NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND
No. 102.
Zaterdag 22 December 1894.
Drie-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG M ZATERDAG
lef vuue der infanterie.Kerstmis.
F euilleton.
BEL DEM0NI0.
AMERSFOORTOE COD
VOOB
abonnementsprijs:
Per 3 iiiaaiiden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Uit hoofde der invallende
KERSTDAGEN zal aanst.
Woensdag geen nummer dezer courant
verschijnen, doch op Zaterdag 29 Dec.
een dubbel nummer worden uitgegeven.
De uitgave voor de nieuwe geweren,
althans voor de infanterie, is volgens
bevoegde autoriteiten een hoogstnood
zakelijke, en weigering hiervan zou
misplaatste zuinigheid zijn en zou
noodlottig blijken te zijn, wanneer
bij een eventueelen oorlog onze solda
ten gesteld worden tegenover een
overmacht niet alleen, maar ook tegen
over een beter gewapenden vijand.
Temeer worden wij van die noodza-
lijkheid overtuigd als wij hooren welke
uitwerking het vuur der infanterie
heeft in Frankrijk met het Lebel-, in
Duitschland en Oostenrijk met het
Mannlicher-, in Engeland het Lee-
Medfort-geweer en de in Italië, Zwit
serland, Denemarken en Rusland ge
bruikte modellen. De resultaten bij
alle deze zijn vrijwel gelijk, hooren
wij dus alleen wat een Fransch kapi
tein van het eerste type ons vertelt.
Voor veertig jaar had het infanterie-
geweer met een kaliber van 18 m.
M. met kogel van 27 gram en lading
kruit van 9 gr. een draagvermogen
van 200 M. op 300 M. was de tref
kans minder dan van het model 1886
op 1800 M. Het projectiel doorboorde
een man slechts op korten afstand
een geoefend soldaat deed drie scho
ten in twee minuten, en 30 patro
nen per hoofd was voldoende voor
een veldslag van een dag. Tegen
woordig heeft een repeteergeweer
van 8 m.M. kaliber met een kogel
van 14 a 15 gram en 2,5 gr. roo-
keloos kruit trefkans op 2000 M. en
het draagvermogen is 3500 M. Zijn
projectiel doorboort op 300 M. vier
man achter elkaar. Een gewoon
soldaat doet gemakkelijk 12 a 15
schoten in de minuut en moet 300
patronen tot zijn beschikking hebben
Vergeleken met het model van 1853
heeft dat van 1886 zesmaal grooter
draagvermogen, schiet het tienmaal
sneller en treft het vijfmaal sterker.
En toch, een halve eeuw voor dat
oude model van 1853 verklaarde Na
poleon I van het geweer van het
jaar IX, een verbeterde editie van
dat van 1777, dat het machtigste
oorlogswapen was waarvan de mensch
zich ooit bediend heeft.
En het model van 1886 heeft nog
verbeteringen ondergaan, en nog
steeds zint men op nieuwe.
Welke de uitwerking is van het
infanterie-vuur van dit jaar hebben
de manoeuvres van dit jaar geleerd.
Op een goeden morgen verlieten
210 a 220 soldaten het kamp. Hun
kapitein kreeg bij het vertrek de op
dracht: De vijand is op marsch in
die en die richtingom zijn flank
voor een overrompeling te behoeden,
heeft hij een compagnie uitgezonden
om ergens stelling in te nemen deze
compagnie, van silhouetten, moetwor-
den ontdekt, verkend en aangevallen.
Iedere soldaat ontving 32 patronen;
in den oorlog zou hij er 185 krijgen,
zonder nog te rekenen de aanvul-
lingsammunitie,die tot zijn beschikking
gehouden wordt. Naar alle zijden
worden patrouilles uitgezonden om
den vijand te ontdekken. Na eenigen
tijd komt het bericht: De vijand is
in 't gezicht. De kapitein laat zich
op de kaart de plaats aanwijzen en
gaat den afstand meten. Hierbij be
zigt hij een instrument, dat naar
den uitvinder lunette souchier heet.
