Gemengd Nieuws. BUITENLAND. BINNENLAND. Plaatselijke berichten vragen Mr. Wouters. Ik heb mijn leveD voor u veil. Ook uw eer Jan? vroeg Mr. Wouters. Jan antwoordde niet oogenblikkelijk, doch overpeinsde. Zoo 't hoog noodig is, ja meneer. Nu luister dan mijn kind. Sedert vijftig jaren heb- ben wy, mijn vader en ik, de magazijnen en fabrieken te B. geassureerd. Plotseling zjjn die overgegaan by uw patroon. Wat kan hiervan de reden zijn? Ik verlang daarom van u dat ge in de boeken ziet, of hy misschien voor lagere premie werkt. God, 't kan niet zijn riep by uit, een zoo eerlyk man, en toch! Heuvel boog 't hoofd. O GodMeneer, 't is vreese lyk wat u my daar vraagt. Doch ik zal 't doen. Wie zou de arme weduwe en wees hebben verzorgd, zoo u er niet waart geweest. Bovendien 't kan niet waar zyn, 't is totaal onmogelyk, dan zou de stralenkrans van zoo hoog opgevyzelde plichtsbetrachting versmelten als sneeuw door de zon. Den volgenden dag zag Jan, die aan de balans bezig was, dat zyn patroon tegen lagere premie had geassureerd. Hy had echter den moed niet dit aan den heer Wouters te zeggen. Hy wendde een lichte ongesteldheid voor, en kwam niet aan de beurs. Doch den daaropvolgenden dag vroeg Mr. Wouters. Wel Jan, hebt ge 't voor my nagezien O! God meneer, verraad my niet, ge zoudt my zoo ongelukkig maken. Ja 't is zooals u veronderstelde. Die be drieger, die huichelaar, riep Mr. Wouters uit, hy was doodsbleek geworden, doch verwijderde zich stilzwijgend. Zoo brak Oudejaarsdag aan. Jan zou met zyn moeder den avond by Scheepmaker door brengen. Hy kwam als gewoonlijk tegen negen uur aan het kantoor en wilde voor zyn lessenaar plaats nemen, toen de kan toorknecht binnentrad en meneer Heuvel verzocht even by meneer te komen in zyn particuliere spreekkamer. Jan ont stelde. Wat zou zyn patroon hem te zeggen hebben. Jan klopte aan, forsch klonk 't ,,binnen:'. Mr. Scheepmaker zat kaarsrecht voor zyn bureau, geen spier van zyn gelaat verried eenige aan doening. Mr. Heuvel, ik betreur 't ten zeerste u te moeten zeggen, dat er op myn kantoor geen plaats meer voor u is. 't Is natuurlijk geheel overbodig er aan toe te voegen, dat er van een huwelijk tusschen u en myn dochter geen sprake kan zyn. Ik zal haar laten binnenkomen om u uw ring terug te geven. Gelukkig is de zaak nog niet ruchtbaar, voegde hy er aan toe. Jan was verbrijzeld. Emmy verloren voor altijd, dat was zyn eenige gedachte. Vader, hebt u my laten roepen, vroeg Emmy. Ja Emmy, en ik durf hopen dat ge zult handelen als een verstandig meisje. Jan Heuvel kan uw echtgenoot niet worden. Hy heeft 't in hem gestelde vertrouwen geschonden. Vader! vader! wat heeft hy dan toch misdreven? Wat hy heeft misdreven? Hy heeft my myn eerljjken naam ontstolen? Jan antwoord dan toch, is 't waar? Hebt ge myn vader belasterd? maar dat is onmogelyk. Wee my, wat ik deed was zeer slecht, doch ik heb de waarheid gezegd, hy wilde voortgaan, toen Scheepmaker hem 't zwygen oplegde. Geen woord verder, vrouwen hebben geen verstand van zaken. Emmy geef uw ring terug aan den heer Heuvel. Myn verlovingsring vader nooit! nooit! Zoo de dood ons niet scheidt, wordt ik Jan's vrouw. Scheepmaker sidderde van woede. Ge kunt vertrek ken meneer Heuvel, en zoo ge 't ooit waagt, verdere betrekking met mijn doch ter te onderhouden, zal 't uw schuld zyn als ik haar als een vreemdelinge ga be schouwen. Jan snelde naar Mr. Wouters. O! meneer, wat hebt u gedaan, stot terde Jan. Bedaar jongen ik zal je aan een betrekking helpen, doch wees kalm en luister. Ik ben driftig zooals ge weet. Toen ik gisteren den heer Scheepmaker op de beurs zag, kon ik my niet bedwingen, ik wierp hem in byzjjn van eenige assuradeurs zyn laag hartige daad naar 't hoofd. 