NIEUVE
Nieuws- en Advertentieblad
Oplossing van de Rebus
UTRECHT en GELDERLAND
twêTzomers.
No. 22.
Zaterdag 16 Maart S95
Vier-en-i winti gste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
S)e Nieuwe Amcrsfoort-
sche Courant is het meest
gelezen blad kier ter stede
en daarom ook voor het
plaatsen van annonces
zeer aan te bevelen.
Dr. A. CRAMER
D. HOUTZAACER
J. NEFKERSS
J, P. HENNY
De Administratie.
Brief van een Japanschen
dwarskijker.
BINNENLAND.
F euilleton.
COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Eer 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers S Cent.
Inge/ouden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uiteeyer G. .T. SLOTHOUWER. A nier stoort.
advertentien:
Van 1—6 regels f 0,40 iedere regel meer B Cent.
Advortentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voorkomende in ons nummer van
9 Maart j.l.
Ongeveer 300 goede oplossingen
zijn ingekomen.
Na loting is de le prijs ten
deel gevallen aan
te Woudenberg.
De 2,; prijs aan
alhier.
De 3e prijs aan
alhier.
De 4e prijs aan
alhier.
Daar uit het groot aantal in
zendingen blijkt dat deze prijs
raadsels zeer in den smaak onzer
lezers vallen, zullen wij binnen
kort weder een nieuwe opnemen
en aan de goede oplossing daar
van een nog grooter aantal prij
zen verbinden.
Gelijk de ouderen onder onze le
zers zich zullen herinneren, werd nu
bijna veertig jaar geleden door de
Japansche regeering een dwarskijker
hiernaartoe gezonden, om liet hof
van Jeddo op de hoogte te houden
van al wat in Nederland alzoo ge
schiedt.
Behalve zijne politieke berichten,
schreef hij ook veie bijzonderheden
van onze zeden en gewoonten, en
»De oude heer Smits" was toen in
de gelegenheid een authentiek uit
treksel uit zijn brieven het lezende
Holland aan te bieden.
De dwarskijkende oosterling heeft
toen de oogen zijner landgenooten
geopend voor de velerlei deugden en
benijdenswaardige maatschappelijke
instellingen, in wier bezit wij ons
toen verheugden en die buiten onze
grenzen helaas nog zoo weinig be
kend waren. Tevens heeft hij hen
gewaarschuwd voor de navolging van
wat hij minder goede deugden en
instellingen geliefde te noemen. Met
die inlichtingen en wenken van haren
specialen correspondent heelt de re
geering van Japan sedert haar voor
deel gedaan, maar nu is zij nieuws
gierig te weten of en waarin de
toestand van ons land in die veertig
jaren gewijzigd er. verbeterd is, om
zoo liet noodig blijkt weer in de
school te gaan bij de westersche be
schaving. De oude dwarskijker heeft
daarom een nieuwe opdracht ont
vangen, en wij kunnen melden, dat
hij reeds is aangekomen en onder
het strengste incognito te 's Graven-
hage in het hotel Central is afge
stapt.
Daar in den laatsten tijd alles wat
Japan betreft onze belangstelling
wekt, en de hier vertoevende vreem
deling ook niet verzuimen zal af en
toe onze stad te bezoeken, vertrou
wen wij onze lezers aangenaam te
zijn door nu en dan de brieven van
dien Japannees geheel of gedeeltelijk
mee te deelen. Door een bijzonder
toeval en door de gewaardeerde wel
willendheid van onzen oosterschen
vriend zijn wij hiertoe in staat ge
steld.
