Gemengd Nieuws. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Men verneemt, dat HH. MM. de Koninginnen nog vódr het einde dezer maand ten paleize Het Loo zuilen komen resideeren. De verbouwing aan het paleis is voltooid: dezer dagen werd het nieuwe post- en telegraafkantoor dat geheel naar den oostelijken vleugel is overgebracht, bij het net aangesloten. De vrijgekomen localiteit is voor partikulier gebruik in gericht, terwijljde bureelen van het domijn en van het jachtdepartement zich bezij den en boven het nieuwe postkantoor bevinden. Dezer dagen werd gemeld dateenige volksvertegenwoordigers zich vereenigd zouden hebben om door het vormen van een plattelandsclub in de volksvertegen woordiging de belangen van het platte land wat meer op pen voorgrond te brengen. Den der kamerleden, tot wien de Avondpost zich om inlichting wendde, schrijft aan dit blab daaromtrent het volgadde «Reeds tijdens de behandeling van de behrooting voor 1894 heeft zich eene Kamerclub gevormd als door u bedoeld. Ik twijfel niet of het plan bestaat om die club opnieuw te constitueeren, te meer omdat de samenstelling der nieuwe Kamer ons waarborgen geeft dat meer dere leden bereid zijn ons te /steunen. Tot het vormen evenwel is het nog niet gekomen, maar zal men misschien in de nieuwe zitting eerstdaags overgaan." Moord te KUmegen. Uit Nijmegen wordt aan de A. Rott. crt. gemeld: De in de Vildersgas (eene steeg) ver moorde vader van het gereformeerde weeshuis te Scheveningen, J. Konst, toef de hier sedert Dinsdag, toen hij een jongen van het gesticht, die bij het Indische leger in dienst zoude treden, aan het gebouw der koloniale reserve afleverde. Eenmaal hier, heeft hjj waarschijnlijk van een en ander een kijkje willen nemen. Het fraaie echter zocht hij bljjkbaar niet, althans aan den Voerweg, waar hij een paar kroegen bezocht, is dat niet te vinden. Da&r zou hij, half buiten westen, kennis hebben gemaakt met Wilhelmina Schel- kens en door deze zijn gelokt naar de woning van Jacobus Stelbrink en diens bijzit Marie Hiddegaal in de Vildersgas, eene buurt, waarop, vooral nu onze politie-verordening het houden van huizen van ontucht verbiedt, aanhoudend toezicht noodig is. Gisteren avond werden twee politie agenten door bewoners van die gas er op gewezen, dat bedoelde woning tol hunne bevreemding den geheelen dag gesloten was gebleven. Besloten werd het huis te onderzoekenmen vond nie mand dan op een bed het kalf ontkleede Ijjk van een onbekende, dat uit hetgeen daarbij werd gevonden, herkend werd. Dat er eene misdaad was gepleegd, was aan geen twijfel onderhevig. Dadelijk werd in en om de stad naar de vermoe delijke daders, genoemd drietal, gezocht, en diep in den nacht mocht de ijverige politie er in slagen hen buiten de stad, op den Berg en Dalschen weg nabij café Rust, te snappen. Zij werden aan het hoofdbureau van politie op de Groote Markt in verzekerde bewaring gesteld en zullen vermoedelijk heden avond naar Arnhem worden over gebracht. Van middag kwamen de officier van justitie, de rechter-commissaris en den griffier der rechtbank uit Arnhem over om het drietal te verhooren en het lijk, dat werd gebracht naar het huis van besmettelijke zieken aan den Graafschen weg, te schouwen; doctoren Banning en Hoeben fungeerdeu als deskundigen. Twee regenten van genoemd weeshuis, naar hier afgevaardigd, hebben zich van den dood huns dienaars overtuigd. In den namiddag werden de verdachten elk afzonderlijk onder politiegeleide naar het ziekenhuis vervoerd en daar in het bijzijn der justitie met het lijk van den verslagene geconfronteerd. Stelbrink ver