval vond en dan ook verworpen werd? Hoe dit zjj, Dennekamp vermocht niet deze hulde te brengen aan den man, voor wien hij zooveel eer zucht had. Wellicht had be' alve den officier nie mand anders dan de onderwijzer aan een naam voor de sociëteit gedacht. Hjj deed Bij de gisteren gehouden herstem ming ter verkiezing van een lid voor den Gemeenteraad zijn uitgebracht 658 stem men, waarvan 3 in blanco, zoodat het aantal geldige stemmen 655 bedraagt. Hiervan veikreeg de heer J. Gerd Kleber er 385 en de heer A. Herschel Bz. 270, zoodat de heer J. GERd. KLEBER tot raadslid is verkozen. In de gisteren gehouden zitting der Tweede Kamer werd o. m. behandeld het wetsontwerp tot grensverandering tusschen onze gemeente en Leusden. De bestaande grenslijn is inderdaad zeer zon derling. De kazernes staan voor de helft op het grondgebied der gemeente Leus den, zoodat bet zou kunnen voorkomen, dat een soldaat zich in zijn nachtleger gedeeltelijk burger van Amersfoort ge deeltelijk van Leusden kan achten. Met het oog op de aanraking met het burger lijke gezag is eene dergelijke toestand natuurlijk niet gewenscht. De noodzake lijkheid van het aanhangige omwerp werd dan ook door onze afgevaardigde Mr. F. D. Graaf Schimmelpenninck warm verdedigd. Tegen eene grensverandering die aai Amersfoort een kleine vergrooting van grondgebied geeft kon moeilijk princi pieel bezwaar worden ingebracht. De ge meente Leusden wilde evenwel van deze gelegenheid gebruik maken voor een meer omvangrijke grensverandering, waardoor ook zij een stuk grond zou verkrijgen Deze meening werd door den heer de Beaufort verdedigd. De minister trad niet in beschouwin gen over de wenschelijkheid eener meer omvangrijke grensverandering. Hij vond het beter die quaestie niet te vermengen met de aanhangige voordracht, welke slechts bedoelde het wegnemen van admi nistratieve bezwaren, ontstaan door een verzuim bij den kazernebouw. Beter toch ware het geweest de grensscheiding te regelen alvorens tot d--n houw der kazer nes was overgegaan. De gemeente Leus den beseft echter dal eene grensverande ring in hare geest beter thans, nu er andere belangen tegenover staan, dan later kan worden verkregen. Daarom waarschijnlijk stemde dan ook de heer de Beaufort met 6 zijner medeleden tegen. het voorstel haar den schoonen, veelbe- teekenden naam van Concordia te geven. De president schonk daaraan zijne adhaesie en voorstel werd aangenomen. Mijnheer Dennekamp zou de heeren echter op nog geheel wat anders ontha len. Hij had wederom het woord en maakte daarvan gebruik om ook dingen te behandelen, die niet aan de orde waren. Zoo hooiden de heeren lol hunne niet geringe verbazing het volgende: »Er znl telkens voor eene «eek eene comissie benoemd worden, bestaande uit zes leden, waarvan er altijd due tegen woordig moeten zijn, welke commissie toezicht houd over de ververschingen, die gebruikt worden. Geen lid mag in het gebruik van dranken de perken van fatsoen en matigheid te buiten gaan. Zoo zal niemand meer dan drie bittertjes drinken noch zooveel glaasjes Schiedam mer vocht. Wie in kennelijken staat van dronkenschap in de sociëteit komt, zal eveneens door de commissie buiten de deur gezet wordenen, zoo de be- beschonkene tegenweer biedt, zullen alle leden verplicht zijn de bedoelde commissie desgevorderd krachtig te ondersteunen. Wanneer zulk een geval zich mocht her halen en iemand voor de tweede maal dronken wilde binenkomen, zou hij even eens de deur uitgebracht en bovendien Den 2en Juli zal een aanvang ge. maakt worden met de adrnissie-examens voor het le studiejaar van den cursus bij het 5e regiment infanterie. In de tweede helft van die maand zullen de overgangs-examen van die cursus gehou den worden. Tot leden van de examen-commissie zijn benoemd: kapitein H. T. Chappuis, kapitein D. J. Heinsius, le luitenant J. A. Boeye. le luitenant J. C. A. Bos Sulpke, le luitenant W. A. Versteegh