Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Plaatselijke berichten
vragen Mr. Wouters. Ik heb mijn leveD
voor u veil. Ook uw eer Jan? vroeg
Mr. Wouters. Jan antwoordde niet
oogenblikkelijk, doch overpeinsde. Zoo
't hoog noodig is, ja meneer. Nu luister
dan mijn kind. Sedert vijftig jaren heb-
ben wy, mijn vader en ik, de magazijnen
en fabrieken te B. geassureerd. Plotseling
zjjn die overgegaan by uw patroon. Wat
kan hiervan de reden zijn? Ik verlang
daarom van u dat ge in de boeken ziet,
of hy misschien voor lagere premie werkt.
God, 't kan niet zijn riep by uit, een
zoo eerlyk man, en toch! Heuvel boog
't hoofd. O GodMeneer, 't is vreese
lyk wat u my daar vraagt. Doch ik zal
't doen. Wie zou de arme weduwe en
wees hebben verzorgd, zoo u er niet
waart geweest. Bovendien 't kan niet
waar zyn, 't is totaal onmogelyk, dan zou
de stralenkrans van zoo hoog opgevyzelde
plichtsbetrachting versmelten als sneeuw
door de zon. Den volgenden dag zag
Jan, die aan de balans bezig was, dat
zyn patroon tegen lagere premie had
geassureerd. Hy had echter den moed
niet dit aan den heer Wouters te zeggen.
Hy wendde een lichte ongesteldheid voor,
en kwam niet aan de beurs. Doch den
daaropvolgenden dag vroeg Mr. Wouters.
Wel Jan, hebt ge 't voor my nagezien
O! God meneer, verraad my niet, ge
zoudt my zoo ongelukkig maken. Ja
't is zooals u veronderstelde. Die be
drieger, die huichelaar, riep Mr. Wouters
uit, hy was doodsbleek geworden, doch
verwijderde zich stilzwijgend. Zoo brak
Oudejaarsdag aan. Jan zou met zyn
moeder den avond by Scheepmaker door
brengen. Hy kwam als gewoonlijk tegen
negen uur aan het kantoor en wilde voor
zyn lessenaar plaats nemen, toen de kan
toorknecht binnentrad en meneer Heuvel
verzocht even by meneer te komen in
zyn particuliere spreekkamer. Jan ont
stelde. Wat zou zyn patroon hem te
zeggen hebben. Jan klopte aan, forsch
klonk 't ,,binnen:'. Mr. Scheepmaker zat
kaarsrecht voor zyn bureau, geen spier
van zyn gelaat verried eenige aan
doening. Mr. Heuvel, ik betreur 't ten
zeerste u te moeten zeggen, dat er op
myn kantoor geen plaats meer voor u is.
't Is natuurlijk geheel overbodig er aan
toe te voegen, dat er van een huwelijk
tusschen u en myn dochter geen sprake
kan zyn. Ik zal haar laten binnenkomen
om u uw ring terug te geven. Gelukkig
is de zaak nog niet ruchtbaar, voegde
hy er aan toe. Jan was verbrijzeld.
Emmy verloren voor altijd, dat was zyn
eenige gedachte.
Vader, hebt u my laten roepen, vroeg
Emmy. Ja Emmy, en ik durf hopen
dat ge zult handelen als een verstandig
meisje. Jan Heuvel kan uw echtgenoot
niet worden. Hy heeft 't in hem gestelde
vertrouwen geschonden. Vader! vader!
wat heeft hy dan toch misdreven? Wat
hy heeft misdreven? Hy heeft my myn
eerljjken naam ontstolen? Jan antwoord
dan toch, is 't waar? Hebt ge myn vader
belasterd? maar dat is onmogelyk. Wee
my, wat ik deed was zeer slecht, doch
ik heb de waarheid gezegd, hy wilde
voortgaan, toen Scheepmaker hem 't
zwygen oplegde. Geen woord verder,
vrouwen hebben geen verstand van zaken.