loor daarbij zijne kalmte niet, doch op de beide vrouwen maakte het lijk veel indruk. Eene groote menigte verwijlt den gan- schen dag voor het politie-bureautoen de verdachten vervoerd werden naar en van het ziekenhuis, gaf het publiek door geschreeuw zijne verontwaardiging te kennen. Omtrent het onderzoek van de justitie valt nog niets mede te deelenevenmin is bekend wat de sectie, die genoemde deskundigen op het lijk verrichiten, aan het licht bracht. Het vermoeden bestaat, dat een sche delbreuk den dood ten gevolge heeft gehad. Lombok. Het N. v. d. D. ontving Donderdag het volgende telegram De Sasaks versloegen de Baliërs te Paboetan en verbrandden hunne eigen dommen. Tjakra-Negara wordt door ons gebom bardeerd. Te Kalen zijn drie granaten van den vijand terecht gekome waarvan één sprong zonder iemand te kwetsen. De jBaliërs zijn voornemens Kaleh aan te vallen. Het is bewezen, dat een deel der Sasaks in het verraad was betrokken. De Sasaks brachten vier afgesneden hoofden, waarbij dat van een invloedrijk verrader. Over de voeding der soldaten wordt geklaagd; de dienst is zwaar; er komen meer zieken. Door den Minister van Koloniën is bepaald, dat de detachementen suppletie troepen, die 29 Sept., 6 en 13 Oct. e. k. van het Koloniaal Werfdepot naar Indië zullen worden uitgezonden, aanmerkelijk moeten worden versterkt. Eerstgenoemd transport moet worden gebracht op een sterkte van 10 onder officieren en 220 minderen, terwijl beide laatstgenoemde respectievelijk tot een sterkte van 5 onderofficieren en 100 korporaals en soldaten en van 12 onder officieren en 200 minderen zullen moeten worden uitgezonden. Bovendien is nog bepaald, dat voorloo- pig in de eerste plaats kader en man schappen der artilleiie tot vertrek naar Batavia moeten worden aangewezen. De zeeslag in de baal van Korea. De laatste berichten van dezen zeeslag, te Londen uit Shangai ontvangen, luiden iets gunstiger voor de ChineezeD. Het blijkt namelijk, dat niet het groot ste schip der Chineesche vloot de Tseng- Yuen, gelijk eerst gemeld werd, is ver nield. De Tseng-Yuen werd wel zeer ge havend, maar kon nog naar Wei-hai-wei terugkeeren. De Tseng-Yuen mat 7300 tonnen. Het groote oorlogsschip, dat in den grond werd geboord, heet de Jsji-Yuen, het tweede schip der Chineesche marine, metende 7000 tonnen, is verloren gegaan. De tweede kruiser, die in den grond werd geboord, heette de King- Yuen en mat 2300 tonnen. Derhalve zijn de beide grootste schepen voor de Chi- neezen behouden gebleven. Volgens de krijgskundigen hebben de Chineezen de overwinning behaald, want bun doel, de troepen aan land te zetten, werd bereikt, terwijl de poging der Japanners om deze landing te ver hinderen, verijdeld werd. Deze troepen moesten blijkbaar dienen om nog deel te nemen aan den slag, die reeds sedert eenige dagen bij Ping-Yang verwacht werd. Deze 6000 manschappen zouden echter toch te laat zijn gekomen, daar de slag bij Ping-Yang geleverd werd op denzelfden dag, waarop de zeestrijd plaats vond. Bij koninklijk besluit is de 2e lui tenant W. van der Koogh van het ie reg. veld-artillerie bevorderd tot le lui tenant. De le luitenants W. van Bakel en J. Dorré en de 2e luitenant H. de Haan Hugenholtz, van het 5e regiment infanterie hier, worden voor den tyd van 5 jaar gedetacheerd bij het leger in Nederlandsch Indië. Luitenant T. B. van Lelyveld, van het 5e regiment infanterie alhier heeft aangevraagd om voor den tijd van drie jaai gedetacheerd te worden bij de land macht in West-Indië. De bronzen medaille voor 12-jarigen trouwen dienst is op de gebruikelijke wijze uitgereikt aan