NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND Ofücieele Publicatie. IEL DEMON 10. No. 96. Zaterdag 1 December 1894. Drie-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG BINNENLAND. Feuilleton. j IMERSFOORTSEHE C0EE1NT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 luaauden 1.Franco per post door bet geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. .T. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 6 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend firoote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Doen te weten, dal blijkens proces verbaal van stemopneming nopens de verkiezing van een lid voor de Kamer van Koophandel en fabrieken alhier dd. 29 November 1894 bij herstemming als zoodanig is verkozen de heer A. Visser en dat voornoemd proces-verbaal gedu rende acht dagen, te rekenen van heden, alle werkdagen van 101 uur op de Secretarie der gemeente voor ieder ter inzage ligt. Amersfoort, 29. November 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secietaris. W. L. SCHELTUS. Gisteren ontving de Telegraaf het volgende telegram uit Batavia: Gisteren werd Narmade door onze troepen bezocht. De weinige Baliërs, die zich daar bevonden, gaven zich over en leverden hunne wapens uit. Geen schatten werden gevonden. Heden trekken onze troepen naar Lingsar. Het paleis te Tjakra Negara is ver woest. De zoon van Anek K'toet Karang Assem is door de onzen gevangen genomen. Bij de jongste operalies hebben onze troepen geen verliezen geleden. Enitenaiit Ailing von Geosan. Over het sneuvelen van luitenant jhr. Alting von Gesau deelt een wapenbroe der, die ooggetuige was van zijn dood, de volgende bijzonderheden mede in een tot de familie gerichten brief. De luitenant von Geusau diende bij het 7de batailjon, in garnizoen te Mataram, en behoorde tot de compagnie, die in den avond van den ü5. Augustus met eene sectie bergartillerie werd gezonden naar Tjakra Negara, teneinde het 6e Bataillon aldaar gebivakkeerd en waarvan twee compagnieën met de bergartillerie tot bevordering der pacificatie in de binnen landen waren gedetacheerd, te versterken. Deze afdec lingen verschenen omstreeks 8 uur in het bivak en waren een half uur later gevolgd door liet Hoofdkwartier. Tot ongeveer 11.45 uur bleef alles rus tig toen plotseling de eerste geweerscho ten van den vijand vielen, gevolgd in het bivak door het alarm-signaal der op wacht zijnde afdeelingen. Onmiddellijk had iedereeu zijne plaats in de alarm stelling ingenomen; Von Gesau verde digde met een twintigtal manschappen een der noordelijke toegangen tot hel bivak. Den peheelen nacht en den volgenden dag hield het verpletterende vuur aan en het aantal dooden en gewonden nam zoodanig toe, dat tegen twee uur de toestand ondhoudbaar was geworden. Er werd toen een krijgsraad belegd, waaiin besloten werd terug te trekken op Mata ram. Deze teruchtocbt ving tegen 3 uur aan; op dat oogenblik was Von Geusau nog ongedeeld. Kort na het verlaten van het bivak geraakte de colonne tengevolge van het ontzettende vuur en het opdrin gen van den vijand uit haar verband en werd de 4e compagnie met een gedeelte dei ambulance afgesneden en verplicht naar het bivak terug te keeren. Nauwe lijks was dit geschiedt, of er werd bericht ontvangen, dat vele gewonden zonder eenige dekking op den weg lagen. Terstond werd een officier gelast om met eenige manschappen deze gewonden op te halen en in veiligheid te brengen. Even buiten het bivak ontmoette deze officier von Geusau, die een schot in de rechterdij had ontvangen en bezig was zijne slagader af te binden; hij snelde onmiddelijk op hem toe om hem hulp te bieden, doch dit behoefde niet meer, want op hetzelfden oogenblik ontving von Geusau een schot in de volle borst Slechts enkele