nieuwe
Nieuws- en Advertentieblad
SLECHTE HEUS.
UTRECHT en GELDERLAND
Een mooi boek cadeau.
„Twee Naamgenooten",
binnenland.
Woensdag 19 September 1894.
Drie-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
i\o. 75.
i
CDS
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
IEDER, die ons met het
begin van het aanstaande
kwartaal een nienwen
abonné op ons blad bezorgd, geven
wij, uit erkentelijkheid voor de genomen
moeite, cadeau
HET BEROEMDE WERK
SALVATORE FARINA,
een boek met duidelijke letter gedrukt,
op goed papier en 235 bladz. beslaande.
Opgaven worden dagelijks aangenomen
en liefst zoo spoedig mogelijk ingewacht
aan het Bureau van ons Blad.
RarUscbappij tot opvoeding van
weezen in het huisgezin.—
Nederlandsch Mettray.
Deze beide nuttige instellingen,
wier jaarverslagen ons onlangs
werden toegezonden, willen wij
gaarne met een kort woord bij
onze lezers aanbevelen.
Waarom wij aan de opvoeding
van weezen in het huisgezin de
voorkeur geven boven de opvoe
ding in gestichten, hebben wij in
dertijd bij de Neerbosch-kwestie
gezegd. Over die bezwaren, ver
bonden aan het systeem der mas
sale opvoeding, schrijft het jaar
verslag: »Het individu kan niet
opgevoed worden bij 50- en 100-
tallen tegelijk. Bij zulke aantallen
kan men ze leeren exerceeren, kan
men ze africhten, maar er kan
geen sprake zijn van opvoeding,
karaktervorming, in één woord
van de ontwikkeling van datgene
wat in den mensch vereischt wordt
om hem inderdaad tot een mensch
te doen zijn. Is er iemand, die er
zich toe in staat acht, men zou
moeten betwijfelen of hij wel een
juist gezicht heeft op de taak,
waartoe hij zich bekwaam rekent.
En acht men zoo iets toch moge
lijk en vertrouwt men zulk een
reuzenarbeid aan zulk een persoon
toe, dan heeft men geen recht bij
een mislukte uitkomst er hem een
grief van te maken. Hij is het
slachtoffer van een waan, waarin
men hem versterkt heeft. Van
opvoeden kan slechts sprake zijn,
wanneer het bij enkelen geschiedt
en in een zeer beperkt getal. In
ieder kind immers schuilen goede
en kwade neigingen, deze moeten
ontwikkeld, gene bestreden wor
den. Bij den een krijgt men met
hoogmoed, bij den ander met de
luiheid, bij deze met de wulpsheid,
bij gene met de onoprechtheid
te doen. Hoeveel geduld, hoe
veel zelfbeheer, hoeveel meegevoel
wordt er niet bij de opvoeding
vereischt, bij een kind in normale
positie, hoeveel te meer zal dit
bet geval moeten zijn bij het wees
kind." Maar zijn dan uw pleeg
ouders zulkemodel-ouders en beter
voor hun taak geschikt dan de
ouders in een weesinrichting? Op
de eerste vraag wordt geantwoord
»Ook zij zijn menschen in den
waren zin van het woord met hun
goede en minder goede eigenschap
pen, met hun meerderen of minde
ren graad van ontwikkeling. Maar
men make hun van hun onvol
maaktheid toch geen verwijtMen
moge hun bij de verzorging van
weezen hooge eischen stellen, men
wachte zich hun bovenmatige
eischen te doen, eischen, die men
tot zich zeiven niet richt, wel we
tende, dat men ze niet kan nako
men." Het antwoord op de andere
vraag is men kan lichter iemand
vinden, die één kind een goede
opvoeding weet te geven, dan een
die honderd en meer kinderen,
waarvan geen twee overeenstem
men, weet groot te brengen zóó
dat ieder zijner pupillen krijgt wat
hem toekomt. Wanneer pleeg
ouders hun taak niet ernstig ge
noeg opvatten of ongeschikt be
vonden worden, dan worden zij
van de taak der opvoeding ont
