NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND BEL 0EM0N10. No. 95. Woensdag 28 November 1894. Drie-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. BUITENLAND. F euilleton. AMIRSF001TSCIE COUBANT. VOOR abonnementsprijs: Her 3 maanden 1.—Franco per post door het geheele Bijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. .T. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. LOMBOE. Van den gouverneur-generaal var. Ned.- Indië is bij he' <tepai tement van koloniën onder dagteekening van 25 dezer ont vangen het navolgend telegram betref fende de verdere gebeurtenissen op Lombok. Alle voorname poenggawa's voor zoo veel bekend, tliar.s in onderwerping. Twee verwanten van Radja nog niet. Inlevering van wapenen vordert goed. Bovenstaand telegram is gelukkig een nieuw bewijs, dat het ergste verzet op Lombok is gebroken, al is onze over winning daar nog niet volkomen. Tevens blijkt daaruit, dat met de opgedane er varingen winste is gedaan en thans zorg vuldig wordt gewaakt dat zij, die zich komen onderwerpen, behoorlijk worden ontwapend. Vooral is het een goed teeken, dat het aantal van de poenggawa's die het hoofd in den schoot leggen, voortdurend groo- ter wordt. Dat geeft goeden moed, dat de zege onzer wapenen weldra volkomen zal zijn. Een telegram van de N. R. Ct. maakt melding van een nieuw gevecht, ditmaal bij Topati, waar wij een doode en 5 ge kwetsten kregen. Tot de gesneuvelden behoorde Nongah Karang Asem, een wettige zoon van den Vorst, vermoede lijk een der vorstelijke personen, die zich te Sasari verschanst hadden, en diejnog niet onderworpen waren. Een paar kolonnes zullen nu naar Ling- sar en Narmada oprukken. Beide plaatsen liggen aan een weg, welke bijna evenwijdig loopt met den grooten weg van N. naar O. In dezelfde richting ligt Bertais, een plaatsje waar heen Zondag, zonder op eenigen tegen stand te stuiten, een verkenning werd ondernomen. Hetzelfde blad meldt verder, dat ook de tweede vrouw van den vorst zich in handen der onzen heeft gesteld. De adjudant-generaal van H. M. de Koningin, graaf Dumonceau, vertrok gis teren naar Weimar, ten einde H. M. de Regentes te vertegenwoordigen bjj de ter aarde bestelling van den erfgroolher tog van Saksen-Weimar-Eisenach. Majoor baron Sirtema van Grovestins, adjudant van H. M. de Koningin, is aan Hr. Ms. vertegenwoordiger toegevoegd. Naar de Tijd verneemt, is dr. Kuy- per zoover hersteld, dat hij Pau waar heer. hij zich tol herstel zijner gezond heid had begeven heeft verlaten en op de terugreis naar ons land is. De Eeiste Kamer is thans saamge roepen legert Maandag 3 December. Als het Vad. wel ingelicht is, dan is onder het vorig ministerie de fout ontdekt met de 14 ton van Oorlog, en zijn toen reeds maatregelen voorbereid, om haar goed te maken. De tegenwoor dige minister van financiën, aan de ver keerde praktijken een eind makende, volgde den weg, door zijn voorganger reeds ingeslagen. Even vóór den aanvang der gods dienstoefening is Zondag eene der kope ren kronen in de Hervormde kerk te Heiloo naar beneden gevallen. De oor zaak daarvan is vermoedelijk te zoeken in het doorroesten van de ijzeren staaf, waarmede de kroon in eert der balken gevestigd was. Persoonlijke ongelukken zouden, als het ongeluk iets later geschied was, onvermijdelijk zijn geweest. De hagelslag-commissie, die, na de ramp van 6 Aug. te Aalsmeer door het bestuur der afd. Aalsmeer van de Ned. Maatschappij voor Tu:nbou wen Plantkunde werd bijeengeroepen, heeft thans hare taak volbracht. Zij ontving een bedrag van f9875,37 en heeft dit verdeeld over 250 bloemisten en tuinders, die zóó kon den worden geholpen, dat de moed, die er uit was gehageld, weder herleefde. Te Haarlem, ook te Nijmegen en eenige andere plaatsen