BUITENLAND.
BINNENLAND.
In verband met de verregaande
straatschenderij, die in ons land dagelijks
gepleegd wordt, maakt nir. H. Louis
Israels, te Parijs gevestigd, de volgende
opmerking.
Straatschenderij wordt op straal ge
pleegd. Opbooping van kinderen op straat
is de beste hoogeschool voor deze balda
digheid. Welnu, Parijs veroorlooft die
ophooping niet. In de hooge klassen der
bevolking ik spreek ook van deze,
want de Hollandsche baldadigheid behoo-
ren volstrekt niet uitsluitend tot de lage
re volksklasse, gaat een jongen tot 15 k
16 jaar en een meisje tot haar huweljjk,
nooit zonder geleide op straat. Dat is
strijdig met den goeden toon. In de
lagere klassen der Parijsche bevolking
zullen de kinderen evenmin op straat
spelen, want het drukke rijtuigverkeer
in alle wijken der stad maakt zulk spel
levensgevaarlijk, en ook houden de moe
ders er niet van.
Verder luidt het:
Laat men de kinderen spelen in de
open lucht, dan geschiedt dit in een der
vele parken, ware kinderbewaarplaatsen.
Maar dan zijn zij niet alleen onder het
toezicht hunner geleiders, maar ook on
der dat der plantsoenwachters, meestal
bejaaide mannen, die vaderlijk vermanen,
maar geen straatschenderij dulden en ge
noegzaam in aantal zijn, om de bepei kte,
omrasterde ruimte voortdurend te kunnen
overzien.
De ophooping van kinderen, die men
in Nederland kent vóór de scholen een
kwartier vóór en een kwartier na den
schooltijd, wordt hier niet gevonden. Dit
zou het straatverkeer te veel stremmen.
De leerlingen worden dadelyk toegelaten
tot de binnenplaats der school, die,
meestal gedeeltelijk overdekt, tot speel
plaats is ingericht. En bij het uitgaan
der school gaat elk der onderwijzers met
een groepje kinderen in de verschillende
richtingen, waarin zij thuis behooren en
vergezelt hen, bij elke zijstiaat eeri paar
verliezend, die dezen weg op moeten,
tenminste tot 10 minuten afstand van de
school. Dit voorschrift, dat alleen gegeven
is in het belang der veiligheid van de
kinderen, wier ouders geen dienstboden
betalen kunnen om hen van de school
te halen, werkt tegelijk uitstekend tegen
die extra-les in baldadigheid, welke de
leerlingen anders elkaar gaarne geven.
Een 1'nrkscli Volkslied.
Van de feesten van Kiel dateert de
volgende aardige anecdote:
Te Rensburg moest de muziek aldaar
al de voorbijgaande schepen begroeten
ieder met het volkslied der natie, waar
toe het behoorde. Dat ging heel goed,
tot de beurt kwam aan het Turksche
oorlogschip. De directeur wist geen
Turksch volkslied, niemand van zjjn kapel
kende het. Toen zag de eerstgenoemde
de halve maan in de vlag en er kwam
een verheven gedachte bij hem op, hij
gaf zijn bevelen en nu klonk het door de
lucht:
«O schoone maan, hoe heerlijk praalt
Gij aan den blauwen bemel," enz.
Uoe in en in 1700 naar Spa
reisde
Dat vertelt u een «Reysboek uit die
dagen.
Stel u voor een lijder te Amsteidam,
die door zijn dokter naar de badplaats te
Spa gezonden word destijds zeer ge
zocht om de genezende kracht van haar
wateren en die de volgende reis moest
maken.
Des morgens vertrekt hij van Amster
dam met de schuit naar Utiecht, waar
hij overnacht, om den volgenden dag met
de jaagschuit naar Rotteidam te varen.
Daar ligt het schip, dat hem stroomop
zal brengen, te wachten op gunstige wind.
Hij kan dus, als het hem niet meeloopt,
gedwongen zijn eenige dagen in »T Schild
van Frankrijk" of in »'t Ordinarus van
de weduwe Otten", die door hel «Reijs-
boek" als de beste logementen worden
opgegeven, zijn intrek te nemen.
