BUITENLAND. BINNENLAND. In verband met de verregaande straatschenderij, die in ons land dagelijks gepleegd wordt, maakt nir. H. Louis Israels, te Parijs gevestigd, de volgende opmerking. Straatschenderij wordt op straal ge pleegd. Opbooping van kinderen op straat is de beste hoogeschool voor deze balda digheid. Welnu, Parijs veroorlooft die ophooping niet. In de hooge klassen der bevolking ik spreek ook van deze, want de Hollandsche baldadigheid behoo- ren volstrekt niet uitsluitend tot de lage re volksklasse, gaat een jongen tot 15 k 16 jaar en een meisje tot haar huweljjk, nooit zonder geleide op straat. Dat is strijdig met den goeden toon. In de lagere klassen der Parijsche bevolking zullen de kinderen evenmin op straat spelen, want het drukke rijtuigverkeer in alle wijken der stad maakt zulk spel levensgevaarlijk, en ook houden de moe ders er niet van. Verder luidt het: Laat men de kinderen spelen in de open lucht, dan geschiedt dit in een der vele parken, ware kinderbewaarplaatsen. Maar dan zijn zij niet alleen onder het toezicht hunner geleiders, maar ook on der dat der plantsoenwachters, meestal bejaaide mannen, die vaderlijk vermanen, maar geen straatschenderij dulden en ge noegzaam in aantal zijn, om de bepei kte, omrasterde ruimte voortdurend te kunnen overzien. De ophooping van kinderen, die men in Nederland kent vóór de scholen een kwartier vóór en een kwartier na den schooltijd, wordt hier niet gevonden. Dit zou het straatverkeer te veel stremmen. De leerlingen worden dadelyk toegelaten tot de binnenplaats der school, die, meestal gedeeltelijk overdekt, tot speel plaats is ingericht. En bij het uitgaan der school gaat elk der onderwijzers met een groepje kinderen in de verschillende richtingen, waarin zij thuis behooren en vergezelt hen, bij elke zijstiaat eeri paar verliezend, die dezen weg op moeten, tenminste tot 10 minuten afstand van de school. Dit voorschrift, dat alleen gegeven is in het belang der veiligheid van de kinderen, wier ouders geen dienstboden betalen kunnen om hen van de school te halen, werkt tegelijk uitstekend tegen die extra-les in baldadigheid, welke de leerlingen anders elkaar gaarne geven. Een 1'nrkscli Volkslied. Van de feesten van Kiel dateert de volgende aardige anecdote: Te Rensburg moest de muziek aldaar al de voorbijgaande schepen begroeten ieder met het volkslied der natie, waar toe het behoorde. Dat ging heel goed, tot de beurt kwam aan het Turksche oorlogschip. De directeur wist geen Turksch volkslied, niemand van zjjn kapel kende het. Toen zag de eerstgenoemde de halve maan in de vlag en er kwam een verheven gedachte bij hem op, hij gaf zijn bevelen en nu klonk het door de lucht: «O schoone maan, hoe heerlijk praalt Gij aan den blauwen bemel," enz. Uoe in en in 1700 naar Spa reisde Dat vertelt u een «Reysboek uit die dagen. Stel u voor een lijder te Amsteidam, die door zijn dokter naar de badplaats te Spa gezonden word destijds zeer ge zocht om de genezende kracht van haar wateren en die de volgende reis moest maken. Des morgens vertrekt hij van Amster dam met de schuit naar Utiecht, waar hij overnacht, om den volgenden dag met de jaagschuit naar Rotteidam te varen. Daar ligt het schip, dat hem stroomop zal brengen, te wachten op gunstige wind. Hij kan dus, als het hem niet meeloopt, gedwongen zijn eenige dagen in »T Schild van Frankrijk" of in »'t Ordinarus van de weduwe Otten", die door hel «Reijs- boek" als de beste logementen worden opgegeven, zijn intrek te nemen. Zij ontving deze huldeblijken aan hare talenten met de beste gratie