wordt door hen aan wie een bepaald rijkstraktement of pensioen was verzekerd vóór de vast stelling der belasting op bedrijfs- en andere inkomsten, aan den minister van financiën een request ingediend, inhou dende bezwaren, dat die wet op hen wordt toegepast. Het bericht, dat H. M. de Koningin regentes de bedrijfsbelasting der hof- dignitarissen zal betalen, heeft den stoot tot die beweging gegeven, omdat men in die handelwijze eene erkenning meende te mogen zien van onbillijkheid, om die belasting te heffen van hen, aan wie vóór hare vaststelling bepaalde inkomsten waren verzekerd. Te Rotterdam wist Vrijdag een zekere H M., verdacht van den belang rijken juweeldiefstal, eenige maanden geleden aldaar gepleegd, tjjdens de in structie uit het huis van bewaring te ontsnappen. Verschillende getuigen waren gehoord, toen de beurt aan M. kwam, doch deze was aan de waakzaamheid van bewakers en portieren ontsnapt. Men ver moedt dat hij, brutaal als hij is, uit de wachtkamer, die op de eerste verdieping is gelegen, zich naar beneden heeft be geven en daarop door den portier is uit gelaten in de meening dat hij een getuige was. Natuurljjk heeft M. den portier, den schrik van alle dieven en inbrekers, in deze meening gelaten en toen met een groote bos rammelende sleutels gewa pende man achtereenvolgens de deuren voor hem ontsloot en hem de vrjjheid aanbood, heeft hij, ontegenzeggelijk in zijn vuistje lachende en minzaam salu- eerende, met bekwamen spoed gemaakt dat hij uit de voeten kwam, geholpen door den zwaren mist, die des avonds boven de stad hing. Ook bij de politie schijnt men dit ver moeden te deelen, daar alle sporen, boo ten en verschillende andete posten zijn bezet, zonder dat men er tot nog toe in geslaagd is den ontvluchten inbreker en dief te pakken. De van hem bekende beschrijving is: middelmatige lengte, donker haar, klein zwart kneveltje, blauwe oogen, gekleed met zwart pak, colbert-jas, jocky-pet, staanden boord en sport schoenen. Amsterdam zonder brood. Zondagmorgen hebben alle broodbak kersknechts te Amsterdam, zoowel aan de fabrieken als bij particulieren, het werk gestaakt, en eischen hooger loon en afschaffing van Zondagsarbeid. Som mige patroons, die zelf de hand aan den ploeg wilden slaan om hunne klanten te kunnen voorzien, werden door de stakers verhinderd, zelfs werden bij een bakker de ruiten in den winkel en in de bakkerij verbrijzeld. 't Was Maandag dan ook een eigen aardige toestand in de stad. Enkelen die nog wat over hadden van Zaterdag, wer den bestormd; voor een broodje van 6 cent werd soms een kwartje betaald. Jammer dat de stakers ook misbruik maakten van hun macht. Zag men een broodkar op straat, dan werd deze leeg geplunderd en het brood onder het volk geworpen. Op sommige plaatsen werd zelfs kar en brood in het water geworpen, o.a. een wagen die met brood var. Zaan dam was gekomen. De kruideniers maak ten goede zaken met den vei koop van havermout en biscuits. Bijna alle fabrieken en particuliere bakkers hebben gisteren de eischen inge willigd en zjjn weder aan het bakken. Czaar Nicolaas. Maandag is het huwelijk tusschen Czaar Nicolaas en prinses Alice van Hessen voltrokken. Reeds om 10 uur 's ochtends was het winterpaleis geheel gevuld met de gssten en autoriteiten, die de plechtigheid bij woonden. Men vereenigde zich in de Nicolaizaal. Daar wachtten de vorsten, de vertegenwoordigers van andere staats hoofden, de grootvorsten, de generaals, de militaire deputaties en de andere auto riteiten het bruidspaar af. In de wapen zaal bevonden zich de dames, die de bruid moesten verwelkomen. Omstreeks 11 uur kwam prinses Alice van Hessen in het winterpaleis aan. De bruid des Czaren werd daar getooid met de kroon met briljanten. Zij droeg