NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. PAUL. No. 57. Woensdag 18 Juli 1894. Drie-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. InflividDalisme ei aemeenschap. BINNENLAND. Feuilleton. iMERSFOORTSCIE CODRANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. .T. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Over dit ontwerp wordt in den tegenwoordigen tijd veel gespro ken en geschreven, en het is verbazend hoe de beschouwingen over dit ontwerp uiteenloopen. Dat dit onderwerp nu aan de orde is, het is omdat de sociale kwestie zich om dit punt beweegt, omdat hare oplossing met dit hoofdpunt samenhangt en de ver zoening van individualisme en gemeenschap tot voorwaarde heeft. Dat dit onderwerp vooral in onzen tijd aan de orde is, het kan ons niet bevreemden. Wij beleven een zonderlingen tijd. Het schijnt, dat al wat tot nog toe de menschheid samenhield op eens krachteloos is geworden. In angstige bezorgd heid vraagt menigeen zich af: waar moet het heen? Want het is soms als werd de maatschapijij in haar grondvesten geschokt. Die aardbevingen zeggen ons, dat de vestiging van een nieuw idee wordt voorbereid, of liever wij worden met kracht herinnerd aan een waarheid, die bijna vergeten, bijna geheel op den achtergrond geraakt was. Die waarheid is een zeer oude, in de oudheid reeds door Plato geleerd en ook ons niet onbekend: wij zijn niet alleen voor onszelven geboren, de mensch is niet alleen een afzonderlijk wezen, maar ook een deel van het geheel. Deze waarheid was in onzen tijd op den achtergrond gedrongen door die andere leuze ieder voor zich en God voor ons allenhet tweede lid er van werd meestal nog weggelaten. Dat uitsluitende individualisme, die eenzijdigheid, die alle betrek kingen tusschen de menschen op lost en de menschen vijandig tegenover elkander plaatst en alle banden verscheurt, heeft haar top punt bereikt in het anarchisme. Eigenlijk moesten wij zeggen het individueele anarchisme, want ook bij de anarchisten vinden wij verschillende fracties. Het indivi dualisme heeft zijn hoogtepunt bereikt; dit is bij het afschrik wekkende van het treurig ver schijnsel toch weer een verblij dend teeken. Want juist die over drijving, dat kwaad, zal volgens de vaste wetten, eenmaal het goede uitwerken. Evenals de slinger, wanneer hij zijn hoogte bereikt heeft, teruggaat, zoo zijn er reeds teekenen, dat tegenover het indi vidualisme de gemeenschapszin hier en daar levendig wordt. Men moet wel blind.zijn om die tee kenen niet te zien. Overal ver- eenigingen op godsdienstig en maatschappelijk gebied, vakver- eenigingen, jongelingsvereenigin- gen, bonden van allerlei aard en strekking. »Sluit u aan, en vereenigt," wordt van alle kanten geroepen, overtuigd als men is, dat in de gemeenschap kracht gelegen is. De gemeenschapszin, die wel al tijd bestaan heeft, is nu algemee- ner en uitgebreider dan ooit te voren. Er wordt een band gelegd, die alle menschen bindt. Er komt meer geloof in de waarheid, dat de menschheid een organisch, samenhangend geheel is, waarvan de volken de deelen, de indivi duen de onderdeelen zijn. Voor de waarheid dezer stelling getuigt de geheele geschiedenis voorbeel den te geven is wel onnoodig, want ieder weet, dat, al schijnt er veel te vergaan, er ook niet weinig is dat blijkbaar niet ver gaat; ieder laat invloed achter ten goede of ten kwade; zelfs het meest bescheiden leven draagt iets bij tot de algemeene bescha ving, ieder helpt door zijn arbeid den algemeenen