Mil V WI Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND L A IB 1S S No. 32. Zaterdag 20 April 1895. Vier-eo-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG BINNENLAND. Feuilleton. VOOR abonnementsprijs: Eer 3 maanden f 1.— Franco per post door het geheele "Rijk Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. .1. SLOTHOUWER. Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend ftToote letters en vignetten naar plaatsruimte. De koninginnen in Engeland. Uit Londen wordt aan de A. R. Ct. gemeld l)e reis van jhr. H. A. Clifford, hof maarschalk der koningin, naar hier, en de door hem voor koningin Emma getroffen schikkingen zjjn met eenige geheimzin nigheid gepaard gegaan, zoodat niemand op het oogenblik eigenlijk weet wat er gebeuren zal en een ruim veld is geopend voor allerlei gissingen en (meerendeels onjuiste) geruchten. Onder deze omstandigheden blijft het nog moeielijk, inlichtingen te erlangen over eene gebeurtenis van eenig aanbe lang, die natuurlijk ten uwent veel be langstelling wekt. Desondanks ben ik er in geslaagd, eenige informatiën te be komen, welke, naar ik geloof, alleszins juist zijn. De koninginnen zullen zich niet den 27sten dezer op de Valk inschepen, maar den 20sten, en derhalve Zaterdagochtend hier (over Queenboro) aankomen. Na het reeds vermelde adres van den stedelijken raad van Queenboro te hebben ontvangen in het havenstatiou aldaar, zullen H.H. M.M. plaats nomen in den extra-trein van den Chattam-and-Dover-Spoorweg, en rechtstreeks dóórsporen naar Londen. Alhier zijn de noodige appartementen gehuurd in «Brown's Hotel", een der ouderwetsche en soliede Engelsche (zoo genaamde) private hotels te Londen, welke gaandeweg aan het verdwijnen zijn, want het woord is aan monster logementen met honderden kamers en bedienden. Maar koningin Emma wil een strikt incognito hier handhaven, en daarom is deze keuze van Biown's Hotel eene voortreffelijke. Dit vanouds bekende loge ment ligt in de onmiddelijke nabijheid van Piccadilly, met twee ingangenéén in de Doverslreet en de andere in de Allemarle-street. De eerste verdieping, welke inen nu bezig is tegen de overkomst der Konin ginnen op te knapper, en in te richten geeft uitzicht op de Albemarle-Street. De in elkaar loopende vertrekken zijn voor tien dagen besproken. Men vei wacht een gezelschap van tien personen, met tien bedienden. In dezelfde verdieping hebben beroemde menschen gelogeerd, o. a. wijlen Ismail Pasja en Don Carlos, die zich hier lang schuil hield, terwijl Spanje en de geheele Europeesche pers een klopjacht op hem hielden elders. Want Brown's hotel is een der beken de afstapkwartieren te Londen van hooge en doorluchtige personen, die gaarne een kalm bestaan voeren, far from the mad ding crowd. Hier is alles stil en voornaam. Gelijktijdig ademt er alles een echt En- gelsch, d. w. z. een onverbasterd comfoit. De Albemarle-Street, zóó genaamd naar den eersten graaf, Arnold Joost van Kep- pel, den getrouwen vriend van Willem den Derde, die dezen hierheen vergezelde in 1688, zal nu, door eene zonderlinge en tieflende speling van het lot, aan de jangste en teederste spruit van den Oranje stam tot tijdelijk»* verblijfplaats dienen. Zij behoort almede tot de meest ver maarde straten der Britsche hoofdstad. Hier vertoefde Lodewijk de Achttiende ion Frankiijk, in de dagen toen Giillon's logement nog bestond, tijdens 's konings kortstondige ballingschap. Hier hield hij receptie, met de Duchesse d'Angonlème, en werd hij door den Prins-Regent be zocht. Hier ook woonde Fox, de vermaar de irnuistei. Hier troont nog heden ten dage de overwc estelijke uilgever Murray in dat eenvoudige huis, met de beroemde portretten van Hogailh, hangende in het salon, waai alle celebriteiten dezer eeuw hunne voetstappen hebben gelaten, waar Byron en Walter Scott elkaar het eerst ontmoetten. Wat al herinneringen en histoiische lessen biedt de Albernarle- street. De Koiiiugiuuen in Limburg. Het officieel pogramma voor het bezoek van H. H. Majesteiten de Koninginnen aan Limburg luidt als volgt: Maandag, 20 Mei: 11,52. Vertrek van den extra-trein van Nijmegen naai Venlo, de extra-trein stopt ten 12,2 ure te Mook 12,55. Aankomst te Venlo, rijtoer door de stad, bezoek aan het Raadhuis: 2 3 Bijwoning der Gijmkhana races op de kleine heide bij Venlo; 3,20. Vertiek naar Maastricht; 4.25. Aan komst te Maastricht; 7. Diner in de Statenzaal van het Gouvernements Hotel, aan Hare Majesteiten aangeboden door de Slalen der provincie Limburg; 9. Fakkeloptocht, te zien van uit het Gou- ter nemen ts-Hotel. Dinsdag, 21 Mei, 9.30. Audiëntie aan inwoners van Limburg, door Mare Majesteit de Koningin-Regentes te verleenen in het Gouvei nements-Hötel11 ,b0. Bezoek aan de 20e buitengewone en internationale tentoonstelling van de «Vereeniging ter bevord, van tuin- en landbouw" in het Hertogdom Limburg, in de zaal der Au gustijnen; 12 45 Déjeuner in het Gouver- nements-Hótel2. Bezoek aan hc*t Raad huis 2 30 Rijtoer naar Slavante en bezoek aan den St.-Pietersberg 6.30 Diner in het Gouvernementsgebouw; 9. Rijtoer door de geïllumineerde stad. Woensdag, 22 Mei; 9 45. Bezoek van H. M. de Koningin-Regentes aan het Bur ger-Hospitaal «Gesticht Calvaiienberg" 10.30. Bezoek van Hare Majesteiten aan de Luthersche kerk, de St. Servatius- kerk, met de zaal van keizer Karei den Groote en de Onze Lieve Vrouwekerk; 12.45. Déjeuner in het Gouvernements- Hotel2.30. Bijwoning van het groot Concours-Hippique 6.30. Diner in het Raadhuis, aan H.H. M.M. aangeboden door den gemeenteraad van Maastricht; het gevolg buiten het gouvernements gebouw gelogeerd, begeeft zich recht streeks naar het Raadhuis 9. Raout in het gouvei n.-gebouw. Donderdag, 23 Mei, 1011. Hare Majesteiten wonen de godsdienstoefening bij iu de St. Janskerk 1112. Bezoek aan het gereform. en aan liet R.-K. weesh.; 12.30. dejeuner in hetgouvern.- Hotel; 1.45. Rijtoer naar Valkenburgen bezoek aan de Ruïne4. Terugkeer naar Maastricht; 6.30. Klein diner in het Gou vernementsgebouw. Vrijdag. 24 Mei. 10.30. Vertrek van den extra-trein naar Aken, de extra-trein stopt ten 11.1 uur te Simpelveld; 11.24. Aankomst te Aken. Het Louibok-krnis. Het reeds korleljjk vermelde Kon. Be sluit tot instelling van een Lombok-kruis, luidt als volgt: Artikel 1. Ter uitreiking aan allen, zonder onderscheid van rang of graad, die tusschen 26 Juni en 24 December 1894 deel hebben uitgemaakt van de naar Lombok gezonden expeditionaire troepen of zeemacht, of die bij de expedilie in eenig burgerlijk ambt of bediening plaat selijk zijn werkzaam geweest, wordt een afzonderlijk kruis ingesteld. Artikel 2. Het voormelde kruis wordt vervaardigd uit het op Lombok gedurende die expeditie veroverde bronzen geschut. Het is vierarmig, de armen aan de beide hoeken gepareld, samengevoegd door een medaljon. Het draagt aan de voorzijde: op het medaljon de beeldtenis van de Koningin en op de ar men de woorden «Lombok" «Mataiam" «Tjakra Negara" >1894"; aan de keerzijde: op bet medaljon: het rijkswapen, omgeven dooi een lauwer krans, en op de armen de woorden «Hulde aan" «Leger" »en" «Vloot". Het wordt op de linkerborst gedragen aan een lint ter breedte van 3.8 centi meter, bestaande uit vijf oranje, afge wisseld door vier Nassausch-blauwe ver ticale strepen, alle van gelijke breedte. Het lint wordt niet zonder het kruis gedragen. Het kruis wordt slechts eenmaal uit gereikt. Art. 3. De toekenning geschiedt bij brevet, volgens hieraan gehecht model. Art. 4. Op het verbeuren van het kruis is van toepassing de egeling, vast gesteld bij Koninklijk besluit van 22 Aug. 1877, No. 9 Staatsblad No. 172.) Art. 5. De kosten uit dit besluit voort vloeiende komen ten laste van: a. De begrooting van uitgaven voor Nederlandsch-Indië voor zooveel betiefl hen, die van de expeditie deel hebben uitgemaakt en niet tot de zeemacht be- hooren b. Hoofdstuk VI der Nederlandsche Staatsbegrooting (Departement van Ma rine) voor zooveel de zeemacht belieft. Een wetsontwerp tol regeling van het kiesrecht, is ter indiening aan den Raad van State, gereed en moet thans in handen der Regentes zijn. Naar het