heven en het kind wordt aan
betere handen toevertrouwd. Zoo
danige verandering is in weeshui
zen niet zoo gemakkelijk aan te
brengen. De ^maatschappij tot op
voeding van weezen in het huis
gezin" zij is ook al niet volmaakt,
maar hare beginselen zijn naar
onze meening in het belang der
ouderloozen, en daarom verdient
zij gesteund te worden. Sedert
hare oprichting in 1874 zijn haar
467 weezen voor langer of korter
tijd ter verzorging toevertrouwd,
voor 196 moet thans nog geheel
of gedeeltelijk in de verzorging
worden voorzien. Jongens en meis
jes worden tot verschillende be
trekkingen opgeleid en sommige het
brengen zelfs vrij ver. Over het al
gemeen zijn goede resultaten ver
kregen de meeste dier weezen
werden nuttige leden in de maat
schappij. De afdeeling Amersfoort
van de Maatschappij telt 51 leden
dit op zichzelf vrij groote getal
voor Amersfoort dient echter, ver
geleken met andere plaatsen, groo-
ter te zijn. Wie hiertoe wil bij
dragen, wende zich tot den heer
M. W. Scheltema op Zandbergen.
Meer nog moesten wij aanbe
velen de Landbouwkolonie Neder-
landsch Mettray op Rijsselt, bij
Zutphen. Deze vereeniging heeft
ook al in Amersfoort een afdee
ling en deze bestaat uit zes (6)
leden. Wij houden ons echter
overtuigd, dat alleen onbekend
heid met het bestaan dezer af
deeling oorzaak van haar klein
heid is, en dat zij spoedig in leden
tal zal toenemen als men weet,
dat ook hier een nuttig doel be
vorderd kan worden. In de inrich
ting Mettray zijn een 150 kwee-
kelingen, jongens, die meestal uit
vanzige achterbuurten van groote
steden komend in de gezonde Gel-
dersche lucht tot flinke krachtige,
jonge mannen opgroeien. Maar
wat hier nog meer in aanmerking
komt, ook voor de geestelijke ont
wikkeling wordt uitmuntend zorg
gedragen en daardoor kunnen
degenen, van wie de maatschappij,
als zij aan hun lot overgelaten
werden, niet veel te verwachten
zou hebben, als nuttige leden aan
die maatschappij worden weerge
ven, nadat zij eenigen tijd in wel
dadige afzondering en andere le
vensomstandigheden geplaatst zijn
geweest. Allen worden zij, de
jongeren na eerst de school be
zocht te hebben, in vrijwillig ge
kozen vakken opgeleid en thuis
wordt de geest beschaafd en ver
edeld o. a. ook door muziek- en
teekenonderwijs. Van verreweg
de meeste kweekelingen, die de
kolonie verlaten hebben, is bekend,
dat zij goede burgerlijke betrek
kingen bekleeden, en dat zoowel
wat gedrag als werk betreft over
hen niet te klagen valt; gewoon
lijk is bet tegendeel waar. Wie
de maatschappij op zijn beurt wil
helpen verbeteren, steune inrich
tingen als dezevoor het lidmaat
schap kan men zich aanmelden
bij den penningmeester, den heer
Mr. J. van der Leeuw, alhier.
Na eene afwezigheid van vier
maanden zijn Hare Majesteiten de Ko
ninginnen Maandag middag te kwart
voor vier uren uit Baarn in de residentie
teruggekeerd.
Bij het verlaten van den koninklijken
trein vonden de Koninginnen op het
perron voor het wachtpaviljoen van het
Hoil. spoorstation geschaard de autori
teiten, die de Vorstinnen kwamen ver
welkomen.
De Regentes sprak de meesten uit dezen
kring aan en begroette, evenals de jonge
Koningin, de anderen.
Hare Majesteiten begaven zich vervol
gens door den wachtsalon naar de open
landauer onder de koet-poort, waarmede
zij onder het gejuich eener talrijke op
het Stationsplein verzamelde menigte
langs het Zieken en Spui den weg naar
het paleis namen.
