NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND Officieele Publicatiën. Gemengd Nieuws. SLAR1: No. 28. Zaterdag 6 April 1895. Vier-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. Feuilleton. O AMEBSFOORTSCHE COURANT. VOOR abonnementsprijs: l'er X u,«midcn f 1.Franco per pos; door hel geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Ceni. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gezien het besluit van Heeren Gedepu teerde Staten der provincie Utrecht van den 14 December 1893, No. 7bis (Pro vinciaal blad No. 104), en een brief van den IJker, chef van dienst, d.d. 1 April 1895, No. 32. Brengen ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat de herijk der Maten en Gewichten voor de herijkperiode, 1 Januari 18941 September 1895, in een der lokalen van het voormalig School gebouw in de Koestraat alhier zal ge schieden van Woensdug, den 17 April tot en met Donderdag, den 2 Mei aan staande, uitgezonderd den Zaterdag en Zondag. dat de letter f in den gewonen schrijf vorm, bestemd is tot goedkeuringsmerk, zoowel van den ijk als van den herijk, en dat volgens het Koninklijk besluit van 9 November 1869 (Staatsblad No. 167) het «fkeuringsmerk bestaat uit een gel ij k - zijdigen driehoek, met arceeringen lood recht op eene der zijden dat de belanghebbenden verplicht zijn hunne maten en gewichten behoorlijk schoon en drooggemaakt bij den IJker tijdens zijn verblijf in deze gemeente, tot het ondergaan van den herijk te be zorgen, en dat zij die dit verzuimen of daaiin op de hiervoor aangewezen dagen verhinderd worden, de voormelde maten en gewichten aan het ijkkantoor te Utrecht ter herijking voor den 1 Sep tember 1895 moeten aanbieden, welk kantoor geopend is: van 1 April tot 19 Juli eiken Zaterdag, 's voormiddags van 9 tot 1 ure des namiddags, terwijl dat ijkkantoor na den 19 Juli geopend is eiken Vrijdag en Zaterdag, 's voormid dags van 9 lot 1 uur des namiddags. dal de millisramgewichlen uilsluitend aan de ijkkantoren geverifieerd worden en vrachtvrij kunnen worden opgezonden onder het adres «Ijkkantoor Utrecht" dat na het eindigen van den termijn voor den herijk gesteld, en alzoo vanaf den 1 September e.k., het gebruiken of voorhanden hebben van maten en gewichten, niet voorzien van de vereischte stempelmerken, volgens arti kei 29 der wet van den 7 April 1869 (Staatsblad No. 57) verboden en straf baar is dat de belanghebbenden gehouden zijn, na de terugontvangst van hunne ter her ijking aangeboden maten en gewichten zich te overtuigen, dat deze van het ver eischte goedkeuringsmerk voorzien zijn, alvorens ze weder in gebruik genomen of in winkels of op plaatsen van bedrijf voorhanden gesteld worden, blijvende de ijkplichtigen steeds daarvoor verantwoor delijk. Teneinde eene meer ordelijke uitvoe ring van den herjjk mogelijk te maken en daardoor de belanghebbenden tevens voor tijdverlies te vrijwaren, worden de ijkplichtigen uitgenoodigd zich zooveel mo gelijk te gedragen naar de volgende re geling Voor de Rijks- en Gemeente-Inrich tingen, Spoorwegmaatschappijen en ver- koopers van Maten en Gewichten Woensdag 17 April. Voor wijk A: Donderdag 18 April. Voor wijk B: Maandag 22 April. Voor wijk C: Dinsdag 23 April. Voor wijk D: Woensdag 24 April. Voor wijk EDonderdag 25 April. Voor wijk F van No. 1175: Maandag 29 April. 176—315: Dinsdag 30 April. 316572: Woensdag 1 Mei. 's Voormiddags ian 9 tot 2 uren des namiddags. Voor de Apothekers, Juweliers, Goud en Zilversmeden Donderdag 2 Mei van 912 uur. Voor de wijken G, H en 1: Vrijdag 19 April van nam. 12—2 en Vrijdag 26 April van voorm. 