Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Men verneemt, dat HH. MM. de
Koninginnen nog vódr het einde dezer
maand ten paleize Het Loo zuilen komen
resideeren.
De verbouwing aan het paleis is voltooid:
dezer dagen werd het nieuwe post- en
telegraafkantoor dat geheel naar den
oostelijken vleugel is overgebracht, bij
het net aangesloten. De vrijgekomen
localiteit is voor partikulier gebruik in
gericht, terwijljde bureelen van het domijn
en van het jachtdepartement zich bezij
den en boven het nieuwe postkantoor
bevinden.
Dezer dagen werd gemeld dateenige
volksvertegenwoordigers zich vereenigd
zouden hebben om door het vormen van
een plattelandsclub in de volksvertegen
woordiging de belangen van het platte
land wat meer op pen voorgrond te
brengen.
Den der kamerleden, tot wien de
Avondpost zich om inlichting wendde,
schrijft aan dit blab daaromtrent het
volgadde
«Reeds tijdens de behandeling van de
behrooting voor 1894 heeft zich eene
Kamerclub gevormd als door u bedoeld.
Ik twijfel niet of het plan bestaat om
die club opnieuw te constitueeren, te
meer omdat de samenstelling der nieuwe
Kamer ons waarborgen geeft dat meer
dere leden bereid zijn ons te /steunen.
Tot het vormen evenwel is het nog
niet gekomen, maar zal men misschien
in de nieuwe zitting eerstdaags overgaan."
Moord te KUmegen.
Uit Nijmegen wordt aan de A. Rott.
crt. gemeld:
De in de Vildersgas (eene steeg) ver
moorde vader van het gereformeerde
weeshuis te Scheveningen, J. Konst, toef
de hier sedert Dinsdag, toen hij een
jongen van het gesticht, die bij het
Indische leger in dienst zoude treden,
aan het gebouw der koloniale reserve
afleverde.
Eenmaal hier, heeft hjj waarschijnlijk
van een en ander een kijkje willen nemen.
Het fraaie echter zocht hij bljjkbaar niet,
althans aan den Voerweg, waar hij een
paar kroegen bezocht, is dat niet te vinden.
Da&r zou hij, half buiten westen, kennis
hebben gemaakt met Wilhelmina Schel-
kens en door deze zijn gelokt naar de
woning van Jacobus Stelbrink en diens
bijzit Marie Hiddegaal in de Vildersgas,
eene buurt, waarop, vooral nu onze
politie-verordening het houden van huizen
van ontucht verbiedt, aanhoudend toezicht
noodig is.
Gisteren avond werden twee politie
agenten door bewoners van die gas er
op gewezen, dat bedoelde woning tol
hunne bevreemding den geheelen dag
gesloten was gebleven. Besloten werd
het huis te onderzoekenmen vond nie
mand dan op een bed het kalf ontkleede
Ijjk van een onbekende, dat uit hetgeen
daarbij werd gevonden, herkend werd.
Dat er eene misdaad was gepleegd, was
aan geen twijfel onderhevig. Dadelijk
werd in en om de stad naar de vermoe
delijke daders, genoemd drietal, gezocht,
en diep in den nacht mocht de ijverige
politie er in slagen hen buiten de stad,
op den Berg en Dalschen weg nabij café
Rust, te snappen.
Zij werden aan het hoofdbureau van
politie op de Groote Markt in verzekerde
bewaring gesteld en zullen vermoedelijk
heden avond naar Arnhem worden over
gebracht.
Van middag kwamen de officier van
justitie, de rechter-commissaris en den
griffier der rechtbank uit Arnhem over
om het drietal te verhooren en het lijk,
dat werd gebracht naar het huis van
besmettelijke zieken aan den Graafschen
weg, te schouwen; doctoren Banning en
Hoeben fungeerdeu als deskundigen.
Twee regenten van genoemd weeshuis,
naar hier afgevaardigd, hebben zich van
den dood huns dienaars overtuigd.
In den namiddag werden de verdachten
elk afzonderlijk onder politiegeleide naar
het ziekenhuis vervoerd en daar in het
bijzijn der justitie met het lijk van den
verslagene geconfronteerd. Stelbrink ver
loor daarbij zijne kalmte niet, doch op
de beide vrouwen maakte het lijk veel
indruk.
