NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
WERELD-TENTOONSTELLING
HöTEL- ei REISWEZEN.
BANJAERT.
No. 69.
Woensdag 28 Augustus 1895.
Vier-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Onderwijzers en Ouders.
F euilleton.
AMERSFOORTSCRE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per S maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzondert ij ke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukkeu en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. .T. SLOTHOUWER. Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Onder het opschrift «Een schrede
voorwaarts" schreef voor eenigen tijd
de heer W. S. van Leeuwen een
stukje in »De Wekker", dat in hooge
mate onzen aandacht verdient, om
dat het ons bekend maakt met een
inderdaad belangrijke schrede voor
waarts in de goede richting. Of die
schrede terecht belangrijk en goed
genoemd wordt, zal de lezer ons aan
het slot wel toestemmen.
De heer van Leeuwen deelde mede,
dat op een der scholen te Amster
dam op geregelde tijden schoolver
gaderingen gehouden worden. Dit
;nu is, meenen wij, niet zeldzaam
meermaar wel is nieuw het daar
genomen besluit, om een samenkomst
te houden met de ouders der leer
lingen. De eerste bijeenkomst, waar
toe de ouders schriftelijk waren uit-
genoodigd is zeer goed geslaagd. De
heer van L. gaf er ongeveer het
volgende verslag van. Het hoofd
der school presideerde en deelde o.a.
mede, dat het doel van het samen
zijn was: meer verband te brengen
tusschen ouders en onderwijzers en
ditmaal te spreken over schoolwan-
delingen, om te laten zien hoe onder
wijs gegeven wordt en om het nut
der schoolwandelingen te betoogen.
Een der onderwijzers leidde het on
derwerp in en wist zijn gehoor lan
gen tijd te boeien. Wij weten al
dus was zijn gedachtengang hoe
bedompt vele woningen zijn en hoe
weinig de kinderen van de schoone
natuur genieten; wandeltochten nu
op verschillende tijdstippen kweeken
liefde voor de natuur. Liefde voor
de natuur wordt grooter, het genot
van hare schoonheid en heerlijkheid
wordt met meerder waardeering ge
smaakt, wanneer bij het kind de
kennis der natuur rijker wordt. Groot
zijn de voordeelen, die zoowel leer
lingen als onderwijzers genieten op
dergelijke wandeltochten. De om
gang met de kinderen wordt ver
trouwelijker, de onderwijzer leert ze
beter kennen, hetgeen hem bij het
nog volgende onderwijs van pas
komt, en de kinderen zijn den on
derwijzer dankbaar, die hunne jeugd
tot eene zonnige jeugd maakte, en
waarlijk niet die kwelgeest voor hen
bleek te zijn zooals sommigen zich
den meester hadden voorgesteld. Im
mers zij beseffen dan beter, dat
meester ernstig het goede met hen
voorheeft.
Met een dertigtal leerlingen werd
ten slotte eene repetitie gehouden,
teneinde de ouders de vruchten van
het genoten onderwijs te doen zien.
De ouders waren ook hierbij aan
dachtige en belangstellende toehoor
ders; en aan het einde betuigden
enkele hunner hun dank voor deze
bijeenkomst; blijkbaar gevoelden zij,
misschien dien avond nog meer dan
te voren, welke groote verplichtingen
de ouders hebben aan den onderwij
zer hunner kinderen.
Met ons zal wel ieder lezer der
gelijke vergaderingen voor hoogst
nuttig houden, omdat er meer ver
band gebracht wordt tusschen ouders
en onderwijzers. Dit toch is zeer ge-
wenscht. Zijn de ouders in de eerste
plaats de opvoeders van het kind,
een lang niet onbelangrijk deel der
opvoeding komt voor rekening van
den onderwijzer. Deze lieeft toch
minstens zes jaren het kind onder
zijne leiding, en dus is zijn invloed
op dat kind zeer groot. Heeft hij
naar zijn vermogen de ontwikkeling
van liet kind in goede richting ge
leid, dan mag hij terecht aanspraak
maken op de waardeering der ouders.
Ja in niet weinig gevallen heeft de
onderwijzer het leeuwenaandeel ge
had in de opvoeding van een kind.