soconden heeft hij nog geleefd en nog aan zijn kameraad gezegd, dat zijne laatste gedachten waren voor moeder en echtgenoole. Zijn lijk is evenals dat van zoovele dapperen in handen van den vijand gevallen, daar de omstandigheden het medeneraen der dooden niet toelieten. In dit schrijven, door gezegden officier gericht aan een zijner verwanten, zegt deze ten slotte: «Indien u familiebeden van den gesneuvelde mocht ontmoeten, zeg hun dan dat von Geusau gedurende het verschikkelijke vuur trouw op zijn post is gebleven en dal hij zijn laatsten soldatenplicht met eer heeft vervuld." Een oorlogsavoiitunr. Twee officieren op Lombok, die bij de vermeestering van Mataram aanwezig waren, zagen, toen het gevecht zoo goed als geëindigd was, een Balinees bezig zijn vrouw te krissen en bij hein een kind van ongeveer zes jaar, dat weldra het zelfde lot zou moeten ondergaan. Gedreven door een edelmoedige ge dachte schoten de officieren toe, legden den Balinees neer en redden het kind, een meisje, dat zij naar het bivak mede voerden. Met de redding van de kleine achtte echtei geen der redders zijn taak afgedaan; integendeel, er bestond verschil van gevoelen wie van beiden het kind by zich zou houden om het verder op te voeden. Zoo kwam het eindelijk tot een vergelijk, dat kapitein S. het meisje behield. De kleine toonde reeds spoedig haar aanhankelijkheid, door zich met alle macht er tegen te verzetten wanneer de officieren uitrukten, terwijl zij in de grootste angst verkeert, wanneer er scholen vallen. De schilderij, voorstellende «De Vaandeluitreiking," vervaardigd op last van H. M. de Koningin door den heer J. Hoijnck van Papendrecht te RhedeD, is thans gereed en zal binnenkort aan H. M. verzonden worden. Tenten van bladen. Zooals men weet, heeft de Minister van Binnenlandsche zaken dezer dagen medegedeeld, dat een voorstel lot ver nietiging van de verordening op het venten van bladen in onderzoek was. Klaarblijkelijk was hier bedoeld de Nij meegsche verordening. De termijn voor vernietiging of schorsing was dezer dagen verstreken, zoodat B. en W. tot afkon diging zijn overgegaan. Alzoo is het te Nijmegen: «verboden op de straten in het belang der openbare orde, bepaaldelijk ter be veiliging van het openbaar verkeer en in het belang der huishouding van de gemeente, op de marktdagen Maandag en Donder lag tusschen tien uur des voormiddags en tien uur des namiddags, en de overige dagen tusschen vier en tien uur des namiddags, geschreven of gedrukte stukken aan te kondigen, te verspreiden, te venten of te koop aan te bieden." Sint Nicolaas in Eimbnrg. Men schrijft aan de Telegraaf: Limburg is zeker wel een der provin ciën van ons vaderland, welke haar oude gebruiken en traditiën het langst in eere houdt. Sommige gewoonten van onze goede Limburgers, of van de inwoners van het hertogdom Limburg, zooals enkelen nog zeggen, zijn dan ook zóó zeer ingeweven en ingeworteld in het volksleven van onze zuidelijke landgenooten en verschaf fen hun zoo menigmaal een genoeglijk oogenblik, dat het haast jammer kan genoemd worden, dat ook op het platte land van oud Limburg de geest der samenleving van het opkomende geslacht zich al meer en meer naai de doodsche, stijve, uniforme gebruiken der moderne maatschappij gaat vervormen. Doch, gelukkig behooren alle oude ge bruiken toch nog niet tot het verleden, en zullen wij dan ook, nu wij zoo dicht genaderd zijn by liet feest van den goe den heilige, als voorbeeld de SintNico- laasviering op het platteland van Lim burg eens nemen in vergelijking met die feestviering in de groote steden. Het feest in de steden Mooie uitstallingen in de winkels; des avonds hel verlicht door boog- en gloei lampen. VBn electrisch licht of gasgloei- licht-branders, terwijl de winkelstraten