der wereld, maar vooral scheen zij ingenomen met het kleine compliment dat de jonker haar maakte, terwijl zij van den heer Kiezelbeek niet veel notitie nam. Een oogenblik later was zij bezig met een der kleine kinderen, die stilletjes naar haar was geslopen niettegenstaande de moeder het verboden had, «omdat ze bang was dat het kleine goed het mooie kleed van Johanna zou bederven, 'tgeen waarlijk zonde zijn zoude." Johanna scheen echter minder vrees voor zulk een ramp te koesleren; zij nam de kleine telg der bezorgde moeder op haren schoot en scheen een oogenblik later geheel verdiept in een recht kinderlijk gesprek met den kleine, die weldra beide armpjes om den hals sloeg en haar hartelijk kuste. En nu gelieve de aandachtige lezer en beminnelijke lezeres want voor lezeressen schrijf ik niet minder dan voor lezers geen te strenge gevolgtrekking te maken uit de verklaring, dat zoowel de jonker als de heer Kiezelbeek, gaarne een oogenblikje in de plaats van de kleine dreumes zouden geweest zijn, want zulke frissche wangen en lippen als die van juflrouw Wilgenboom door een ander te zien zoenen, al is het dan ook door Eindelijk gaat hjj aan boord, na zich eerst ruim van levensmiddelen voorzien te hebben, want het is, natuurlijk, ge beurlijk, dat er windstilte komt, of dat het schip bij lagen waterstand vastraakt op een zandplaat. Loopt het nu mee, dan is hij binnen vyf of zes dagen te 's-Hertogenbosch, met aangename herinneringen aari het gast vrije Geldermalsen, de beste pleisterplaats op zijn tocht, waar men «goede vis uit de Linge en goede drank bekomt". Maar nu komen de moeielijkheden eerst. Want van Den Bosch «besteedt men zich op de karre naar Maastricht voor anderhalf ofte twee rijksdaalders". Hot send over hobbelige wegen, rijdt men den eersten dag door tot Eindhoven, «alzoo in de dorpen niet wel te eten of te overnachten is." In Einhoven wordt men goed getracteerd in de herberg »De star" of in »Het Wapen van Keulen", waar men altijd vleesch vindt." Wanneer de arme reiziger zich dan met het ileesch uit «De Star" of »Het Wapen van Keulen" wat heeft versterkt, wanneer de pijn en de stramheid in zijn ledematen het hem niet beletten, kan hij op dezelfde xkaire" tot Maastricht geraken en, Da daar overnacht te hebben, den daarop volgenden morgen iu de «bargie" stappen, die op Luik vaart, waar hij »goed getracteerd woidt in 't Ton- nelet". »Van Luik naar Spaa is 't een kleine reize. Men neemt wat spijs mee, den drank vindt men onderweg; te Spau ge komen, huurt men een kamer van twee schakingen daags, item een bed eD lakens. Die wat sachter wil leggen, neemt een slaapkussen met graauw laken overkleet, 't welk ook voor silkusaen verstrekt, item een matras mede. Men bedingt verders gedookt te worden, dog men gaat meest in een kookhuis eten, die daar veel zijn." Tegenwoordig bereikt men Spa iD on geveer 6 uren De Sedandag wordt door geheel Duitschiand met buitengewone feeste lijkheden gevierd. Het geldt niet de jaarlijksche herdenking der overwin ning bij Sedan, maar men herdenkt het vijf-en-twintig-jarig jubileum der overwinningen, door de Duitsche troe pen in Frankrijk behaald. Het is zeer aannemenlijk, dat Duitschiand op bijzondere wijze deze roemvolle dagen viert, doch van den anderen kant is het voor Frankrijk zeer pijn lijk. De heer Herbette, Fransch ge zant bij het Duitsche hof, heeft dan ook Berlijn verlaten en is naar Parijs gegaan. Na afloop der feesten zal hij naar zijn post terugkeeren. Een lang artikel geeft de «Gazette de Lausanne" aangaande de neiging tot zelfmoord in