Emmy geef uw ring terug aan den heer
Heuvel. Myn verlovingsring vader nooit!
nooit! Zoo de dood ons niet scheidt,
wordt ik Jan's vrouw. Scheepmaker
sidderde van woede. Ge kunt vertrek
ken meneer Heuvel, en zoo ge 't ooit
waagt, verdere betrekking met mijn doch
ter te onderhouden, zal 't uw schuld zyn
als ik haar als een vreemdelinge ga be
schouwen. Jan snelde naar Mr. Wouters.
O! meneer, wat hebt u gedaan, stot
terde Jan. Bedaar jongen ik zal
je aan een betrekking helpen, doch
wees kalm en luister. Ik ben driftig
zooals ge weet. Toen ik gisteren den
heer Scheepmaker op de beurs zag, kon
ik my niet bedwingen, ik wierp hem in
byzjjn van eenige assuradeurs zyn laag
hartige daad naar 't hoofd.
't Leven werd ondragelijk voor Emmy,
mevrouw en Sien waren dezelfden niet
meer. Eindelijk kwam het hooge woord
er uit. Emmy wilde trouwen. Nimmer
uit myn huis, zeide Scheepmaker, en on
danks 't gejammer van Mevr. en Sien,
trouwde Emmy, in alle eenvoud, uit 't
huis van Jan's tante.
Zes jaren waren verloopen, op den
Oudejaarsavond, toen Sien en Bet in de
keuken voor hun bjjbel zaten. Mevr.
bewoog zich in 't rjjk gemeubeld ver
trek; tranen vloeiden langs haar wangen,
zjj was door verdriet oud geworden.
Zacht snikkend stamelde zyVader!
Vader! Wat is er vrouw? Vader mag
ik er een van lezen? Nooit! Nooit.
Vader zy is toch ons eenigst kind. Wij
hebben geen kind meer. Emmy, had
driemaal sedert haar huwelyk geschre
ven, volgens Sien, die er meer van scheen
te weten, om de geboorte van drie kin
deren te melden, de laatste was een zoon.
zijn, genoegen scheppen in de omgeving
van dat soort, waaronder ik veronderstel
dat Mevrouw de Marsal behoort gerang
schikt te worden, en het zoude werke
lijk hardvzijn indien men hen de genoe
gens van) een aangenamen eri verstan-
digen omgang verbood."
Wordt vervolgd.)
Scheepmaker had de brieven ongeopend
laten liggen. Hol klonk de bel door de
marmeren gang. Bet bracht een brief
binnen voor Mevr. Compliment van de
Wed. Wouters zeide zy. Mr. Wouters
was in dien tusschentyd gestorven Mevr.
barstte al lezende in snikken los: ze
reikte den geopenden brief aan haar man
toe, en verplichtte hem te lezen.
31 Dec. 189
Geachte Mevrouw!
Ik acht 't mjj tot plicht u mee te deelen
dat uw dochter zwaar ziek is, ook
schynt zy in financieele moeielykheid
te verkeeren, daar haar man my heelt
geschreven om de twintig gulden, die
ik haar schuldig ben voor naailoon.
Gelooft my steeds,
Uwe toegenegene Marie.
Nu was 't gedaan met Mevr's. geduld.
Haar Emmy, haar eenig kind moest
naaien, om er iets by te verdienen, dat
was te veel. Zy drukte op de schel.
Bet kwam binnen. Bet. bestel dadelijk
een coupé, en laat Sien binnenkomen zeide
Mevr. Sien, klonk 't bitter van Mevr's.
lippen, waar woont iiiiju kind? Sien
keek beteuterd naar meneer. Op de van
Lennepkade Mevr. Zet je hoed op oude
ziel. Wij gaan er te zaam naar toe. Mr.
daar wees zy naar haar man, heeft geen
kind, dus hy zou moeielyk mee kunnen
gaan naar 't ziekbed van een vreemde
vrouw. Als door een adder getroffen
stond hy op. Myn jas, mijn hoed, gij
vrouwen blyft hier, ik ga alleen.