't Leven werd ondragelijk voor Emmy, mevrouw en Sien waren dezelfden niet meer. Eindelijk kwam het hooge woord er uit. Emmy wilde trouwen. Nimmer uit myn huis, zeide Scheepmaker, en on danks 't gejammer van Mevr. en Sien, trouwde Emmy, in alle eenvoud, uit 't huis van Jan's tante. Zes jaren waren verloopen, op den Oudejaarsavond, toen Sien en Bet in de keuken voor hun bjjbel zaten. Mevr. bewoog zich in 't rjjk gemeubeld ver trek; tranen vloeiden langs haar wangen, zjj was door verdriet oud geworden. Zacht snikkend stamelde zyVader! Vader! Wat is er vrouw? Vader mag ik er een van lezen? Nooit! Nooit. Vader zy is toch ons eenigst kind. Wij hebben geen kind meer. Emmy, had driemaal sedert haar huwelyk geschre ven, volgens Sien, die er meer van scheen te weten, om de geboorte van drie kin deren te melden, de laatste was een zoon. zijn, genoegen scheppen in de omgeving van dat soort, waaronder ik veronderstel dat Mevrouw de Marsal behoort gerang schikt te worden, en het zoude werke lijk hardvzijn indien men hen de genoe gens van) een aangenamen eri verstan- digen omgang verbood." Wordt vervolgd.) Scheepmaker had de brieven ongeopend laten liggen. Hol klonk de bel door de marmeren gang. Bet bracht een brief binnen voor Mevr. Compliment van de Wed. Wouters zeide zy. Mr. Wouters was in dien tusschentyd gestorven Mevr. barstte al lezende in snikken los: ze reikte den geopenden brief aan haar man toe, en verplichtte hem te lezen. 31 Dec. 189 Geachte Mevrouw! Ik acht 't mjj tot plicht u mee te deelen dat uw dochter zwaar ziek is, ook schynt zy in financieele moeielykheid te verkeeren, daar haar man my heelt geschreven om de twintig gulden, die ik haar schuldig ben voor naailoon. Gelooft my steeds, Uwe toegenegene Marie. Nu was 't gedaan met Mevr's. geduld. Haar Emmy, haar eenig kind moest naaien, om er iets by te verdienen, dat was te veel. Zy drukte op de schel. Bet kwam binnen. Bet. bestel dadelijk een coupé, en laat Sien binnenkomen zeide Mevr. Sien, klonk 't bitter van Mevr's. lippen, waar woont iiiiju kind? Sien keek beteuterd naar meneer. Op de van Lennepkade Mevr. Zet je hoed op oude ziel. Wij gaan er te zaam naar toe. Mr. daar wees zy naar haar man, heeft geen kind, dus hy zou moeielyk mee kunnen gaan naar 't ziekbed van een vreemde vrouw. Als door een adder getroffen stond hy op. Myn jas, mijn hoed, gij vrouwen blyft hier, ik ga alleen. Juist elf uur schelde Scheepmaker aan een net bovenhuis aan de van Lennep kade. Toen de deur was opengetrokken, stapte hy moedig naar boven. Heuvel stond boven aan den trap. Was dat die blozenden jonkman? Hadden zorg en verdriet zuïke rimpels gegroefd op zyn schoon mannelijk gelaat? Meneer, met wie heb ik de eer te spreken zeide hy. Wy zyn niet gewoon, zoo laat bezoek te ontvangen, vooral niet op dezen avond die ik gaarne in familie doorbreng, hy drukte sterk op 't woord familie, daarbij myn vrouw is pas hersteld van een zware ziekte en dus nog zeer zwak. Goddank! juichte Scheepmaker, is zy aan de beter hand. Mr. ging Heuvel voort, ik kan my onmogelyk begrijpen waarom u hier over zoo verheugd zyt. Maar Jan, zy toch myn eenigst kind. U schijnt op een dwaalspoor meneer, myn vrouw is even als ik vaderloos, haar vader is reeds zes jaar dood. Uw trek ken brengen my werkelijk haar vader in herinnering. Hy was myn patroon, een hardvochtig, liefdeloos man, doch komt u enkele oogenblikken binnen. Heuvel liet Scheepmaker in een kabi netje dat op den gang uitkwam; hy bood hem echter geen stoel aan. Ik werd na twaalf jaar, vol ijver en trouw wegge jaagd, ging Heuvel voort, omdat ik iets bad verklapt uit de boeken; zeker was 't een onedele daad, doch ik had alles te danken aan den man, voor wie ik die daad