Eene groote menigte verwijlt den gan-
schen dag voor het politie-bureautoen
de verdachten vervoerd werden naar en
van het ziekenhuis, gaf het publiek door
geschreeuw zijne verontwaardiging te
kennen.
Omtrent het onderzoek van de justitie
valt nog niets mede te deelenevenmin
is bekend wat de sectie, die genoemde
deskundigen op het lijk verrichiten, aan
het licht bracht.
Het vermoeden bestaat, dat een sche
delbreuk den dood ten gevolge heeft
gehad.
Lombok.
Het N. v. d. D. ontving Donderdag
het volgende telegram
De Sasaks versloegen de Baliërs te
Paboetan en verbrandden hunne eigen
dommen.
Tjakra-Negara wordt door ons gebom
bardeerd.
Te Kalen zijn drie granaten van den
vijand terecht gekome waarvan één sprong
zonder iemand te kwetsen.
De jBaliërs zijn voornemens Kaleh aan
te vallen.
Het is bewezen, dat een deel der Sasaks
in het verraad was betrokken.
De Sasaks brachten vier afgesneden
hoofden, waarbij dat van een invloedrijk
verrader.
Over de voeding der soldaten wordt
geklaagd; de dienst is zwaar; er komen
meer zieken.
Door den Minister van Koloniën is
bepaald, dat de detachementen suppletie
troepen, die 29 Sept., 6 en 13 Oct. e. k.
van het Koloniaal Werfdepot naar Indië
zullen worden uitgezonden, aanmerkelijk
moeten worden versterkt.
Eerstgenoemd transport moet worden
gebracht op een sterkte van 10 onder
officieren en 220 minderen, terwijl beide
laatstgenoemde respectievelijk tot een
sterkte van 5 onderofficieren en 100
korporaals en soldaten en van 12 onder
officieren en 200 minderen zullen moeten
worden uitgezonden.
Bovendien is nog bepaald, dat voorloo-
pig in de eerste plaats kader en man
schappen der artilleiie tot vertrek naar
Batavia moeten worden aangewezen.
De zeeslag in de baal van Korea.
De laatste berichten van dezen zeeslag,
te Londen uit Shangai ontvangen, luiden
iets gunstiger voor de ChineezeD.
Het blijkt namelijk, dat niet het groot
ste schip der Chineesche vloot de Tseng-
Yuen, gelijk eerst gemeld werd, is ver
nield. De Tseng-Yuen werd wel zeer ge
havend, maar kon nog naar Wei-hai-wei
terugkeeren. De Tseng-Yuen mat 7300
tonnen. Het groote oorlogsschip, dat in den
grond werd geboord, heet de Jsji-Yuen,
het tweede schip der Chineesche marine,
metende 7000 tonnen, is verloren
gegaan. De tweede kruiser, die in den
grond werd geboord, heette de King-
Yuen en mat 2300 tonnen. Derhalve zijn
de beide grootste schepen voor de Chi-
neezen behouden gebleven.
Volgens de krijgskundigen hebben
de Chineezen de overwinning behaald,
want bun doel, de troepen aan land te
zetten, werd bereikt, terwijl de poging
der Japanners om deze landing te ver
hinderen, verijdeld werd. Deze troepen
moesten blijkbaar dienen om nog deel
te nemen aan den slag, die reeds sedert
eenige dagen bij Ping-Yang verwacht
werd. Deze 6000 manschappen zouden
echter toch te laat zijn gekomen, daar
de slag bij Ping-Yang geleverd werd op
denzelfden dag, waarop de zeestrijd plaats
vond.
Bij koninklijk besluit is de 2e lui
tenant W. van der Koogh van het ie
reg. veld-artillerie bevorderd tot le lui
tenant.
De le luitenants W. van Bakel en
J. Dorré en de 2e luitenant H. de Haan
Hugenholtz, van het 5e regiment infanterie
hier, worden voor den tyd van 5 jaar
gedetacheerd bij het leger in Nederlandsch
Indië.
Luitenant T. B. van Lelyveld, van
het 5e regiment infanterie alhier heeft
aangevraagd om voor den tijd van drie
jaai gedetacheerd te worden bij de land
macht in West-Indië.
De bronzen medaille voor 12-jarigen
trouwen dienst is op de gebruikelijke
wijze uitgereikt aan sergeant-majoor W.
van Wijk, van het 5e regiment infanterie
alhier.
De levering der fourage aan de
troepen hier in garnizoen is gegund aan
de firma H. Gerritsen alhier.