Juist elf uur schelde Scheepmaker aan
een net bovenhuis aan de van Lennep
kade. Toen de deur was opengetrokken,
stapte hy moedig naar boven. Heuvel
stond boven aan den trap. Was dat die
blozenden jonkman? Hadden zorg en
verdriet zuïke rimpels gegroefd op zyn
schoon mannelijk gelaat? Meneer, met
wie heb ik de eer te spreken zeide hy.
Wy zyn niet gewoon, zoo laat bezoek
te ontvangen, vooral niet op dezen avond
die ik gaarne in familie doorbreng, hy
drukte sterk op 't woord familie, daarbij
myn vrouw is pas hersteld van een zware
ziekte en dus nog zeer zwak. Goddank!
juichte Scheepmaker, is zy aan de beter
hand. Mr. ging Heuvel voort, ik kan
my onmogelyk begrijpen waarom u hier
over zoo verheugd zyt. Maar Jan, zy
toch myn eenigst kind. U schijnt
op een dwaalspoor meneer, myn
vrouw is even als ik vaderloos, haar
vader is reeds zes jaar dood. Uw trek
ken brengen my werkelijk haar vader
in herinnering. Hy was myn patroon,
een hardvochtig, liefdeloos man, doch
komt u enkele oogenblikken binnen.
Heuvel liet Scheepmaker in een kabi
netje dat op den gang uitkwam; hy bood
hem echter geen stoel aan. Ik werd na
twaalf jaar, vol ijver en trouw wegge
jaagd, ging Heuvel voort, omdat ik iets
bad verklapt uit de boeken; zeker was
't een onedele daad, doch ik had alles
te danken aan den man, voor wie ik die
daad beging, veel verontschuldigingen
waren by te brengen, doch 't kan u
weinig interesseeren, niet waar meneer?
Ga voort, ga voort, zeide Scheepmaker.
Zijn eenig kind had my lief, hy verjoeg
en verstootte haar, omdat zy haar woord
estand hield. Driemaal deelde zy hem
e geboorte van een kind mede, doch
liet niets van zich hooren, zelfs niet toen
zy hem meldde, dat zy de laatste, een
zoon, naar die wreedaard had genoemd.
Kan er deugdelijker bewijs voor zyn
dood zyn. Scheepmaker zeeg als ver
pletterd op een stoel néér. Vergiffenis
Jan, steunde Scheepmaker. Waar is mijn
kleinzoon? Mr ik vermeende u te heb
ben gezegd dat ons beider vader dood
iswaar geen vader is, kan ook geen
grootvader zijn. Vergiffenis Jan, kermde
Scheepmaker opnieuw Nooit! Nooit!
Mr. Scheepmaker, bracht Heuvel hakke
lend uit. Doch voor uw vertrek, wil ik
u nog zeggen, dat myn grootste misdaad
daarin bestond u den aureool te hebben
ontrukt, u te hebben doen kennen als
een mensch met dezelfde zwakheden als
ieder ander. En nu moet ik u beleefd
verzoeken te vertrekken. Emmv die
alles had gehoord, strompelde zoo goed
haar zwakte dit toeliet 't kabinetje bin
nen, aan iedere hand hield zij een aller
liefst meisje. Vier knietjes hogen zich
voor den verbitterden man, de mondjes
stamelden voorgezegd door moeder. Ver
giffenis voor Opa.
Den volgenden Oudejaarsavond ontving
Scheepmaker's cliënteele een circulaire
dat Heuvel als compagnon was opge
nomen.
S. v. S.
Zondag was prins Hohenlohe, de te
Weenen vertoevende Duitsche rijkskan
selier, in den Hofburg de gast van keizer
Frans Jozef. Geen wonder dus, dat het
bezoek van den prins door de bladen
nog algomeen wordt besproken.
