NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND 0NBE1 HET BEO. verschijnt woensdag en zaterdag. Een mooi boek cadeau. „Twee Naamgenooten", binnenland. Nu. 76. Zaterdag 22 September 1894. Drie-en-twintigste jaargang. EENBOEKJE OVERSTATISTIEE. Feuilleton. ERSFOO VOOR abonnementsprijs: per S maanden ƒ1.j Franco per post door het geheele Bijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. IEDER, die ons met het begin van het aanstaande kwartaal een nieuwen abonné op ons blad bezorgt, geven wij, uil erkentelijkheid voor de genomen moeite, cadean HET BEROEMDE WERK SAL.VATORE FARINA, een boek met duidelijke letter gedrukt, op goed papier en 235 bladz. beslaande. Opgaven worden dagelijks aangenomen en liefst zoo spoedig mogelijk ingewacht aan het Bureau van ons Blad. We hebben een kleir. boekje vódr ons liggen; een zeer praktisch werkje, waar mede iedereen zijn voordeel zal kunnen doen door zich het boekske aan te schaf fen, terwijl de prijs (fl.90j zeer gering is, in aanmerking genomen de reuzenar beid, die er aan vooraf is gegaan om het werkje sarnen te stellen. Het bevat statistieke gegevens, land kaartjes, afbeeldingen van geldswaarden uit alle landen der wereld, in één woord raadgevingen voor elk een. De titei luidtGrografisch-Stalistischer Taschen-Allas van Prof. Hickmann uit Weenen. De getallen worden verduidelijkt door afbeeldingen in kleurendruk, zoodat men met één oogopslag onmiddelijk vinden kan, wat men weten wil. Er komt o. a. eene tabel in voor van het aantal Analphabeten d. z. men- schen, die lezen noch schrijven kunnen. We zien terstond aan de zeer kleine groene streep op bet lijstje, dat Zweden en Noorwegen het geringste aantal Anal phabeten telt (0.23°/o), dan volgt Dene marken met 0.25% der geheele bevolking; bij Duitschland en Zwitserland nemen de groene strepen geleidelijk in lengte toe. Nederland heeft reeds 4% Analphabeten en zoo gaat het voort: Groot Britannië, de Vereenigde Staten van Amerika, Frankrijk, België (3z%), Oostenrijk-Hon- garije, Bulgarije, Griekenland, Italië (47°/0) ten slotte Rusland (76%) met een kolos sale groene streep en Monter.égro (84l/o). Van de twintig opgenoemde landen is de bevolking van Montenegro dus het slechtst onderwezen. Het eenvoudige lijstje brengt ons tot nadenken. We zijn er over verbaasd, dat een land als Zweden en Noorwegen, in een uithoek van Europa gelegen, zooveel betrekkelijk ontwikkelde bewoners heeft. We hadden nooit gedacht, dat België in dat opzicht achtmaal ongunstiger stond aangeschreven dan ons Vaderland. Over Italië en Rusland behoeven we ons min der te verwonderen. We kunnen deze cijfers met allerlei gegevens en gevolgtrekkingen in verband brengen. Is het niet opvallend, dat de Germaan- sche Volken zij, die niet overwegend Katholiek zijn het gunstigste in dit opzicht staun aangeschreven? En hoe komt het, dat Amerika 16% ineer Anal phabeten heeft dan Engeland? Zou de gemengde bevolking van de Nieuwe Wereld, het groote aantal Kleur lingen onder de Blanken, daar geen in vloed op hebben? Het spreekt van zelf, dat liet aantal lieden, hetwelk lezen noch schrijven kan, ten nauwste samenhangt met het aantal volksscholen. Dit heeft Prof. Hickmann terstond ingezien en vandaar hjj onze weetgierigheid te hulp komt, door onmid delijk achter elk der bovengenoemde landen het aantal volksscholen op te geven. Maar in een land met dichte be volking heeft men natuurlijk meer scho len noodig, dan iri een land met weipig bewoners; vandaar dat eeD opgaaf van het aantal volksscholen in ieder land niet compleet zou zijn, zonder tevens de ge tallen weer te geven van het aantal be woners op één volksschool. Nieuwe verrassingen I We zouden op pervlakkig zeggen; in een land met heel veel Analphabeten moeten de volksscho len wel zeer gering zjjn. Dat is dan ook zoo, maar toch niet overal eveoredig. Dit hangt wederom samen met het aan tal leerlingen, dat gemiddeld op één volksschool wordt