De examen-commissie voor het car-
rillon kon Dinsdag onverrichteizake uit
eengaan, daar ook de laatste sollicitant
zich had teruggetrokken. Wij houden dus
onzen zelfden klokkenist, terwijl de heer
Enderlé uit Nijkerk enkele malen per
jaar voor het versteken zal zorgen.
De eersie-luitenant J. C. A. Drabbe
van het le reg. veld-artill,. wordt op 31
Oct. a. s. eervol van zijne detacheering
bij de tij- en hoefsmidschool te Amersfoort
ontheven en met ingang van 1 Nov. d. a. v.
gedetacheerd bij het 3e. regiment veld-
artill.. te Breda tot het volgen van een
cursus in de africhting van het artillerie-
trekpanrd tot 1 Nov. 1895.
Woensdag namiddag half 4 had
alhier een ongeluk plaats, dat ernstige
gevolgen had kunnen hebben. De heer
M. reed in een dogcar, bespannen met
een der renpaarden van luit. baron
van Heemstra alhier, vergezeld van
diens knecht. Door een of ander toe
val schrikte het paard, sprong en sloeg,
waardoor de berijders uit het rijtuig
vielen en er nog met den schrik en kneu
zingen aan armen en beenen afkwamen.
Het paard ging er van door, langs hel
zoogenaamde Kalfsveld en kwam bekneld
tusschen de ijzeren brugleuning en een
houten bord, dat aan splinters werd gere
den. Het dier, dat zich van alles had
losgerukt, hierdoor geheel vrij, holde it.
woeste vaart de Utrechlsche straat in,
wat echter nog gelukkig is te noemen
want had het zijn weg rechtuit langs het
laantje vervolgd, dan waren de gevolgen
niet te overzien geweest, wijl het daar
tengevolge der muziekuitvoering van het
5e reg. inf. tamelijk vol toehoorders was,
waaronder vele kinderen.
Op de Langestraat brak het paard bij
het springen over een handwagen een
zijner achterbeenen waarom het later
moest worden afgemaakt.
Naar ons wordt medegedeeld zoude
er eene vergissing bestaan in het bericht
voorkomende in de Courant van de Firma
van Cleef over den naam van het paard
toebehoorende aan den Luit. Baron van
Heemstra, het dier dat Donderdag j.l.
zoo allerwege schrik en ontsteltenis ver
oorzaakte. Mr. Romeo hoopt a/s. Zondag
niet alleen te Bussum te loopen doch zal
hoogstwaarschijnlijk ook mede aldaar zijn
Gisteren middag te 5 uur geraakte
hel paard van den heer den Tex Bondt,
gespannen voor een tentwagentje, bestuurd
door den koetsier T. op het Bloemendal
alhier op hol. In woeste vaart rende het
over de brug aan het Havik regelrecht
op de woning van mejuffrouw de wed.
Philippo aan en sprong daar door het
venster in de woonkamer. Nagenoeg alle
voorwerpen daarin aanwezig werden door
het woeste dier vernield. Door den winkel
naar buiten geleid werd het paard, dat
aan de beenen eenige ontvellingen had
bekomen bij den heer Reens aan de
Appelmarkt op stal gezet. Het rijtuig
was zwaar beschadigd. De koet ier, hoe
wel hevig geschrokken heelt geen letsel
bekomen.
De hypnotiseur Charles Wolton gaf
j.l. Donderdagavond in «Amicitia" eene
vrij druk bezochte en goed geslaagde
Séance. Uit 14 personen die zich voor
het nemen van proeven beschikbaar stel
den koos hij ongeveer de helft als ge
schikte sujetten. De proeven met hen
genomen slaagden over het algemeen uit
stekend. Vooral twee van de sujetten
waren sterk ontlei den invloed van zijn
wil. Beurtelings deed hij hunne armen
en beenen verstijven, maakte hen gevoel
en bewegingloos of wel deed hen voort
durend wandelen, zonder dat zij de kracht
hadden te blijven staan.
Een werd zoo gesuggereerd, dat hij
zich verbeelde een baron te zijn, die met
den heer Wolton op de tijgerjachl ging,
een dergelijk ondier ontmoette er op
schoot (met een parasol) en bij het missen
van het schot zich er onder een tafel
voor ging verschuilen. Een andermaal
deed hij zich op commando feliciteeren
of wel liet het sujet na tot vijf te hebben
geteld het »Wie Neerlands bloed" zingen.