Zij ontving deze huldeblijken aan hare
talenten met de beste gratie der wereld,
maar vooral scheen zij ingenomen met
het kleine compliment dat de jonker
haar maakte, terwijl zij van den heer
Kiezelbeek niet veel notitie nam. Een
oogenblik later was zij bezig met een
der kleine kinderen, die stilletjes naar
haar was geslopen niettegenstaande de
moeder het verboden had, «omdat ze
bang was dat het kleine goed het mooie
kleed van Johanna zou bederven, 'tgeen
waarlijk zonde zijn zoude." Johanna
scheen echter minder vrees voor zulk een
ramp te koesleren; zij nam de kleine
telg der bezorgde moeder op haren
schoot en scheen een oogenblik later
geheel verdiept in een recht kinderlijk
gesprek met den kleine, die weldra beide
armpjes om den hals sloeg en haar
hartelijk kuste.
En nu gelieve de aandachtige lezer
en beminnelijke lezeres want voor
lezeressen schrijf ik niet minder dan voor
lezers geen te strenge gevolgtrekking
te maken uit de verklaring, dat zoowel
de jonker als de heer Kiezelbeek, gaarne
een oogenblikje in de plaats van de
kleine dreumes zouden geweest zijn, want
zulke frissche wangen en lippen als die
van juflrouw Wilgenboom door een ander
te zien zoenen, al is het dan ook door
Eindelijk gaat hjj aan boord, na zich
eerst ruim van levensmiddelen voorzien
te hebben, want het is, natuurlijk, ge
beurlijk, dat er windstilte komt, of dat
het schip bij lagen waterstand vastraakt
op een zandplaat.
Loopt het nu mee, dan is hij binnen
vyf of zes dagen te 's-Hertogenbosch, met
aangename herinneringen aari het gast
vrije Geldermalsen, de beste pleisterplaats
op zijn tocht, waar men «goede vis uit
de Linge en goede drank bekomt".
Maar nu komen de moeielijkheden eerst.
Want van Den Bosch «besteedt men
zich op de karre naar Maastricht voor
anderhalf ofte twee rijksdaalders". Hot
send over hobbelige wegen, rijdt men
den eersten dag door tot Eindhoven,
«alzoo in de dorpen niet wel te eten of
te overnachten is." In Einhoven wordt
men goed getracteerd in de herberg »De
star" of in »Het Wapen van Keulen",
waar men altijd vleesch vindt."
Wanneer de arme reiziger zich dan
met het ileesch uit «De Star" of »Het
Wapen van Keulen" wat heeft versterkt,
wanneer de pijn en de stramheid in zijn
ledematen het hem niet beletten, kan
hij op dezelfde xkaire" tot Maastricht
geraken en, Da daar overnacht te hebben,
den daarop volgenden morgen iu de
«bargie" stappen, die op Luik vaart, waar
hij »goed getracteerd woidt in 't Ton-
nelet".
»Van Luik naar Spaa is 't een kleine
reize. Men neemt wat spijs mee, den
drank vindt men onderweg; te Spau ge
komen, huurt men een kamer van twee
schakingen daags, item een bed eD lakens.
Die wat sachter wil leggen, neemt een
slaapkussen met graauw laken overkleet,
't welk ook voor silkusaen verstrekt, item
een matras mede. Men bedingt verders
gedookt te worden, dog men gaat meest
in een kookhuis eten, die daar veel zijn."
Tegenwoordig bereikt men Spa iD on
geveer 6 uren
De Sedandag wordt door geheel
Duitschiand met buitengewone feeste
lijkheden gevierd. Het geldt niet de
jaarlijksche herdenking der overwin
ning bij Sedan, maar men herdenkt
het vijf-en-twintig-jarig jubileum der
overwinningen, door de Duitsche troe
pen in Frankrijk behaald. Het is
zeer aannemenlijk, dat Duitschiand
op bijzondere wijze deze roemvolle
dagen viert, doch van den anderen
kant is het voor Frankrijk zeer pijn
lijk. De heer Herbette, Fransch ge
zant bij het Duitsche hof, heeft dan
ook Berlijn verlaten en is naar Parijs
gegaan. Na afloop der feesten zal
hij naar zijn post terugkeeren.
Een lang artikel geeft de «Gazette
de Lausanne" aangaande de neiging
tot zelfmoord in Zwitserland. Volgens
dat blad worden jaarlijks 288 zelf
moorden op de millioen inwoners
bevonden. Zwitserland neemt de
derde plaats in, daar Saksen en Dene
marken het nog in aantal overtreffen.