welvaartstoestand schragen. Wij verwachten een oplossing der sociale kwestie van de ver zoening van het individueele en het algemeene. Hierbij zal vooral dit in 't oog gehouden moeten worden, dat het een van deze beide begrippen niet in het andere mag opgaan; de eenzijdige op vatting van een der twee is al tijd de fqut geweest, dikwijls de oorzaak van veel kwaad. Neen beide hebben hun waarde en hun recht van bestaan, het een kan er niet wel bij varen als het ander zijn waarde heeft ingeboet. Eer de volkomen verzoening tot stand komt, zal er nog veel kunnen ge beuren, er zal nog veel verwar ring te duchten zijn, er zullen oogenblikken komen waarin eer achteruitgang dan vooruitgang zal te bespeuren zijn, in ieder geval zal de vooruitgang ons te lang zaam schijnen te vorderen, veel te langzaammaar over den afloop kunnen wij gerust zijn. De zon gaat onder, opdat het nacht worde en menschen zich over een nieuw morgenrood verheugen mo gen. Het donker gaat het licht vooraf, verhoogt den glans van het laatste; de schaduw is noodig op de schilderij. De kortste lijn is niet altijd de rechte; de erva ring leert dat het met de ontwik keling der maatschappij gewoon lijk anders gesteld is. Volgens welke opvatting wij een verzoe ning mogelijk achten, hierover een volgende keer. '$ij il( tcruijlpnttst tht TE SOESTMJK. 't Was voorjaar nog toen Gij ons land verliet, Thans zingt natuur verjongd een vroolijk schep pingslied. Het welkom ruisch U toevan 't oude Nederland, Aan U en aan Uw Huis op't innigst steeds verpand. Hebt Gij in 't buitenland verpoozing gevonden in den strijd, Voor 't heil van Neèrlands volk, waar gij Uw kracht aan wijd, Wij deelden in Uw vreugdmaar bij Uw wederkomst juicht heel het volk met blijden zin God zegene al den dagDe Regentesde jonge Koningin. 19 Juli '91. II. VAN BAAK. De terugkomst van HH. MM. de Koninginnen is nader bepaald op Don derdag 19 Juli des morgens omstreeks 9 uur. Formulieren voor de bedrijfs belasting. De Haagsche correspondent van de Zutph. Ct. bespreekt ditmaal de formu lieren voor de bedrijfsbelasting en wijst op de onduidelijkheid ,van vele der ge stelde vragen. Blijkbaar was het de bedoeling van den Minister, schrijft hij, om alle hoofd bepalingen der wet zoo beknopt mogelijk in de biljetten saam te vatten een denkbeeld, dat noodzakelijk op teleurstel ling moest uitloopen. Men bedenke boven dien, dat deze formulieran worden toege zonden, niet aan 80 A 100 duizend hoofden van gezinnen, maar nagenoeg aan elk huis worden uitgereikt, onver schillig of er voor den fiscus iets te balen zal zijn of niet. In een der kamerstukken meen ik ge lezen te hebben, dat er aan de Lands drukkerij circa drie millioen exemplaren zijn besteld, en dat het onmogelijk was zulk een voorraad tijdig af te leveren, zoodat vertraging in de verspreiding het noodzakelijk gevolg moest zijn. Hier in den Haag zijn er, die begin Mei reeds biljetten in huis kregen en anderen, die daarop nog wachten. Onder begunstiging vaD beter weder dan zich aanvankelijk liet aanzien, had Zondag de jaarlijksche wielerwedstrijd plaats Rotterdam Utrecht en terug, afstand 118.6 K.M. De weg, meest straatweg, liep over Gouda, waar niet minder dan een 30tal bevriende wielrij ders op post stonden om te zorgen dat de wielrijders geen verkeerden weg zouden inslaan of om de voorbijgangers te waarschuwen, Bodegraven, Woerden, Harmeien naar Utrecht, waar op den Leidscben straatweg de vroegere fabriek der Simplex Automatic machine Co. zich liet