beging, veel verontschuldigingen waren by te brengen, doch 't kan u weinig interesseeren, niet waar meneer? Ga voort, ga voort, zeide Scheepmaker. Zijn eenig kind had my lief, hy verjoeg en verstootte haar, omdat zy haar woord estand hield. Driemaal deelde zy hem e geboorte van een kind mede, doch liet niets van zich hooren, zelfs niet toen zy hem meldde, dat zy de laatste, een zoon, naar die wreedaard had genoemd. Kan er deugdelijker bewijs voor zyn dood zyn. Scheepmaker zeeg als ver pletterd op een stoel néér. Vergiffenis Jan, steunde Scheepmaker. Waar is mijn kleinzoon? Mr ik vermeende u te heb ben gezegd dat ons beider vader dood iswaar geen vader is, kan ook geen grootvader zijn. Vergiffenis Jan, kermde Scheepmaker opnieuw Nooit! Nooit! Mr. Scheepmaker, bracht Heuvel hakke lend uit. Doch voor uw vertrek, wil ik u nog zeggen, dat myn grootste misdaad daarin bestond u den aureool te hebben ontrukt, u te hebben doen kennen als een mensch met dezelfde zwakheden als ieder ander. En nu moet ik u beleefd verzoeken te vertrekken. Emmv die alles had gehoord, strompelde zoo goed haar zwakte dit toeliet 't kabinetje bin nen, aan iedere hand hield zij een aller liefst meisje. Vier knietjes hogen zich voor den verbitterden man, de mondjes stamelden voorgezegd door moeder. Ver giffenis voor Opa. Den volgenden Oudejaarsavond ontving Scheepmaker's cliënteele een circulaire dat Heuvel als compagnon was opge nomen. S. v. S. Zondag was prins Hohenlohe, de te Weenen vertoevende Duitsche rijkskan selier, in den Hofburg de gast van keizer Frans Jozef. Geen wonder dus, dat het bezoek van den prins door de bladen nog algomeen wordt besproken. De Wnener correspondent van de »Köl- nische Zeitung" komt er tegen op, da( aan deze conferenties ernstige politieke beteekenis moet worden gehecht. Immers, prins Hohenlohe had met zijne gemalin de Kerstdagen in Boheme doorgebracht en werd in het najaar, toen hjj te Aus- see was, door graaf Culochowsky bezocht. Daarom wilde de kanselier, nu hij op Oosterijksch gebied was, niet naar Berlijn terugkeeren, zonder het bezoek van graaf Coluchowsky beantwoord te hebben. Dat beide staatslieden zeker van ge dachten hebben gewisseld over den toe stand in het Oosten, wordt door dezen correspondent erkend, maar, voegt hij er bij, het is eene uitgemaakte zaak, dat daarbij niet over eenige buitengewonen maatregel is gesproken. Op Cuba schijnt een ernstigen strijd op handen, wellicht meer beslissend, dan de guorilla-gevechten, waai toe de oorlog zich tot dusver bepaalde. Nadat Maxima Gomez met zijne 12,000 man den aanval tegen Havana moest op geven, was zijn voornemen, naar de pro vincie Matanzas terug te keeren. Maar schalk Martinez liet toen de Cubanen krachtig vervolgen, inet het doel, om hun den terugtocht af te snijden. Of dit plan zal gelukken, zal afhangen van het resultaat van den veldslag, die dezer dagen tusechen Gomez en geneiaal Val- dez wordt verwacht. Ook in Abessinië wordt spoedig een beslissende slag verwacht tusschen de Italianen en koning Meneliks troepen, en wel in de nabijheid van Adigrat. Nu reeds heeft generaal Baratieri daar 7000 man bijeen, want daar dit het meest bedreigde punt is, worden alle troepen, die te Massowah ter beschikking zijn, zoó snel mogelijk daarheen gezonden. Men vertrouwt te Rome, dat generaal Baratieri er in zal slagen, Ras Makon- nens troepen te verslaan. Voor de duur zaamheid van het ministerie Crispi is natuurlijk de aard der tijdingen uit Eryt- hraea van even groot belang als voor eenige maanden die uit Madagascar voor het Fransche roinisterie-Ribot. De heer Crispi is nog te Napels, maar keert den lsten Januari naar Rome terug, ten einde de nieuwjaars-receptie in het Quirinaal bij