sergeant-majoor W. van Wijk, van het 5e regiment infanterie alhier. De levering der fourage aan de troepen hier in garnizoen is gegund aan de firma H. Gerritsen alhier. De examen-commissie voor het car- rillon kon Dinsdag onverrichteizake uit eengaan, daar ook de laatste sollicitant zich had teruggetrokken. Wij houden dus onzen zelfden klokkenist, terwijl de heer Enderlé uit Nijkerk enkele malen per jaar voor het versteken zal zorgen. De eersie-luitenant J. C. A. Drabbe van het le reg. veld-artill,. wordt op 31 Oct. a. s. eervol van zijne detacheering bij de tij- en hoefsmidschool te Amersfoort ontheven en met ingang van 1 Nov. d. a. v. gedetacheerd bij het 3e. regiment veld- artill.. te Breda tot het volgen van een cursus in de africhting van het artillerie- trekpanrd tot 1 Nov. 1895. Woensdag namiddag half 4 had alhier een ongeluk plaats, dat ernstige gevolgen had kunnen hebben. De heer M. reed in een dogcar, bespannen met een der renpaarden van luit. baron van Heemstra alhier, vergezeld van diens knecht. Door een of ander toe val schrikte het paard, sprong en sloeg, waardoor de berijders uit het rijtuig vielen en er nog met den schrik en kneu zingen aan armen en beenen afkwamen. Het paard ging er van door, langs hel zoogenaamde Kalfsveld en kwam bekneld tusschen de ijzeren brugleuning en een houten bord, dat aan splinters werd gere den. Het dier, dat zich van alles had losgerukt, hierdoor geheel vrij, holde it. woeste vaart de Utrechlsche straat in, wat echter nog gelukkig is te noemen want had het zijn weg rechtuit langs het laantje vervolgd, dan waren de gevolgen niet te overzien geweest, wijl het daar tengevolge der muziekuitvoering van het 5e reg. inf. tamelijk vol toehoorders was, waaronder vele kinderen. Op de Langestraat brak het paard bij het springen over een handwagen een zijner achterbeenen waarom het later moest worden afgemaakt. Naar ons wordt medegedeeld zoude er eene vergissing bestaan in het bericht voorkomende in de Courant van de Firma van Cleef over den naam van het paard toebehoorende aan den Luit. Baron van Heemstra, het dier dat Donderdag j.l. zoo allerwege schrik en ontsteltenis ver oorzaakte. Mr. Romeo hoopt a/s. Zondag niet alleen te Bussum te loopen doch zal hoogstwaarschijnlijk ook mede aldaar zijn Gisteren middag te 5 uur geraakte hel paard van den heer den Tex Bondt, gespannen voor een tentwagentje, bestuurd door den koetsier T. op het Bloemendal alhier op hol. In woeste vaart rende het over de brug aan het Havik regelrecht op de woning van mejuffrouw de wed. Philippo aan en sprong daar door het venster in de woonkamer. Nagenoeg alle voorwerpen daarin aanwezig werden door het woeste dier vernield. Door den winkel naar buiten geleid werd het paard, dat aan de beenen eenige ontvellingen had bekomen bij den heer Reens aan de Appelmarkt op stal gezet. Het rijtuig was zwaar beschadigd. De koet ier, hoe wel hevig geschrokken heelt geen letsel bekomen. De hypnotiseur Charles Wolton gaf j.l. Donderdagavond in «Amicitia" eene vrij druk bezochte en goed geslaagde Séance. Uit 14 personen die zich voor het nemen van proeven beschikbaar stel den koos hij ongeveer de helft als ge schikte sujetten. De proeven met hen genomen slaagden over het algemeen uit stekend. Vooral twee van de sujetten waren sterk ontlei den invloed van zijn wil. Beurtelings deed hij hunne armen en beenen verstijven, maakte hen gevoel en bewegingloos of wel deed hen voort durend wandelen, zonder dat zij de kracht hadden te blijven staan. Een werd zoo gesuggereerd, dat hij zich verbeelde een baron te zijn, die met den heer Wolton op de