Ten slotte werden de sujetten door
een enkelen beweging van den hypnotiseur
weder tot bewustzijn teruggeroepen en
herinnerden zich dan niets meer van het
geen er gebeurd was.
Het succes door hem behaald heeft de
heer Wolton doen besluiten, in den loop
van de volgende week nog eene séance
alhier te geven. Ieder die een paar
gezellige uurtjes wil doorbrengen kunnen
wij een bezoek ten zeerste aanraden.
Bij de voorloopige Commissie tot
het oprichting van een fonds ter tegemoet
koming iu de opvoeding van de wettig
erkende kinderen van officieren en onder
officieren van het Indische legei, wier
vader voor den vijand is gesneuveld, of
ten gevolge van bekomen wonden over
leden, is tot heden aan verschillende
bijdragen ontvangen de som van f3443,035.
Daaronder is niet begrepen hetgeen bij
de verschillende plaatselijke comités is ont
vangen. De resultaten daar verkregen zijn
nog onbekend. Zij die alsnog bijdragen
voor dit schone doel wenschen af te
zonderen, zenden die aan een der leden
van de voorloopige Commissie de heeien
A. L. SCHMIDT Jr, Pieter Bothstraai 35,
J. M. PIJNACKER HORDIJK, Nassauplein
30. Jhr. Mr. W. Th. C. VAN DOORN,
Laan van Meerdervoort 2'L J. A. VAN
DER LOEFF, J. P. Coensiraat 8. D. A.
HOOIJER, Bezuidenhout 03m, allen te
's Gravenhage, waar tevens op aanvraag
gespecificeerde opgaven der ingekomen
giften gratis verkrijgbaar zijn.
De heer W. A. van Zijst, jur.-cand.
der Utrechtsche universiteit, te Ameis-
foort, heeft met enkele andere heeren
nemen ten einde het te laten herstellen;
niet zonder een angstig gevoel nam hij
bet wapen echter in ontvangst. Intus-
schen was de trein in het gezicht geko
men, en trad het gezelschap, nadat Erpel
een kaartje genomen had, met hem op
het perron. Het was nu geheel donker
geworden. Als reuzenoogen schitterden
de lantaarns der steeds naderende loco
motief in de duisternis en werden van
minuut tot minuut grooter. Daar klonk
een schril gefluit en de trein stond
stil.
«Tweede klasse voor éen persoon I"
Alles bezet I spoedig maar, hier in de
eerste klasse I"
«Een goed begin I" riep Lindberg.
Hij wierp een blik in de aangewezen
coupé, terwijl domiué Erpel er in klom.
«Eene damel Alleen! Aha! Nu, eene
goede vangst om meè te beginnen I Veel
geluk I"
De beambte wierp de deur toe buiten
weèrklonk nog het luide lachen van
Lindberg en de trein zette zich in
beweging. Erpel keek eens rond: hij was
niet alleen. In een boek lag of liever
leunde een wonderlijke verzameling van
bonten en kleedingstukken, zoo als die
eener elegante dame; men zou dit alles
voor eene levenlooze massa hebben kun
nen houden, zoo er den top er van niet
bekroond ware geweest met een smaakvol
hoedje, waaronder een paar schitterende
oogen onrustig rondkeken.
In de waggon was het zeer koud Bib
berend schoof Erpel in een hoek en trok
den kraag zijner jas in de hoogte. Een
onrustig heen en weder schuiven van de
bonte massa vergezelde zijne beweging,
hij keek om en zijn blik ontmoette de
schitterende oogen, die hem schenen te
doorboren: «Wiarom die daar me zoo
opneemt? Ze schaamt zich zeker om in
gezelschap te reizen van zoo'n schamel
gekleed man? Ik zou haar wel willen
zeggen, dat ik er eigenlijk geen recht op
heb hier te zitten, maar dat kan haar
misschien niets schelen. Ik heb haar
zeker in haar slaapje gestoord, ik zou
ook wel willen slapen als liet maar niet
zoo koud was." Dit zeggende trok hij
zijne wollen bouffante over kin en
ooren.
Men zag onder den pels in den anderen
hoek eene driftige beweging.