Dit is eerst een dubbele tooneelkij-
ker;op eenvoudige wijze worden dan tus-
schen het oog en het objectief twee
plaatjes met straalbrekend vermo
gen gebracht (spaths d'Islande) en
dan ziet men niet meer één, maar
twee beelden van eenzelfde voorwerp,
dat waargenomen wordt. Het eene
is het werkelijke beeld van zooeven,
het andere beeld, voortgebracht dooi
de spaath, is gemakkelijk te herken
nen aan zijn doezelige tint en staat
hooger boven het werkelijke beeld
naarmate het voorwerp verder van
het oog verwijderd is. Op dit laatste
gegeven berust het
teheele beginsel
van de télémeter. Reikt het iioofd
van het eerste beeld tot de schouders
van het tweede dan is de afstand
300 M.reikt het tot het middel dan
600 M. en tot de knieën 1000 M.
Staan zij boven elkaar dan 1400 M.
Naar deze laten zich de overige af
standen berekenen.
Salvo-vuur werd gekommandeerd
op 1300 Meter. Kalm werden de beve
len gegeven en toen kort en krachtig
het «vuurvernomen werd, werd
door vijftig als door één man ge
schoten.
Een beetje te kort, zei de kapitein,
teveel stof vóór het doel, niet genoeg
er achter. Tweede sectie op 1350 M.
Ditmaal was het resultaat goed.
Het vuren werd gestaakt en de eerste
periode van den strijd, het salvo-vuur
op grooten afstand, is geëindigd.
De vijanden hadden drie secties
van 56 man ieder; de middelste ge
vormd door staande, die op de vleugels
door knielende silhouetten. Achter
iedere sectie stond een officier, ken
baar aan een witte streep aan den
hals, en twintig M. er achter stond
onbewegelijk de kapitein, commandant
van deze compagnie poppen, met zijn
adjudant en twee soldaten en een
fourrier. De adjudant, de fourrier en
een der soldaten hadden met er drieën
vijf kogels gekregen, twee sectie-com
mandanten en 16 soldaten waren
getroffen, dat is 21 op de 176 man
en dat op 1300 Meter afstand. En
dit is nog maar een begin. De troep
marcheerde op en vuurde terwijl tot
zij op 600 M. den vijand genaderd
was. Op nieuw werd de uitwerking
nagegaan, en men vond, dat van de
176 silhouetten 62 getroffen waren;
vele hadden twee of drie kogels in
den buik, de kapitein twee in de dij,
één van zijn helpers was rnaar vrij
gebleven. De silhouetten op de vleu
gels waren nog ongedeerd, het vuur
had zich op het midden geconcen-
reerd. Weer werd gevuurd op een
afstand van 600 tot 400 M., vier
schoten door elk soldaat en 96 vij
anden werden getroffen.
Een nieuwe aanval volgde tegen
den vijand, die intusschen met een
nieuwe sectie versterkt wassnelvuur
werd gecommandeerd, tien schoten
door ieder soldaat, en de uitwerking
was verschrikkelijk. Op 234 vijanden
werden 174 getroffen. Ieder had ge
middeld drie wonden gekregen. Het
groepje van den kapitein was ver
nietigd, hij zelf had alleen 9 gaten
waarvan 2 in het hoofd. De officie
ren hadden ieder minstens 8 kogels
gekregendie van de derde sectie
was door 27 kogels doorboord. Deze
was n.l. achter zijn neergeknielde
sectie rechtop blijven staan, wellicht
om zijn kranigheid te toonen of om
zijn manschappen vertrouwen te
schenken. Zijn stoutheid had hij duur
moeten boeten, want de meeste aan
vallers hadden hem tot doelwit ge
kozen.
De troep was nu op 150 M. ge
naderd en het oogenblik voor de be
storming was gekomen. Deze moest
door een verpletterend vuur worden
voorbereid. Een repeteer-vuur veer
tig seconden langde soldaten scho
ten zoo snel mogelijk, zich enkel be
palende tot het aan den schouder
en horizontaal brengen van hun wa
pen. Door zoo'n vuur wordt een
troep als zij niet beschut is weg
gemaaid. Daarop bestorming met
de bajonet, de vijand omsingeld, de
stelling genomen
De zooeven genoemde ongeluk
kige sectie-commandant had dertien
nieuwe wonden ontvangen, gedurende
den geheelen strijd 47. De kapitein
en zijn omstanders waren doorscho
ten als een zeef. Bij deze laatste be
schieting waren 203 houten soldaten
getroffen op de 234.