wemelen van eene flaneerende opeen- hooping van menschen. Veel drukte in de verschillende maga zijnen, waarvan winkeldametjes en be dienden de gevolgen ondervinden in al hunne leden. Veel beweging aan de pakketpost en bestelgoederenbureaux, welker ambtena ren en bestellers misschien in gedachten eenige bijzondere hartelijkheden over hebben voor het heerlijke feest van Sinterklaas. St. Nicolaasavond baart eindelijk in menig huis dolle verrassing ofakelige, nare teleurstelling, terwijl, na afloop misschien, menigeen denkt aan de zoo talrijk uitgegeven zilverlingen. Sint Nicolaas builen: Des middags en 's avonds geen pan toffelparade. Slechts een enkele spoedt zich met meer haast dan gewoonlijk, na het verrichten van de dagtank, over den eenzamen landweg, naar zyn warm huiske, want daar het Sint Nicolaas-avond is, wacht hem daar denkelijk een warme hartversterking en misschien ook eene verrassing, meestal bestaande uit een degelijk kleedingstuk, of iets voor meer huiselijk gebruik. Doch over het algemeen is het Sint Nicolaas-feest hoofdzakelijk voor het jongere volkje en dit viert het op eene eigenaardige wijze. Hoort slechts I De gewichtige avond is gekomen; vroegtydig is de duisternis reeds ingevallen. Somber en stil is het in de dorpsstraat en op de schillende landwegen. Doch daar wordt de geheimzinnige stilte eensklaps verbroken dooreen bedekt geluid van menscbenstemmen en paar dengetrappel. Het geluid komt al nader en nader en eindelijk, voor zoover de duisternis het veroorlooft, kunnen wij waarnemen wie dat geluid veroorzaken. Wij ontdekken een pseudo Sint Ni colaas in vollen luister met mijter en staf, gezeten op een wit paard, vergezeld door zijn zwarten knecht en diens helpers. Zoo ti ekt de stoet ons langzaam vooi bij totdat hij eindelijk stil houdt voor de woning |van een der ingezetenen. De zwarte knecht treedt naar voren en klopt eenige malen op geheimzinnige wijze tegen de huisdeur, welke een oogen blik later wordt geopend. Nauwelijks is zij ontsloten, of in optocht gaat de ge heele bende naar binnen. Na geïnformeerd te hebben naar het gedrag van de kleinen, houdt een van de bedienden van den goeden heilige, uit- deeling van eenige lekkernijen onder de kinderen, waarop de heer des huizes den valschen Sinter Klaas en zijne volgelin gen onthaalt op sigaren en drank. Zoo wordt dat spelletje eenige malen herhaald; komt de bende onderweg een kleinen jongen tegen, dan wordt deze onmiddellijk beet gepakt en voor Sint Nicolaas gebracht, wien hij dan eenige vragen moet beantwoorden, waarna hij terstond weder woidt losgelaten; doch is de gevangene onwillig, dan wordt hij gekneveld en een eindweegs meegevoerd. uit het fransch. 17) Terwijl Andrea de vragende blikken van Alma zocht te ontwijken, naderde Mercedes hem «Hoofdman," stamelde zij, «mijnheer Andrea, dit jonge meisje Zijt gij wel zeker, dat dit de dochter van Ercole Vitelli is." Andrea zag haar met een doordringen den en kouden blik aan. »Gy hebt het mij, veertien jaar geleden zelve gezegd," antwoordde. De leugen was veertien jaar oud hij bracht reeds zijn wrange vruch ten op. Mercedes, in haar eigen strik gevan gen, bleef verlegen staan; haar list viel op haar zelve terug. Zjj zag zich in de onmogelijkheid Andrea uit de dwaling te helpen, omdat zij hem voorheen te goed bedrogen had. Het zou volmaakt nutte loos wezen den leugen door een eed tegen te sprekenAndrea zou niet ge aarzeld hebben den eed als een nieuwe leugen te beschouwen. De vrees, die Andrea haar inboe zemde, meer dan eenige andere reden, verhinderde haar te spreken, Er bleef haar niets over dan de beste partij in deze omstandigheid te kiezen, door Alma mede te nemen omdat zij Regir.a, de dochter van den prins van Monteleone, niet mede kon nemen. Het was ten