De «Gazette de Lausanne" spreekt
van 384 en 257 gemiddeld. Hierop
volgt Frankrijk met 210, Duitschiand
met 207, Engeland met 78, Noor
wegen met 66 en Italië met 47. Het
grootste contingent wordt door de
Protestantsche Kantons gegeven,
waarvan Neuchatel aan 't hoofd staat,
met gemiddeld 42 zelfmoorden op de
honderdduizend. Daarop volgen Waad-
land met het gemiddelde cijfer 41,5;
Geneve mét 34,8, Bazel-Land met
28,8, Zurich met 28,7 en hierop die
kantons, wier bevolking of Pro-
testantsch ol gemengd is. De Katho
lieke kantons halen een gemiddeld
jaarlijksch cijfer van 4.7 tot 10.7.
een klein kind, behoort niet tot de zaken
die een man, al is hij nog zoo zedig en
nog zoo bescheiden, kan aanzien, zonder
dat een klein werigje jaloesie bij hem
oprijst.
«Zie zool Nu is het genoeg!" zeide
juffrouw Wilgenboom, terwijl zij het kind
weder op den grond zette. En het was
ook genoeg, juist genoeg, meer zou
schadelijk geweest zijn voor den goeden
indruk, dien ook zij misschien gevoelde,
dat dit huiselijk tafereeltje op de heeren
konde maken.
Juffrouw Wilgenboom, dit heb ik ver
geten te zeggen, was even vijf en twintig
jaren oud.
Dat is voor de vrouw de leeftijd van
den hoogsten bloei. De knop is tot roos
geworden; tot roos in al hare pracht.
Het karakter is gevestigd. De onbedacht
zaamheid, die het jongere meisje bekoor
lijk maakte, de dolle vreugde, de jube
lende vroolijkheid is verdwenen, of be
hoort althans verdwenen te zijn. Verstand
heeft het gevoel getemperd.
Een meisje van zeventien jaren oud,
vraagt als het een minnaar geldt, onbe
zorgd: »Hoe is hij?" Eene maagd van
twintig: «Wat is hjj?" Eene schoone
van vijf en twintig jaren: «Wat heeft
hij?" Later heet het: «Komt hij?"
Gelyk wjj zagen was juffrouw Wilgen-
In liet tijdsverloop van '91 tot '93
heeft te Uri geen enkel voorval van
zelfmoord plaats gehad. Twee voor
name oorzaken, geeft dit tijdschrift
aangaande het onophoudelijke zelf
moorden. Ten eerste de koortsachtige
gejaagdheid der industriëele middel
punten en ten tweede de alcohol.
Dit laatste vooral is een machtig
factor en speelt een der eerste rollen,
in 't bevorderen van 't aantal zelf
moorden. Om zijne woorden gestand
te doen, vergelijkt de «Gazette de
Lausanne" het alcoholgebruik met
het aantal zelfmoorden in Noorwegen;
waar een hardnekkigen strijd tegen
het verbruik van alcohol, wordt ge
voerd.
Per hoofd bedroeg, van 1831 tot
1835, het verbruik ongeveer 16 liter.
Het aantal zelfmoorden beliep toen
108 per millioen inwoners. Van dien
tijd is het verbruik van alcohol afge
nomen. Van 1841 tot 1845 bedraagt
het tien liter, van 1861 tot 1865 vier
en viertiende liter, van 1876 tot 1880
drie en vijftiende liter en het is
slechts een en vijftiende, gedurende
1886 tot 1890.
Treffend en opmerkelijk is de ver
mindering der zelfmoorden in den
loop dezer tijdvakken. Voor het tijd
perk 18411845 is het gemiddelde
cijfer 109; vervolgens neemt het
steeds af tot '65. Deze cijfers vor
men het beste antwoord voor hen,
die beweren, dat zelfmoord een on
vermijdelijke kwaal onzer eeuw is,
die zich nog immer zal uitbreiden.
De Engelsche premier, Lord Salis
bury, is zeer ontstemd over de po
gingen, welke de Porte aanwendt
ten einde te ontkomen aan den aan-
aandrang, door de Engelsch regee
ring te Konstantinopel uitgeoefend,
tot het verkrijgen van de hervor
mingen, in Armenië.
