BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
betalen, is sulk een wedervaren zeer
zeker voor liet jonge paar geen prettig
herinnering aan de wittebroodsweken
terwijl het ook den dader lang nog heu
gen zal, want buiten de bekomen ver
wondingen bij het inslaan der ruiten en
het doorkruipen, is natuurlijk van een
en ander proces-verbaal opgemaakt.
Het bezoek «Ier Koninginnen
aan Zeeland.
Het weder is den Koninginnen gisteren
gunstig geweest bij haren intocht in
Middelburg; er was bijna geen wolkje
aan de lucht en er woei een lekker
windje.
Om 12.10 des middags kwam de trein
aan het station, waar HH. MM. werden
verwelkomd door Ged. Staten en B, en
W., alsmede door den schout bij nacht de
Brauw en generaal Teding van Berkhout.
Weinige oogenblikken later vertoonden
de hooge bezoeksters zich aan het pu
bliek. Koningin Wilhelmina was in 'l
wit, de koningin-regentes droeg, als ge
woonlijk, een donker toilet.
Te midden van een onbeschrijflijke
geestdrift werd de tocht gedaan v .n het
station naar de Abdij: BH. MM. in een
rijtuig la Daumont bespannen, dat door
nog vier hofrijtuigen gevolgd werd. Het
grootste gedeelte van den weg werd
stapvoets afgelegd.
Het eerste uur nadat zij aan de Abdij
waren afgestapt, hadden HH. MM, gele
genheid om te dejeuneeren en een weinig
rust te nemen na de reis. Om half twee
brachten de schoolkinderen van Middel
burg hun eene ovatie het liefelijk gezang
werd door de schutterijmuziek begeleid.
Daarna werden de jeugdige boerinnetjes,
gestoken in de verschillende Zeeuwsche
kleederdrachten, bij HH. MM. toegelaten.
Een rijtoer door de stad volgde, om de
versieringen, waarmede de stad prijkt,
te bezichtigen en werd besloten met een
bezoek aan Middelburgs raadhuis dat
wondeischoone monument uit de laate
Gothiek, in het begin der zestiende eeuw
gebouwd.
Gisterenavond waren HH. MM. de gas
ten van de Provinciale Staten, die hun in
hunne vergaderzaal in de Abdij een diner
aanbieden. Na afloop van het diner reden
HH. MM. weder uit om de illuminatie te
bezichtigen.
H. M. de Koningin-Regentes heeft
dr. S. Greidanus, te Soestdijk, benoemd
tot geneesheer Harer hofhouding.
Als een bijzonderheid van het rijk
des vredes op aarde deelt men mede,
dal Ambt Delden de éénige gemeente is
in ons land, die geen politieverordening
heeft.
In het «Soer. Hbld." van 14 Juli
leest men:
Met de «Generaal Pel," die gisteren
avond van Lombok kwam, ontvingen wij
de volgende berichten. Het lijk van den
onechten zoon en van zijn mede gekriste
vrouw is op de reede van Ampenan over
boord gezet.
Duizenden deden de lijken uitgeleide
van Mataram naar het strand. Ook bij
die gebeurtenis werd de orde niet ver
stoord.
Onmiddellijk nadat onze troepen Ma
taram waren binnengetrokken, bezoch
ten drie kapiteins der K. P. M. die
plaats. Binnen de wullen zagen zij een
aantal Balische soldaten in de reeds
vroeger beschreven uniform, die echter
met wijsgeerige kalmte het gebeurde
opnamen, en buiten de stad lag een
groote passar, welke door honderden
vrouwen werd bezocht. Geen harer
scheen zich iets van de verschijning on
zer troepen aan te trekken.
Volgens een vrij algemeen verspreid
gerucht zou de vorst van Lombok alle
eischen van het ultimatum willen aan
nemen, met uitzondering echter van de
uitlevering zijner geweren, geschut en
ammunitie. Men mag met eenigen grond
verwachten dat ze toch wel in ons be
zit zullen overgaanwe hebben ze vrij
wel voor het nemen.