«Die arme dame schijnt al zeer zenuw
achtig te wezen; dan zal die koude haar
ook al geen goed doenhet is ook meer
dan erg!" Erpel kromp ineen, maar
ging ook weèr even zoo gauw overeind
zitten. Hij had vergeten, dat hij Lind-
bergs revolver in zijn borstzak had en
deze had hem pjjn gedaan. „Ai I" zeide
Sedert Woensdag vertoeft alhier
de generaal-majoor C. L. Doorman, com
mandant der bereden artillerie, lot het
inspecleeren der batterijen van het le reg.
veld-artillerie, alhier in garnizoen.
Bij koninklijk besluit is benoemd
tot luitenant-kolonel bij het le reg. veld
artillerie de majoor J. J. Schluiter, com
mandant van de lie Afdeeling van dat
regiment, alhier in garnizoen.
hij, lik had aan dat ding niet meer ge
dacht; ik zal het nu maar naast mjj neêr
leggen, 't Is wel eene dwaze verlooning,
een dominé met zulk een moordtuig. Hij
haalde het pistool-te voorschijn en be
keek het.
Onder den pels weèrklonk een kort
gerinkel.
>Wat een mooi wapen! Het zal toch
niet meer geladen zijn. Die Lindberg is
zoo lichtzinning. Aul" Een pijn ver
oorzakende slag had zijne hand getrof
fen de revolver viel op den grond
Erpel voelde twee handen die hem de
keel toe drukten,
lEllendeling I Ten minste niet zon
der mij te verdedigen I" riep eene heldere
stem.
Erpel werd doodsbenauwd. Hij greep
naar zijn hals en voelde twee kleine
met handschoenen bedekte handjes, waar
van hij er een met moeite wat op zij
schoof. iMaar laat mij grrr laat
mij toch
«Nietswaardige
Erpel dacht te stikken. Hij greep weèr
naar de steeds zijn hals omknellende
vinger. iHelpl grrr! brand!
grrrl moord I"
Dreunend vloog de trein door de
duisternis en overstemde ieder ander
geluid.
uitstekenden Vossennaam ophouden, zooals
bijna alle paarden uil den Slal-Heemslra.
Het nu afgemaakte paard, Thambeau
genaamd, beloofde alles voor de toekomst
en mag bet met recht een treurig feit
genoemd woiden, dat dit diei zoo jong
nog aldus zijn einde moest vinden.
De voor het O.-l. leger bestemde
off. van gez. 2e kl. J. Bonk zal niet,
zooals aanvankelijk bepaald was, den 29
September maar eerst den 27 October
per stoomschip Ardjoeno naar Indië
vertrekken.
iHelpl grrr moord!"
iSchurk, durft ge nog roepen?'
„Help! help I"
«Een moordenaar, die om hulp roept?
Een vreemd geval I"
De vingers lieten zijnen hals plotseling
los; eene donkere gestalte bukte zich
naar den grond. Erpel gevoelde zich
vrij. Diep ademend zag hij rond. In de
smalle tusschenruimte die de coupé
scheidde, stor.d de hoog opgerichte gestalte
eener d mae, die den revolver, welken zij
had opgeraapt op hem gericht hield.
iVerroer u niet, of ik schiet!" riep zij
hem toe.
«Groote hemel! eene krankzinnige!
Maar wat wilt ge dan van mij?"
ïSpeelt ge nu den onschuldige, omdat
uw moordaanslag mislukte?"
„Luister, nu wordt het toch al te erg.
Geef mij dien revolver terug 1 Ofschoon
hij niet geladen is
«Een ellendige leugen! Denkt ge mij
te kunnen bedriegen
«Zoo vergeef mij, indien ik in dit ge
val geweld gebruik." Hij trad op de
dame toe.
„Zoo sterf, ellendeling!" Klap klap
klap Het pistool ketste. «Niet ge
laden!" zij liet het wapen zinken.
ïDank God daarvoor! Ge zoudl anders
op dit oogenblik uwe ziel met een moord
het initiatief genomen voor een plan, dat
ten doel heeft bijeenbrenging van gelden
voor e nagelaten betiekkingen der in
Indië gevallenen, en dat bestemd is om,
onafhankelijk van alle andere, alleen van
studenten uit te gaan.
346ate ÜTA.4T8-LOTIIKI.I.
Vijfde klasse. (Tweede week.)
Trekking van 1921 September.
(2850 loten.)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen:
Prijzen Van f 400 op No. 8726 en 11736.
Prijs van f200 op No. 19675.