De Wnener correspondent van de »Köl-
nische Zeitung" komt er tegen op, da(
aan deze conferenties ernstige politieke
beteekenis moet worden gehecht. Immers,
prins Hohenlohe had met zijne gemalin
de Kerstdagen in Boheme doorgebracht
en werd in het najaar, toen hjj te Aus-
see was, door graaf Culochowsky bezocht.
Daarom wilde de kanselier, nu hij op
Oosterijksch gebied was, niet naar Berlijn
terugkeeren, zonder het bezoek van graaf
Coluchowsky beantwoord te hebben.
Dat beide staatslieden zeker van ge
dachten hebben gewisseld over den toe
stand in het Oosten, wordt door dezen
correspondent erkend, maar, voegt hij
er bij, het is eene uitgemaakte zaak, dat
daarbij niet over eenige buitengewonen
maatregel is gesproken.
Op Cuba schijnt een ernstigen strijd op
handen, wellicht meer beslissend, dan de
guorilla-gevechten, waai toe de oorlog
zich tot dusver bepaalde.
Nadat Maxima Gomez met zijne 12,000
man den aanval tegen Havana moest op
geven, was zijn voornemen, naar de pro
vincie Matanzas terug te keeren. Maar
schalk Martinez liet toen de Cubanen
krachtig vervolgen, inet het doel, om
hun den terugtocht af te snijden. Of
dit plan zal gelukken, zal afhangen van
het resultaat van den veldslag, die dezer
dagen tusechen Gomez en geneiaal Val-
dez wordt verwacht.
Ook in Abessinië wordt spoedig een
beslissende slag verwacht tusschen de
Italianen en koning Meneliks troepen, en
wel in de nabijheid van Adigrat. Nu
reeds heeft generaal Baratieri daar 7000
man bijeen, want daar dit het meest
bedreigde punt is, worden alle troepen,
die te Massowah ter beschikking zijn, zoó
snel mogelijk daarheen gezonden.
Men vertrouwt te Rome, dat generaal
Baratieri er in zal slagen, Ras Makon-
nens troepen te verslaan. Voor de duur
zaamheid van het ministerie Crispi is
natuurlijk de aard der tijdingen uit Eryt-
hraea van even groot belang als voor
eenige maanden die uit Madagascar voor
het Fransche roinisterie-Ribot. De heer
Crispi is nog te Napels, maar keert den
lsten Januari naar Rome terug, ten einde
de nieuwjaars-receptie in het Quirinaal
bij te wonen.
Fooien en de Rijkspostspaar
bank.
De fooienquaestie is oud en afgezaagd
Veel is daarover en daartegen reeds ge
schreven. Dat de schaduwzijde er niet
minder om wordt, wanneer de vrijheir
om goedhar tig en liefdadig te zijn ontaardt
in een soort van dwang, zal wel algemeen
worden toegegeven. Ook de meening.
dat aan hetgeen vaak de sleur en een
soort van zfatsoen" hebben gesticht een
einde moet worden gemaakt, zal zeker
door velen worden gedeeld.
Nog altijd is bijv. niet uitgemaakt,
waarom zoo vrager, wij met anderen
de bezoekers van koffiehuizen en loge
menten zedelijk gedwongen zouden zjjn
om de bedienden dier inrichtingen op
hunne kosten te onderhoudenwaarom
eene belasting van in vele gevallen tot
30 a 50 pCt. op de consumptie behoort
te worden gelegd.
Gewoonte; men wil niet anders dan
de rest zijn, niet exotisch schijnen, geeue
uitzondering maken, niet voor kaal door-
gaun, geen gek figuur slaan. En men
doet als anderen. Dwaasheid!
Er bestaat echter een zeker gebruik,
dat, hoewel aan het fooien-stelsel verwant
toch, o. i., meer verdedigbaar toeschjjnt
dan dr slaafsche gewoonte, waarop hier
vóór wordt bedoeld. Het gebiuik name
lijk om bij het ontvangen van rekening-
gelden eene fooi aan den brenger of de
brengster, onzen bedienden, te geven;
hen bij jaardagen, né den schoonmaak,
op St. Nicolaas-, kermis-, Nieuwjaarsdag
of andere feesteljjke gelegenheden geldelijk
te bedenken.