minste eene gijzelaar ster. Mercedes boog dus het hoofd. Andrea was in zijne vorige nadenkende en treurige houding verzonken. De arme Alma, bleek en met tranen in de oogen wachtte nog altijd totdat Andrea haar dit besluit zou verklaren, dat zulk eene plotselinge verandering in haar bestaan teweeg bracht en haar moest scheiden van alles wat zij op de wereld liefhad. Andrea hief het hoofd op. «Mijn kind," herhaalde hij, «gij gaat ons verlaten, gij weet bovendien wel dat gij de dochter van den prins de Monteleone zijt." «Men had het mij gezegd," mompelde het jonge meisje. «Het is de waarheid, arm kind 1" «01" zeide Alma, luid snikkende, «ik heb geen anderen vader dan u I" De hoofdman was tot in het diepst van zijn gemoed aangedaan. «Kind," mompelde hij, «gij zijt inder daad mijne dochter, want ik heb voor u het hart van een vadermaar ik heb het recht niet u aan uwe familie te wei geren die u terug vraagt. Alma zag hem doordringend aan, als begreep zij dat dit een voorwendsel was. «Gij moest mij voor viertien jaren terug gegeven hebben," zeide zij, ter wijl de tranen haar overvloedig langs de wangen vloeiden. «Ik zou niet zoo aan de levenswijze hier gewend zijn, »an u onophoudelyk te zien en u lief te hebben! Zij zweeg, haar tranen beletten haar het spreken. Andrea gevoelde het rechtmatige van dit verwijt, en ofschoon hij iemand was, die reeds lang tegen zwakheden van allerlei aard gehard was, kon hij toch de aandoening niet bedwingen die hem aangreep. Hij nam Alma in de armen en kuste haar hartstochtelijk op het voor hoofd. «Mijn kind," zeide hij, zijne aandoening bedwingende, «het is een harden plicht dien ik volbieng. Ik zal my altijd u her inneren, wij zullen elkander, niettegen staande de scheiding, wederzien, maar gjj moet vertrekken. Hij zweeg. De jaren van Alma's jeugd kwamen hem voor de oogen, die geen tranen meer kenden; het was alsof de weldoende geest der huiselijke vreugde zijne treurige woning verliet. Hij gevoelde het; toch zeide hjj, ter- wjjl zijne stem weder vast werd. «Alma, reeds voor de komst dezer vrouw, was uw vertrek besloten." Mercedes spitste de oorendit was een nieuw geheim, maar zij kon in het minst niet gissen wat er achter de woor den van Andrea verborgen lag. De ongelukkige Alma deed niets dan weenen. «Laat dan ten minste mijne zuster roepen," snikte zij, «opdat ik afscheid van haar neem." Andrea deed Regina roepen, maar men kon haar niet vinden. Ten einde Andrea meer onder den indruk te laten van wat zy gezegd had, had zij Mario, zoodra zij terug gekomen was, overgehaald eene wande ling in de omstreken van het fort te doen. Dit was voor Alma nog eene ver meerdering van droefenis. Zij hield van Regina als van eene zuster. On danks alles wat er dien morgen ge beurd was, kromp haar hart ineen, dat de wraak niet kende, bij de ge dachte van te vertrekken zonder de ge zellin harer jeugd een afscheidskus gege ven te hebben. «Alle ongelukken overstelpen my te gelijk I" mompelde zij. Andrea, die er naar haakte dit treurig afscheid af te breken, deed Cosimo roe pen, en zeide Item «Gij zult deze beide dames on der een goed escorte naar de vlakte brengen." «Ik ben gereed," zeide Cosimo. «Kom dan, mijne dochter," hernam de hoofdman, «vaartwel." Alma nam Andrea's hand en kuste ze, haar met tianen besproeiende, toen, blo zend en verlegen, zeide zij met door snikken onderbroken stem. «Zult gij mijn groeten aan Regina doen 1 «Ik zal ze doen," antwoordde An drea. «En mijn groeten aan Mario." Deze keer antwoordde Andrea niet, hij keerde zich naar Mercedes. «Zeg iiu aan uw meester," zeide hij op een toon die haar deed sid deren, «dat hij weer moed vatte Dit kind, dat ik beminde, was zijn schild; nu eerst zal de wraak be-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1