Prijs van f 100 op No. 19587.
Prijzen van f70.
3709 3/32 3741 6657 66ol 6669 6678
8721 8740 8784 8786 11793 19491
19583 t9813 19833 19863 en 198/1.
Te zamen 22 prijzen.
Zonder prijs zijn uitgetrokken:
3717 3725 3729 3747 8342 8367 8371
8372 8383 8702 8709 8716 8720 8732
8734 8756 875/ 8778 8796 8799 8803
1/704 117IO 11715 1171o 11741
1 756 11757 117ul 11707 11768 11778
11788 11789 19493 19501 1U511 19513
195.5 19522 19343 19552 19561 19562
19581 19589 19657 19663 19690 19805
19808 19817 19825 en 19874.
Volgende trekkingen geschieden 2528
Sept. en 26 Oct.
Behalve de premie van f 30.000 voor
den laatst uitkomenden prijs van f 1.000
of hooger en de premie van f3.000 voor
het laatst uitgetrokken lot zijn ingébleven
1 van f 100.000, 1 van f50.000, 1 van
f25.000, 1 van f15.000, 1 van f 10.000,
1 van f5000, 2 van f 15.00, 24 van
f 1.000, 34 van f400, 41 van f200,
94 van f 100 en 2093 van 70.
Een schoolverordening.
In de verordening op de scholen te
Dortmund komt het volgende artikel voor
Ten einde de oplettendheid der leer
lingen (e bevorderen, hen aan gehoor
zaamheid te gewennen en tevens de
stemorganen der onderwijzers te sparen,
zuilen dezen gebruik maken van de
volgende teekens
De onderwijzer tikt tweemaal met de
rechterhand en heft ze op, als de kinderen
moeten gaan staan 2 hij laat de hand
dalen, als zij moeten gaan zitten; 3. hij
laat de rechterarm dalen en houdt daarbij
de hand in verticalen stand, wanneer
zij zich achter elkander hebben te plaatsen
4. hij werpt het hoofd achterover en
houdt het lichaam volkomen recht, om
te kennen te geven, dat de kinderen
rechtop moeten zitten; 5, als hij een
onvolledig antwoord krijgt, beschrijft hij
een kring met den wijsvinger van de
rechterhand; 6. hij brengt den wijsvinger
aan zijn oor, wanneer hjj wenscht, dat
een antwoord duidelijker zal herhaald
worden; 7. hij beweegt de hand in
hoiizontale richting, wanneer hij wenscht
dat de kinderen in koor zullen antwoor
den; 8. als de leerlingen verkeerd ant
woorden of onnauwkeurig lezen, tikt hij
op het zwarte bord.
Men zou bijna zeggen, dat. deze methode
was aangelegd, om het onderwijs, aan
doofstommen te volmaken, zegt De St.
Acht dagen geleden had de heer
J. M. te Utrecht vijf eenden uit Friesland
ontvangen, en denkende, dat zij gekort
wiekt waren, liet hij ze vrij loopen. Den
vol.enden morger. waren zij verdwenen,
en beden kreeg hij de tijding dat een
weer op zijn oude plaats in Friesland was
teruggekomen.
bezoedeld hebben I
i>Eu dat durft gij mij zeggen, ban
diet?"
«Bandiet 1 Een dienaar des Heeren
en bandiet?"
«Gij, een geestelijke?"
«Dat ben ik, en L-ovendien reis ik voor
ambtszaken."
«En waarom vermomdet gij u dan?"
«Vermommen waarmeè?"
Met den kraag uwer jas en met uwe
bouffante."
«Omdat ik het zoo koud hadl"
«En waarom haaldet ge den revolver
te voorschijn?"
«Omdat hij mij in mijn rokzak hin
derde 1"
«En ik hield dit alles voor toebereid
selen tot een moordaanslag en daarom
viel ik u het eerst aan I Kunt ge mij
vergeven
Voor de eerste maal beschouwde Erpel
de dame oplettend. Wat was ze schoon
In zijn hoofd verdrongen zich allerlei
beelden van de koningin Esther, van de
schoone Balhseba en van Judith I Hoe
slank en gevuld tevens was hare gestalte
Hoe smeekend zag ze hem aan, en met
welke prachtige oogen I Hoe fijn ge
vormd waren die handjes die zich,
als tot het gebed gevouwen, tot hem
ophieven I"
Wordt vervolgd