De gever van de fooi, of, deftiger, van
de douceur, zal, het stoffelijk belang van
den begiftigde voor oogen houdende,
méér dan mders van zijne mildheid ge
noegen smaken, wanneer hij zich hiertoe
van de spaarbank bedient.
Inderdaad mag reeds worden gewezen
op het verblijdend feit, dat menige gift
van dien aard door de zorg van Mevrouw,
Mijnheer of Patroon, op een postspaarbank
boekje werd ingeschreven, en menige
bediende, langs dien weg, jaarljjks een
aardig sommetje bespaard kreeg, te zijner
tijd geschikt om nuttig dienst te doen.
Die" stuivertjes, dubbeltjes er. kwartjes,
anders zoo lichtelijk door de vingers weg
rollende, kunnen, goed bewaard, verras
singen bereiden, en juist op oogenblikken,
waarop ze goed te pas komen.
Bedreigt een afgedragen rok elk oogen-
blik den dienst op te zeggen, 'l spaar
bankboekje komt geruststellend een andere
brengen; begint een japon of jas aanspraak
op rust te maken, 't boekje zendt er een
thuis, zonder het evenwicht tusschen
uitgaven en week- of maandgeld te
verbrekenheeft men 't voorrecht den
jaardag van vader pf moeder te herden
ken, de koperen of zilveren bruiloft te
vieren, het boekje zogt, dat de herinne
ring aan het genoegen niet wordt vergald
door akelige naweeën; desgelijks brengt
het uitkomst, winneer een of ander meu
belstuk vernieuwing vraagt. Zoo zijn de
voorbeelden maar voor 't grijpen.
Met dergelijke gevolgen voor oogen
komen we er al vast toe, de medewer
king in te roepen van allen, die het wel
met hunne dienstboden en bedienden
meenen, om te zorgen, dat het zooge
naamd zverval" den weg vindt naar de
spaarbank.
Dien maatregel, welke bij velen reeds
eene goede gewoonte geworden is en
vaak uitstekende diensten bewees, zouden
wij wenschen algemeen gevolgd te zien.
Als vanzelf spreekt, verdient het even
eens aanbeveling in voormelden vorm,
ook geldgeschenken aan kinderen en
extra-toelagen aan aibeiders te geven.
Dit kan ook een begin van aanmoedi
ging tot verder sparen zijn, want in den
regel zal men zien, dat wie eenmaal een
spaarbankboekje heeft, voortgaat met
sparen.
De Postspaarbank werkt overigens een
voudig genoeg en vordert zóó weinig tijd
en moeite van lien, die zich voor het
hier opgeworpen denkbeeld wenschen te
interesseeren, om te mogen verwachten
dat, nu Nieuwjaar voor de deur staat,
de Januari-statistiek van die instelling
zal doen zien, hoezeer die giften wederom
in klimmende mate den weg naar de
spaarbank hebben gevonden.
Even een loopje naar het naastbjjzjjnde
postkantoor, daar den naam opgegeven
van den persoon, te wiens behoeve een
boekje verlangd wordt, verder zijne hand-
teekening gedeponeerd, het toegedar.ht
geldgeschenk afgedragen, en ge hebt
wellicht op stoffelijk en zedelijk gebied
den grondslag gelegd van veel go'eds en
misschien afgehouden van veel kwaads.
In het belang der goede zaak geven
wij ten slotte in overweging: zijne gave
te doen vergezeld gaan van den beken
den, nuttige en practische wenken be-
vattenden, Spaarbankgids, die bij de
postkantoren tegen 10 cents verkrijgbaar
is, en op alle vragen, de Rijkspostspaar
bank betreffende, een duidelijk antwoord
geeft.