Het eindresultaat van de geheele
manoeuvre was,dat vande6500 kogels
1897 doel troffen. En nemen wij aan,
dat in den oorlog maar een tiende
van dit resultaat bereikt wordt, dan
is het toch nog een verlies van 189
man op de 250. Daarbij mag men
ook aannemen, dat vele kogels, die
bij zoo'n manoeuvre afdwalen, bij
een veldslag nog wel hier of daar
een levend doel kunnen treffen. Hoe
echter de kansen en mede het resul
taat mogen gewijzigd worden wan
neer de silhouetten op hun beurt
aanvallen en vuren, dit staat vast,
het het werk der verwoesting, aan
gericht door het vuur der infanterie,
verschrikkelijker zal zijn dan ooit.
En telkens worden nog beter ge
weren gevonden, want nauw is een
nieuw type aangenomen of men is
weer aan 't zoeken naar een volgend.
Men heeft nu al een model met een
kaliber van ongeveer 6 m.M., dat het
projectiel een aanvangssnelheid geeft
van 300 M. in de seconde, waardoor
het draagvermogen weer grooter ge
worden is. En zoo zal het voort
gaan, en telkens hebben in gebruik
zijnde wapenen, als verouderd ten
gevolge van een nieuwe uitvinding,
afgedaan, en millioenen aan geld
moet men als voedsel blijven toe
werpen aan den minotaurus van den
gewapenden vrede.
Met de geweren is nu welhaast
het hoogst bereikbare verkregen, zou
men denken, maar dan wordt het
tijd aan de bescherming vari den sol
daat te gaan denken. Schepen heeft
men tegen de artillerie beveiligd door
pantsers, tot dekking van den sol
daat en tot beveiliging van de drie,
die achter hem staan, is nog niets
gedaan. Of de in Denemarken aange
schafte schilden zullen voldoen en ook
elders in gebruik zullen komen?
Wat grillige tegenstelling! Naar
aanleiding der bcgrooting hooren wij
in Nederland wapengekletter, het in
een hoek smijten der oude geweren,
24 UIT HET FRANSCH.
sNeen," antwoordde hij, haar zacht
afwerende, »ik wil alleen zijn alleen.
laat mij.
Alma ping naar hare kamer, waar zij
geen ander middel had om hare droef
heid en verreling te verdrijven dan Ma
rina ie laten komen, wier vroolijkheid
en gesnap haar een oogenblik haar ver
driet deden vergeten.
In zjjn kabinet teruggekeerd, wierp
Ei cole zich in een leuningstoel en liet
het hoofd in de handen zak' en.
»Wat met dit kind te doen mompelde
hij, «werktuig tot wraak? Zjj is zoo
zacht, zoo goed en houdt zoo veel van
mijne dochter! 01 nooit zal ik daartoe
kunnen besluiten 1"
Hij bleef geruimen tijd in dezelfde
houding, duizend plannen kwamen hem
in de gedachte, maar hij kon niet beslui
ten er een van aan te nemen.
Een uur was ierloopen; hij hief het
hootd op, schoof zijn stoel bij de schrijf
tafel en schreef een brief met het adres
AaD den markies van Santa Fiore in zijn
paleis, te Spoleto.
De brief bevatte eene uitnoodiging
tot eene groote jacht voor twee dagen
later.
De brief werd aan een knecht gege
ven die te paard steeg en oogenblikkelijk
vertrok.
Op dit oogenblik dacht Alma aan
Mario.
ELFDE HOOFDSTUK.
DE WILDE ZWIJNENJACHT.
Twee dagen later leverde het kasteel
van Ercole een zonderling gezicht op.
Reeds by het aanbreken van den morgen
wemelde het van menschen, en de schrille
tonen der trompetten wekten de oude
echo's van het fort op.
De aangekomenen waren prachtig
gekleed; de paarden rijk getuigd, en
trappelden van ingeduld op de binnen
plaats. De honden, weinig aan zulk een
feest gewend, blaften, zich van hun ban
den willende ontdoen.