92 uur nam. De ingezetenen worden uitgenoodigd. bij de aanbieding tot den herijk, het wijknummer van hun huis op te geven, en nadrukkelijk aangemaand zich getrou welijk van hunne verplichtingen ten deze te kwijten, teneinde bewaard te blijven voor de onaangename gevolgen en boete, tegen de nalatigen vastgesteld. Amersfoort, den 5. April 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester F. D. SCHIMMELPENN1NCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUfe. H.H. M.M. zullen op Zaterdag 26 dezer van Amsterdam naar Vlissingen rechtstreeks de reis naar Londen aan vaarden. Het gevolg, dat H.H. M.M. in Engeland vergezelt, zal bestaan uit Jhr. v. d. Poll baronnessen van Ittersum en Rengers, Miss Winter, baron Clifford, majoor baron Sirtema van Grovestins, adjudant en le luit. graaf Schiuimelpenninck, ordonnance officier. De directeur van het Kabinet zal ook deze reis mede maken. Generaal Vetter gaat 3 April met de Prins Hendrik naar Nederland. Onder leiding van den districts inspecteur der N. A. S. M., den heer J. E. Kroes, zijn deze week van Groningen en Leeuwarden ruim 100 personen ver trokken, om de reis naar Amerika te aanvaarden, terwijl voor de eerstvolgende afvaarten zich weder velen tot vertrek daarheen gereed maken. Door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Zwolle is een adres gericht aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, om aan te dringen op verlagiDg van het telegram-tarief. In deD Haag is het telegrafisch bericht ontvangen van het overlijden van. mr. W. K Baron van Dedem, oud-minister van koloniën en bekend specialiteit in Indische zaken. Hij was op reis van Indië te Calcutta. De Oranjebond van Orde zal te Apeldoorn thans weder een proef nemen met Heide-Ontginniiig op grootere schaal. De bond heelt een perceel heidegrond aangekocht van de Worminger Mate, en zal daar 5 boerenwoningen stichten. De grond is onderzocht en goedgekeurd door een Rijks-landbouwleeraar. De boerderijen met grond zullen in erfpacht worden ge geven. De Kwartguldensereeniging heeft die aankoop mogelijk gemaakt, en nu wacht men van weldadigen de gelden voor den bouw der woningen enz. In Augu-tus a.s. zal een vergelijkend ondetzoek gehouden worden van adspi- ranten voor de betrekking van surnumerair der posterijen en telegraphie, waarvoor tien plaatsen worden opengesteld. Voor ten hoogste twee van deze tien plaatsen zullen vrouwelijke candidate!) in aanmerking kunnen komen. De adspiranten behooren zich vóór 15 Juli a.s. bij een eigenhandig geschreven adres tot den directeur-generaal der posterijen en telegraphie te wenden. Vei- zoeken na dien datum inkomende, wor den buiten aanmerking gelaten. Voor nadere bijzonderheden ook om trent de vereischten voor het examen raadplege men de St.-Ct. no. 78. Het eindverslag is verschenen be treffende de wijziging der wet van den 28en Aug. 1851, regelende de bevordering, het ontslag en het op pensioen stellen der militaire officieren bij de landmacht. Door het bestuur der Vereeniging tot bestrijding van knoeierijen in den boterhandel is een rekest verzonden aan den minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, inhoudende het verzoek dal producenten en handelaars in boter gra tis hunne boter onder doorloopende con trole mogen stellen van de rijksproef stations. De nitvaart van den aarts bisschop. Nadat Woensdagavond, zoo meldt het 17. D. het stoffelijk overschot van mgr. P. M. Snickers, aartsbisschop van Utrecht, in de Cathedrale kerk aan de Lange Nieuwstraat was geplaatst, werd Donder dagmorgen te 9 uren gelegenheid gege ven, een laatsten blik te werpen op den afgestorvene. In groote menigte stroomden de ge- loovigen er heen om afscheid te nemen van hun herder, die in een fraaie maho niehouten kist, in vol ornaat is ten toon gesteld. Treffend is het te zien hoe de schare zich verdringt, om een laatsten blik te werpen op het gelaat van den geliefden doode, zooals hij daar in vrede nederligt, de handen saamgevouwen om het crucifix. Het aartsbisschoppelijk gewaad om de schouders, den myter op het hoofd, en met gesloten oogen, geeft alles een plechtigen indruk. De baar, omgeven door brandende