Ingevolge de last van Uwe keizer
lijke majesteit begaf ik mij dadelijk
na mijn aankomst naar het Binnen
hof waar het hart van Nederland
klopt, waar het in honderd parten
verdeelde Nederland door honderd
roemruchtige mannen vertegenwoor
digd is. Ik zocht een plaatsje op de
openbare tribune van de Tweede
Kamer en daar was liet propvol, om
dat het bedoelde hart in deze dagen
bijzonder snel aan 't kloppen is. En
geen wonder, want er wordt gehan
deld over het al of niet uitgeven
van eenige millioenen, en gij zult
nog wel weten van vroeger, dat de
lui hier aan betalen een broertje dood
hebben en dat zij liet ontvangen za
liger achten dan het geven. De
oude beteekenis van zalig was dan
ook rijk of vol, gelijk nog van ie
mand die te veel thee gedronken
heeft, gezogd wordt »hij is zalig."
En waarvoor nu die millioenen-uit-
gaaf noodig wordt geacht, zal ik u
zeggen. Onze oorlog in het Oosten
heeft in het Westen aller aandacht
getrokken en heeft ook aller blikken
op eigen toestanden doen vestigen.
En wat men zag was niet voor al die
blikkers bemoedigend. Gelijk in vele
landen meende men ook hier, dat
de toestand van liet land hij een
mogelijken oorlog veel overeenkomst
heeft met dien van China. Niets is
in orde, niets deugt er, wij kunnen
de boel wel dadelijk overgeven, zeg
gen sommigen. Anderen beweren,
dat hun land zeer goed te verdedi
gen, zoo niet onneembaar is. Daar
ik niet beslissen kan wie gelijk heeft,
want dat zou de uitkomst het
best leeren, neem ik aan, dat de
waarheid hier wel in 't midden zal
liggen. De laatste zegsmannen dan
willen nieuwe geweren koopen, op
dat de soldaten in een gevecht niet
worden weggemaaid voordat zij nog
den vijand onder schot hebbon. Nu,
daar is, dunkt mij, niets tegen.
Een der hoofdbladen hier, ik
leesn.l. trouw de krant, omdat deze
voor de meesten hier de eenige hoofd
bron schijnt te wezen van alle we
tenschap, alsmede om mijn stijl te
verbeteren, heeft warm geijverd
voor het nieuwe geweer en den mi
nister aangeraden pal te staan met
zijn geweer en het bolwerk, zijn
kussen te ontruimen wanneer dat
wapen hem ontnomen wordt.
De tegenstanders werd in over
weging gegeven langs de grenzen
bordjes te plaatsen met het fatale
artikel 461, dat toch reeds zooveel
particuliere eigendommen beschermt
en een zeer voordeelige bescherming
is, daar het dikwijls schutting, ras
terwerk of andere behoorlijke afslui
ting kan vervangen. Maar er is kans,
dat de vijand zich zal houden alsof
hij die bordjes niet ziet, zooals men
bij de inlandsche bordjes trouwens
ook al doet. Gij zult in het weigeren
der geweien misschien gebrek aan
vaderlandsliefde zien, maar dat is het
toch niet Neen, die deugd bloeit hier
nog voort, maar gelijk eerepoorten
met minder kosten in het hart wor
den opgericht dan daar buiten, zoo
wordt aan goedkoope vaderlandsliefde
den voorkeur gegeven.
Toch moet ik zeggen, dat ditmaal
de vaderlandsliefde niet tegen groote
offers heeft opgezien, want het voor
stel van de nieuwe geweren is met
flinke meerderheid aangenomen. Gij
kunt dus het voornemen, om uw
veldtocht mettertijd ook hierheen uit
te strekken, gerust opgeven, want gij
zoudt hier toch het hoofd stooten.
De Hollanders zijn wel langzaam en
gaan niet over ijs van één nacht en
wachten liever tot het grond raakt,
maar als zij beginnen, sta dan vast,
want dan zijn zij niet malsch, dat
heb ik wel uit hun vaderlandsche
geschiedenis geleerd. Chineezen zijn
de Hollanders niet, maar, o vorst,
Japanneezen zijn zij ook niet; alleen
van dien minister met zijn geweer,
geloof ik, dat hij nog wel van een
ouden Japannees afstamt.
De Tweede Kamer heeft jl. Don
derdag de Geweren-wet met 54 tegen
31 stemmen aangenomen.
