Plaatselijke berichten Ingezonden. Goddard genaamd, zonder dat deze er echter iets van bemerkte. Daarentegen had een buurman liet voorval bespeurd en den volgenden morgen ging hij in het land ran zijn huurman en groef den steen uit. Dit gelukte hem en hij vond ook een kooper die er hem een niet geringe som voor betaalde. Maar toen de ei genaar van dezen voordeeligen ver koop hoorde, eischte hij het geld voor zich. De andere weigerde en een proces was het gevolg. Hierbij werden door de rechtbank de volgende vragen opgewor pen1. Behoort een meteoor, die uit den hemel valt, aan den eigenaar van het land, waarin hij gevallen is, in overeenstemming met de leer, dat alles aan den grond behoort, wat in dien grond vast zit? 2. Of behoort hij aan hem, die hem het eerst vindt, in overeenstemming met den regel, dat de meteoor zou behooren tot de massa voorwerpen op de aarde, die aari niemand toebehooren. De rechtbank besliste bevestigend op de eerste vraag en bepaalde alzoo, dat de eigenaar van den grond ook eigenaar is van den meteoor, die er op neervalt. Maar daarmee was het niet uit, want nu kwam de fiscus en eischte van den ge lukkigen bezitter van den meteoor 40 pet. van de waarde van den steen, we gens uitvoering van buitenlandsch ijzer in de Vereenigde Staten. De levensduur van den inenscli. We hebben onlangs in dit blad een artikeltje gegeven over oude menschen. Wij konden daarbij slechts enkele voor beelden aanhalen, die echter met vele te vermeerderen zijn. Oude menschen wek ken altijd belangstelling; dat is nog zoo, maar was in de oudheid ook reeds zoo. De groote cjjfers uit de grijze oudheid moet men echter niet al te lichtvaardig gelooven, zoo zal er wel heel wat over drijving in zijn, als Xenophon een Syri- schen koning den leeftijd geeft van 600 jaar en diens zoon zelfs 800 jaar laat worden. Gedeeltelijk echter moet men deze hooge cijfers toeschrijven aan een andere tijdrekening dan de tegenwoordige. Sommige volken berekenden den winter voor een jaar en den zomer ingelijks. Bij de Arcadièrs gold elk jaurgetijde voor een jaar; anderen wederom beperkten het tot een maansomwenteling. Op deze wijze laten de onmetelijke ge tallen, die den levensduur der eerste menschen aangeven, zich verklaren. Onderscheidene hijbeluitleggers hebben vastgesteld, dat het jaar voor Abraham's tijd slechts 3, na hem 8 en eerst sinds Jozefs tijd 12 maanden telde. De 930 jaar van Adam zouden aldus tot 232, de 969 van Melhusalem tot 242 en de 950 van Noach tot 237 jaren gereduceerd worden. Wat men ook tegen deze op vatting moge aanvoeren, is zij toch altijd te verkiezen boven de verklaring van BulTon, die aannam, dat het menschelrjk licha im vóór den zondvloed, toen de aarde nog niet haar normale vastheid verkre gen had, grooter was gegroeid en dus langer heeft kunnen leven. Hoe het ook zij, na Noach komen er geen voorbeelden van zulk een abnormalen levensduur meer in den bijbel voor. De merkwaardigste zijn deze: Abraham werd 175, Isaak 150, Jakob 145, Isrnaël 137, Sara 12/, Mozes 120, Jozef en Jozua 110 jaar oud. De getal len worden al kleiner en kleiner, hoe meer wij in de geschiedenis voorwaarts gaan en slechts bij wijze van uitzonde ring vermeld het eerste boek der Maka- beeërs, dat Antiochus Epiphanis op 149- jarigen leeftijd stierf. Verscheidene be roemde mannen ttit de Grieksche oud heid bereikten een hoogen ouderdom. Epimenides van Kreta leefae 153, de sop hist Gorgias van Leonlium 107, Demo- kritos 109, de toonkunstenaar Xenophilos 105, Isokrates en de stoïcijn Zeno bijna 100 jaar. Tal van voorbeelden van een buitengewoon hoogen ouderdom onder de Romeinen woiden door Cicero en Plinius aangehaald. Ook aan honderdjarige vrou wen ontbreekt het niet. anders dan om mijn geluk te vinden, en het zjjne te verzekeren door onze weder- zijdsche liefde." Wat zal ik u