te wonen. Fooien en de Rijkspostspaar bank. De fooienquaestie is oud en afgezaagd Veel is daarover en daartegen reeds ge schreven. Dat de schaduwzijde er niet minder om wordt, wanneer de vrijheir om goedhar tig en liefdadig te zijn ontaardt in een soort van dwang, zal wel algemeen worden toegegeven. Ook de meening. dat aan hetgeen vaak de sleur en een soort van zfatsoen" hebben gesticht een einde moet worden gemaakt, zal zeker door velen worden gedeeld. Nog altijd is bijv. niet uitgemaakt, waarom zoo vrager, wij met anderen de bezoekers van koffiehuizen en loge menten zedelijk gedwongen zouden zjjn om de bedienden dier inrichtingen op hunne kosten te onderhoudenwaarom eene belasting van in vele gevallen tot 30 a 50 pCt. op de consumptie behoort te worden gelegd. Gewoonte; men wil niet anders dan de rest zijn, niet exotisch schijnen, geeue uitzondering maken, niet voor kaal door- gaun, geen gek figuur slaan. En men doet als anderen. Dwaasheid! Er bestaat echter een zeker gebruik, dat, hoewel aan het fooien-stelsel verwant toch, o. i., meer verdedigbaar toeschjjnt dan dr slaafsche gewoonte, waarop hier vóór wordt bedoeld. Het gebiuik name lijk om bij het ontvangen van rekening- gelden eene fooi aan den brenger of de brengster, onzen bedienden, te geven; hen bij jaardagen, né den schoonmaak, op St. Nicolaas-, kermis-, Nieuwjaarsdag of andere feesteljjke gelegenheden geldelijk te bedenken. De gever van de fooi, of, deftiger, van de douceur, zal, het stoffelijk belang van den begiftigde voor oogen houdende, méér dan mders van zijne mildheid ge noegen smaken, wanneer hij zich hiertoe van de spaarbank bedient. Inderdaad mag reeds worden gewezen op het verblijdend feit, dat menige gift van dien aard door de zorg van Mevrouw, Mijnheer of Patroon, op een postspaarbank boekje werd ingeschreven, en menige bediende, langs dien weg, jaarljjks een aardig sommetje bespaard kreeg, te zijner tijd geschikt om nuttig dienst te doen. Die" stuivertjes, dubbeltjes er. kwartjes, anders zoo lichtelijk door de vingers weg rollende, kunnen, goed bewaard, verras singen bereiden, en juist op oogenblikken, waarop ze goed te pas komen. Bedreigt een afgedragen rok elk oogen- blik den dienst op te zeggen, 'l spaar bankboekje komt geruststellend een andere brengen; begint een japon of jas aanspraak op rust te maken, 't boekje zendt er een thuis, zonder het evenwicht tusschen uitgaven en week- of maandgeld te verbrekenheeft men 't voorrecht den jaardag van vader pf moeder te herden ken, de koperen of zilveren bruiloft te vieren, het boekje zogt, dat de herinne ring aan het genoegen niet wordt vergald door akelige naweeën; desgelijks brengt het uitkomst, winneer een of ander meu belstuk vernieuwing vraagt. Zoo zijn de voorbeelden maar voor 't grijpen. Met dergelijke gevolgen voor oogen komen we er al vast toe, de medewer king in te roepen van allen, die het wel met hunne dienstboden en bedienden meenen, om te zorgen, dat het zooge naamd zverval" den weg vindt naar de spaarbank. Dien maatregel, welke bij velen reeds eene goede gewoonte geworden is en vaak uitstekende diensten bewees, zouden wij wenschen algemeen gevolgd te zien. Als vanzelf spreekt, verdient het even eens aanbeveling in voormelden vorm, ook geldgeschenken aan kinderen en extra-toelagen aan aibeiders te geven. Dit kan ook een begin van aanmoedi ging tot verder sparen zijn, want in den regel zal men zien, dat wie eenmaal een spaarbankboekje heeft, voortgaat met sparen. De Postspaarbank werkt overigens een voudig genoeg en vordert zóó weinig tijd en moeite van lien, die zich voor het hier opgeworpen denkbeeld wenschen te interesseeren, om te mogen verwachten dat, nu Nieuwjaar voor de deur staat, de