Met November e.k. vervallen de
bestaande kiezerslijsten van de Kamers
van Koophandel en, wegens de opheffing
der patentbelasting, zouden geen nieuwe
lijsten kunnen worden opgemaakt, voor
dat de regeering in de zaak had voorzien
Thans wordt gemeld, dat eerlang een
koninklijk besluit zal verschijnen, waarbij
de laatste kohieren der patentbelasting
(die over het dienstjaar 1893lb94)nog
gedurende eenigen tijd als grondslag der
kiezerslijsten voor de Kamers van Koop
handel gehandhaafd worden. De regeering
erlangt zoodoende den tijd om te ovei-
wegen welke regeling voor de toekomst
de meest wenschelijke is en of die rege
ling wederom bij koninklijk besluit of
bij de wet zal behooren te geschieden.
Een deputatie van vijftien officieren,
in functie bij de marine-directies Amster
dam, Willemsoord en Hellevoetsluis, is
Vlissingen vertrokken om tegen
woordig te zijn bij de heronthulling van
het standbeeld van De Ruyter.
Het bezoek van Hare Majesteiten
aan den Helder is thans bepaald op 12 Sept.
De minister van Binnenlandsche
Zaken brengt ter kennis van hen, die
het examen van geëxamineerd en beëe-
digd landmeter wenschen af te leggen,
dat zij zich daartoe vddr 25 Augustus e.k.
schriftelijk bij het Depaitement van Bin
nenlandsche Zaken moeten aanmelden.
In den laatslen tijd worden met
Hai wichbooten bijna wekelijks belang
rijke hoeveelheden zilver te Rotterdam
aangevoerd en doorgevoerd naar Duitsch-
land. Ook Zaterdag is voor Duitschland
aangebracht een bedrag van ongeveer
f150.000.
Men schrijft uit Ede:
De lijd voor het zoogenaamd drijven
der bijen is voorbij. Het is gebleken,
dat het honiggewas aan de boekweit
bijna geheel mislukt is. Sommige bijen
houders brengeo de korven naar de heide
zonder te drijven. De prijs van tafel-
honig is f0.40 per '/a K.G. Gele was
geldt f 1,50 a f 1,56 per 100 K.G.
In alle winden golfden zijn zware
witte baard en van onder den ijze
ren helm waaiden de witte haren te
voorschijn.
«Björn 1" juichte de jongeling.
«Haraldl Mijn Koning I" riep de oude.
En de beide mannen omhelsden elkan
der in onuitsprekelijke blijdschap en
drukten elkander telkens weer de han
den.
En dan schreiden zij en lachten toch
ook tegelijkertjjden zij betastten elkan
der en zij zagen elkander diep in de
oogen en dan lachten en schreiden zij
weer.
Dus hadden zij de vrouw niet gezien
die van den hoogsten kam der duinen
hunne ontmoeting had waargenomen en
die een angstkreet had geslaakt, gelijk
aan den schreeuw van een aangeschoten
rendier.
Hoog met hare beide handen in de
ledige lucht grijpend; het hoofd in den
nek geworpen, zoodat het lange zwarte
haar, over den rug hing, vluchtte Uglilu,
luide jammerend en krijschend, het ei
land op.
Maar de wind droeg hare kreten ver
weg, van de kust.
Men schrijft liet volgende aan de
«N. R. Ct.:"
De examens voor de hoofdonderwij
zersakte worden thans, tegelijkertijd af
genomen op zes plaatsen: te Leeuwarden,
Zwolle, Amsterdam, 's-Gravenhage, Arn
hem en Breda. Meer en meer verspreidt
zich in de onderwijswereld het gerucht,
dat deze examens in de laatstgenoemde
plaats gemakkelijker zijn, dat de commis
sie daar toegevender is dan die in de vijf
andere steden.
Het is wenschelijk, dat hieromtrent spoe
dig door bevoegden een degelijk en
nauwgezet onderzoek ingesteld worde.
In ieder geval behooit voorkomen te
worden, dat men spreke over eene
«Breda'sche akte," als van eene geringer
waarde, van minder gehalte, dan die in eene
andere plaats uitgereikt. Onderscheidene
belangen van het onderwijs en de on
derwijzers zijn daarbij betrokken.
De Minister van Financiën heeft
bepaald dat in het aanslagbiljet voor de
bedrijfsbelasting moet vermeld worden
of de aanslag overeenkomstig de aangifte,
met afwijking daarvan of ambtshalve
opgelegd.