keerpunt bevond. De afrit had plaats te 10 uur 32 min. Het keerpunt werd slechts beieikt door de lieeren Cordang, Wolter, Chase, Vlug, Faasen, Smit, Schrauwen, Speers, Wit- teveen, Stendel, liraijmans. v. d. Griendt, Appel, Poncin, Verhoeven, van Wijk, Flamand, Peereboom, v. d. Eijnden, van Ees, Boorsma, Israels, Roos, Pratt, Ran dall, Plantfeber. De eerste keerde reeds te 12 uur 19 min. De laatste pas te 1 uur 59 minuten. Alle anderen hadden, voornamelijk door vallen, den strijd moeien opgeven. Zelfs waren de meesten, die het keerpunt bereikten meer of minder gewond. De heer Cordang bleef steeds voor. Hij kwam le aan in 3.53.40 uur en won daardoor den KoninginDe-piijs, verleden jaar door Jaap Eden gewonnen, die ver dedigd moet worden. Tevens ontving hij een fraai bronzen beeld op piëdestal, ter waarde van f 170. 2. Witteveen in 4.5.34, die, ook het vorig jaar de medaille van H. M. de Koningin-Regentes gewonnen hebbende, daarvan thans eige naar werd. 3. Schrauwen in 4.108 u.; 4. Chase in 4.12.395. Smit (Utrecht) in 3.17.16 u. 6. Braymans in 4.27.13. 7. Apers. 4.29,35. 8. Faassen (Utrecht), 4.30.21. 9. Flamand, 4.30.31.10. Stendel, 4 31.5. 11. van Wijk, 4.33.8. 12 Appel (Utrecht) 4.33.25.13. Peereboom,4.35.53. 14. Verhoeven, 4.36.13. 15 Israels, 4.52.8. 16. Randall, 4.52.43.17 Boersma, 4.52.53. 18. v. d. Eynaen, 4.53.3. 19. Poncin, 4.55.13. 20. Roos, 5.3,26. 21. Emmerik, 5.5.44. 22. Pratt 5.17.53. 23. de Roodt, 24. Schwarze, 25. Verzett. Aardappelziekte. In de provincie Friesland vertoont zich in onderscheidene aardappelvelden, inzon- DOOR p, w. p. k. 2) Wat is dat? Had ik dat geweten, en daareven dan? vraagt Paul, met een blik naar zijn partner. Is in ruiten gespeeld, ant woorden de beide dames tegelijk: Dat komt van dal philosopheeren, voegt Bertha er met een ondeugend lachje bij. Langzamerhand werd 't tijd om op te stappenhoeden en mantels werden binnen gebracht. Paul was een van de laatsten. Hij had zoo lang mogelijk nog van haar lief Italiaansch gezichtje willen genieten, maar hij ging huiswaarts en kon niet nalaten in zich zelf de opmer king te maken »ik heb toch geen comedie hoeven spelen." i Den volgende dag ging hij weer naar t Gym. Om drie uur was 't afgeloopen, en aangelokt door het mooie weer trok hij, thuis gekomen, zjjn ouwe schooljas uit en kleedde zich voor zijn middag wandeling door de bjjna leege straten van 't kleine D om zoo buiten te komen. Eerst ging zijn weg te midden van weilanden, maar hij sloeg al spoedig op zij af. Buiten 1 Ja, hij was huiten. Het heeilijke frissche woei om hem heen. Weg waren gedachten aan boeken en school. Ze zweefden voort, in zoete mijmering op de zachtgolveride beek Daast hem, tot zij eindelijk gestuit werden in hun vrijen loop door Herinnering. Onwillekeurig dwaalden zij af naar de logé's van den heer V. bij wien hij zoo gezellig kennis met hen gemaakt had. Dat zag er pas eerlijk, intens goed, uit. Het speet hem nu nog, dat die avond zoo gauw om was gegaan; graag was hij nog wat langer in haar gezelschap ge bleven. Maar och, dat zou toch vervelen. Ze zou al heel gauw een ander gezicht tegen mij gezet hebben, dacht hij. Al lemaal malligheid, coquetterie. Wie ko men daar aan? Als je van den duivel spreekt, dan trap je hem op zijn staart, daar heb je ze warempel alle twee. Bertha en die andere. Ja hoe heet ze ook weer. Van, vanSluit. O ja, dat i6 waar, Fie van Sluit. Goeden middag, dames. Goed gerust na de vermoeienissen van gisterenavond? He, mynheer I zoo aan deu