en de bur- ger-leeraar J. van Spiegel. Aan den heer D. van der Werf alhier is bij Kon. besluit op zijn verzoek eervol ontslag vetleend als opzichter le klasse van den Rijkswaterstaat. Den len Juli vertrekt de paarden arts le klasse J. B. H. Moubis alhier weer met de remonte-commissie naar Engeland, ten einde aldaar paarden voor het rijk aan te koopen. De le luit. W. A. Versteegh, van het 5e reg inf. le Amersfoort, wordt 1 Oct. a. s. werkzaam gesteld als leeraar aan den hoofdcursus te Kampen. Bij het 5e Reg. Inf. zijn benoemd tot leden der commissie voor het afnemen van het examen tot toelating op den cursus, tot lid en voorzitter de kapitein Chappuis, tot leden, de kapitein Heinsius, de luitenants Boeije, Versteegh en Bos Sulpke, de le luit. adjudant van Bockom Maas en den burger leeraar van de Spiegel alleen wat betreft het examen in de Fransche taal. De soldaat C. J. van het 5e Reg. Inf. werd heden morgen, wegens wange drag met een briefje van ontslag uit de gelederen verwijderd. De Raad der gemeente Amersfoort zal op Donderdag, den 28. Juni 1894, des namiddags ten i'/t ure vergaderen ter behandeling der navolgende punten: 1. Ontwerp-adres aan H. M. de Koningin- regentes om dispensatie der verplichting tot oprichting van een burgerdagschool middelbaar onuerwijs. 2. Ontwerp-besluit tot het verleenen vau subsidie voor den aanleg en exploi tatie van een tramweg van Amersfoort naar Baarn. 3. Nadere staat van oninbare posten inzake den hoofdelijken omslag dienst 1893. 4. Benoeming van eene onderwijzeres aan de openbare meisjesschool en een onderwijzer aan de openbare jongens school. 5. Ontwerp-besluit tot vaststelling der jaarwedden van de benoemde onderwij zeres en onderwijzer. 6. Verzoek van den heer Dr. Doijer om eervol ontslag als lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs. Voordracht onderwijzeres meisjesschool. 1. Mejuffrouw H. Hulstijn te Velp. 2. J. H.Adriani te Winschoten. 3. E. S. H. M Deutmann te Gorinchem. Voordracht onderwjjzer jongensschool. P. F. H. Ermers te Schipluiden. 2. F. Faber te Leusbroek. A. Elbrink te Deventer, R. Sleensma te 5. A. van der Wal te (3, 4, 5, Alphabetisch) Zondag heeft de internationale weg wedstrijd Amsterdam-Arnhem en terug (afstand=fc 190 K. M.) plaats gehad. Hij was uitgeschreven door «Amsterdam's Wielrijders Bonds-Lokaal en 33 wielrij ders hadden zich doen inschrijven. Daar den wedstryd ook ir, onze gemeente door het passeeren der rijders veel belangstel ling heeft verwekt, laten wij een ver slag van den afloop hier volgen. De weg ging van Amsterdam, afrit aan den Diemerweg bij den spoorweg overgang over Diemen, Muiden, Naaiden, Laren, Eemnes, Soestdijk, Soest, Amers- ztjn naam van de lijst der leden geschrapt worden." Men begrijpt welken indruk het voor- gelezene op de aanstaande leden maakte. Wie deze daad van den officier eene beleediging noemde, alle aanwezigen aangedaan, overdreef niet. De heeren zagen elkander aan en glimlachten. Een vroeg er het woord: het was Laarhoven. «Mijns inziens laat het voorgestelde artikel van den heer Denekamp op het punt der volledigheid wel wat te wen schen over. Er is aangegeven, hoeveel glaasjes «bitter" en «Schiedammer vocht" door één persoon mogen gebruikt worden. Nu rijst echt*-r onmiddelijk de vraag: Hoeveel is het maximum voor brandewijn, madera, rum, cognac, enz.? Om volle dig te zijn zou de heer Dennekamp dit voor alle sterke dranken moeten bepalen. Algemeen gelach volgde hierop. De debatten over dit onderwerp moeten wel ernstig geweest zijn, en het zal niemand verwonderen, dat het voorstel van den heer Dennekamp met algemeene stemmen op één na werd verworpen. Maar er kwam nog meer. Dennekamp had weder het woord. «Men heeft reden te vreezen, dat de rook van drie a vier en twintig bran dende sigaren of tabakspijpen de lucht de kamer dermate zou bederven, dat

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 2