zeggen? hoe zal ik u vertroosten, nijjne lieveling?" prevelt de Markiezin: «Gij weet dat ik mij niet vei heugde in het denkbeeld van uw hu welijk, dat ik er mjj zelfs vriendelijk tegen poogde te verzetten. Mijn beweeg reden was mijn vrees dat gebeuren zoude wat u heden treft. De zeden van het hof zijn niet rein zooals gij meer dan eens moet gezien hebben, mijn kind, wordt het geen schande gerekend als mannen en vrouwen, door huwelijksban den geketend, openlijk handelen alsof zulk een band voor hen niet bestond; vrouwen alsof het geene zonde ware de toewijding aan te nemen van andere mannen dan haar echtgenooten, mannen door de gelofte te vergeten welke zij aan liet altaar aflegden om slechts voor de vrouw hunner keuze te leven. Van af het oogenblik der troonsbestijging van den Keizer heeft de Hertog eerie hoofd betrekking aan het hof bekleedhij is een der eeisten geweest in de wereld der vreugdeofschoon hij voor het meeren- deel een man van onberispelijke eer is. schijnt hem gebrek aan trouw in den geest aan zijne vrouw (want ik kan niet aannemen dat hij u zoo diep beleedigd Een tooneelspeelster, Lucinia geheeten, trad nog op haar 100ste jaar voor het publiek op en een andere, Galerïa Copiola in haar 104de onder het consulaat van Pompejus en Sulpicius, 91 jaar na haar eerste optreden ónder Marius en Carbo. Bij een volkstelling onder Vespasianus en diens zoon woonden er te Parma ne gen burgers, die 120 en twee, die 130 jaar oud waren; Bij Piacenza eer. van 150, een van 131, vier van 120, zes van 110 jaar. Op de tellingslrjst der «Gallia cispadana" kwamen 54 personen van 100 14 van 110, twee van 125, vier van 130, vier van 135, drie van 140 jaar voor. Den middele- uwen, alsmede den renais sancetijd, ontbreekt het evenmin aan ge vallen van een abnormalen l-vensduur. Francis Bacon en de physioloog Haller hebben tal van voorbeelden bjjeeriverza meld. Haller telde meer dan duizend 100 tot HO jarigen, zestig 110- en tot 120jarigen, twintig 120- tot 130jarigen, vijftien 130- tot 140jarigen, zes 140- tot 150jarigen. Buiten deze grens, merkt de beroemde natuurvorscher aan, begint het gebied der fabel. Bacon deelt mede, dat bij het bloemen- feest in het graafschap Hereford acht grijsaards meedansten, die te zamen 800 jaren telden. In de «Galerij der honderd jarigen", die trouwen* niet van onjuist lieden valt vrij te pleiten, beschrijft Charles Lejancourt het leven van 120 personen, die meer dan 120 jaar geleefd hebben. Van 12, wier levensduur aan het fabelachtige grenst, stierf de jongste, George Wunder op 160jarigen leeftijd, de twee oudsten, Peter Czantou en bis schop Kentigren in den ouderdom van 185 jaar. Nog een buitengewoon voorbeeld van een lang leven levert Engelai.d in Henry Jenkens, geboren 1501 te Bolton, graaf schap York, gestorven 1670. Tot aan zijn stervensuur hield hij zich met de visch- vangst bezig en op zijn 100e jaar kon hij nog zwemmen. De Hongaar Johnn Rowin of Rowic, stierf in het jaar 1750. inden ouderdom van 172 jaar. Zijn vrouw Sara Dessen, is naar beweerd wordt, kort voor hem op 164-jarigen leeftijd overle den. Voorts woidt medegedeeld, dat zijn oudste zoon 125 jaar is geworden. Dit drietal herinnert sterk aan de familie Abraham. In Noorwegen stierf Jozef Surrington in het jaar 1790 op een leef tijd van luO jaar en alsof dit niet al wonderbaarlijk genoeg is, wordt er bij gevoegd, dal hij een oudsien zoon van 103 en een jongsten van 9 jaar achter liet. Frankrijk is rijk met honderdjarigen gezegend. For.tenelle, de geleerde en geestige geschiedschrijver van de Acadé mie des Sciences (geb. 1657, gest. 1757) is de eerste naam, waarop onze blik valt. In het jaar 1810 werd een arts, Du- fournel, op den leeftijd van 112 jaaraan Napoleon I voorgesteld. Hij had op zijn 100ste jaar zijn been gebroken, maar bleef nog langen lijd daarna leven. Op 