kaarsen, staat tusschen het priesterkoor en het altaar. Ter weerszijden zitten twee eerw. geestelijken in gebede verzonken. Het altaar, dat geheel met rouwfloers bedekt is, is omgeven door tal van kaar sen op zwart-witte kandelaars. De aartsbisschoppelijke troon, alsmede de beide kaDunniken-banken, zijn geheel in rouw gestoken. Twee banieren met rouwfloers staan aan weerszijden van het altaar. Het zangkoor en priesterkoor zijn ook in het zwart gehuld: boven dit laatste ziet men het aartsbisschoppelijk schild, waaionder de wapenspreuk van den over ledene »Laboris non honoris." Het geheel kenmerkt zich door netheid en eenvoud. Donderdagavond te 7 uren had de plechtige officie plaats. Na den plechtigen uitvaartdienst, die gisteren te 9 uren begon en tegen 11 uur afgeloopen was, verliet de begrafenisstoet de kerk. Een vroolijke geschiedenis. Uit Marseille vertelde de Parijsche Eclair. Voor eenige maanden geleden besloot de gemeenteraad van Marseille een gedenkteeken op te richten voor de in den oorlog van l87ü gevallen vrijwil ligers en mobiele gatdes van hel depar tement der Monden van de Rhóne. De groep werd besteld bij een bekenden beeldhouwer, het door dezen ontworpen model goedgekeurd en de plaats aange wezen, waar liet gedenkteeken zou ver rijzen. Spoedig zag men dan ook in de lanen van Meilhan een prachtige allego rische figuur, die het Fransche vaderland voorstelde, zijn moedige zonen in den strijd voerende. Iedereen was over het prachtige gedenkteeken verrukt. Er ont brak slechts een kleinigheid aan: de namen der helden, ter wier eere het was opgericht. De leden van den gemeenteraad vroe gen den beeldhouwer, om ze in goud in het voetstuk te graveeren. Hem werd beloofd, dat men ze zou uitvorschen. In de dokumenten der stadsarschieven werd gezocht, in de registers der verschillende gemeenten maar alle onderzoekingen Het organisme, geschokt door de vele aandoeningen van den dag, eischte zijn rechten. Weldra viel ik in een diepen slaap; doch 't was geen weldadig wer kende sluimering. Zooals men mij later zeide, was de koorts, hoewel dan ook in geringere mate, terug gekeerd. Verwarde, woeste droombeelden kwelden mij, joegen voorbij mijn geest. Was het een droom of was het werkelijkheid dat ik dien nacht eenmaal de oogen open sloeg, dat vreemde stemmen mijn oor troffen, mijn halfgesloten oog een ongewoou kaarslicht bespeurde Ginds aan de overzijde van mjjn bed, voor dal van mijn gewonden kameraad, stond een priester in koorge waad. Ik begreep, dat een stervende met den laatsten troost van zijn godsdienst voorzien werd. Eene huivering beving mij bij dezen aanblik, ik sloot mijn oog en prevelde in stilte het gebed na, dat de priester halfluid den ongelukkige voor* sprak. Daarop werd het weder stil in de kamer, weder omringde ons die gewone, vreedzame schemering, die het matte schijnsel der nachtlamp in het vertrek veroorzaakte, 's Morgens ontwakende, zag ik, dat het helaas I geen droom was ge weest, dat ik mij zelven niet misleid had. Het bed van mijn Oostenrijkschen kameraad was ledig. Men had gedurende den nacht het lijk weggehaald, om het heden of morgen wellicht met militaire eer naar zijne laatste rustplaats te brengen. Zoo was de dood dan ook als een zacht vermaner aan mijne sponde verschenen; nog immer gevoelde ik de nawerking van den dag van gisteren en van den afge loopen nacht. Eene onbeschrijflijke droef geestigheid maakte zich van mij meester, met welke zich evenwel een zalig gevoel vermengde, namelijk dat, van door de beste der moeders bemint te worden, en, wanneer het daar boven in den hemel zoo besloten mocht wezen, om niet on- beweend van deze schoone aarde te moeten scheiden Het uur van het dagelijksch bezoek van mijn vriendelijken dokter en van mijne engelachtige verpleegster was ein delijk daar. Dien morgen kwamen zij beiden tegelijk aan mijn bed, wel is waar ernstiger, maar