Van den stationsgevel en de daken der
fabieksgebouwen van de ijzergieterij De
Prins van Oranje wapperde de driekleur.
Te 3.53 kwamen HM. MM. langs de
druk bezochte stralen ten paleize aan.
Bij het voorrijden van het koninklijk
rijtuig werd de standaardvlag met wimpel
op het gebouw geheschen.
Eene zeer talrijke menigte wachtte de
Koninginnen af en gaf van hare ingeno
menheid met den terugkeer der Vorstinnen
blijk door luide toejuichingen en hoera's.
Hare Majesteiten de Koninginnen
zuilen Dinsdag 25 September een bezoek
brengen aan de Koninklijke Militaire
Academie en aan de stad Breda.
LOMBOK.
Bij het departement van koloniën
zijn van den gouverneur-generaal per
telegram de volgende mededeelingen ont
vangen omtrent het gebeurde op Lom
bok en de aldaar thans plaats vindende
krijgsoperatiën
Ontevredenheid van Pongawa's, dat
conliact het knevelen der Sasaks zou
beletten, was voorname oorzaak van het
gepleegde verraad. Gedurende vuur van
onzichtbaren vijand waren houding en
discipline der troepen uitmuntend. Bivak
te Ampenam versterkt. Drie batterijen te
Aroeng Kaleh en Pegasangan opgesteld
tot hernemen Mataram met t'este kansen
Feuilleton.
(SLOT.)
5 ilk deed mijn man de scherpste ver-
wjjtingen, dat hjj Edith in huis had ge
bracht, maar wat eenmaal geschied was,
kon niet meer veranderd worden. Dit
eene echter van het hoofd van mijn
zoon, die Edith reeds eene bekentenis
zijner liefde had gedaan, moest het drei
gende gevaar worden afgewend. Onder
voorwendsel, dat Edith nog te jong was,
om met Robert te kunnen huwen, zon
den wjj dezen weg en wisten te bewer
ken, dat hij attaché in Londen werd.
Eerst toen hij zich daar bevond, deelde
ik hem mede, dat mijn man nimmer een
huwelijk met Edith zoude toestaan en
maakte hem tevens bekend met Edith's
bange toekomst. Wat ik gevreesd had,
geschiedde. Even als zoovele mannen
voor hem, wilde hij er ook niet aan ge-
looven, dat Edith door deze erfelijke
kwaal zou aangetast worden, en ver
klaarde met nadruk, dat hij haar getrouw
zou blijven tot on het oogenblik, dat
noch ouders, noch voogd meer het
recht hadden hun eenigen dwang op te
leggen.
iMijn echtgenoot verbood hem met
Edith te correspondeeren. Hjj wilde hier
niet naar luisteren, maar toen bij zag,
dat tegen onzen wil in tocli geen brief
van hem haar bereiken, en hij er even
min een ontvangen zou, onderwierp
hij zich en troostte zich met de toe
komst.
lEdith werd natuurlijk niets gewaar
van deze gesprekken. Zij verkeerde in
de meening, dat hij inmiddels bij het
gezantschap te Madrid benoemd was,
zou terugkeeren, om met haar in het
huwelijk te treden. De tjjd verstreek.
Edith was binnenkort meerderjarig, en
ik wist, dat mijn zoon slechts dit tjjd-
stip afwachtte, om de bedreiging, die hij
ons gedaan had, te volvoeren.
iSlechts eene hoop bleef mij bij
en zij was vreeselijk namelijk, dat de
krankzinnigheid zich inmiddels bij Edith
mocht vertoonenl Ik wachtte tevergeefs,
Edith bleef gezond en inmiddels ver
liep de tijd.
ilets moest er geschieden, en in mijn
doodelijken angst greep ik naar een wan
hopig middel. Ik vertelde Edith, dat
Robert in Madrid verloofd was met de
dochter eens hertogs. Ik liet haar eene
nagemaakte huwelijks-bekendmaking zien
langen tjjd geloofde zjj het niet en
toen zij er eindelijk geloof aan sloeg,
was zij nog niet krankzinnig.