De beurtschipper van Minnertsga
op Leeuwarden was op de terugreis, toen
hij nabij het dorp Berlikum gekomen,
het noodig oordeelde, om één der zwaarden
van 't vaartuig wat op te trekken. Hij
verliet daartoe voor eenige oogenblikken
het roer, maar terwijl hij bezig was om
het zwaard op te trekken, brak het touw.
met 't gevolg dat hij achteroverin 't kanaal
stortte. Zijn knecht, die in de lijn het
schip voorttrok, hoorde den plof en schoot
dadelijk toe, om den man te redden,
maar hij was reeds in de diepte verdwe
neu, Spoedig kwamen er nog een paar
personen opdagen, er. na lang zoeken
werd de drenkeling eindelijk als lijk
opgehaald.
De leden van het comité tot vast
stelling het van congresprogram van den
R.-K. Volksbond hebb n mrg. Snickers
in bedenking gegeven, of niet nu reeds
kan worden bepaald, dat het congres dit
jaar onmogelijk meer kan worden ge
houden. Immers, vóór het aanstaande
najaar, den eenig geschikten tijd voor
zulk een congres, kunnen naar hunne
meening, de veelvuldige werkzaamheden,
aan de voorbereiding verbonden, onmo
gelijk worden verricht.
Mgr. Snickers heeft hiervan mededee
ling gedaan aan het centraal bestuur van
den R.-K. Volksbond.
XVI.
Naast elkander zaten zij in het duin
zand, Harald en Björn.
De jongeling had zijne aan lijden
zoo rijke, aan daden zoo rijke ge
schiedenis ten einde toe verhaald.
Maar toch niet alles had hij uitgespro
ken. Hij bloosde als een jong meisje toen
bij over de zorgvuldige verpleging van
Ughlu spraken hoe zij hem met
haar eigen lichaam verwarmd had dit
verzweeg hij. En nog iets anders hield hij
geheim: hoe hij den ouden man, door
zijn eigen dolk gewond, op het strand
had gevonden.
«Maar komaan" drong hij aan, «nu
nog eens alles; tol in de minste bij
zonderheden van thuis vertellen I
O, ik overgelukkig rnenschenkind I Ik
zal mijn vaderland, ik zal le mijnen
wederzien I Dank, trouwe vriend! Aan u
heb ik mijn leven het echte leven le
danken I
Niet aan de Finlandsche. Want hier
ademhalen, dat is geen leven; dat is
erger dan de dood I Aan u, aan uwe
trouw, dank ik alles alles!
En Koning Harskjöld, mijn edele
vader, is gestorven? En zy ik
meen.
De hertog van Cumberland is te
Lübeck aangekomen. De hertog is op
weg naar Kopenhagen, waar hij voorne
mens is eenigen tjjd te vertoeven. Df
hertog van Cumberland is de oudste zoon
van den gewezen koning van Hannover
en handhaafd nog steeds zijne aanspraken
op het hertogdom Brunswijk, dat door
prins Albrecht van Pruisen als regent
wordt bestuurd. Vandaar dat het tot dus
ver nog tot geen veizoening is gekomen
tusschen den Duitschen keizer en den
Hannoveraanschen prins, ofschoon de Duit-
sche keizer er toe is overgegaan hem het
Welfenfonds terug te geven. De hertog
van Cumberland is gehuwd met prinses
Thyra, een der dochters van den koning
van Denemarken.
Gedurende de laatste weken hebbei.
in de Duitsche pers weer geruchten de
ronde gedaan betreffende eene verzoening
tusschen den Duitschen keizer en den
hertog van Cumberland. Tot dusver is
het echter nog niet gebleken, dat deze
geruchten van grooter waarde zijn dan
hetgeen voorheen over deze verzoenings
plannen is medegedeeld.
Naar men weet, bevindt zich de
heer Pullman, de bekende fabrikant uit
Chicago, tegenwoordig in Europa. Het
verblijf van den rijken Amerikaan in de
oude wereld staat in verband met de
verloving zijner dochter. Volgens de
Figaro zal weldra de verloving openbaar
wordsn gemaakt van mejuffrouw Pull
man met den prins van Isenburg-Bir-
stein, den zoon der Oostenrijksche aarts
hertogin Maria Louise van Toscane, eene
nicht van den Oostenrijkschen keizer.