H. M. Koningin Wilhelmina ver
maakte zich Zondagmiddag met vele
dames en heeren, leden der hofhouding
en genoodigden, met schaatsenrijden op
de gereserveerde ijsbaan achter het Huis
ten Bosch te 's-Gr avenhage.
De Koningin-Regentes deed intusschen
eene wandeling in den tuin van hel huis
ten Bosch. Langs het Bezuidenhout slon
den honderden naar het rijden van H.
M. te kijken.
Uit goede bron verneemt de N. R.
Ct., dat de koloniale reserve met een 2e
reconvalescenlen-compagnie te Zulfen zal
worden uitsehreid, waarhij vooral de uit
Indrë teruggekeerde artilleristen zullen
worden ingedeeld.
Joliami» van Wonde.
Volgens bericht uit Haarlem aan de
N. R. Ct. werd Zaterdag weder instructie
gehouden in de vergiftigingszaak van
Kiommenie.
Het bevestigde zich, dat de instructie
was overgebracht op een geheel ander
terrein. De vensloop van de huishoud
ster, in deze zaak betrokken, werd name-
Ijjk aan een ernstig onderzoek onderwor
pen. Verschillende personen te Haarlem,
die haar man vroeger, toen zij te Haar
lem woonde, kennen, zijn bij den rechter
commissaris geroepen. Door vele getuigen
zou hare waarheidsliefde zeer in twijfel
worden gelrokken.
Bloedvergiftiging.
De 24-jarige zoon van een veehouder
te Wjjk bij Heusden kreeg bij het slach
ten eener koe eene kleine wond in den
arm. Enkele dagen daarna zwol de arm
op, de ontboden geneesheer constateerde
bloedvergiftiging en achtte eene operatie
noodig. Na deze in het ziekenhuis te
Utrecht ondergaan te hebben, werd de
toestand van den patiënt toch erger en
is hij overleden.
Luitenant J. Dorré, van het 5e
regiment infanterie hier, wordt gedeta
cheerd bij de Koloniale reserve te Nij
megen.
De zilveren medaille voor 24 jarigen
trouwen dienst werd hier j.l. Maandag
op plechtige wijze uitgereikt aan den adj.-
onderofficier A. van der Meulen, van het
5e regiment infanterie.
De Kerstdagen brachten ons ijs, dat
nu voor een groot gedeelte reeds weder
verdwenen is. Hoe kort dan ook van
duur, had het onze gemeente bijna een
slachtoffer gekost,
Zaterdagnamiddag n.l. had het zoontje
van B. wonende aan het groote Spui, het
ongeluk in een bjjt aan de Singelgracln
te vallen. Een voorbijganger gewaar
schuwd door buren, die het ongeluk van
huis uit hadden opgemerkt, mocht het
genoegen smaken den knaap te redden.
In het St. Pieters- en Bloklands gasthuis
werden de levensgeesten van de totaal
bewusteloozen weder opgewekt, waarna
hjj door zjjn redder werd thuisgebracb'..
Ljjst van trieven, geadresseerd aan
onbekenden, verzonden van het postkan
toor te Amersfoort over de maar.d Nov.
1895.
ten Brinke. Almeloo.
Grootheest-Nijhoer. Amsterdam.
J. J. v. Hoogstraten. Deventer.
N. ter Berg. Groningen.
H. Gerve. Soest.
Buitenland.
E. Heeck. Engeland.
De oorlog der toekomst.
Met een enkel woord is reeds melding
gemaakt, van wat Edison, althans volgens
de New-York Herald, wil doen, indien
het tot een oorlog tusschen Engeland en
de Ver. Staten mocht komen.
»Er is," zeide de ingenieur, «slechts
een oorlog noodig, ten einde zulk een
stroom van vernielende werktuigen te doen
ontstaan, dat de wereld daarover verbaasd
zal staan. Een veldslag tusschen twee
groote legers is niet eens noodig. Een
handvol mannen is voldoende, cm een
geheel leger weg te Tagen, en wel met
behulp van de electriciteit, die het water
nog tot een doodelijker wapen kan maken
dan kogels. Ik heb een werktuig uilge
vonden, waardoor water tot op een groo-
ten afstand kan worden geworpen en
water, geladen met 5000 volts, kan een
geheel leger doen wegstuiven als kaf.