Niet alleen heeft de sultan tot
dat doel, zich gewend tot Frankrijk
en Rusland, maar insgelijks heeft hij
een beroep gedaan, op de bemidde
ling der Oostenrijksche regeering.
Tot dusver hebben deze pogingen
des sultans, geen andere uilkomst ge
had, dan dat daardoor Engeland nog
meer tegen Turkije, in het harnas
wordt gejaagd. Te Londen wordt
zelfs beweerd, dat Lord Salisbury
dientengevolge waarschijnlijk spoedig
eene nog krassere houding tegenover
de Porte zal aannemen.
Nieuwe, ongunstige tijdingen uit
Armenië brengen, als ze tenminste
bevestigd worden, de Porte nog meer
in het nauw.
Op gezag van een telegram, den
30en Augustus, uit Tiflis ontvangen,
deelt de «Novosti" mede, dat de
Armenische stad Kamach, door 5000
Turksche soldaten en 10000 Koerden,
onder bevel van Zari-Pacha, is over
vallen en verwoest. Alle woningen
en kerken werden uitgeplunderd.
Dit bericht is afkomstig van de
«Mschak", een Armenisch blad, dat
te Tiflis verschijnt. Deze courant
ontving het uit Kara Urgan en voegt
er bij, dat deze aanval den lsten
Augustus geschiedde. Natuurlijk
verdienen de mededeelingen van
Russische zijde over hetgeen in Ar
menië voorvalt, evenmin onvoorwaar
delijk vertrouwen, als de gunstige
verklaringen, der Turksche regeering.
boom in het voorlaatste der door ons
opgenoemde tijdperken, en vroeg dus
«Wat heeft hij?" Maar ze kon met be
trekking tot den jonker ook op de andere
vragen een voldoend antwoord geven,
behalve misschien op de laatste vraag,
tenzij zij de predikantsvrouw geloofde,
die eene gebeele verandering van de
pastorij vastknoopte aan een huwelijk
van den jonker met hare vriendin. De
jonker was het non plus ultra van wat
jnffrouw Johanna zou kunnen verlangen,
en niet zonder inwendige ontroering had
zij hem dan ook de pastorij zien binnen
treden.
Dat ze reeds prinr.a vista op hem ver
liefd was, durven we niet verzekeren,
maar dat ze wel zyne vrouw zou willen
worden gelooven we te kunnen verklaren,
en dat ze, om hiertoe te geraken, van
haren kant niet ongenegen was wel iets
te doen, daarvan hebben we misschien
reeds blijken gezien.
»U schijnt zeer veel van kinderen te
houden," zeide de heer vuil Kiezel beek.
«O ja mijnheer," antwooidde hem
juffrouw Wilgenboom, «zeer veel, ik
vind ze zeer lief; ze zijn zdó eenvoudig,
zoo aanhankelijk, ze weten zoo goed wie
hen wel wil, ze zijn nog zoo vol leven,
zoo vlug en elegant in hunne bewegingen,
zoo naïef in hunne gevoelens en woorden,
Prins Hendrik van Pruisen, de
broeder des keizers, zal eerlang be
vorderd worden tot schout-bij-nacht.
Sedert het begin van 1889, bekleedt
de prins den rang van kapitein ter
zee, maar hij is op eigen verzoek zoo
lang in dien rang gebleven, omdat
hij alle soorten van oorlogsschepen,
als commandant, wilde leeren kennen.
Te gelijk met die bevordering, zal
de prins bij de landmacht den rang
verkrijgen, van generaal-majoor.
Te Madrid heeft de Spaansche re
geering, naar men weet, reeds lang er
over gedacht de troepen op Cuba niet
uitsluitend in ééne hand te laten
maar, behalve maarschalk Campos,
een anderen bevelhebber te benoe
men. Het is toch haast niet meer
mogelijk, dat één generaal de lei
ding der zoo talrijke troepen op zich
kan nemen, vooral daar het krijgs-
tooneel zoo uitgestrekt is en de com
municatie tusschen de verspreide
legerafdeelingen zeer veel te wen-
schen overlaat. Maar maarschalk
Martinez Campos wil daarvan niets
wetenhij heeft het aanbod zijner
regeering onbeantwoord gelaten. Nu
beweert men, dat het Spaansche
gouvernement den kranigen vecht
generaal zal dwingen de aangeboden
hulp aantenemen, zoodra de ver
sterking van 25000 man naar Cuba
zal zijn gezonden.