Haagsche Dagblad ver neemt, is het ontwei p kieswet door de Koningin-Regentes aan den minister van binnenlandsche zaken toegezonden met machtiging, om het bij den Raad van State aanhangig te maken. Woesdagmindag woedde een boseh- brand op «Engeland" onder Hilversum en ook terzijde van den Soestdijkerstraat- weg tusschen Hilversum en Baam. Een onweersbui in den avond kwam dan al bijzonder van pas. Het Staphorsier boertje. Gisteren werd voor het kantongerecht te Steenwijk behandeld de zaak van den landbouwer Stegeman, het zoogenaamde Staphorster boertje, beklaagd van het uitoefenen van het bedrijf van geneeskun dige en het verschaffen van artsenijen, zonder voor het een of het ander de be voegdheid te bezitten. Uit het verhoor der beide opgeroepen getuigen bleek, dat van heinde en verre de patiënten ter plaatse komen, waar «het boertje" zijn zitdagen houdt. Ook de getuigen hadden raad van hem ont vangen, vrijwillig iets gegeven en eenige dagen later zalf en kruiderijen ontvangen. Van wien? Dat scheen in het duister te liggen. Stegeman ontkende die menschen behandeld te hebben en scheen over deze zaak een slecht geheugen te bezitter,hij had weinig te zeggen. De ambteuaar van het O. M. achtte de feiten bewezen en deed den eisch van f 100 boete, sub. 30 dagen gevangenisstraf. Een kiiider-relerendum. Aan de Arnh. Ct. wordt geschreven «Voor korten tijd werd op een openbare school in een kleine gemeente van Gel derland het referendum rnet goed gevolg toegepast. Een onderwijzer der school in een andere gemeente benoemd zijnde, wist niet of hij de benoeming al of niet zou aannemen. De kinderen droegen kennis van zjjn benoeming elders, zoo dat de onderwijzer eenvoudig op een bord de woorden schreef: «gaan of blij ven", welke vraag de kinderen op het bord moesten beantwoorden. Zeer eigen aardig waren de antwoorden der kinde ren, waarvan sommigen schreven: toej, marschvort (voort), gaan enz. De on derwijzer zag in, dat de meerderheid der jeugd vóór zijn vertrek had gestemd en diende dan ook eenige dagen later zijn onlslag in waar het behoorde." Het referendum zal wel op 1 April ge houden zijn. Precies een jaar geleden bloeiden de seringen. Kom daar nu eens om! De knopjes vertoonen zich nauwelijks. 8) Wat ik nu in een vertrouwelijk gesprek met mijn dierbaar vriendenpaar tot aan de terugkomst van Otto's moeder en haar geleider vernam, kwam op het vol gende neer. Nadat het veldhospitaal opgebroken en KlarauitBohemen was teruggekeerd leefde zij gelukkig en stil in RijnPruissenten huize van haren vaderlijken vriend en beschermer, die inmiddels den dienst ver laten had. Nog waren de redenen aan wezig, die de vorstin eenmaal genoopt hadden, haar dierbaar kind in veiligheid te brengen voor de vervolgingen en ge varen, welken het bedreigden. Eene poging om het jonge kind te ontvoeren werd door een gelukkig toeval verijdeld, doch vervulde niettemin het moederhart met angst en schrik. Een andermaal werden de paarden schuw, zooals later ontdekt werd, door de schuld van den vermoedelijk omgekochten koetsier, het rijtuig werd verbrijzeld en, als door een wonder gered, werd de kleine er nog levend onderuit gehaald. De schuldige koetsier liet zich niet meer zien. Een derde maal, toen de vorstin met de kleine en hare gouvernante buiten zat thee te drinken snorde een steen, ter grootte van een vuist en door eene onbekende hand geworpen, rakelings langs het gouden krullenkopje van het kind en vernielde het servies. Op zekeren dag viel Klara uit het bootje in den vijver van het slot, de on voorzichtige bonne werd ontslagen. Zulke voorvallen, aan welke het toeval even goed als een boos opzet schuld kon hebben, in verband gebracht met den geheimzin- nigen dood van haar tweeden gemaal, bewogen de vorstin, orn hasr afgod, haar Klaartje, zoolang haar mari nog leefde, dien zij van deze wraakoefeningen verdacht hield, aan het oog der wereld te onttrek ken en bij goede vrienden in veiligheid te brengen. De zuster van haar lijfarts, van den lateren voogd van Klara, nam het kind bij zich in en werd na