toegelaten, dus met de grootte der scholen en vervolgens of er leerplicht is in het land, terwijl het ge halte van het onderwijs hier niet in aan merking kan komen dunkt ons want eene school, waar de kinderen zelfs geen lezen en schrijven kunnen leeren is geene school Zwitserland telt op iedere 366 inwo- netséén volksschoolin Duitschland slechts één op iedere 826 inwoners. De kinderen in Zwitserland zijn dus beter in de ge legenheid, het lezen en schrijven te leeren dan die in Duitschland en toch heeft Duitschland slech's 0.85% Analphabeten tegen Zwitserland 1.20%. De oorzaken hiervan na te sporen, laten we aan den lezer over en we verzoeken er bij in het oog te houden, dat Zwitserland een berg land is, waardoor ook al wegens de minder gunstige verkeersmiddelen in het hooggebergte het geregeld school gaan allicht bezwaren zou kunnen ople veren. Een ander lijstje, niet minder belang rijk dan het voorgaande: De verschillende Godsdiensten op aarde. Ongelukkig moet hier gezegd worden, dat de daarbij behourende wereldkaartjes niet al te best in kleurendruk zijn uitge voerd, bovendien zeer klein zijn, hetgeen afbreuk doet aan de duidelijkheid. We zien, dat verreweg het grootste gedeelte der aaide I ewoond wordt door Heidenen, maar voegen we er aan stonds hij het gebied waar die hei denen verblijf houden (Australië, Noord- Azië, het noorden van Noord Amerika, een groot deel van Brazilië, Patagonië en een groot deel van de Zuidpunt van Africa) is zeer dun bevolkt Toch be draagt het aantal heidenen niet minder dan 430 millioen of 8.66der geheele bevolking op aarde. Alvorens verder te gaan, moet ons de opmerking van het hart, dat hel ons toe schijnt als zoude de indeeling van de ver schillende Godsdiensten op aard voor een statistikus zooveel als het zwarte paard zijn, want zijn devies is in de eerste plaats nauwkeurigheid in cijfers en hier kan slechts sprake zijn van: bij benadering. Verder zien we op het kaattje, dat de groutste uitgestrektheid land in de twee Ie plaats wordt ingenomen door Mohammedanen, nauw gevolgd door Grieksch-Katholieken (in Rusland) en Buddhislen (in China en Japan), vervol gens Katholieken enz. Aangezien de verhoudingen geheel anders worden, in procenten uitgedrukt, zullen we hst wereldkaartje laten i usten we willen het aantal geloofsgenootcn weter., niet de grootte van het gebied, waar ze wonen. We zien dan onmid delijk op het lijstje, dat de Buddhisten verreweg het grootste aantal vormen en knoopen daaraan vast, dat China en Japan zeer dicht bevolkt moeten zijn, aangezien het Buddhisme hoofdzakelijk in die landen voorkomt. Dan volgen de Roomsch- Katholieken met circa half zooveel ge- loefsgenooten, 16% der geheele bevol king op aarde; daarna Mohammedanen 12% Brahmanen (Hindoes) 10% Evange lische Christenen 9.66Grieksch-Katho lieken 6.33% en eindelijk Israëlieten met slechts 0.16%, of 7 millioen zielen. Van die Israëlieten toont ons een ander kaartje wonen de meesten in Rusland, de minsten in België. Gaan we na, hoe het in Europa alléén met de verschillende gezindten gesteld is, dan blijkt, dat verreweg het grootste aantal der bevolking Roomsch-Katholiek is, namelijk 170 millioen zielen, of 46.70dei geheele bevolking van Europa; dan volgen Grieksch-Katholieken met 90 millioen zielen, daarna Evangelische Chris tenen (68 millioen) Anglikanen22 millioen, Mohammedanen 7 millioen en Heidenen benevens zij, die tot geene gezindte be- hooren 1 Millioen. Verder doorbla derende, vinden we eene opgaaf van de legersterkte in de verschillende landen van Europa, incluis de Marinebemonning. Natuurlijk is het verschil in oorlog- en vredestijd zeer aanzienlijk, zoodat er bij ieder land twee opgaven gevoegd zijn. We zien dan dat Frankrijk in oorlogstijd bovenaan staat met 3.3U0.U00 Man,daaina Rusland 2.800.000 Man, Duitschland 2.700.000, vervolgens Oostenrijk-Honga- rije, Italië, Groot-Britannië, Tuikije, terwijl Nederlund 222.000 man