De eenige vraag is, tot hoever het water
kan worden geworpen."
«Verder heb ik kabels uitgevonden, die
gelegd kunnen worden om een belegerde
stad en welke ieder met den dood drei
gen, die het waagt ze te passeeren. En
daarbij zijn deze kabels zóó goed ver
borgen, dat niemand ze kan ontdekken,
voordat het te laat is.
Ook heb ik electrische ketens, welke
onder een aanrukkend leger kunnen wor
den geworpen. Deze kettingen zjjn van
verschillende lengte en aan het einde
verbonden aan de draden eener dynamo,
terwijl het andere einde geplaatst is in
een kanon. Wanneer deze kanonnen
worden afgeschoten, wordt de geheele lucht
gevuld neet kettingen, die, evenals groote
slangen, eiken vijand kunnen vernietigen.
Voorts heb ik nog eene «helsche lucht-
machine," welke kan worden gebracht
naar de plaats, waar zij gebruikt moet
worden en die men op een gegeven
oogenblik kan laten ontploffen, nadat zij
los is gemaakt van de ballon. Onderstelt
eens, dat er 50 van die machines worden
losgelaten, elk geladen met 500 pond
dynamiet. Het is dan niet eens noodig,
dat het schip hetwelk men wil vernielen,
daardoor wordt getroffen. Alleen het
geweld der ontploffing zou elk vaartuig,
dal zich bevindt in de nabijheid van de
plek, waar het dynamiet neerkomt, on
middellijk doen zinken.
>Ook is het stelsel der watertorpedo's
voor verbetering vatbaar. Een kabel,
zonder eind, werkende om een rad, zou
gelegd kunnen worden op den bodem
van een kanaal bij den ingang van een
onzer havens, en zou in beweging kun
nen worden gehouden, terwijl er een
aantal torpedo's aan verbonden zijn. Een
paar van die kabels, op verschillende
plaatsen gelegd, zouden elke haven on
toegankelijk maken. Dergelijke kabels
zijn gereed en kunnen zoo noodig mor
gen gelegd worden.
»Eene andere uitvinding door mij ge
daan, is het kanon, waarmede dynamiet
kan worden afgeschoten. Feiteljjk zijn
het vier kanonnen in één, in elkaar ge
schoven, zoodat de monden een rij van
cirkels vormen. Deze worden geladen en
samen afgeschoten. De steun der drie
buitenste kanonnen geeft aan het bin
nenste een voldoende kracht om den
schok door de dynamiet-ontplofflng ver
oorzaakt, te weerstaan.
»Dan ben ik bezig met proefnemingen
met een dubbel kanon, waarmede een
bom 24 mjjlen ver kan worden gewor
pen. Het dynamiet-kanon is spoedig klaar,
is niet duur en een machtiger wapen
dan een der tot nu toe bestaande ka
nonnen.
«Dit alles" aldus besloot Edison
«zijn nog slechts enkele van de uitvin
dingen, welke ik heb gedaan, teneinde
daarvan in tjjd van oorlog gebruik te
maken."
Geen worder derhalve, dat er, geljjk
de ingenieur zeide, vreemde dingen zullen
vertoond -jvorden, indien het inderdaad
tot een ^orlog mocht komen.
Een onaangename vergissing.
Een slager kreeg dezer dagen uit Gor-
redijk een telegram van een grooten
afnemer, waarin werd verzocht meer
vleesch te zenden. Oogenblikkelijk voerde
hij deze orde uit, maar spoedig kwam
de vraag wat die zending beteekende
want dat men juist geen vleesch noodig
had. Bij onderzoek bleek een leerling-
telegraffst de schuldige.