een mantel van goud brokaat en een wit, met zilver geborduurd kleed, waarvan de sleep met oranje-bloesems was ver sierd. Om twaalf uur verkondigden 51 kanonschoten den volke, dat de plechtig heid een aanvang nam. De keizerin- weduwe opende den stoet met den koning van Denemarken en na hem volgde de Cznar met zijne bruid. Hen volgden de koning van Griekenland met zijne gemalin, prins Hendrik van Pruisen met de hertogin van Coburg, de prins van Wales met prinses Hendrik van Pruisen (de zuster der bruid) en de ove rige prinsen en grootvorsten. In de kerk waren de leden der synode, de geestelijkheid, de ministers en de diplomaten reeds vereenigd. Omstreeks half éen begon de kerkelijke plechtigheid. Toen het bruidspaar de kerk bereikte, werd de stoet daar ontvangen door den metropolitam van Latoga. Nadat het huwelijk was ingezegend werd een «Te Deum" gezongen. Tegelijkertijd werden van het fort «St. Peter en Paul" 301 kanonschoten ge lost, terwijl van alle kerken de klokken werden geluid. Na afloop der kerkelijke inzegening, werd eene receptie gehouden. Daarna keerde de stoet langs denzelfden weg terug. De plechtigheid was om 2 uur afgeloopen. Toen begaven de Czaar en de Czarina zich naar de Kasan-Kathe- draal waar een dankdienst werd gehou den. Daarna keerde de keizer met zijne gemalin naar het Anitschkoff-paleis terug. Het weder was zeer gunstig. De plech tigheid was zeer indrukwekkend en eindigde zonder eenige stoornis. Terstond na zijn huweljjk vaardigde Czasr Nicolaas een manifest uit. De kei zer verleent (kwijtschelding van een ge deelte der schulden, die nog aan de Kroon moesten betaald worden, terwijl hij de landbouwers vrijstelt van de af doening der achterstallige vooischotten, welke hun door de regeering zijn verleend. Insgelijks wordt kwijtschelding verleend aan hen, die nog belasting of geldboeten schuldig zjjn. Voorts worden de straffen verminderd van hen, die veroordeeld zijn tot gevan genisstraf, vestingstraf, politietoezicht, deportatie of dwangarbeid. Personen, die nog schuldig mochten blijken aan politieke misdaden, gedurende de vjjftien laatste jaren begaan en tot dusver nog niet ontdekt, zullen worden vrjjgesteld van straf. Wat betreft de politieke misdadigers, die zich in de gevangenissen bevinden, zal de minister van binnenlandsche zaken rapport uitbrengen. Diegenen, die het verdienen, zullen vermindering van hun straftijd verkrijgen. Aan diegenen, voor wie nog de straf geldt, uitgesproken na den Poolschen op stand van 1803, zal voortaan weer ver gund worden naar Rusland terug te keeren. De burgerschapsrechten, die zij hebben verloren, zullen zij terug ontvan- uit het fransch. 17) «Wat komt gij hier doen, spion?" vroeg hy «Spion, ik, weledele heerl" riep Cocomero uit, die reeds het koord om zijn hals voelde; »lieve hemel! welke dwaling I vraag dit liever aan deze edele dame." Mercedes was in plaats van te vluchten, nader gekomende bandieten zagen wel aan hare kalme houding, dat hjj niet zonder doel in de bergen was gekomen. «Vrouw," zeide Cosimo, «wat wilt gij? En waarom zjjt gij hier ge komen?" «Ik ben gekomen om uw hoofdman, Adrea Vitelli, te bezoeken," antwoordde zjj met vaste stem. »Het is goed," bromde Cosimo, «als het eene list is, liefje, dan zult gjj niet ontsnappen, want wij zullen er u zelf brengen." »Laten wij dan gaan," zeide zij«ik ben bereid I" »En ik, weledele heer struikroover," riep Cocomero uk, :zult gjj mjj niet laten weggaan? Ik heb hier niets te doen, ik verzeker het u; ik heb mijne zen ding volbracht, sta mij toe u eene goede reis te wenschen en daar be neden voor uwe heerschappen te gaan bidden." «Kom, stijg af 1" beval Cosimo norsch, den boer van zijn ezel stootende. «Wat neemt gij mij mjjn ezel af I" riep Cocomero angstig. »Mijn arme ezel I als gjj wist, weledele heer de bandiet, hoeveel ik van mijn ezel hield I O! mjjn arme ezel! mjjn lieve ezelen waar mede moet ik dan naar het dorp gaan? Cocomero trok zich de haren uit het hoofd. Een bandiet naderde hem en bond hem rustig de armen vast. Deze bandiet boosaardig en spotzuchtig als hij, bond het andere einde van het touw aan den staart van den ezel. «Groote Godl" riep de ongeluk kige Cocomero uit, «ik zie wel dat ik verloren benl O! laat mij gaan I laat mij gaan, weledele heer, de bandiet! 