Januari-statistiek van die instelling zal doen zien, hoezeer die giften wederom in klimmende mate den weg naar de spaarbank hebben gevonden. Even een loopje naar het naastbjjzjjnde postkantoor, daar den naam opgegeven van den persoon, te wiens behoeve een boekje verlangd wordt, verder zijne hand- teekening gedeponeerd, het toegedar.ht geldgeschenk afgedragen, en ge hebt wellicht op stoffelijk en zedelijk gebied den grondslag gelegd van veel go'eds en misschien afgehouden van veel kwaads. In het belang der goede zaak geven wij ten slotte in overweging: zijne gave te doen vergezeld gaan van den beken den, nuttige en practische wenken be- vattenden, Spaarbankgids, die bij de postkantoren tegen 10 cents verkrijgbaar is, en op alle vragen, de Rijkspostspaar bank betreffende, een duidelijk antwoord geeft. H. M. Koningin Wilhelmina ver maakte zich Zondagmiddag met vele dames en heeren, leden der hofhouding en genoodigden, met schaatsenrijden op de gereserveerde ijsbaan achter het Huis ten Bosch te 's-Gr avenhage. De Koningin-Regentes deed intusschen eene wandeling in den tuin van hel huis ten Bosch. Langs het Bezuidenhout slon den honderden naar het rijden van H. M. te kijken. Uit goede bron verneemt de N. R. Ct., dat de koloniale reserve met een 2e reconvalescenlen-compagnie te Zulfen zal worden uitsehreid, waarhij vooral de uit Indrë teruggekeerde artilleristen zullen worden ingedeeld. Joliami» van Wonde. Volgens bericht uit Haarlem aan de N. R. Ct. werd Zaterdag weder instructie gehouden in de vergiftigingszaak van Kiommenie. Het bevestigde zich, dat de instructie was overgebracht op een geheel ander terrein. De vensloop van de huishoud ster, in deze zaak betrokken, werd name- Ijjk aan een ernstig onderzoek onderwor pen. Verschillende personen te Haarlem, die haar man vroeger, toen zij te Haar lem woonde, kennen, zijn bij den rechter commissaris geroepen. Door vele getuigen zou hare waarheidsliefde zeer in twijfel worden gelrokken. Bloedvergiftiging. De 24-jarige zoon van een veehouder te Wjjk bij Heusden kreeg bij het slach ten eener koe eene kleine wond in den arm. Enkele dagen daarna zwol de arm op, de ontboden geneesheer constateerde bloedvergiftiging en achtte eene operatie noodig. Na deze in het ziekenhuis te Utrecht ondergaan te hebben, werd de toestand van den patiënt toch erger en is hij overleden. Luitenant J. Dorré, van het 5e regiment infanterie hier, wordt gedeta cheerd bij de Koloniale reserve te Nij megen. De zilveren medaille voor 24 jarigen trouwen dienst werd hier j.l. Maandag op plechtige wijze uitgereikt aan den adj.- onderofficier A. van der Meulen, van het 5e regiment infanterie. De Kerstdagen brachten ons ijs, dat nu voor een groot gedeelte reeds weder verdwenen is. Hoe kort dan ook van duur, had het onze gemeente bijna een slachtoffer gekost, Zaterdagnamiddag n.l. had het zoontje van B. wonende aan het groote Spui, het ongeluk in een bjjt aan de Singelgracln te vallen. Een voorbijganger gewaar schuwd door buren, die het ongeluk van huis uit hadden opgemerkt, mocht het genoegen smaken den knaap te redden. In het St. Pieters- en Bloklands gasthuis werden de levensgeesten van de totaal bewusteloozen weder opgewekt, waarna hjj door zjjn redder werd thuisgebracb'.. Ljjst van trieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden van het postkan toor te Amersfoort over de maar.d Nov. 1895. ten Brinke. Almeloo. Grootheest-Nijhoer. Amsterdam. J. J. v. Hoogstraten. Deventer. N. ter Berg. Groningen. H. Gerve. Soest. Buitenland. E. Heeck. Engeland. De oorlog der toekomst. Met een enkel woord is reeds melding gemaakt, van wat Edison, althans volgens de New-York Herald, wil doen, indien het tot een oorlog tusschen Engeland