23 Oct. 1789 werd een 120-jarig grijs aard uit het Jura-departement de Natio nale Vergadering binnengeleid. Hij dankte uit naam zijner medeburgers de Verga dering, dat «zij zijn vaderland van de banden der slavernij had bevrijd". Uit deze voorbeelden, waaraan wij geen ver dere wenschen toe te voegen, schijnt het te blijken, dat de mensch een leeftijd van 150 jaren kan bereiken. Dit zou dan echter het uiterste maximum zijn. Voorts zou met het oog op de talrijke gevallen van een 100-jarigen levensduur deze als de natuurlijke grens zijn aan te merken Amst. Crt. In zijn vroeger thuis. Op 16 Januari was hel een jaar ge leden, dat Casimir Périer zijn ontslag narn als president der Franschc Republiek. Den verjaardag van dien dag heeft de heer Casimir-Perier gedeeltelijk gevierd.... op het Elysée. Hij was op 16 Jan. on der de gasten van Félix Faure, die een receptie hield, en met het roode lint van het Legioen van Eer en sautoir liep de zou Ie hebben om zijn hartstocht vei der te doen gaan) misschien toe als eene vergeefelijke zonde, eene van welke hij het u zelfs kwalijk zoude nemen zoo gij haar scheent op te merken. Dat was de sterkste grond waarom ik er mij tegen verzette dal hij uw echtgenoot zoude worden." «01 grootmama, waarom helt gij mij niet gewaarschuwd «Ik had daartoe geen recht," antwoordt de Markiezin smartelijk »en daarbij mijn kind, zoudt gij niet naar mij geluisterd hebben. Een jong meisje dat liefheeft, kan een ieder mistrouwen, aan een ieder twijfelen behalve aan den mar: dien haar lift' t gekozen heeft. Zoozeer als ik weet dat gij mij hoogacht zoudt gij toch eer der gereed zijn geweest aan mijn be weegredenen en doel te twijfelen, dan aan hem. En ik kon het ook niet ver zekeren. Indien het mogelijk ware dat een man door eene vrouw bekoord zoude worden, scheen het mij toe dat het we zen moest door haar die in mijn liefheb bende oogen al de bekoorlijkheden ver eenigde welke eene vrouw aan een man dier'-aar maken." En de vriendelijke, oude vrouw buigt zich teeder tot de nog immer weenende Hertogin. »En toch," vopgt zij er bitter zuchtende oud-president rond door de zalen, die hij een jaar te voren zoo overhaastig verliet. Hij scheen zich nu volkomen thuis te gevoelen. De Figaro beweert zelfs dat het er iets van had, als nam Casimir- Périer de honneurs waar, terwijl de te genwoordige bewoner er een gast scheen te wezen. Naar wij vernemen bestaat bij de ondoroflicieren alhier in garnizoen het voornemen om op der, 7e Februari a.s. eene uitvoering te geven bestaande uit eene Soirée variée in de gioote zaal van Amicitia ten voordeele van de Vereeni- ging van gepensionneeide onderofficieren en minderen van het Nederlandsche Le ger (onderstand aan Militairen, gepension- neerd vóór de Wet van 1877 en hunne weduwen en weezen) Gaarne voldoen wij aan het verzoek om de belangstelling van onze lezers en lezeressen met een enkel woord op ie wekken. Het rijke en afwisselende programma dat ten gehoore zal worden gebracht belooft een genotvolle avond. Wij ver trouwen daarom, dat de lijsten die ter inteekening u worden aangeboden van vele handteekeningen zullen worden voor zien, opdat de Heeren onderofficieren eene ruime som kunnen afdragen aan het Hoofdbestuur der Vereeniging en met voldoening op hun streven kunnen terug zien. Ten slotte vermelden wij nog dat de Eerste Luitenant J. W. G. Peltzer van het 5e Regiment Infanterie de leiding van de uitvoering op zich heeft genomen. Voorloopig programma van de Soirée Variéé 7 Februari. 2* j Orkest Van Aken. 3. Schermvereen. E.M.M.A. Colonne degen. 4. den Heer van Hedel. Komische voordracht. 5. Zangvereeniging. Mannenkoor. 6. Schermvereeniging. Trekken degen, sabel en geweer. 7. den Heer van Hedel. Komische voordracht. 8. Zangvereeniging. Mannenkoor. 9. Schermvereeniging. Colonne geweer. PAUZE. 