Zwitserland. Volgens dat blad worden jaarlijks 288 zelf moorden op de millioen inwoners bevonden. Zwitserland neemt de derde plaats in, daar Saksen en Dene marken het nog in aantal overtreffen. De «Gazette de Lausanne" spreekt van 384 en 257 gemiddeld. Hierop volgt Frankrijk met 210, Duitschiand met 207, Engeland met 78, Noor wegen met 66 en Italië met 47. Het grootste contingent wordt door de Protestantsche Kantons gegeven, waarvan Neuchatel aan 't hoofd staat, met gemiddeld 42 zelfmoorden op de honderdduizend. Daarop volgen Waad- land met het gemiddelde cijfer 41,5; Geneve mét 34,8, Bazel-Land met 28,8, Zurich met 28,7 en hierop die kantons, wier bevolking of Pro- testantsch ol gemengd is. De Katho lieke kantons halen een gemiddeld jaarlijksch cijfer van 4.7 tot 10.7. een klein kind, behoort niet tot de zaken die een man, al is hij nog zoo zedig en nog zoo bescheiden, kan aanzien, zonder dat een klein werigje jaloesie bij hem oprijst. «Zie zool Nu is het genoeg!" zeide juffrouw Wilgenboom, terwijl zij het kind weder op den grond zette. En het was ook genoeg, juist genoeg, meer zou schadelijk geweest zijn voor den goeden indruk, dien ook zij misschien gevoelde, dat dit huiselijk tafereeltje op de heeren konde maken. Juffrouw Wilgenboom, dit heb ik ver geten te zeggen, was even vijf en twintig jaren oud. Dat is voor de vrouw de leeftijd van den hoogsten bloei. De knop is tot roos geworden; tot roos in al hare pracht. Het karakter is gevestigd. De onbedacht zaamheid, die het jongere meisje bekoor lijk maakte, de dolle vreugde, de jube lende vroolijkheid is verdwenen, of be hoort althans verdwenen te zijn. Verstand heeft het gevoel getemperd. Een meisje van zeventien jaren oud, vraagt als het een minnaar geldt, onbe zorgd: »Hoe is hij?" Eene maagd van twintig: «Wat is hjj?" Eene schoone van vijf en twintig jaren: «Wat heeft hij?" Later heet het: «Komt hij?" Gelyk wjj zagen was juffrouw Wilgen- In liet tijdsverloop van '91 tot '93 heeft te Uri geen enkel voorval van zelfmoord plaats gehad. Twee voor name oorzaken, geeft dit tijdschrift aangaande het onophoudelijke zelf moorden. Ten eerste de koortsachtige gejaagdheid der industriëele middel punten en ten tweede de alcohol. Dit laatste vooral is een machtig factor en speelt een der eerste rollen, in 't bevorderen van 't aantal zelf moorden. Om zijne woorden gestand te doen, vergelijkt de «Gazette de Lausanne" het alcoholgebruik met het aantal zelfmoorden in Noorwegen; waar een hardnekkigen strijd tegen het verbruik van alcohol, wordt ge voerd. Per hoofd bedroeg, van 1831 tot 1835, het verbruik ongeveer 16 liter. Het aantal zelfmoorden beliep toen 108 per millioen inwoners. Van dien tijd is het verbruik van alcohol afge nomen. Van 1841 tot 1845 bedraagt het tien liter, van 1861 tot 1865 vier en viertiende liter, van 1876 tot 1880 drie en vijftiende liter en het is slechts een en vijftiende, gedurende 1886 tot 1890. Treffend en opmerkelijk is de ver mindering der zelfmoorden in den loop dezer tijdvakken. Voor het tijd perk 18411845 is het gemiddelde cijfer 109; vervolgens neemt het steeds af tot '65. Deze cijfers vor men het beste antwoord voor hen, die beweren, dat zelfmoord een on vermijdelijke kwaal onzer eeuw is, die zich nog immer zal uitbreiden. De Engelsche premier, Lord Salis bury, is zeer ontstemd over de po gingen, welke de Porte aanwendt ten einde te ontkomen aan den aan- aandrang, door de Engelsch regee ring te Konstantinopel uitgeoefend, tot het verkrijgen van de hervor mingen, in Armenië. Niet alleen heeft de sultan tot dat doel, zich