en de Ver. Staten mocht komen. »Er is," zeide de ingenieur, «slechts een oorlog noodig, ten einde zulk een stroom van vernielende werktuigen te doen ontstaan, dat de wereld daarover verbaasd zal staan. Een veldslag tusschen twee groote legers is niet eens noodig. Een handvol mannen is voldoende, cm een geheel leger weg te Tagen, en wel met behulp van de electriciteit, die het water nog tot een doodelijker wapen kan maken dan kogels. Ik heb een werktuig uilge vonden, waardoor water tot op een groo- ten afstand kan worden geworpen en water, geladen met 5000 volts, kan een geheel leger doen wegstuiven als kaf. De eenige vraag is, tot hoever het water kan worden geworpen." «Verder heb ik kabels uitgevonden, die gelegd kunnen worden om een belegerde stad en welke ieder met den dood drei gen, die het waagt ze te passeeren. En daarbij zijn deze kabels zóó goed ver borgen, dat niemand ze kan ontdekken, voordat het te laat is. Ook heb ik electrische ketens, welke onder een aanrukkend leger kunnen wor den geworpen. Deze kettingen zjjn van verschillende lengte en aan het einde verbonden aan de draden eener dynamo, terwijl het andere einde geplaatst is in een kanon. Wanneer deze kanonnen worden afgeschoten, wordt de geheele lucht gevuld neet kettingen, die, evenals groote slangen, eiken vijand kunnen vernietigen. Voorts heb ik nog eene «helsche lucht- machine," welke kan worden gebracht naar de plaats, waar zij gebruikt moet worden en die men op een gegeven oogenblik kan laten ontploffen, nadat zij los is gemaakt van de ballon. Onderstelt eens, dat er 50 van die machines worden losgelaten, elk geladen met 500 pond dynamiet. Het is dan niet eens noodig, dat het schip hetwelk men wil vernielen, daardoor wordt getroffen. Alleen het geweld der ontploffing zou elk vaartuig, dal zich bevindt in de nabijheid van de plek, waar het dynamiet neerkomt, on middellijk doen zinken. >Ook is het stelsel der watertorpedo's voor verbetering vatbaar. Een kabel, zonder eind, werkende om een rad, zou gelegd kunnen worden op den bodem van een kanaal bij den ingang van een onzer havens, en zou in beweging kun nen worden gehouden, terwijl er een aantal torpedo's aan verbonden zijn. Een paar van die kabels, op verschillende plaatsen gelegd, zouden elke haven on toegankelijk maken. Dergelijke kabels zijn gereed en kunnen zoo noodig mor gen gelegd worden. »Eene andere uitvinding door mij ge daan, is het kanon, waarmede dynamiet kan worden afgeschoten. Feiteljjk zijn het vier kanonnen in één, in elkaar ge schoven, zoodat de monden een rij van cirkels vormen. Deze worden geladen en samen afgeschoten. De steun der drie buitenste kanonnen geeft aan het bin nenste een voldoende kracht om den schok door de dynamiet-ontplofflng ver oorzaakt, te weerstaan. »Dan ben ik bezig met proefnemingen met een dubbel kanon, waarmede een bom 24 mjjlen ver kan worden gewor pen. Het dynamiet-kanon is spoedig klaar, is niet duur en een machtiger wapen dan een der tot nu toe bestaande ka nonnen. «Dit alles" aldus besloot Edison «zijn nog slechts enkele van de uitvin dingen, welke ik heb gedaan, teneinde daarvan in tjjd van oorlog gebruik te maken." Geen worder derhalve, dat er, geljjk de ingenieur zeide, vreemde dingen zullen vertoond -jvorden, indien het inderdaad tot een ^orlog mocht komen. Een onaangename vergissing. Een slager kreeg dezer dagen uit Gor- redijk een telegram van een grooten afnemer, waarin werd verzocht meer vleesch te zenden. Oogenblikkelijk voerde hij deze orde uit, maar spoedig kwam de vraag wat die zending beteekende want dat men juist geen vleesch noodig had. Bij onderzoek bleek een leerling- telegraffst de schuldige.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 2