10. Orkest. Van Aken. Tot slot: 11. Een vrijage in het kamp. Kluchtspel in één bedrijf door E. Afman. De Commissie. Het Provinciaal reglement op het lijden met hondenwagens in dit gewest is thans afgekondigd. Het treedt in werking op der. 006ten dag na den datum van het Provinciaal-blad, waarin het op genomen is, dat is dus den zestienden Maart. De officier van gezondheid Ie klasse, dr. J. J. Rinkel, van het 5e regiment infanterie hier, die gedetacheerd was bij het Militair hospitaal te Utrecht lot het volgen van een cursus in chirurgie bij de Rijks Universiteit aldaar, is eervol van die detacheering ontheven wegens vertrek an prof. Von Eiselsberg, en naar hier teruggekeerd. Gaarne voldoen wjj aan een des betreffend verzoek van het bestuur o-n nogmaals de aandacht onzer lezers te vestigen op de nu twee jaar bestaande Amersfoortsche Scha ikvereeniging. In hel afgeloopen vereenigingsjaar werden be halve den jaarlijkschen algemeer.en wed strijd. uitgeschreven door den Neder- iandschen Schaakbond nog iwee onder linge wedstrijden voor de leden gehou den, waaraan vrjj algemeen werd deel genomen. In twee correspondentiepar tijen met de Leidsche Schaakvereeoiging werd door Amersfoort de zege bevochten. De vereeniging heeft dan ook naar buiten een zeer goeden naam, waarom het te meer jammer is dat zoovele schaakliefhebbers onder onze stadgenooten nog wijfelen om toe te treden. Teneinde het «onbe kend maakt onbemind" niet van toe passing te kunnen doen zijn op de veree niging heeft het bestuur wederom eene voor eenieder toegankelijke Simullaan- partij van een der meestera op schaak gebied in het vooruitzicht gestel 1 en herinnert zij er tevens nogmaals aan dat de gewone bijeenkomsten des Maandag- avonds te 8 uur in het Hotel «de Ver gulde Zwaan" altijd voor belangstellenden toegankelijk zijn. bij«zijt gij niet het eerste voorbeeld van een man die de teedere liefde eener reine vrouw ter zijde werpt voor de vluch tige gunsten eener ziellooze coquette. Eenmaal, mijn kind, zullen hem de oogen worden geopend draag gjj uw kruis geduldig voort in afwachting van die ure, en stel uw vertrouwen op God die alléén u helpen kan deze bittere smart te dra gen. Ach, vertrouw en bid I bid altijd, en ook ik zelve zal elk uur van den dag, elk uur van nachtwake voor u bidden, en misschien zal het den goeden God be hagen dezen bitteien drinkbeker van u voorbij te laten gaBn, of hem u tot zegen te doen worden." Maar de arme Viva wordt niet ver troost door de woorden hardr grootmoeder. Wordt vervolgd.) De eerste luitenant op non-activi teit K. F. Dil, is door den Minister van Oorlog weder in activiteit hersteld bij het 5e Regiment. Genoemde officier wordt ingedeeld bij het,4e bataljon van gemeld korps alhier in garnizoen. Aan de sergeanten J. de Vooght, D. Hendriks en L. A. Brok, allen van het 5e Regiment infanterie, is de bron zen medaille voor 12 jaren trouwen dienst toegekend, en op de gebruikelijke wijze aan de belanghebbenden uitgereikt. Het Lombokkruis, ingesteld bij Ko ninklijk Besluit van den 15 April 1895 No. 37, is toegekend aan den sergeant A. de Beer, de miliciens A. N. de Ruijter, '1. van Luit, J. Wjjnholds, G. G. Brugger en W. Nijkeuler, nllen van het 5e Re giment infanterie, die allen tijdens hunne detacheering bij het Leger in Oust-Indië aan de expeditie naar Lombok hebben deelgenomen. Vrouw A. wonende in de Wolker straat die zich Zondag door middel van ophangen van het leven wilde berooven, werd hierin nog bij tjjds verhinderd, dooi de buren die nog tijdig toeschoten. 350ste srAATN-IiO'fKBU. Vijfde of laatste klasse. Derde week. Trekking van 21 Jan. (975 Loten). Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen: Prijs ian f400 op No. 19834. Prijzen van f 70 10033 10036 10155 11413 11420 7801 17804 17855 17860 18554 18580 en 18614. Te zamen 13 prijzen. Zonder pi ijs zijn uilgetrokken. 