gewend tot Frankrijk en Rusland, maar insgelijks heeft hij een beroep gedaan, op de bemidde ling der Oostenrijksche regeering. Tot dusver hebben deze pogingen des sultans, geen andere uilkomst ge had, dan dat daardoor Engeland nog meer tegen Turkije, in het harnas wordt gejaagd. Te Londen wordt zelfs beweerd, dat Lord Salisbury dientengevolge waarschijnlijk spoedig eene nog krassere houding tegenover de Porte zal aannemen. Nieuwe, ongunstige tijdingen uit Armenië brengen, als ze tenminste bevestigd worden, de Porte nog meer in het nauw. Op gezag van een telegram, den 30en Augustus, uit Tiflis ontvangen, deelt de «Novosti" mede, dat de Armenische stad Kamach, door 5000 Turksche soldaten en 10000 Koerden, onder bevel van Zari-Pacha, is over vallen en verwoest. Alle woningen en kerken werden uitgeplunderd. Dit bericht is afkomstig van de «Mschak", een Armenisch blad, dat te Tiflis verschijnt. Deze courant ontving het uit Kara Urgan en voegt er bij, dat deze aanval den lsten Augustus geschiedde. Natuurlijk verdienen de mededeelingen van Russische zijde over hetgeen in Ar menië voorvalt, evenmin onvoorwaar delijk vertrouwen, als de gunstige verklaringen, der Turksche regeering. boom in het voorlaatste der door ons opgenoemde tijdperken, en vroeg dus «Wat heeft hij?" Maar ze kon met be trekking tot den jonker ook op de andere vragen een voldoend antwoord geven, behalve misschien op de laatste vraag, tenzij zij de predikantsvrouw geloofde, die eene gebeele verandering van de pastorij vastknoopte aan een huwelijk van den jonker met hare vriendin. De jonker was het non plus ultra van wat jnffrouw Johanna zou kunnen verlangen, en niet zonder inwendige ontroering had zij hem dan ook de pastorij zien binnen treden. Dat ze reeds prinr.a vista op hem ver liefd was, durven we niet verzekeren, maar dat ze wel zyne vrouw zou willen worden gelooven we te kunnen verklaren, en dat ze, om hiertoe te geraken, van haren kant niet ongenegen was wel iets te doen, daarvan hebben we misschien reeds blijken gezien. »U schijnt zeer veel van kinderen te houden," zeide de heer vuil Kiezel beek. «O ja mijnheer," antwooidde hem juffrouw Wilgenboom, «zeer veel, ik vind ze zeer lief; ze zijn zdó eenvoudig, zoo aanhankelijk, ze weten zoo goed wie hen wel wil, ze zijn nog zoo vol leven, zoo vlug en elegant in hunne bewegingen, zoo naïef in hunne gevoelens en woorden, Prins Hendrik van Pruisen, de broeder des keizers, zal eerlang be vorderd worden tot schout-bij-nacht. Sedert het begin van 1889, bekleedt de prins den rang van kapitein ter zee, maar hij is op eigen verzoek zoo lang in dien rang gebleven, omdat hij alle soorten van oorlogsschepen, als commandant, wilde leeren kennen. Te gelijk met die bevordering, zal de prins bij de landmacht den rang verkrijgen, van generaal-majoor. Te Madrid heeft de Spaansche re geering, naar men weet, reeds lang er over gedacht de troepen op Cuba niet uitsluitend in ééne hand te laten maar, behalve maarschalk Campos, een anderen bevelhebber te benoe men. Het is toch haast niet meer mogelijk, dat één generaal de lei ding der zoo talrijke troepen op zich kan nemen, vooral daar het krijgs- tooneel zoo uitgestrekt is en de com municatie tusschen de verspreide legerafdeelingen zeer veel te wen- schen overlaat. Maar maarschalk Martinez Campos wil daarvan niets wetenhij heeft het aanbod zijner regeering onbeantwoord gelaten. Nu beweert men, dat het Spaansche gouvernement den kranigen vecht generaal zal dwingen de aangeboden hulp aantenemen, zoodra de ver sterking van 25000 man naar Cuba