«Thans won zelfs het gevoelen bij mij
veld, dat de familiekwaal ditmaal uit
zou blijvener was niet het geringste
spoor te ontdekken, dat op eene derge
lijke ziekte wees, en men kon, aldus
was mijne opinie, haar zonder bedenken
uithuwelijken tnaar haar mijn zoon
tot vrouw geven, neen, dat kon ik niet
over mijn hart verkrijgen I
iDoor de ziekte van mijn man leefden
wij zeer stil, en Edith had met zeer
weinige jonge mannen kennis leeren
maken. En ziet, daar bracht het toeval
ons met u in kennis, en ik ontdekte,
dat gij in Edith een levendig belang
steldet.
«En gij trachtte mij te overtuigen, dat
zij mjj liefhad," zeide de ritmeester bit
ter, voor de eerste maal mevrouw von
Reisewitz in de rede vallend, die haastig
en eentonig gesproken had, als verhaalde
zij zaken, die noch haar, noch den toe
hoorder betroffen. Het scheen, alsof zij
door zjjn gezegde was wakker geschud
geworden, want met een scherpe stem
ging zij voort
«Edilh zou binnen enkele maanden
meerderjarig zijn en Robert uit Spanje
terugkeeren dan was alles ver
loren."
«Hoe bracht gij er Edith toe om mij
hare hand te schenken?"
•Ik spiegelde haar voor, dat Robeit
weldra met zijne jonge vrouw zou aan
komen. Om hem niet te ontmoeten, om
vooraf liet huis uit te komen, stemde zij
toe, en toen
•En toen bespoedigdet gij het huwelijk I
O, thans begrijp ik alles I" viel hij baar
nogmaals in de rede.
•Gij begrijpt nog niet alles," her
vatte zij op doffen toon. 't Was niet
de oneenigheid met mijn echtgenoot,
niet den tweestrijd in mijn eigen
borst, neen, ik moest twee mijner kin
deren hunne eerste liefde ontrukken.
Robert en
»En?" vroeg hij in gespannen verwach
ting, daar zij bleef aarzelen.
„Mijne dochter Vally beminde u I"
iVally beminde mij I" riep hij, zich
voor het voorhoofd slaande, «alleen
Edith's beeld zweefde mij voor den
geest, toen ik haar slechts eenmaal ge-
zieD had."
«Dit had ik zeer goed bemerkt en er
ook juist mijn plan op gebouwd," ver
volgde zij. «Snel moest er gehandeld
worden. Nog op het laatste oogenblik
kon Robert komen en alles verijdelen.
O, welk eene spanning, welk een angst.
En dat alles te verbergen onder een
kalm gelaat! O, meer dan eens geloofde
ik, dat juist ik degene zou zijn, die
krankzinnig werd."
Zij verborg haar gelaat in de plooien
van haar krippen sluier en bleef eenige
minuten zwijgend en roerloos als een
beeld zitten.
De ritmeester waagde het niet, haar
te verzoeken met hare mededeeling voort
te gaan.
«Laat ons het gesprek tot een einde
brengen I" riep zij eensklaps uit. «Ondanks
alle voorzichtigheids-maatregelen werd
Robert bekend met Edith's engagement.
Hij bespoedigde zijne lei ugkeer en kwain
te vroeg, maar ook te laat. Een
vreeselijk tooneel had tusschen hem en
mij plaats; maar het huwelijk was reeds
wettig gesloten. Edith was voor hem
verloren en de zoon durfde zijne
moeder niet te beschuldigen. Hoe
moest hij den schijn van ontrouw aan
nemen."
«En liet wederzien van den geliefde,
dien zij trouweloos waande, deed haar
krankzinnig worden!" kreet von Rhoden.
«Zij is 's nachts opgestaan, heeft
zich naar het middengebouw begeven,
waar in een kamer haar bruids'.rans en
kleed gereed lagen, heef', zich opgetooid
en toen in eenige vertrekken tegelijk,
gordijnen, tafelkieeden, kortom, alles wat