Volgens de Temps heeft de heer Pull
man uitsluitend zijne toestemming tot
deze verloving gegeven, onder voorwaarde,
dat alle titels en waardigheden van het
huis Isenburg op de kinderen zijoer
dochter zullen overgaan. Aanvankelijk
heette het, dal eene dergelijke schikking
onmogelijk was, maar ten slotte schij
nen toch deze bezwaren uit den weg te
zjjn geruimd.
Van de jongste aardbevingen op
Sicilië meldt de Napolitaansche bericht
gever van «Daily News" treurige bijzon
derheden. Hij kwam kort nadeneersten
schok.
«Te Zurbadi," schrijft hij, «waren de
wegen versperd door puin en hier en
daar opengespleten. Vele villa's waren
ingestort en de wijn uit de kelders
stroomden over den weg. De muren der
kerken waren in alle richtingen gescheurd
en op de altaren was alles dooreen ge
worpen en gebroken.
Wij ontmoetten jammerende vrouwen
en kinderen en zagen dooden uit het
puin wegdragen.
Daar werd opeens een vreesehjk ge
rommel gehoord. De grond schudde,
muren stortten in en wij stonden in een
wolk van stof. Ik zag vlak voor mij een
muur instorten en ik snelde heen als een
krankzinnige. De schokken duurden nog
voort. Wij liepen tegen elkaar in de
duisternis en steenen vielen aan alle
kanten om ons heen.
Haai hielden plotseling de schokken
op Wij hoorden aan alle kanten nood
kreten n gir.gen zoo snel wij konden
de gewonden helpt n. Prof. Romeo, cor
respondent van de «Corner di Catania,"
was gewond bij het omvallen van een
muur. Wij brachten hein naar een vei
lige plaats. Wij haalden een vrouw met
gebroken beenen uit het puin eri uit een
ander huis een klein kind, dat ongedeerd
gebleven was, beschermd door een stapel
hout voor de w:eg.
We vonden ook een 12-jarig meisje
dat ongedeerd was gebleven, maar van
schrik krankzinnig was geworden. El
werden steeds meer gewonden gevonden
maar zij konden lar.gs de onbegaanbare
wegen niet veivoerd worden naar Aci
Reale, en er waren geen geneeskundigen
of verbandmiddelen bij de hand. Men
zond telegrammen om hulp naar Croce
Rossa.
Te Fieri was de toestand nog treuri
ger. Vele grondeigenaren hebben alles
verloren.
De schade wordt geschat op 3 mil-
lioen lire.
„Haralda, meent gij? Moet ik dan alles
nog eens weer vertellen?"
„Ja, alles nog eensl Het doet mij zoo
goed, hier binnen, te hooren, dat
zij mij niet hebbel) vergeten! Mijne
schepen
«Alle vier verongelukt; verdwenen I
Lang nadat gij weg waart kwam er een
dringende boodschap uit Helsingaland
Waarom gy toefdet? Waarom gij niet
ter hulpe kwaamt? Toen begrepen wij,
dat gij en uwe mannen in dien vreese-
lijken storm uit het westen, die zoo vele
schepen had vernield, moest zjjn vergaan.
Onmiddelijk zond uw vader mij en nog
vele anderen, met verschillende vaartui
gen uit, om in alle Fjorden, in alle havens
en bochten naar u te zoeken. Wij allen
keerden terug zonder tijding.
Ik had geen rust. Nog driemaal voer
ik naar de meest verwijderde kusten
op alle eilanden hield ik aanin alle
havens liep ik binnen; door den Sont
der Sachsenmannen, tot naar het eiland
Hibemia, tot Thule zelfs, werd ik door
mijn hart gedreven. Nergens eenig spoor I
Ook in de buurt van dit smalle eiland
ben ik vroeger reeds geweest; van dit
plekje grond, dat als drijvend zeewier,
ternauwernood zichtbaar, uit zee verrijst.
Maar de roeiers weigerden de vaart te
vervolgenniets anders dan booze gees-
Van wege burgemeester en Wet
houders is onder de ingezetenen de navol
gende circulaire verspreid
Ingezetenen van Amersfoort.
Nu in onderscheidene gemeenten van
ons vaderland weder gevallen van AZI
ATISCHE CHOLERA zijn voorge
komen, is het ieders plicht, zooveel in
zijn vermogen is, medetewerken om
die gevreesde ziekte te bestrijden.