8545 8547 8550 9506 10012 10019 10028 10-31 11434 11448 17818 17835 17836 17877 185j8 18611 18618 18028 en 19793. Geachte Redactie 1 Beleefd verzoeken wij u het volgende in uw veelgelezen blad te willen plaatsen. Naar aanleiding van hetgeen de heer D. Gerritsen, in de Raadsvergadering van 7 Januari j I. gesproken heeft, tot aanbeveling van het opnemen in de bestekken van de Gemeente van bepa lingen van een minimum-loon en maxi mum-arbeidstijd, waarin o. a. voorkomt: dat de meeste bazen zich tegen eene betere loonsregcling velzetten om te kunnen profiteeren van een bongetloon van 98 zelfs 7 cent en de Gemeente en de burgerij het volle loon plus de provisie in rekening brengt, en dat de bazen (dus allen) allerlei ongerechtigheid op hel werk en aan den winkel toela ten en jeuevei daar een eerste plaats in neemt Kunnen ondergeteekenden, namens de «Veieeniging van patroons uil alle bouw vakken," bij de grove beschuldiging aan hun adres genclit, zich niet onthouden een eri stig woord van protest daartegen te lichten en noodigen zij den lieer D. Gerritsen uit, bov ngenoetnde aan de werkbazen gerichte beschuldigingen te bewijzen. Zoo lang dit niet is geschiedt, beschul digen zij den heei D. Geriitseri, van eene geheele klasse burgers, wier vertegen woordiger hij in den Gemeentel aad even eens is, aldaar belasterd te hebben en zich niet te hebben ontzien om te trach ten door onwaarheden zijn doel te be reiken. Namens de Vereeniging van pa troons uit alle bouwvakken. Het Bestuur G PRINS, Voorzitter. J. G. VAN DER GEEST, Vice-Voorz. J. H. BROM, ie Secretaris. G. BLOK. 2e G. BLOEMINK, Penningmeester. J. VAN KEULEN, J. VAN DEN BERG. Amersfoort, 17 Januari 1896. Geachte Redactie Laat mij beginnen met u dank te zeg gen voor de gelegenheid die u me geeft om direct het ingezonden stuk der «Pa- troonsvereeniging" te beantwoorden, al ben ik niet gewoon me in 't publiek nog eens te verantwoorden over hetgeen ik als Raadslid heb gezegd. De gelegenheid om de loonkwestie nog eens te behandelen en iets duidelijker te zijn, was me te welkom dan dat ik er niet direct gebruik van zou maken, ook in de hoop, dat de Patroonsvereeniging van haar hoog voetstuk zal afdalen en zelfs eene bespreking er over niet zal schuwen. Bewijzen, d. w, z. namen noemen van bazen of knechts, mag ik niet doen, daar ik dan persoonlyk zou worden en er slachtoffers zouden worden gemaakt voor hunne goede bedoelingen om mij inlich tingen te verstrekken. Mijn gegevens zjjn evenwel volkomen juist en vertrouwbaar en heb ik zelfs inlichtingen van leden der Vereeniging, evengoed als ik op de hoogte ben van het doen en werken (vooral financieel) der Patroonsvereeniging De naïveteit die uit haar protest spreekt, is zoo kras, dat inen haast zou gelooven, dat er hier geen loonkwestie bestond en er geen argumenten zijn om een mini- inum-loon te bepalen; alsof hier niet onophoudelijk getracht wordt de loonen te drukken I Zelfs B. en W. die tegen het opnemen der bepalingen waren, zeggen dat controle onmogelijk is, en het meerdere, dat de Gemeente met die bepalingen zoude be talen, niet in den zak van den werk man terecht komt. Intusschen wil ik hier nogmaals her halen, dat minimum-loon volstrekt niet is hooger loon. Door de bepaling van minimum-loon wordt alleen verzekerd, dat elke weikman het hem toekomende werkelijk ontvangt; dat dus de werkman inderdaad uitbetaald krijgt wat de patroon voor hem in rekening brengt, Dat er zelfs tegen de loonsbeknibbe- ling haast geen m atregelen te nemen zijn, werd o. a. ten volle beaamd door den heer J. Ger. Kleber op grond van zijn wetenschap, dat op een werk van mij nog al malversatiën zijn geschied in weerivil van de scherpe bepalingen. Niet éen Gemeenteraadslid nam u, hee ren patroons, toen in bescherming en dit feit laat, dunkt mij, aan duidelijkheid niets