ook minzamer dan gis teren. Op Clarisse's aangezicht las ik de bezorgdheid, dat de dood van mijn kamergenoot my meer mocht hebben aangegrepen, dan ik in mijn uiterlijk wel blijken liet. Voor haar wilde ik sterk schijnen, voor haar, wier beroep haar eiken dag, ja, elk uur met de droevigste beelden van menschelijke ellende en van den dood in aanraking bracht. Wat Clarisse, wat de wakkere dokter dien morgen tot mij gesproken hebben, hoelang zij wel aan mijn bed gebleven zijn, dit alles ligt thans als eene onzekere, maar zalige herinnering achter mij. Doch hun woorden van troost moeten krachtig op mij gewerkt hebben. Elk gevoel van angst, van verlatenheid, was thans van rnjj geweken. Ik gevoelde mij bovenmate gelukkig, liefelijke rust, blijde levensverwachting stroomden uit de oogen van het meisje in mijne ziel. Helaas, het was slechts voor enkele uren I De wonde aan mijn voet groeide dicht; steeds tevredener verliet mij de dokter. Weldra waren in de ziekenkamer een aantal lichtgewonde kameraden, Saksers, Oostenrijkers en Pruisen, om mijn bed verzameld. Met een koortsachtig ver langen, maar ook met zeer verschillende gewaarwordingen verslond men de bladen, welke ons de nieuwste berichten over brachten van het tooneel des oorlogs, dat meer en meet naar het zuiden, naar het vroolijke, levenslustige Weenen verplaatst werd. De gebeurtenissen, van welke wjj getuigen waren geweest, de gevechten en veldslagen, die wij bijgewoond hadden, werden in alle denkbare tongvallen be sproken. Mijn kameraden meenden het hunne te moeten doen, om den ledigen tijd, dien ik tot aan de volkomen genezing mijner wonde nog vóór mij had, en die zeker nog wel eenige weken kon duren, zooveel mogelijk te verkorten. Als zij vermoed hadden, hoe gering de dank was, dien ik hen uit den grond mijns harten voor hun moeitevol streven toekende, ?ij hadden den mislukten philosoof, waarvoor zij mij menigmaal uitmaakten, ongetwij feld aan zijn lot overgelaten. Toch, achter al die zware wolken van droefgeestigheid en van zorg voor de toekomst, die ik, arme kreupel geschoten jongen tegemoet ging, stond zij daar thans niet, mijne schitterende zon, die thans het gewoel der komende en gaande kameraden op verren afstand van mij hield, en thans nog slechts eenmaal in de kamer een blik wierp, die zij van een vluchtig hoofdknikje vergezeld deed gaan, om de volgende weken voor mij onzichtbaar te blijven. Mjjn dokter, een uitmuntend psycholoog, kon ongetwijfeld het verdriet op mijn gezicht lezen, dat ik ondervond door het wegblijven van Clarisse. Menige opmer king die hierop zinspeelde, klonk mij tege moet uit de geestige woorden, met welke hij mij op eene geurige havanna ont haalde, die, zooals hij zeide, Clarisse peisoonlijk voor mij uit den voorraad had gekozen, vreezende dat zij mij te vroeg mocht vergeten. Verder beloofde hij mij om mijn gedrag tegenover de zuster in het schoonste licht te stellen en haar van het gevoel van dankbaar heid van haren verplegeling te verzekeren. Ei, een vroolijke jongen zooals gij, heeft bepaald veel succes by de vrouwen gehad. Zonder dat houten heen zou er nog menige guitenstreek uitgevoerd wor den, zoudt ge nog menig tranenbeekje in schoone vrouwenoogen doen vloeien, enz. Nu, bij uwe eerste wandeling in het slotpark zult ge den arm der schoonen zieken-verpleegster zeker wel niet behoe ven te missen. De kunstvoet, dien wij te Dresden besteld hebben is reeds on derweg. Inmiddels beveel ik u ten zeerste aBn om geduldig en opgeruimd te zijn en met die twee hoedanigheden kan men op éen been even vroolijk en onbezorgd het leven doorspringen als met twee I Tot ziens, mijn waarde!" Hij had mooi praten, die voortreffelijke raadgever in de gezondheidsleer der ziel, met zijn huif verborgen glimlachje om den dichtgeknepen mond en zijn goed aardig loerende oogen.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1