De noodzakelijkheid van samen
werking tusschen de opvoeders moet
eenieder inzien. Goed opvoeden is
zoo uiterst moeilijk, ieder kind heeft
zijn eigenaardig karakter en aanleg
en daarom wordt bijna voor elks
opvoeding een bijzondere methode
vereischt. Volgen nu ouders en on
derwijzers ieder een andere methode,
dan kan het gevolg zijn, dat er van
de opvoeding weinig of niets terecht
komtdaarentegen is van samenwer
king met meer reden een gunstig
resultaat te verwachten. Ten einde
naar behooren te kunnen opvoeden,
moet men het leven van het kind
bestudeeren, moet men het kind
trachten te kennen zooals het is.
Die noodzakelijke kennis van het kind,
die verworven wordt door het zorg
vuldig gade te slaan in huisgezin en
school, kunnen ouders en onderwijzers
bij elkander aanvullen, waardoor een
meer volledige kennis verkregen wordt,
een eerste voorwaarde tot een zoo
goed mogelijke opvoeding. Samen
werking is dan zeer gewenscht en
ook zeer goed mogelijk bijeenkom
sten als de bovenvermelde zijn uit
muntend om liet meerdere verband
aan te brengen.
Wij meenen hier inderdaad te doen
te hebben met een zeer goede
«schrede voorwaarts", en daarom
wenschen wij, dat men overal, ook
hier in Amersfoort, besluiten mocht
tot het doen van die schrede voor
waarts. Is men eenmaal dien weg
ingeslagen dan kunnen wellicht meer
dere goede schreden volgen.
Dan zullen wij ook minder klach
ten vernemen, die nu aan de orde
van den dag zijn, over de baldadig
heid der jeugd. Werken ouders en
onderwijzers elkander meer in de
hand, dan is er kans, dat de jeugd
zich buiten school en huisgezin min
der baldadig gedraagt; tenminste die
verbetering is te wachten van een
door samenwerking grooter worden
den invloed op het kind, waardoor
het sterker in de goede richting wordt
gedreven.
Men peinst op allerlei middelen, om
met goed gevolg de toenemende bal
dadigheid der straatjeugd tegen te
gaan. Zoo zal bv. 7 Sept. a. s. op
de vergadering der vereeniging van
burgemeesters en secretarissen in Zuid-
Holland de volgende stelling worden
besproken: «Het is zeer dringend
noodzakelijk, dat maatregelen worden
genomen tegen de baldadigheid der
jeugd, door lo. aan de agenten van
politie een wapen in de hand te ge
ven op den openbaren weg'2e. den
hoofden van politie de macht te ver-
leenen tot het opleggen van arrest,
en 3e door tuchtiging in buitenge
wone gevallen of bij ver gaand reci-
divisme." Zonder het wenschelijke
van dergelijke maatregelen, die toch
altijd noodig zullen blijven voor som
mige kinderen en wier spoedige invoe
ring wij daarom gewenscht achten,
te willen en te kunnen betwisten,
moeten wij toch allereerst bedenken,
dat het beste remedie tegen alle
kwalen dus ook tegen de hier be
doelde is: het voorkomen van liet
kwaad. Nu jter voorkoming van de
baldadigheid der jeugd is heil te ver
wachten van een naar de boven be
schreven wijze verbeterde opvoeding.
VAN
VII.
Ik behoor niet tol degenen die in
stomme bewondering neerzinken voor de
mannen die Amsterdam een Wereld-Ten
toonstelling hebben bezorgd. Integendeel.
Ik wil gaarne gelooven, dat de Heeren
die hun schouders onder deze onder
neming hebben gezet biave, deugdzame
menschen zijn, bezield met de beste be
doelingen en die droomen van de glorie
van ons land in het algemeen eD van Am
sterdam In bet bijzonder. Maar hun
schouders zijn te zwak geweest, of zij
hebben de rnoeielijkbeden, aan zulk eene
onderneming vei bonden, te licht geacht.
Dat bemerkt men eerst ter dege als
men bet hoofdgebouw binnentreedt! Op
het tenein, daarbuiten, is het amusant,
vloeit het bier bij stroomen en overstel
pen u de vermakelijkheden. Op Oud-
Holland is het alleraardigst: mooie ge
veltjes, antieke poortjes en lekkere gel-
dersche ham.