Te New-York blijft men in de weer
ten gunste van de Cubanen.
De «Sun" wijdt een hoofdartikel
aan den opstand in deze Spaansche
kolonie en verlangt, dat de regeering
der Vereenigde Staten er toe zal
overgaan om de tegenstanders der
Spaansche regeering als oorlogvoe
rende partij te erkennen. Het New-
Yorksche blad herinnert aan de hou
ding der Spaansche regeering tijdens
den burger-oorlog in 1867. Spanje
erkende toen de Zuidelijke staten als
oorlogvoerende partij en derhalve heeft
nu ook president Cleveland het recht
om de Cubanen eveneens als zoodanig
te erkennen.
Natuurlijk zal president Cleveland
zich wel niet aan dergelijke beschou
wingen storen. Dat in de Vereenigde
Staten groote sympathie bestaat voor
de Cubanen, is bekend. Tot dusver
heeft president Cleveland zich strikt
onzijdig gehouden en gedaan, wat in
zijn vermogen is, om te beletten, dat
uit Noord-Amerika versterkingen naar
Cuba worden gezonden.
Naar men meldt, wordt Z. M. den
Koning van Wurtemberg de volgende
week op Het Loo verwacht.
Klerken der posterijen en
telegraphie.
In de eerste helft van de maand Octo
ber e. k. zal een vergelijkend onderzoek
worden gehouden van adspiranten voor
de betrekking van klerk der posterijen
en telegraphie om, naarmate van de be
hoefte, te worden benoemd.
Aan die betrekking is verbonden een
jaarwedde van f400, welke tot f 1-200
kan klimmen.
Aanmelding vóór 16 Sept. a.s., bij het
hoofdbestuur der posterijon en telegraphie
bij op zegel geschreven venxrék. Men zie
verder de Staats-Ct. no. 206.
dat men wel van hen houden moet I"
«En u heeft ook een klein kindje
gekregen," vroeg liet zesjarig dochtertje
van den predikant ir.tusschen aan den
jonker, naar wiens knie het stilletjes
geslopen was, en eene poging doende om
zijne aandacht op haar te vestigen, waar
toe ze, nu over kinderen gesproken werd,
aanleiding meende te vinden.
«Kom hier, Louise I" beval hare moe
der, «ge moogt mijnheer niet lastig val
len."
«Laat haar maarl" zeide de jonker tot
de moeder en tct het dochtertje, terwijl
hij de kleine hand van het kind in zijne
rechterhund nam, en goedhartig met zijne
linkerhand over de goudgeele lokken
streelde: «ja, een heel lief klein
kindje I"
«En had de ooievaar u erg gebeten
«In mijn been," zeide de jonker. «Maar
hebt ge den kleinen Willem nog niet
gezien? Dan moet ge morgen maar eens
bij mij komen, dan zullen wij samen
naar Zoethout gaan, en dan zult ge een
boterham met muisjes hebben ook, is dat
goed?"
't Stond Louise zeer wel aan.
«Ik bewonder uw geduld," zeide de
predikantsvrouw, «die Louise wordt een
enfant terrible. Ik hoop dat u hare
vragen ons niet teu kwade zult duiden."
De vergadering 'van de Tweede
Kamer op Dinsdag, 10 Sept. a.s., is be
paald op 2'/, ure 's namiddags.
Naar d- Standaard verneemt, heeft
de minister van oorlog aan de firma Van
dei Horst en de Heus te Hilversum de
levering opgedragen van 20,000 patroon-
tasschen voor de nieuwe geweren.
Deze toewijzing is geschied, niettegen
staande door een agent van een buitenland-
sche firma voor lageren prys was inge
schreven.
De 's Gravenhaagsche Ambachts-
vereeniging heeft besloten de pogingen
der Zuiderzee-vereeniging te steunen,
omdat bij het tot stand komen van de
droogmaking der Zuiderzee vele werk
lieden brood zullen vinden en ook het
bestaan van vele kleine landbouwers ver
zekerd zal zijn.
De vorige week vertrokken van
Pekt-la vele arbeiders naar Emden, om
tegen «(link dagloon" by het graven van
een kanaal werkzaam le zijn. Het loon
viel echter danig tegen, terwijl de uit
gaven voor huisvesting en voeding hoog
waren, zoodat allen reeds zijn teiugge-
keerd.