te wenschen over. Is de juistheid van mijne bewering otn - trent uitbetalen van de hongerloonen bij aanbestedingen niet gebleken in eene ver gadering ten Raadhuize met bazen, door B. W. bijeengeroepen op verzoek van Patrimonium, nu ongeveer twee jaren geleden Het is waar, de Patroonsvereeniging is nog niet zoo oud, maar de beraadslagin gen van toen zijn toch bij de meeste leden bekend. Onwillekeurig moet ik daarbij nog voe gen, de persoonlijke ondervinding opge daan met een der onderteekenaars van het protest, dus een der Bestuursleden. Er werden mij op een werk zonder besteding ruim 10U uieri inrekening ge bracht in éen week waarin er nog geen 80 gewerkt werden (en dat met eeriige arbeiders gedurende enkele weken) -. of is het loon van die te veel berekende uren soms in handen van den werkman gekomen Vermakelijk is het, dat de Vereeniging uit mijn betoog heeft gelezen «alle bazen" en ik wil zulks, om geen harder woord te gebruiken «eene verkeerde conclusie" noemen Ook hetgeen ik gezegd zou hebben, is erkeerd weergegeven en wat erger is uit zijn verband gerukt. Woordelijk zeide ik: «Door het nemen van de proef (met minimum loon en maximum arbeidstijd) wil ik voorkomen, dat het werk lager wordt aangenomen ten koste van den werkman. «Bij het opmaken van het bestek heeft de (Gemeente)-architect een zekeren loonstandaard aangenomen (en wel dien van het gemiddelde hier) en kan men vooruit met zekerheid zeg gen, dat er door verschillende aannemers direct op wordt gerekend de loonen te drukken. Van waar het verschijnsel dat de meeste bazen zich zoo verzetten tegen betere regeling der loonen? Eenvoudig omdat zij dan niet meer zouden kunnen profiteerenniet langer een honger loon van 9, 8, zelfs 7 cent uitbetalen en de gemeente en de burgerij het volle of bijna volle loon plus de provisie in rekening brengen. «Er wordt geklaagd, dat er nog zoo weinig goede werklui zijn. Indien dat waar is, dan is het de fout der bazen omdat zij zoo weinig hart voor hun volk hebben, en allerlei ongerechtig heden op het werk en aan den winkel toelaten jenever neemt hier wel een eerste plaats in. »£ï- komen te veel kleine bazen, die tegelijk aannemers en bouwers voor eigen rekening zijn, en dus met het laagste loon gediend zijn." «Als het gemeentebestuur voorgaat, ben ik overtuigd, dat de bazen, die zich nu reeds ver- eenigd hebben, moeten volgen." Er staat dus «de meeste bazen" en niet «alle." Juist die «kleine" bazen brengen hier het ongeluk. Ik breng gaarne hulde aan diecenen onder de patroons (en ik ken er gelukkig persoonlijk onder)«die hun gezellen (dat zijn de menschen die hen hun brood hel pen verdienen) behoorlijk behandelen en, voor een kleine plaats als Amersfoort, zelfs royaal betalen; maar er zijn er nog te veel en ik behoef ze niet te noe men, want hun collega's kennen ze zelf zeer uoed die werkelijk een honger loon uitbetalen en tegelijk meer dan het hoogste loon aan hun werkgevers in reke ning brengen. Dat er veel sterkedrank word gebruikt op het werk en in de winkels behoef ik zeker niet te bewijzen. Hoe kan dat anders, waar er zelfs vele bazen zijn die geregeld op alle uren van den dag de koffiehuizen bezoeken en zich niet ontzien ir.et hun knechtsin de kroegen een borrel te gaan drinken en alzoo een mooi voorbeeld geven. Daarop doelde mijn «bazen die weinig hart voor hun volk hebben." In plaats van op het verkeerde er van te worden gewezen, worden de arbeiders gesterkt in het kwade. Hiermede, geachte Redactie, meen ik het protest te hebben beantwoord, me gezuiverd te hebben van de beschuldiging als zou ik een aantal stadgenooten heb ben belasterd, en ik zal blijven voortgaan, door waarheden te verkondigen, me het lot der zoowel geestelijk iriinder bedeel den aan te trekken. Hoogachtend D. GERRITSEN.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 2