Daar komt een Amsterdammer werkelijk
in eene stemming waarin hij moet hossen,
waarin onwillekeurig de beenen zenuw
achtig beginnen te trekken en men al zijn
wilskracht noodig heeft om te beletten
dat zijne voeten niet in walspas over de
kiezelsteentjes knarsen.
liet is zoo jolig, zoo vroolijk het
aantal bierhuizen is er zoo legio, dat men
er zich inderdaad over moet verwonderen,
dat wij nuchter en koud en in denzelf
den toestand weèr door het tourniquet
het terrein verlaten.
Het is een uitstekend geslaagde ker-
messe d'été.
Het eigenlijke Tentoonstellingsgebouw
baart evenwel niet veel meer dan teleur
stelling. 'i Is hoogstens eene verzameling
van fraaie winkel-uitstallingen behoudens
natuurlijk enkele gunstige uitzonderingen.
Terwijl ik dit schrijf is hel nu juist
een jaai geleden, dat in Amsterdam ook
een Internationale Tentoonstelling werd
gehouden de Bakkerij Tentoonstelling.
Het gebied waai op de inzenders zich
daar moesten bewegen was uit den aaid
der zaak uiterst beperkt. Maar locli
moet worden erkend dat, als geheel, als
overzicht der Bakkeijj en haren ganschen
omvang, de Tentoonsielling van 1894 on
eindig beter was ingericht, oneindig meer
aan het voorgestelde doel beantwoordde
en oneindig veel ernstiger was opgevat
dan de Wereld-Tentoonstelling van 1895
op de uitgestrekte terreinen achter het
Rijksmuseum.
Dit jis knutselwerk om geen erger
woord te gebruiken.
Edoch het hoofdgebouw staat er;
er zijn exposanten, die er haar artikelen
hebben geplaatst en al hebben zij ook
het geheele gebouw niet kunnen vullen
men zegt dat in een gedeelte er van
zelfs een wandelwedstrijd zal worden ge
houden II zij hebben toch hun best
gedaan, en hun schuld is het niet dat in
Pays divers op vele punten een blind
paard met poolen als heimachines geen
schade kan aanrichten. Gelukkig heeft
de firina Vos Ie Grand sedert eenige
dagen een gedeelte der ledige ruimte
gevuld met eene menigte tapijten en is
OORSPRONKELIJKE NOVELLE
DOOR
A. J. C. KREMER,
17)
De freule beet zich op de lippen. Ze
'was bepaald jaloersch van de veel jongere
en thans vee! gelukkiger Juffrouw Vlier,
die in dit gezelschap niet zoude zijn
opgenomen, wanneer de notaris niet zoo
veel geld aan hem verdiende. By jalousie
voegde zich bij de freule, en dat misschien
oor het eerst in haar leven, trotsch op
are geboorte. Daarom overschatte zy
e portée van 's jonkers gezegde en diens
hoffelijkheid tevens boven mate. Bepaald
'as Marie niet in haren normalen toe
and.
«En dat moet nu de eenvoudige man
irbeelden, die zyne zuster mij vertoonen
oude. Veeleer i6 hij een premier amoureux
tn het theatre I"
Daar doemde voor haren geest by deze
voorden de geschiedenis van den vonde-
ig op.
«En dit zoude de bescheiden, onbaat
zuchtige man zijn, de brave man waarvan
ze me zulk eene roerende novelle opdischte
Geloove dat wie kan neen mij ten
minste zal hij niet tot zijne dupe maken,
al gelooft zijne zuster zijne woorden mis
schien als een evangelie I"
Men was de eetzaal ingetreden en de
gasten namen hunne zitplaatsen in; die
van den jonker was tusschen freule Marie
aan zijne rechter en de oudste juffrouw
Vlier aan zijne linkerzijde.
In deze plaatsing kon men niets opmer
kelijks vinden, omdat zij de beste vrien
din was van 's jonkers zuster; de baron
zat naast de oudste juffrouw Vlier en
freule Marie had aan haren rechterkant
den heer des huizes.
De jonker boog, toen hij plaats nam,
beleefd tegen Marie. «Het doet mij leed,"
zoo poogde hij thans met haar een ge
sprek te beginnen, »dat wij dezen avond
verstoken geweest zijn van het genot uw
talent als pianiste beter te kunnen ge
nieten. Jk hoor er met allen lof door
iedereen van spreken/' voegde hy er
openhartig bij, »maar gij hebt u door
uw accompagneeren recht verdienstelijk
gemaakt, en dat moet u eene groote
satisfactie zijn."