De gemeenteraad van Zutphen heeft
vooi f 40.00'J het Burgerweeshuis voor
gebouw der Kuloniale-Reserve aange
kocht.
In eene vergadering van den Raad
der gemeente Winschoten is met alge-
meene stemmen besloten, niet aan te
nemen het aanbod van de firma Roelfsema
de Boer en Co., om de fc estaande gasfabriek
met toebehooren van genoemde firma
over te nemen, maar over te gaan tot
het bouwen van eene nieuwe gasfabriek,
waarvan de kosten zyn begroot op f60.000
en tevens om die na het eindigen der
conce«sie op 1 September 1897 voor
rekening der gemeente te exploiteeren.
Op Dinsdag, 10 dezer, zal de proef
tocht van Vlissingen naar Queenborough
plaats hebben met een der nieuwe booten
van de s'oomvaartmaatschappij «Zeeland".
Den dag te voren worden de casten
(waaronder de Duitsche postmeester-gene
raal Stephen), die met den trein van
11.46 te Vlissingen aankomen, ontvangen
en hun wordt een lunch aangeboden aan
boord van de voor anker liggende dag-
boot. Vervolgens i estaat plan, een tocht
door Walcheren te maken en 's avonds
wordt een feestmaal aangeboden in het
Badhotel te Vlissingen.
De proeftocht begint Dinsdagmorgen
om 9 uur. Zij, die nog naar Londen
willen doorgaan, kunnen terugkeeren,
wanneer het hun goeddunkt.
De eeisle nieuwe boot, de Koningin
Wilhelmina, is gisteren te Vlissingen
aangekomen.
De vreeselijke rampen, die Hooge-
zand en Hooge Zwaluwe deze week beb-
ben getroffen, moeten, zooals de schrijver
der Haagsche kroniek in de N. Gron.
Ct. meldt, een allerdroevigsten indruk op
de Koninginnen hebben gemaakt, en
werkelijk een schaduw werpen op het
genot, dat HH. MM. zich van de reis naar
de noordelijke gewesten voorstellen.
Onze jeugdige vorstin moet, toen zij
van den omvang der ontzettende branden
en van de ellende, die er het gevolg van
is, vernam, hebben gevaaagd«Moeder!
kunnen wij nu eigenlijk wel feest gaan
vieren?" Die vraag teekent weèr onze
kleine beminnelijke koningin. Natuurlijk
is het denkbeeld om de voorgenomen
reis te laten varen zelfs niet overwogen,
maar iets anders is het, en daaruit spreekt
nu weder het edele hart onzer regentes,
dat koningin Emma, die zich volledig van
den toestand heeft doen op de hoogte
stellen, reeds beschikkingen heeft geno
men om uit den naam der Koningin en
harerzijds hulp te doen verleenen aan de
ongelukkige slachtoffers.
Sigarenmakers.
De werkstaking der sigarenmakers te
Amsterdam houdt nog altijd aan. Het
is echter eer. publiek geheim, dat er,
niettegenstaande de staking, toch nog
heel wat sigaren te Amsterdam worden
«O I" antwoordde de jonker, «ze heeft
het my niets lastig gemaakt, ik houd zeer
veel van haar, 't is een schoon en lief
kind."
«Ze hondt ook zeer veel van u," zoo
mengde zich de dominé in 't gesprek,
«misschien hebt ge het niet opgelet,
maar als ge hier zijt, staat ze u onop
houdelijk aan te kijken; het is alsof zy
u de woorden uit de mond wil zien."
En dat was ook de waarheidvoor de
kleine Louise was de jonker een soort
van koninkje. Ze was een paar malen
op het slotje geweest, dat voor haar een
paleis was en dikwijls hoorde ze spreken
over den rijkdom en de goedheid van
den edelman. Haar klein hartje had zich
langzamerhand gewend hem lief te heb
ben als den man, die overal, waar gebrek
of ellende in het dorp heerschte, dit kon
en wilde lenigen en vooral sedert zij
zelf ongesteld was geweest en de jonker
haar door een huismiddel genezen had,
was hij voor haar de grootste en be
minnelijkste persoon van allen die ze
kende. (Wordt vervolgd