zal zijn gezonden. Te New-York blijft men in de weer ten gunste van de Cubanen. De «Sun" wijdt een hoofdartikel aan den opstand in deze Spaansche kolonie en verlangt, dat de regeering der Vereenigde Staten er toe zal overgaan om de tegenstanders der Spaansche regeering als oorlogvoe rende partij te erkennen. Het New- Yorksche blad herinnert aan de hou ding der Spaansche regeering tijdens den burger-oorlog in 1867. Spanje erkende toen de Zuidelijke staten als oorlogvoerende partij en derhalve heeft nu ook president Cleveland het recht om de Cubanen eveneens als zoodanig te erkennen. Natuurlijk zal president Cleveland zich wel niet aan dergelijke beschou wingen storen. Dat in de Vereenigde Staten groote sympathie bestaat voor de Cubanen, is bekend. Tot dusver heeft president Cleveland zich strikt onzijdig gehouden en gedaan, wat in zijn vermogen is, om te beletten, dat uit Noord-Amerika versterkingen naar Cuba worden gezonden. Naar men meldt, wordt Z. M. den Koning van Wurtemberg de volgende week op Het Loo verwacht. Klerken der posterijen en telegraphie. In de eerste helft van de maand Octo ber e. k. zal een vergelijkend onderzoek worden gehouden van adspiranten voor de betrekking van klerk der posterijen en telegraphie om, naarmate van de be hoefte, te worden benoemd. Aan die betrekking is verbonden een jaarwedde van f400, welke tot f 1-200 kan klimmen. Aanmelding vóór 16 Sept. a.s., bij het hoofdbestuur der posterijon en telegraphie bij op zegel geschreven venxrék. Men zie verder de Staats-Ct. no. 206. dat men wel van hen houden moet I" «En u heeft ook een klein kindje gekregen," vroeg liet zesjarig dochtertje van den predikant ir.tusschen aan den jonker, naar wiens knie het stilletjes geslopen was, en eene poging doende om zijne aandacht op haar te vestigen, waar toe ze, nu over kinderen gesproken werd, aanleiding meende te vinden. «Kom hier, Louise I" beval hare moe der, «ge moogt mijnheer niet lastig val len." «Laat haar maarl" zeide de jonker tot de moeder en tct het dochtertje, terwijl hij de kleine hand van het kind in zijne rechterhund nam, en goedhartig met zijne linkerhand over de goudgeele lokken streelde: «ja, een heel lief klein kindje I" «En had de ooievaar u erg gebeten «In mijn been," zeide de jonker. «Maar hebt ge den kleinen Willem nog niet gezien? Dan moet ge morgen maar eens bij mij komen, dan zullen wij samen naar Zoethout gaan, en dan zult ge een boterham met muisjes hebben ook, is dat goed?" 't Stond Louise zeer wel aan. «Ik bewonder uw geduld," zeide de predikantsvrouw, «die Louise wordt een enfant terrible. Ik hoop dat u hare vragen ons niet teu kwade zult duiden." De vergadering 'van de Tweede Kamer op Dinsdag, 10 Sept. a.s., is be paald op 2'/, ure 's namiddags. Naar d- Standaard verneemt, heeft de minister van oorlog aan de firma Van dei Horst en de Heus te Hilversum de levering opgedragen van 20,000 patroon- tasschen voor de nieuwe geweren. Deze toewijzing is geschied, niettegen staande door een agent van een buitenland- sche firma voor lageren prys was inge schreven. De 's Gravenhaagsche Ambachts- vereeniging heeft besloten de pogingen der Zuiderzee-vereeniging te steunen, omdat bij het tot stand komen van de droogmaking der Zuiderzee vele werk lieden brood zullen vinden en ook het bestaan van vele kleine landbouwers ver zekerd zal zijn. De vorige week vertrokken van Pekt-la vele arbeiders naar Emden, om tegen «(link dagloon" by het graven van een kanaal werkzaam le zijn. Het loon viel echter danig tegen, terwijl de uit gaven voor huisvesting en voeding