tijgerjachl ging, een dergelijk ondier ontmoette er op schoot (met een parasol) en bij het missen van het schot zich er onder een tafel voor ging verschuilen. Een andermaal deed hij zich op commando feliciteeren of wel liet het sujet na tot vijf te hebben geteld het »Wie Neerlands bloed" zingen. Ten slotte werden de sujetten door een enkelen beweging van den hypnotiseur weder tot bewustzijn teruggeroepen en herinnerden zich dan niets meer van het geen er gebeurd was. Het succes door hem behaald heeft de heer Wolton doen besluiten, in den loop van de volgende week nog eene séance alhier te geven. Ieder die een paar gezellige uurtjes wil doorbrengen kunnen wij een bezoek ten zeerste aanraden. Bij de voorloopige Commissie tot het oprichting van een fonds ter tegemoet koming iu de opvoeding van de wettig erkende kinderen van officieren en onder officieren van het Indische legei, wier vader voor den vijand is gesneuveld, of ten gevolge van bekomen wonden over leden, is tot heden aan verschillende bijdragen ontvangen de som van f3443,035. Daaronder is niet begrepen hetgeen bij de verschillende plaatselijke comités is ont vangen. De resultaten daar verkregen zijn nog onbekend. Zij die alsnog bijdragen voor dit schone doel wenschen af te zonderen, zenden die aan een der leden van de voorloopige Commissie de heeien A. L. SCHMIDT Jr, Pieter Bothstraai 35, J. M. PIJNACKER HORDIJK, Nassauplein 30. Jhr. Mr. W. Th. C. VAN DOORN, Laan van Meerdervoort 2'L J. A. VAN DER LOEFF, J. P. Coensiraat 8. D. A. HOOIJER, Bezuidenhout 03m, allen te 's Gravenhage, waar tevens op aanvraag gespecificeerde opgaven der ingekomen giften gratis verkrijgbaar zijn. De heer W. A. van Zijst, jur.-cand. der Utrechtsche universiteit, te Ameis- foort, heeft met enkele andere heeren nemen ten einde het te laten herstellen; niet zonder een angstig gevoel nam hij bet wapen echter in ontvangst. Intus- schen was de trein in het gezicht geko men, en trad het gezelschap, nadat Erpel een kaartje genomen had, met hem op het perron. Het was nu geheel donker geworden. Als reuzenoogen schitterden de lantaarns der steeds naderende loco motief in de duisternis en werden van minuut tot minuut grooter. Daar klonk een schril gefluit en de trein stond stil. «Tweede klasse voor éen persoon I" Alles bezet I spoedig maar, hier in de eerste klasse I" «Een goed begin I" riep Lindberg. Hij wierp een blik in de aangewezen coupé, terwijl domiué Erpel er in klom. «Eene damel Alleen! Aha! Nu, eene goede vangst om meè te beginnen I Veel geluk I" De beambte wierp de deur toe buiten weèrklonk nog het luide lachen van Lindberg en de trein zette zich in beweging. Erpel keek eens rond: hij was niet alleen. In een boek lag of liever leunde een wonderlijke verzameling van bonten en kleedingstukken, zoo als die eener elegante dame; men zou dit alles voor eene levenlooze massa hebben kun nen houden, zoo er den top er van niet bekroond ware geweest met een smaakvol hoedje, waaronder een paar schitterende oogen onrustig rondkeken. In de waggon was het zeer koud Bib berend schoof Erpel in een hoek en trok den kraag zijner jas in de hoogte. Een onrustig heen en weder schuiven van de bonte massa vergezelde zijne beweging, hij keek om en zijn blik ontmoette de schitterende oogen, die hem schenen te doorboren: «Wiarom die daar me zoo opneemt? Ze schaamt zich zeker om in gezelschap te reizen van zoo'n schamel gekleed man? Ik zou haar wel willen zeggen, dat ik er eigenlijk geen recht op heb hier te zitten, maar dat kan haar misschien niets schelen. Ik heb haar zeker in haar slaapje gestoord, ik zou ook wel willen