01 mijne vrouw en mijn kinderen! Wat zal Giovane zeggen, mijne lieve vrouw." «Wees bedaard," antwoordde een der bandieten, Forvocchiale genoemd; >is uwe vrouw schoon?" «01 mijnheer, mooi als de madonr.a uit de Lieve Vrouwekerk te Mercial" «Welnu I dan kunt gij gerust zijn, dan zal het haar niet aan troosters ont breken." Cocomero vond deze scherts wree daardig, maar hij deelde zijn gevoe len niet aan den ruwen Forvocchiale mede. Onderwijl zette Cosimo den ezel on barmhartig met stokslagen aan, zonder zich er om te verontrusten over het gekke figuur, dat hij maakte, daar zijn lange beenen bijna den grond raakten; toen zijn ezeltje de sporen gevende, zeide hij«Op weg I" De ezel ging draven en noodzaakte Cocomero, die wat beenen betreft veel stiefmoederljjker bedeeld was dan Cosimo om eveneens te draven. De ongelukkige vroeg zich onderweg af of het ooit moge lijk zou zijn dat zijn lieve vrouw Giovane zich door een buurman zou laten troos ten. Hij hield toen in zjjne verbeelding eene revue over al de pronkers van het dorp en kwam tot het besluit, dat er geen enkele was die hem, Cocomero even aarde, hetzij in zedelijk of in eenig ander opzicht. Het escorte ging in goede orde verder, en in minder dan twee uren was men op het fort. Daar werd onze Cocomero van zijn ezel losgemaakt en naar den stal gezon den, waar hij het getal der bedienden moest vermeerderen, die belast waren met het zware werk in het fort. Hij kwam eerst daar, na van de bandieten, die trotsch voor den stal heen en weder stapten, een twintigtal schoppen te heb ben ontvangen. Gedurende dezen tijd was Cosimo aan Andrea de komst van Mercedes gaan melden. ACHTSTE HOOFDSTUK. mercedes en andrea vitelli. Mercedes werd in het wapenka binet van Andrea Vitelli binnen gelaten. Een zonnestraal, die in deze uitgestrekte zaal doordrong, bescheen jacht- en oor logstropeeën. Het ijzer en koper glin sterde in de schaduw en kaatste alles terug. Mercedes sidderde toen zij binnen kwam. Andrea zag haar doordringend aan. Toen hij na veertien jaren dit schepsel terug zag, tegen wie hij van kindsbeen af zulke wettige redenen van wraak had, voelde hij zijn bloed koken, en het rood kleurde zjjn voorhoofd. «Wat komt gij hier doen," zeide hij met eene stem, die Mercedes deed beven. Haar lippen verbleekten. Zjj geleek op eene dier vreemde gezichten, die men op den donkeren achtergrond van de schilderstukken der Spaansche school vindt. De spraak ontbrak haar. Zij hief eindelijk de oogen tot Andrea op, hetgeen zij lot nog toe niet had durven doen, en zij was verwonderd over de weinige verandering, die de tijd op zijn gelaat en houding had te weeg gebracht. Hij scheen nog vlug en sterk als een jonge man. Alleen aan zijn slapen zag men eenige grjjze haren, en de kleur van zijn gelaat wat meer gebronsd. «Ik ben hier meester I" zeide An drea. «Ik weet het," antwoordde Mercedes met bevende stem. «Dit is nu de tweede keer, dat gij mij tot in de bergen komt tarten," hernam Andrea. «Dat is zoo," antwoordde zjj. «Helaas! mijnheer, vergeef het mijl" vervolgde ze sidderend, «ik kom hier niet uit vrijen wil; ik gehoorzaam «Welnu I zeg mjj de reden, die u hier brengt."

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1