hoog waren, zoodat allen reeds zijn teiugge- keerd. De gemeenteraad van Zutphen heeft vooi f 40.00'J het Burgerweeshuis voor gebouw der Kuloniale-Reserve aange kocht. In eene vergadering van den Raad der gemeente Winschoten is met alge- meene stemmen besloten, niet aan te nemen het aanbod van de firma Roelfsema de Boer en Co., om de fc estaande gasfabriek met toebehooren van genoemde firma over te nemen, maar over te gaan tot het bouwen van eene nieuwe gasfabriek, waarvan de kosten zyn begroot op f60.000 en tevens om die na het eindigen der conce«sie op 1 September 1897 voor rekening der gemeente te exploiteeren. Op Dinsdag, 10 dezer, zal de proef tocht van Vlissingen naar Queenborough plaats hebben met een der nieuwe booten van de s'oomvaartmaatschappij «Zeeland". Den dag te voren worden de casten (waaronder de Duitsche postmeester-gene raal Stephen), die met den trein van 11.46 te Vlissingen aankomen, ontvangen en hun wordt een lunch aangeboden aan boord van de voor anker liggende dag- boot. Vervolgens i estaat plan, een tocht door Walcheren te maken en 's avonds wordt een feestmaal aangeboden in het Badhotel te Vlissingen. De proeftocht begint Dinsdagmorgen om 9 uur. Zij, die nog naar Londen willen doorgaan, kunnen terugkeeren, wanneer het hun goeddunkt. De eeisle nieuwe boot, de Koningin Wilhelmina, is gisteren te Vlissingen aangekomen. De vreeselijke rampen, die Hooge- zand en Hooge Zwaluwe deze week beb- ben getroffen, moeten, zooals de schrijver der Haagsche kroniek in de N. Gron. Ct. meldt, een allerdroevigsten indruk op de Koninginnen hebben gemaakt, en werkelijk een schaduw werpen op het genot, dat HH. MM. zich van de reis naar de noordelijke gewesten voorstellen. Onze jeugdige vorstin moet, toen zij van den omvang der ontzettende branden en van de ellende, die er het gevolg van is, vernam, hebben gevaaagd«Moeder! kunnen wij nu eigenlijk wel feest gaan vieren?" Die vraag teekent weèr onze kleine beminnelijke koningin. Natuurlijk is het denkbeeld om de voorgenomen reis te laten varen zelfs niet overwogen, maar iets anders is het, en daaruit spreekt nu weder het edele hart onzer regentes, dat koningin Emma, die zich volledig van den toestand heeft doen op de hoogte stellen, reeds beschikkingen heeft geno men om uit den naam der Koningin en harerzijds hulp te doen verleenen aan de ongelukkige slachtoffers. Sigarenmakers. De werkstaking der sigarenmakers te Amsterdam houdt nog altijd aan. Het is echter eer. publiek geheim, dat er, niettegenstaande de staking, toch nog heel wat sigaren te Amsterdam worden «O I" antwoordde de jonker, «ze heeft het my niets lastig gemaakt, ik houd zeer veel van haar, 't is een schoon en lief kind." «Ze hondt ook zeer veel van u," zoo mengde zich de dominé in 't gesprek, «misschien hebt ge het niet opgelet, maar als ge hier zijt, staat ze u onop houdelijk aan te kijken; het is alsof zy u de woorden uit de mond wil zien." En dat was ook de waarheidvoor de kleine Louise was de jonker een soort van koninkje. Ze was een paar malen op het slotje geweest, dat voor haar een paleis was en dikwijls hoorde ze spreken over den rijkdom en de goedheid van den edelman. Haar klein hartje had zich langzamerhand gewend hem lief te heb ben als den man, die overal, waar gebrek of ellende in het dorp heerschte, dit kon en wilde lenigen en vooral sedert zij zelf ongesteld was geweest en de jonker haar door een huismiddel genezen had, was hij voor haar de grootste en be minnelijkste persoon van allen die ze kende. (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 2