troepen macht bezit incluis onze werftroepen. In vredestijd daarentegen staal Rusland bovenaan met 860.000 man, daarna Frankrijk 650.000, Duitschland 600.000 terwijl Nederland slechts 22.000 Militairen bezit, tegenover 52.000 in België. Die gewapende macht kost aan Rusland 960 millioen Mark, aan Duitschland 735 millioen Mark, aan Franrijk 730 millioen Mark en aan Nederland 61 millioen Mark. Ten overvloede zij hier gemeld, dat de Mark ongeveer tegen 60 centen berekend wordt. Op Frankrijk drukken de legerkosten het zwaarst, zijnde 19.04 Mark per hoofd der gansche bevolking, daarna Groot- Britannië 17.1a Mk, dan volgt Duitschland met 14 70 Mk en daarna Nederland met 13 06 Mk. Dit laatste is zeker geen aangename vertassing; we hadden niet verwacht, dat ons land er zulk een kostbaar leger op na houdt, maar wanneer we denken aan ons leger in Indië op dit oogenblik met weemoed en i an onze Marine, dan wordt het begrijpelijk. België geeft slechts 6 13 Mark uit per hoofd der bevolking. Het zou te lang voeren, alle onder werpen te behandelen waarop het boekje uitkomst geeft. We willen nog slechts terloops even aanstippen, wat men er in vinden kan. Om te beginnen: Statistische Tabellen over alle staten der aarde, waarin opgave van den regeeringsvorm, van het hoofd van den slaat, de oppervlakte, het aantal inwoners, de voornaamste steden, Munten, Maten en gewichten, en de voornaamste bodem- en Industrieprodukten. Dan eene kaart om de verhouding in grootte van de Pluneten lot de zon duidelijk te maken, eene menigte kaartjes met be trekking tot aard- en volkenkunde, af beeldingen in vergelijkende grootte van de voornaamste steden der aarde naar het inwonertal, opgaven van de staats schulden der Europeesche landen, van van de in- en uitvoerproducten, van de lengte der spoorweg-en telegraaflijnen enz. We wencellen het boekje in veler handen. Naar het Hbld. verneemt, heeft H. M. de Koningin-Regentes Woensdag, nadat zij van de plechtige opening der zitting ten paleize was teruggekeerd, al daar den heer Smidt, den vorigen minis ter van justitie, in bijzonder gehoor ont vangen, en kort üaarna ook baron van Dedem, den afgeti eden minister van kolo niën. Woensdagnamiddag was de heer Tak van Poortvliet bij H. M. toegelaten. De oud-ministers gaven door die be zoeken gevolg aan een uitnooding van H. M., die van her, nog niet afscheid had genomen nu het nederleggen hunner portefeuilles. UIT HET HOOODUITSCH VAN A. KaLLITTA DOOR MARIE. 1) Het was een koude Decemberdag. Het vroor dat het kraakte eD de wind gierde door hoornen en struiken en deed een droevig gehuil hooreu. In de verte hoorde men de bevroren sneeuw kraken onder de raderen van een boerenwagen; het blaffen van een hond weerklonk b(j tusschenpoozen over het veld, maar ove rigens heerschte er eene doodsche stilte. De invallende avond omsluierde het landschap hoe langer zoo meer, en door dit schemerlicht zag alles er nog een zamer en treuriger uit dan over dag. Slechts een eDkelen vriendeljjken aan blik bood het einde der vlaktedaar zag men namelijk de heldere lichten van het stationsgebouw, dat aan de grens van het woud lag. Schitterden de roode lan tarens reeds helder in het rond, hoeveel te meer deden de verlichte vensters van de wachtkamer bij den reiziger verleide lijke beeldeD oprijzen van warmte, ge keuvel, punch en gezelligheid. Zulke gedachten schenen ook het brein te bestormen van een kleinen in liet zwart gekleeden heer, die van uit het ver ver wijderde dorp, tegen den wind in, het stationsgebouw naderde. „Zou ik hel durven doen? het zal wel de opmerk zaamheid trekken! Hoe dikwijls heb ik tegen het verderfelijke brandewijn drin ken gepredikt en nu zou ik het zelf doen? Maar het is ook zoo bitterkoud en wie weet of het nog niet harder gaat vriezen I Brrrl" Hij trok de dikke wol len bouffante hoog over zijn ooren. «Ten slotte is zoo'n beambte Dog te benijden. Een kouder wind als nu om my heen blaast