Een koppel groote hoDden en een
twintigtal hazewinden, groot, steik, tan
goed ras, en merkwaaidig om den lan
gen kop en de grootte en het vuur der
oogen, waren bestemd om het wilde beest
op te jagen.
Het was een vrooljjk tooneel, dit
gewoel van menschen, paarden en hon
den op de weide verzameld, in de
schaduw der groote boomen, wier top
pen door de opkomende zon verguld
werden. Eensklaps gaven de trompet
ten het teeken tot in den zadel stijgen;
de graaf Ercole verscheen naast den
markies van Santa Fiore, den vorigen
avond aangekomen.
De maikies was een edelman van
groote gestalte. Ofschoon hij mins
tens veertig jaar oud was, vertoonden zijn
edel kalm gelaat, zijn zuivere trekken,
deze onderscheiding en bevalligheid, die
men nog heden bij de ontaarde zonen
der oude Iialiaansche stamhuizen vindt.
Hij was welgemaakt en een eerste
ruiter.
Eene rijk versierde draagkoets volgde
de beide ruiters, Op de kussens dezer
draagkoets was een jong meisje gezeten
dat niet het rr.iuste deel aan liet jacht
vermaak scheen te neuten. Het was
Alma. Zij gaf baar aardig hoofdje aan
de schommelingen der draagkoets over
eri haar nadenkend en treurig voorhoofd
was op haar schouder gebogen. Zij be
schouwde met een onverschillig oog den
schoonen markies de Santa Fiore. Zij
dacht aan Mario.
Mercedés zat naast haar.
Wat den markies de Santa Fiore be
treft, hij hield zich slechts met de toe
bereidselen bezig. De jacht op wilde
zwijnen was voor hem een vermaak zon
der weerga; hij spreidde er eene be
kwaamheid ten toon, die niemand er aan
dacht te betwisten.
De nieuwsgierige edellieden omring
den hem om strijd; zij luisterden
aandachtig naar zijne opmerkingen vol
juistheid en dikwijls begroefde erva
renheid. Men omringde hem en. de
markies scheen trotsch te zijn op deze
bewondering, die hij overigens gewoon
lijk opwekte.
lederen neemt zijn roem daar waar
hij hem vindt.
Eindelijk blies men het teeken tot het
vei trek.
De ophaalbrug viel neer en de ge
heele ruitei bende zette zich in bewe
ging-
«Mijnheer de gastheer," zeide Santa
Fiore tot den graaf Ercole. «gij hebt
goed onderhouden jachthonden en paar
den, maar de meeste honden zijn te
vet.
sik ben oud, mijnheer de markies,"
antwoordde Ercold, sen dooi zorgen
ovetstelpt, het zal slechts van u af
hangen of deze honden er beter uit
zullen zien; hel zou mij veel eer en
genoegen doen wanneer gij bij mij
kwaamt jagen."
sik neem uw aanbod van ganscher
harte aan, mijnheer de graaf I" hernam
Santa Fiore,] swant, ik beken u, dat ik
veel van de zwijnenjacht houdt en wij
hebben er niet veel op mijn gronden.
Het is slechts bij toeval dat mijn haze
winden een speenvarken of een half
volwassen zwijn opjagen, m.iar het is
jaren geleden dat ik een echt wild zwijn
heb gezien-"
Gedurende dit gesprek, daalde hel
gezelschap in de schoone vallei af, met
kreupelhout en moerassen bedekt, en
die wij reeds verscheiden malen hebben
beschreven.
Het was lang geleden, dat zulk een
vrooljjk gezelschap hel kasteel van Ercole
verliet.
Iedereen was goed gestemd, en in
het bijzonder de edellieden van 's graven
gevolg onder wie men onze drie oude
kennissen, Pasquale, Contarini, Capitan
en Tibeiio Fanf'erfluizzi opmerkte, die
met hun drieën meer leven maakten dan
al de anderen.
Pasquale, met zijn rooden neus blin
kende als de opkomende zon, deelde
zijne keel allerlei lekkernijen toe, hoog
en laag zwerende.dat het voorzichtig is