slapen als liet maar niet zoo koud was." Dit zeggende trok hij zijne wollen bouffante over kin en ooren. Men zag onder den pels in den anderen hoek eene driftige beweging. «Die arme dame schijnt al zeer zenuw achtig te wezen; dan zal die koude haar ook al geen goed doenhet is ook meer dan erg!" Erpel kromp ineen, maar ging ook weèr even zoo gauw overeind zitten. Hij had vergeten, dat hij Lind- bergs revolver in zijn borstzak had en deze had hem pjjn gedaan. „Ai I" zeide Sedert Woensdag vertoeft alhier de generaal-majoor C. L. Doorman, com mandant der bereden artillerie, lot het inspecleeren der batterijen van het le reg. veld-artillerie, alhier in garnizoen. Bij koninklijk besluit is benoemd tot luitenant-kolonel bij het le reg. veld artillerie de majoor J. J. Schluiter, com mandant van de lie Afdeeling van dat regiment, alhier in garnizoen. hij, lik had aan dat ding niet meer ge dacht; ik zal het nu maar naast mjj neêr leggen, 't Is wel eene dwaze verlooning, een dominé met zulk een moordtuig. Hij haalde het pistool-te voorschijn en be keek het. Onder den pels weèrklonk een kort gerinkel. >Wat een mooi wapen! Het zal toch niet meer geladen zijn. Die Lindberg is zoo lichtzinning. Aul" Een pijn ver oorzakende slag had zijne hand getrof fen de revolver viel op den grond Erpel voelde twee handen die hem de keel toe drukten, lEllendeling I Ten minste niet zon der mij te verdedigen I" riep eene heldere stem. Erpel werd doodsbenauwd. Hij greep naar zijn hals en voelde twee kleine met handschoenen bedekte handjes, waar van hij er een met moeite wat op zij schoof. iMaar laat mij grrr laat mij toch «Nietswaardige Erpel dacht te stikken. Hij greep weèr naar de steeds zijn hals omknellende vinger. iHelpl grrr! brand! grrrl moord I" Dreunend vloog de trein door de duisternis en overstemde ieder ander geluid. uitstekenden Vossennaam ophouden, zooals bijna alle paarden uil den Slal-Heemslra. Het nu afgemaakte paard, Thambeau genaamd, beloofde alles voor de toekomst en mag bet met recht een treurig feit genoemd woiden, dat dit diei zoo jong nog aldus zijn einde moest vinden. De voor het O.-l. leger bestemde off. van gez. 2e kl. J. Bonk zal niet, zooals aanvankelijk bepaald was, den 29 September maar eerst den 27 October per stoomschip Ardjoeno naar Indië vertrekken. iHelpl grrr moord!" iSchurk, durft ge nog roepen?' „Help! help I" «Een moordenaar, die om hulp roept? Een vreemd geval I" De vingers lieten zijnen hals plotseling los; eene donkere gestalte bukte zich naar den grond. Erpel gevoelde zich vrij. Diep ademend zag hij rond. In de smalle tusschenruimte die de coupé scheidde, stor.d de hoog opgerichte gestalte eener d mae, die den revolver, welken zij had opgeraapt op hem gericht hield. iVerroer u niet, of ik schiet!" riep zij hem toe. «Groote hemel! eene krankzinnige! Maar wat wilt ge dan van mij?" ïSpeelt ge nu den onschuldige, omdat uw moordaanslag mislukte?" „Luister, nu wordt het toch al te erg. Geef mij dien revolver terug 1 Ofschoon hij niet geladen is «Een ellendige leugen! Denkt ge mij te kunnen bedriegen «Zoo vergeef mij, indien ik in dit ge val geweld gebruik." Hij trad op de dame toe. „Zoo sterf, ellendeling!" Klap klap klap Het pistool ketste. «Niet ge laden!" zij liet het wapen zinken. ïDank God daarvoor! Ge zoudl anders op dit oogenblik uwe ziel met een moord het initiatief genomen voor een plan, dat ten doel heeft bijeenbrenging van gelden voor e nagelaten betiekkingen der in Indië gevallenen, en dat bestemd is om, onafhankelijk van alle andere, alleen van studenten uit te gaan. 346ate ÜTA.4T8-LOTIIKI.I. Vijfde klasse. (Tweede week.) Trekking van 1921 September. (2850 loten.) Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen: Prijzen Van f 400 op No. 8726 en 11736. Prijs van f200 op No. 19675. Prijs van f 100 op No. 19587. Prijzen van f70. 3709 3/32 3741 6657 66ol 6669 6678 8721 8740 8784 8786 11793 19491 19583 t9813 19833 19863 en 198/1. Te zamen 22 prijzen. Zonder prijs zijn uitgetrokken: 3717 3725 3729 3747 8342 8367 8371 8372 8383 8702 8709 8716 8720 8732 8734 8756 875/ 8778 8796 8799 8803 1/704 117IO 11715 1171o 11741 1 756 11757 117ul 11707 11768 11778 11788 11789 19493 19501 1U511 19513 195.5 19522 19343 19552 19561 19562 19581 19589 19657 19663 19690 19805 19808 19817 19825 en 19874. Volgende trekkingen geschieden 2528 Sept. en 26 Oct. Behalve de premie van f 30.000 voor den laatst uitkomenden prijs van f 1.000 of hooger en de premie van f3.000 voor het laatst uitgetrokken lot zijn ingébleven 1 van f 100.000, 1 van f50.000, 1 van f25.000, 1 van f15.000, 1 van f 10.000, 1 van f5000, 2 van f 15.00, 24 van f 1.000, 34 van f400, 41 van f200, 94 van f 100 en 2093 van 70. Een schoolverordening. In de verordening op de scholen te Dortmund komt het volgende artikel voor Ten einde de oplettendheid der leer lingen (e bevorderen, hen aan gehoor zaamheid te gewennen en tevens de stemorganen der onderwijzers te sparen, zuilen dezen gebruik maken van de volgende teekens De onderwijzer tikt tweemaal met de rechterhand en heft ze op, als de kinderen moeten gaan staan 2 hij laat de hand dalen, als zij moeten gaan zitten; 3. hij laat de rechterarm dalen en houdt daarbij de hand in verticalen stand, wanneer zij zich achter elkander hebben te plaatsen 4. hij werpt het hoofd achterover en houdt het lichaam volkomen recht, om te kennen te geven, dat de kinderen rechtop moeten zitten; 5, als hij een onvolledig antwoord krijgt, beschrijft hij een kring met den wijsvinger van de rechterhand; 6. hij brengt den wijsvinger aan zijn oor, wanneer hjj wenscht, dat een antwoord duidelijker zal herhaald worden; 7. hij beweegt de hand in hoiizontale richting, wanneer hij wenscht dat de kinderen in koor zullen antwoor den; 8. als de leerlingen verkeerd ant woorden of onnauwkeurig lezen, tikt hij op het zwarte bord. Men zou bijna zeggen, dat. deze methode was aangelegd, om het onderwijs, aan doofstommen te volmaken, zegt De St. Acht dagen geleden had de heer J. M. te Utrecht vijf eenden uit Friesland ontvangen, en denkende, dat zij gekort wiekt waren, liet hij ze vrij loopen. Den vol.enden morger. waren zij verdwenen, en beden kreeg hij de tijding dat een weer op zijn oude plaats in Friesland was teruggekomen. bezoedeld hebben I i>Eu dat durft gij mij zeggen, ban diet?" «Bandiet 1 Een dienaar des Heeren en bandiet?" «Gij, een geestelijke?" «Dat ben ik, en L-ovendien reis ik voor ambtszaken." «En waarom vermomdet gij u dan?" «Vermommen waarmeè?" Met den kraag uwer jas en met uwe bouffante." «Omdat ik het zoo koud hadl" «En waarom haaldet ge den revolver te voorschijn?" «Omdat hij mij in mijn rokzak hin derde 1" «En ik hield dit alles voor toebereid selen tot een moordaanslag en daarom viel ik u het eerst aan I Kunt ge mij vergeven Voor de eerste maal beschouwde Erpel de dame oplettend. Wat was ze schoon In zijn hoofd verdrongen zich allerlei beelden van de koningin Esther, van de schoone Balhseba en van Judith I Hoe slank en gevuld tevens was hare gestalte Hoe smeekend zag ze hem aan, en met welke prachtige oogen I Hoe fijn ge vormd waren die handjes die zich, als tot het gebed gevouwen, tot hem ophieven I" Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 2