den dood der vorstin hare tweede moeder. De dokter moest den vorstin op haar sterfbed beloven, om het kind tot na den dood van haar eersten gemaal, door wiens wraakzucht en verraderlijke aan slagen, zij deze aanvallige spruit van haar tweede, kortstondig huwelijksgeluk bedieigd zag, onder een vreemden naam verborgen te houden. In zijn handen, als in die van den uiterste wilsbeschik king aangestelden voogd, legde de vorstin alle bewijsstukken, welke Klara als hare dochter deden erkennen alsmede de aan wijzing op de rente van eer. bij een Frankforter bankiershuis gedeponeerd ver mogen. Dit tweede morganatisch huwe lijk der prinses was bij het heitogelijk hof niet aangenaam opgenomen, en onmin met haar broeder hier het gevolg van geweest, die eerst met het ongelukkige uiteinde van haar gemaal een vriendelijker karakter had aangeromen. Het kind echter had men na den dood der vorstin aan het lot overgelaten, dat deze voor het meest gepast had geacht. Zoodoende was Klara in den loop der jaren bij de zorgvuldigste opvoeding tot eene jonkvrouw opgegroeid. Onverwachts stierf de zuster van den arts. De wak kere man wist er zich niet anders uit te redden dan door Klara het was kort voor het uitbreken van den Duit- schen oorlog overeenkomstig hare neiging en de belofte der stervende vor stin gedaan, naar een diakonessenhuis te zenden. Hare in het oog loopeude schoon- heid, ik moest het erkennen, had gevaren voor haar bereid gehouden, waar ook immer de vei laten wees verschijnen mocht. In de nal ilenschap barer moeder had Klara slechts een dagboek gevonden, dat het meisje in algemeene trekken met het levenslot der vorstelijke vrouw bekend maakte en waarin ook van mijne ouders, vulde Otto aan, op menige bladzijde vermelding werd gemaakt; er bevond zich ook een menigte uitmuntende aquarellen uit Italië onder en eindelijk diens eigen portret. Toen men mij op het slagveld van Königgratz gevonden en naar het veldhospitaal te H. vervoerd had, toen waren mijn naam en mijn gelaatstrekken Klaartje niet geheel en al vreemd meer. Of ik de onbeschrijflijk liefderijke en opofferende verpleging al leen te danken heb aan mijn toestand, aan het vrome aandenken aan de over ledene vorstin of Een bestraffende blik van Klara en hare kleine hand sloten onmiddellijk de misdadige mond mijns vriends. Nu, het schijnt, dat Klara den zwaargewonden, bevalligen officier van het eerste oogen blik af beminde, haar mentor de ver- eeniging der jonge harten billijkte, maar niettemin, getrouw aan zijne belofte, de vervulling van haar innigsten wensch aan den tijd overliet. De gezondheid van den vorst, was, zoo als inen zeide, reeds lang door zijn hevige hartstochten onder mijnd, zoodat liet te voorzien was, hij het niet lang meer zou maken. tiet smachtend verlangen van het beminnende meisjeshalt stelde zich echter met die vertroosting op de toekomst niet zoo volkomen tevreden. Klara rustte niet voordat zij haar vaderlijken vriend had overgehaald, oin eene reis naar Thurin- gen te inaken, waar beiden Otto's moeder een bezoek brachten en ook Klara weldra geheel en al het hart dezer vrouw voor zich had ingenomen. Otto zelf vergiste zich dien morgen niet, toen hij gemeend had de gestalte van het beminde meisje en van den dokter in het slotpark gezien te hebben. Zij waren het inderdaad ge weest. De inlichtingen, die de dokter in het dorp omtrent Otto genomen had, waren zoo verblijdend geweest, dat hij volkomen gerust kon wezen voor de toekomst, die zij, welke aan zijne be scherming was toevertrouwd, aan de zijde van dezen man tegemoet ging. Inmiddels brak de Fransch-Duitsche oorlog uit. Klara's beschermer moest mede uittrek ken; waar kon het meisje nu veiliger zijn dan in het kleed eener diakonesse en onder de oogen van den man, die ever haar waakte uls een vader en wien thans geen macht ter wereld meer te huis hield, nu het vaderland, de mensch- heid zijn diensten noodig kon hebben. 'l Was na den slag bij Sedan. Het Duitscbe leger rukte op ter insluiting

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1