wandel? Zooals u ziet. Geen naweeën gehad van hoofdpijn of zoo iets? Natuurlijk niet. Waarom zouden wij dat gehad hebben vraagt, Fie. U toch ook niet. O neen, volstrekt niet, maar dames zijn Wat dames zijn? dames zijn zulke teere poppetjes, niet waar? valt Bertha hem in de redestel U maar gerust, daar zijn we te veel buitenmeisjes voor. Maar toch was er iets met mijn vriendin niet in orde. Ze heeft haast niet geslapen en, Mijnheer, 't spijt me, dat ik 't zeggen moet, maar daar is u, zooals ik van morgen hoorde, zoo half en half de oorzaak van. Wat, U slecht geslapen, vraagt Paul, en door mij Ik heb u toch van geen geest ver schijningen of spoken verteld, geloof ik? Nu, zoo heel erg was 't ook niet, ik werd alleen telkens met eeD schrik wakker en dan duurde 't soms wat lang voor ik weer insliep, maar laten we hier niet blijven staan. Hoe gaat U? Als de dames 't perraiteeren, zoo- als U. Mag 't? Maar nu u eenmaal ge zegd heb dat ik de schuldenaar ben, mag ik toch zeker wel weten waardoor. Ik, dames ben gereed, den tegen mij in te dienen aanklacht aan te hooren en ver volgens de verdiende straf te ondergaan. Nu dan, zei Bertha, na eene korte pauze >Dan zal ik het u eens precies vertellen. Hoor maar wat u gedaan hebt. U bent aan de whisttafel even aan het philoso pheeren geweest, herinnert gij u dat? Ja, wel zeker, maar dat zal u toch geen onrustigen nacht bezorgen, wat er alzoo aan een whisttafel gephilosopheerd wordt. Daardoor hebt Nu dan herinnert gij ook zeker, dat u over ontrouw en bedriegen gesproken hebt, niet waar? Ja even, en het is waar, niet overal, maar dikwijls zal het toch wel zoo ge beuren. Nu, juist, dat was 't. Kijk u eens, wat daar het gevolg van is geweest: Dat een ander er den geheelen nacht niet van kan slapen zooals mijn vriendin het daareven vertelde. Maar zonder gekheid, uw beschouwing heeft zonder dat ik het vermoedde, zoo'n indruk op mij gemaakt, dat ik mij allerlei akelige beelden voor den geest haalde, ziet u nu, dat u wel deugdelijk de schuldige is, beken het maar, het is nu toch éénmaal gebeurd, en dan zullen wij de straf wat verzachten. Het spijt, my, juffrouw, dat begrjjpt u: ik wou, dat ik het niet gezegd had, maar men moet pessimist worden, zooals u het gelieft te noemen, als men over dat alles wat men hoort en leest, gaat nadenken. Hoor eens even, mijnheer, wat u gisterenavond heb verkondigd, heeft mij van nacht bezig gehouden ookwil ik u nu eens ronduit zeggen, wat mijn con clusie is, lachte Bertha, terwijl zij hem vertrouwelijk op den arm tikte; dat u werkelijk een pessimist is en weet u, hoe dat komt, alleen omdat u alles, wat u leest en hoort, van de kwade kant gaat beschouwen. Draai het blaadje eens om, dan zal die slechte wereld wel ver dwijnen. Pardon, juffrouw, het is toch een feit, dat 't de plicht van een mensch is, het kwaad op te sporen en vervolgens, leert men ons dat bestrijden. Als men nu al dat slechte rond zich ziet en tot de conclusie komt, dat hel zoo enorm veel en diep geworteld is, dan moet men er wel aan wanhopen, dat de wereld nog verbeterd kan worden, en schaamt men zich haast er in te moeten leven. Zoo, mijnheer, denkt u dat? spot Bertha met een komisch ernstig gezicht. Hebt u al zooveel kwaads en ongeluk kigs in de wereld gezien Waardoor wordt uw leven alzoo vergald? Noem u maar eens wat op, ik wed, dal het zoo erg nog niet is. Vroeger had men veel meer tijd, om zich te wijden aan het een of ander

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1