kon hij niet voelen, en daarvoor heeft hij nog een pels waarin hij zich wel begraven kan I En wat doet het er toe of hij al eens verkouden wordt? «De biljetten, heeren?" zooveel kan hij er altijd nog wel uitbrengen. Maar als men zoo als ik, niettegen staande alle verkoud- en schorheden, uren lang met eene krachtige stem sla pende boeren tot het geestelijke leven moet opwekken ja, dan kon men ons van landswege ook wel een pels ver schaffen, even als de direkteurs der spoorwegen hunne beambten I Och, kom, ik neem een glasl Wie weet wat mij nog meer te wachten staat I Misschien zijn de waggons niet veiwarmdl" Zoo peinzende had hij het stationsge bouw bereikt. Nog éen oogenblik stond hij besluiteloos, en toen trad hij snel door de deur waarboven met groote let ters het opschrift stond: «Wachtkamer le en 2e klasse, Restauratie" het helder verlichte vertrek binnen. Goeden avond I Geef me een glas grogl" »Zoo, dominè Erpel I Goeden avond, dominé," riepen verscheidene stemmen. ïKjjkl kijk I Zoo ziet men nu einde lijk ook eens een bekeerden herder in plaats van een berouwvol schaapje I Dat bevalt mij dominé! Kom, ga nu eens gauw zitten en doe uw best om al de grog in te halen, die ge tot nu toe ver zuimd hebt! Ik durf wedden, dat ge ten slotte nog een getrouwe drinkebroer wordt nu, ge zijt er nog jong genoeg voor I" »Maar, mijn beste heer Lindberg, ik vraag u wel verschooning I Gij weet zeer goed, dat een drinkgelag noch met mijn stand noch met mijn inzichten strookt I Ik ben liier slechts binnen gekomen om een weinig te ontdooien van de strenge koude daar buiten en nu wilde ik mij een weinig verwarmen, daar ik vrees, dat het in de waggons koud genoeg zal wezen. >Wat, gaat ge op reis?" »Ja, naar de residentie." «Naar de residentie, ei, ei I Zie nu eens aan hoe het vroolijke leventje in vollen gang isl Ja, ja, die heeren theologen zijn altijd de ergsten 1" „Ge vergist u, mijnheer Lindbetg, zoo ge denkt dat ik voor mijn genoegen op reis ga. Zoo als ge weet moet de ge meente eene nieuwe school hebben en om daarover, zoowel als over andere aangelegenheden te spreken, dien ik zelve aan de regeering onze belangen voor te dragen." Zoo, zoo, zoo! Maar daarom behoe ven de dienstzaken het genoegen niet geheel buiten te sluiten. Ik ken meer dan een uwer ambtgenooten, die er lang niet afkeerig van was om wanneer zich de gelegenheid aanbood, eens van het leven te genieten! En was eens in de concertzaal een gemaskerd bal «Ge zijt onverbeterlijk! Ik geef hel op u langer tegen te spreken, en wenscli alleen dat ge eens genoodzaakt waart om slechts éen kwartaal met mijn trak tement rond te komen ge zoudt dan inzien, dat men zelfs niet aan uitspan ning denken k»nl" «Nu ge krijgt toch vergoeding van reiskosten «Van wie? Van de gemeente? Die is veel te arm I" „Maar, neem mij niet kwalijk, waar om neemt ge dan dezen duren snel trein «Ja, het spijt mij genoeg, dat ik er mij van bedienen moet, maar het kan niet anders. Met den eersten trein kon ik dezen morgen niet vertrekken, daar ik nog verscheidene zaken te regelen had; en tot morgen kon ik mijne reis niet uitstellen, omdat de president van den kerkeraad morgen op reis gaat en ik hem dus riiet zou aantreffen," «En dat doet ge alles op eigen kos ten? Hm, hm! Nu, ge hebt gelijk, de gemeente is arm Daarop kwam bet gesprek op meer nlgemeene onderwerpen; men besprak de karige bezoldiging der predikanten, het nieuwe schoolgebouw enz. enz. Alleen kwam de onverbeterlijke Lindberg, wiens gelaat niet alleen van kacbelwarmte zoo rood was geworden, er telkens op terug dat hij z:ch maar niet kon begrijpen hoe een verstandig rnan alleen voor «dienst zaken" naar de residentie kon gaan. De goede dominé, wel verre van gebelgd te worden over de scherts van den vroolij- keu pachter, bewilligde ten slotte nog in diens verzoek om een revolver voor hem mede riaur de residentie te willen

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1