De jonker dacht in zijne onnoozelheid,
dat zulk een satisfactie bij alle lieden
wel op koude wegen tegen het genot
van in het publiek bewonderd te worden.
Hij, die niets ter wille der publieke opinie
gewoon was na te laten wat hij goed
achtte, bekreunde zich ook volstrekt niet
om den lof van het publiek; de kunst
om met iets te kwakzalveren was hem
geheel en al vreemd.
»Denkt u dat?" vroeg de freule koel.
De jonker wist Diet wat hij daarop
zou antwoorden. Kon daar iemand aan
twijfelen, en kon freule Marie, van welke
zijne zuster hem zooveel goeds verteld
had, zulk eene vraag doen?
»Wel zeker denk ik dat," verklaarde
Banjaert, «want wat ter wereld kan meer
genoegen schenken dan dat men bezit
aanwendt tot voordeel eD genoegen van
anderen? Mij dunkt, daarom is het be
nijdenswaard zulk een heerlijk talent te
bezitten. Ik ben zeker dat de dames
Vlier juist zoo goed gezongen hebben
omdat gy geaccompagneerd hebt."
*01 wat dat aangaat, dat is best moge
lijk," zeide freule van Grambosch op een
toon, die niet vrij was van bitterheid
en scherpte.
»Ik durfde me niet opdringen." Zoo
mengde zich nu von Benckendorff in het
gesprek. »Toen freule Grambosch ver
zocht werd te accompagneeren, u
weet
>0, mynheer, gij zyt al te bescheiden 1
Voor zulke groote talenten als u, past
het niet accompagnement te spelen, al
is het dan ook voor twee zulke voortref
felijke chanteuses."
De toon van freule Marie was zoo
ironisch, dat de gefriseerde Apollo zich
weder van zijnen olympus onder het ge
wone menschdom geplaatst voelde. Hy
had het voornemen gehad Marie iets aan
genaams te zeggen, maar voor hij zijne
fraze had kuDnen eindigen, was hij al
geslagen.
«Een andermaal hoperi we gelukkiger
te zullen zijn, niet waar juffrouw Vlier,"
zeide de jonker," beproevende alles weder
in orde te brengen.
«Ach, gelukkiger zal wel niet de juiste
uitdrukking zyn," verklaarde de freule.
De notaris had op heete kolen gezeten.
«Mijn hemel," zuchtte hij bij zich zeiven,
«wat schort Marie toch, ze heeft van
avond een humeur als een draak. Ik
had liever, dat zij hem eerst wat aan
het lijntje hield, dan dat ze hem zoo
dadelijk afstoot."
«Lieve Marie, beste meid," zoo begon
hy zyne conciliante politiek. «Het spijt
me, dat ik u den geheelen avond nog
niet gesproken heb, en nu hebt ge het
zoo druk links, dat ge van uwen buur
man rechts niets schijnt te willen weten."
«Ach, lieve hemel," klonk het antwoord
der freule, «begint gij nu ook al met mij
in beslag te nemen? Maar u zal ik niet
accompagneeren. De dames Vlier dat
ging nog, maar gij zingt bepaald te slecht,
daar is eens een term waarbij de zelf
opoffering een einde heeft."
«Hebt gij my ooit hooren zingen,
freule?" vroeg de notaris verwonderd.
«Neen dat niet, maar mij duDkt dat
is bewijs genoeg, dat gij niet goed zingt."
«Maar iedereen kan ook zoo'u lieve
stem niet hebben als freule Marie, vooral
als zij in een goed humeur is, zich geen
muizenissen in het hoofd haalt, en het
geluk van haar leven niet ter wille van
een of andere beuzeling op het spel zet."
De notaris fluisterde haar deze woor
den zoo zacht toe, dat niemand dan Marie
hem hoorde, daar de jonker zich op dat
oogenblik met de dame aan zijne linker
zijde bezig hield en mevrouw van Veen-
wijk, die het raadzaam oordeelde dat
haar echtvriend een paar vertrouwelyke
woorden tot hare vriendin koD spreken,
de aandacht aan den anderen kant der
tafel door iets zoo heel iets interessants
en geestigs boeide, dat allen hun best
deden daarvan niets te verliezen.
Freule van Grambosch bleef een oogen
blik in zich zelve teruggetrokken zitten.
Niets verried wat op dat oogenblik in
haar hart omging.