Hoogstnadeelig is cholera-vrees, maar
daarvoor bestaal ook geen aanleiding
als men weet, wat men in acht heeft te
nemen om zich voor besmetting te be
hoeden.
Daarom wenschen wij ieder aandachtig
te maken op het volgende:
1. De cholera ontstaat door het komen
der cholerakiemen in het menschelijk
lichaam.
2. De besmetting wordt veroorzaakt
door de uitwerpselen (darm-ontlasting
braaksel, urine, ook het waschwater) der
choleralijders.
3. Bij reeds bestaande storing in de
werking van maag en ingewanden ont
wikkelen zich de kiemen, waardoor de
ziekte ontstaat, gemakkelijker.
4. Het komt er dus op aan, de cholera
kiemen te vernietigen, onschadelijk te
maken, en
5. Door matigheid en een verstandigen
leefregel alles te vermijden, wat de wer
king van maag en ingewanden zou kunnen
hinderen.
LEEFREGEL.
1. Geen water als drinkwater gebruiken
dan na het vooraf te hebben gekookt.
2. Geen melk of karnemelk ongekookt
gebruiken.
3. Men gebruike geen sterk afgekoelde
spijzen of dranken en geene andere dan
goed gekookte spijzen (geen salade, kom
kommers, augurken.)
4. Men ete geen onrijp ooft en geen
vruchten ongeschild.
5. Geen eet- of di inkwaren gebruiken
afkomstig uit huizen of winkels waar
cholera heerschl, en niets nuttigen in
zoodanige huizen of winkels.
6. Meermalen de handen wasschen en
vóór hel gebruik van voedsel altijd.
7. Geen boeken of andere voorwerpen
uit huizen, waar zich lijders bevinden,
verzenden of ontvangen.
8. Zonder noodzaak geen woningen
bezoeken waar choleralijders zijn.
9. Strenge zindelijkheid betrachten,
vooial ten aanzien van het lichaam
en van alles wat met het lichaam in
aanraking komt.
10. Niet baden in de openbare
wateren.
ten, dan Finlandsche monsters, zeiden
zij, woonden achter die zwarte, eeuwig
durend door de branding gezweepte rot
sen; menschen zouden daar niet kun
nen beslaan.
Zoo keerde ik eindelijk weder huis
waarts.
Maar geen uur verliep, noch bij dag
noch bij nacht, waarin ik niet aan u
dacht, van u droomde. Ik en uw
vader ook. Hij kwijnde weg van zielsver
langen naar, u, den steun zijns ouderdoms,
de eenige hoop van zijn volk. Dit smach
tend verlangen ondermijnde het leven van
den grijzen held."
«Mijn vader!"
«En toen nu zijne zuster, Koningin
Haihild, en hare dochter.
«Haruldal Is zij schoon? Zeer
zeer schoon?"
Zóó naderde Frigga in bruidsglans de
sponde van OdhinI
Toen nu zijne zuster en zijne
nicht, die door de ellendige Kween-Fir.-
nen uit haar land verdreven waren
Wacht maar! Ik zsl het hun af-
leeren, weerlooze vrouwen in angst te
jagen I"
tot ons vluchtten, hulp en
bescherming zoekend, toen trok de grijs
aard zich de haren uit het hoofd en
klaagde: «Wee myI ik kan de zware
11. De privaten dagelijks, of, uls door
vele huisgezinnen daarvan gebruik woidt
gemaakt, meermalen dagelijks, rei
nigen en ontsmetten.
Privaten worpen Ontsmet door er een
ruime hoeveelheid kalkmelk, chloorkalk,
of creoline-mengsel in te gieten. Ook de
trechters worden met eene behoorlijke
hoeveelheid bedeeld. De zittinvan het
jirivaat wordt met carbol-oplossing of
creoline-mengsel afgesponst. Bij het ont
smetten van privaten wordt als maatstaf
aangekomen, dat 10 liter kalkmelk, 5 kilo
chloorkalk of 5 liter creoline-mengsel
voldoende zijn voor 1 kubieken meter
faecaliën.
12. Zoo min mogelijk plaatsen bezoe
ken, waar veel menschen samenkomen.
13. De vloermatten schoonhouden en
ontsmetten. Aan vrouwen wordt aanbe
volen op de straat geen slepende kleeren
te dragen.