De gemeenteraadsleden te 's-Herto-
genbosch kwamen gisterenavond met
burgemeester, wethouders en secretaris
te ramen, ten einde eene bespreking te
houden omtrent taken, in verband staande
met de komst van H H. M.M. aldaar.
Uit Maastricht wordt ons gemeld, dat
ook daar jhr. De Runitz, particulier secre
taris van H. M. de Koningin-Regentes, is
aangekomen, ten einde met de autoritei
ten in overleg le treden omirent de rege
ling van het koninklijk bezoek.
Rijkspostspaarbank.
Het is den directeur der Rijkspostspaar
bank, zoowel uit mondelinge besprekingen,
als uit schiifteljjk tot hem gerichte vra
gen gebleken, dat onderscheidene inh g-
gers bij die Rijksinstelling zich geen
voldoende rekenschap geven van de be
teekenis, te hechten aan den waarborg,
dien de Staat op zich heeft genomen,
ten aanzien van de teruggave hunner
inlagen, en de betaling der aan hen
verschuldigde rente.
Meer in het bijzonder bleek dit in de
laatste dagen, naar aanleiding van eene,
in enkele dagbladen voo-gekomen, mede-
deeling, volgens welke, op postspaarbank
boekjes, terugbetalingen aan niet-recht-
liebbenderi zou leri hebben plaats ge
vonden.
Men vroeg zich af: of de inleggers, in
zoodanig geval, wel volkomen tegen ver
liezen waren gevrijwaard, en toonde te
•lien opzichte niet gerust te zijn.
Daarom acht de directeur der Rijks
postspaarbank het wenscheljjk in herin
nering te brengen, dat (bij artikel 11
UIT UET ENGELSCH
DOOR
2 M
Hij stond nu op een in de nabijheid
van het ouderlijk huis gelegen heuvel en
zag neêr op de zee. Hij was van het
station komende met de veerschuit de
rivier overgestoken, en was vervolgens
door de rijke korenvelden gewandeld.
Twee gedaanten hadden die wandeling
met hem mede gemaakt de jongeling
die hij eenmaal was, en die hem met
zijn schoone oogen aanzag, terwijl hij
zijn armen sloeg om de slanke gestalte
zijner verlorene geliefde. Hij stond stil
op den top des heuvels en dacht aan
deze beide: zjjne jeugd en Alice. Nog
eenige oogenblikken en hij zou haar weêi
zien, niet zoo als zij eemmaal was
die Alice was sedert lang voor hem dood,
maar als de vrouw van zijn broeder,
de moeder van verscheidene kinderen.
Jacks overwinning had haar vruchten
in Arthurs geluk. Op het verleden terug
ziende gevoelde Jack dat hjj haar had
kunnen winr.en, dat zij hem hare eerste
liefde geschonken had en toch had hij
nooit in de eenzaamheid zijns levens
gewenscht dat hij anders had gehandeld.
Jack daalde langzaam den heuvel af.
Toen hij op den weg gekomen was, werd
de poort aan het einde der weide plot
seling open geworpen, en liep een groepje
blonde kinderen dwars over zijn pad.
Zij werden gevolgd door eene dame.
Jack hoorde haar lachen en met eene
heldere, vroolijke .stem tot een der kleinen
zeggen. «Gij kleine ondeugd! Wacht
maar, uw oom Jack zal u wel gehoor
zaamheid leeren. Als hij komt zal ik u
aan hem overgeven."
Zij hield op toen zij Jack zag, die bij
de poort stond om hen te laten voorbij
gaan. Met één blik zag Jack eene dame
in blauw serge gekleed, met een ronden
hoed op en een zwarten strik onder het
wit kraagje.
«Zeker Alice's gouvernante," dacht hij.
De dame zag hem met haar donkere,
lachende oogen aan, en fluisterde den
kleinen bengel, dien zij droeg, iets in
het oor. De oudste der jongens ving die
woorden op en liep Jack met uitgestrekte
handen te gemoet.
«Ik weet wie gij zijt gij zijt oom
Jack I"
Als eenig antwoord nam zijn oom hem
in de armen.