14. De vloeren van lokalen voor publiek
toegankelijk, eens of meermalen daags
schrobben en ontsmetten met carbol-op-
lossing of cieoline-mengsel.
15. Onmiddelijk geneeskundige hulp
inroepen, als zich verschijnselen voordoen
van maag- of ingewamlslijden.
Den ingezetenen wordt aanbevolen om
van onreine toestanden in hunne omgeving
als zij die niet zeiven kunnen verhelpen
(verzamelingen van vuil, gebrekeD aan
riolen, onreine privaten enz.) rechtstreeks
aan de politie kennis te geven.
By beschikking van Z. E. de Mi
nister van Binnenlandsche Zaken, d.d. 8
Augustus 1894, N° 4268, afdeeling O,
zijn de studenten aan de rijks- universi
teit te Utrecht, 1. in de rechtsgeleerd
heid M. van der Noordaa, 2. in de ge
neeskunde H. J. I. B. Franke, 3 wis- en
natuurkunde N. G. van HufTel, 4. lette
ren en wijsbegeerte L. A. J. Butgers-
dijk jr. en 5. R. Broersma, voorloopig
gedurende het tijdvak van 1 September
1894 tot en met 31. Augustus 1895,
gerechtigd verklaard tot het genot van
een vijfde gedeelte der ter beschikking
van de koningin staande inkomsten der
vicaiiën in de St. Joriskerk te Amersfoort.
In de afgeloopen week slaagden
voor het notarieel staatsexamen eerste
gedeelte, de heerenA. A. Versluys en
A. de Neeling alhier.
Ter aanvulling van hel bericht in
ons vorig nummer over de brand ten
huize van den heer van Wieringen aan
het Havik alhier, diene, dal almede het
eerste hulp werd verleend door den heer
P. Boshuizen onderbrandmeester van de
vrijw. brandweer, die eerst de kinderen
in veiligheid bracht en daarna onmidde
lijk tot blusschen overging.
De ritmeester-instructeur N. I. P.
Metelerkamp, van de rijschool te Amers
foort, is overgeplaatst bij het le rog.
huzaren te Zutphen en wordt belast met
het bevel over het 2e escadron.
De 2e luit. C. A. J. Struiken van het
2e reg. inf. te Nijmegen is overgeplaatst
bij het 5e reg. inf. te Amersfoort.
De officier van gez. le kl. dr. D.
Romeijn, van het garnizoen te Amers
foort, is aangewezen om den 25stn dezer
naar Deventer te vertrekken, ten einde
met het le reg. huzaren de cavalerie-
manoeuvres mede te maken.
Op de heden gehouden St. Bartho-
lomeus-paardenmarkt waren aangevoerd
150 paarden, 30 hitten en 17 veulens.
Voor paarden werd besteed f 60 A f 4u0.
voor hitten f70 a f140 en voor veulens
f40 a f 100. Er ging niet veel om.
De Directeur van het Postkantoor
alhier maakt bekend dat van af heden
de I uslichting voor de verzending per
bode naar 't Hoogland is vastgesteld op
6.30 v/m (sfioortijd).
Amersfoort 20 Aug. 1894.
De Directeur
C. SMITT.
werpspies niet meer zwaaien en mijn
Harald, mijn held, wordt gevangen ge
houden door Ran I"
«Niet door Ran;" fluisterde Harald,
meer tot zichzelf dan tot Björn spre
kend. «Door een andere, die in 't geheim
de middelen tot zijne redding beeft in
brand gestoken."
„En door het bitter leed verteerd, is
hij gestorven. Nu zestig nachten gele
den hebben wij voor hem den brand
stapel opgericht. Maar de overmoedige
Kwenen, op hunne groote meerderheid
pochend
«Ja, jazij krielen in menigte als zwarte
mieren over den aardbodem I"
bedreigen thans, van het ver
overde Helsingaland zuidwaarts voort-
rukkende tot onze noordelijke Mark, het
onbeheerde land met den oorlog;
zware belasting eischen zij als schat
ting
>Ik zal die schatting op hunne helmen
betalen I"
«Duizend ossen en driehonderd paar
den. En zijn deze niet geleverd tegen het
afvallen der bladeren, dan ,dreigen zij
noch onze vrouweD, noch onze kinderen
te zullen ontzien."
(Wordt vervolgd).