«Mijn beste, beste jongenZijn dit alle
uwe broertjes en zusjes?"
«Ja; ik ben Arthur, en dit is Johnnie,
en dat is Walter, en dat is ons zusje
Lucy en daar is het kleintje."
Jack schepte vermaak in de vrijmoe
digheid van den kleinen jonnen vervol
gens keek hij de dame aan, die het jonge
volkje onder hare hoede had.
«Zij verwachten u nog niet op de
pastorie, Mr. Barham," zeide zij glimla
chend, «uw broeder was van plan u af
te halen."
«Ik kon Londen eerder verla'en dan
ik dacht. Zal ik die kleDe jongen voor
u dragen?"
«Neen, dank u; wij gaan anemonen
in het kreupelbosch zoeken. Kom, kinde
ren, uw oom zal nog pleizier genoeg van
u hebben
Met eene bevallige buiging voor Jack,
vervolgde zij haar weg, terwijl zij haar
klein troepje bij elka&r riep, dat echter
hun nieuw gevonden bloedverwant on
gaarne scheen te verlaten.
«Wie is dat''" fluisterde Jack, toen
Arthur juist gereed stond om aan die
vriendelijke roepstem der jonge dame
gehoor te geven.
«O, dat is miss Talbot 1"
Dit antwoord liet Jack even wijs als
te voren. Hij was nu nog maar eenige
ellen v n de pastorie verwijderd. Jack
liep snel de met welriekende bloemen
als bezaaiden tuin dooi eene dame stond
voor het venster met een spoorboekje
in de hand, hij hoorde haar zeggen:
«Het wordt bijna tijd Arthur, dat ge
naar het station gaat
In het volgend oogenblik viel het boekje
op den grond, en hield Jack zijne wee-
nende moeder in de armen. Weèr te
huisl Wat waren nu tien jaren van
afwezigheid
Weêr zaten zi| gezamelijk om de thee
tafel, maar nu stond vreugde en geluk
op aller gelaat te lezen.
«Wij zijn allen veranderd doch gij
hel minste, moedertje," zeide Jack.
«Wie wel het meeste?" vroeg Arthur
met een van vreugde stralend gelaat.
Ik weet het niet gij niet, dus moet
het Alice of ik zelve zijn ik geloof
Alice. Ge zijt nog mooier dan vroeger,
schoone dame," voegde Jack er bij. ter
wijl bij haar glimlachend aanzag.
Zij was inderdaad veranderd, en was
van een meisje eene vrouw geworden:
een blond, tamelijk gezet huismoedertje;
en, zoo als Jack gezegd had, was zij
mooier dan vroeger met haar frisch ge
laat en die zachte uitdrukking.
De schemering begon reeds te vallen,
toen de kinderen van hun tocht te huis
kwamen.
«Daar komt uwe gouvernante met al
uwe schatten aan, Alice," zeide Jack,
die aan het venster slond.
«Mijne gouvernanteI Zoo iemand be
zit ik niet. Wie meent ge?"
«Ja, dat weet ik niet eene jonge
dame in blauw serge gekleed."
«Wel, Jack, dat is miss Talbot."
«Dat heeft de kleine Arthur mij ook
gezegd. Maar misschien wilt gij er wel
bijvoegen wie miss Talbot is."
«Hebben we u dan niet geschreven
dat hel groote huis eindelijk verhuurd
is? Een rijke koopman mr. Talbot
bewoont het, en dit is zijne eenige
dochter."
Toen Alice dit gezegd had, kwamen
de kinderen binnen. Jack zag miss Tal
bot door de weide terug wandelen en
weer bewonderde hij hare bevallige figuur
en hare eenvoudige kleediug.
«Hebt ge ooit gehoord dat er een
standbeeld zou opgericht worden voor
den uitvinder van het croquet-spel, miss
Talbot?" vroej Jack toen hij eens de
paitner dier jonge dame in genoemd
spel was.
«Neen. Hoe heet de man?"