NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
DE EER GERED,
No. 9.
Woensdag 29 Januari 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Voor on%e Le%ers.
Uit de Transvaalsche Crisis.
Feuilleton.
tMEBSFOORTSCHE C0Ü11NT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Xijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer B Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groot© letters en vignetten naar plaatsruimte.
Getrouw aan onze belofte bieden
wij onze lezers als eerste premie in
dit jaar aan de Roman
van GEORGE OHNET,
schrijver van;
De Industrieel van Pont Avesnes,
De groote mergelgroeve, Dr. Rameau, enz.
voor slechts 30 CENTS contant, fr.
p. p. 40 CENTS tegen toezending van
postwissel.
Deze roman, met fraaie letter op
goed papier gedrukt, beslaat bijna
200 biz. en is met vier uitnemende
platen geïllustreerd; aan de bewer
king is de grootste zorg besteed. De
inhoud is zóó boeiend dat niemand
het boek zal terzijde leggen, alvo
rens het geheel te hebben uitgelezen
Algemeen zeer gunstig is het oor
deel van dagbladen en tijdschriften
omtrent dit uitstekend geschreven
werk, en met vertrouwen kan bet
ter lezing gegeven worden aan elk
een die goede lectuur op prijs stelt.
Alleen de groote oplaag stelt ons in
staat het tot zulk een lagen prijs
aan te bieden.
DE UITGEVER.
Thans eerst zijn de Transvaalsche
bladen aangekomen, welke mededee-
lingen bevatten over de gebeurtenis
sen in Zuid-Afrika in het laatst van
December van het vorige jaar en het
begin van Januari 1896. Natuurlijk
bevatten deze bladen veel oud nieuws,
dat alleen uitgebreider wordt gegeven
en op sommige punten een nieuw
licht doet vallen.
Zoo blijkt reeds uit de «Volksstem"
van 31 December dat het geheele
complot tegen de Zuid-Afrikaansche
Republiek in Pretoria door en door
bekend was. Langzamerhand was
het voorbereidfinaucieele en poli
tieke grootheden onder de Uitlanders
reisden heen en weerde anti-Trans-
vaalsche dagbladen namen een belee-
digenden toon aan; de mijnwerkers
aan den Rand werden opgestookt,
opgezweept zelfs, met whiskey des
noods vrouwen en kinderen maakte
men bang; een k unstmatige schaarschte
van levensmiddelen werd aangekweekt
en eindelijk verscheen het bekende
manifest de «National Union," den
eigenlijken kring der samenzweerders.
Ten slotte kwam als bekroning van
dit werk de inval der avonturiers van
Jameson, die al eenigen tijd op de
grens lagen en deden alsof zij oorlog
voerden tegen de Matabelen.
«Uit dit alles blijkt", zegt de
«Volkstem"
Ten eerste, dat de agitatie te Jo
hannesburg zuiver kunstmatig is en
hun eigen persorganen hebben
het trouwens reeds verkondigd
uitgaat van een kring speculanten in
politiek en financiën.
Ten tweede, dat onze Regeering
geen genade, geen lankmoedigheid
mag betoonen tegen de intellectueele
en feitelijke oproerstokers en vooral
strenge gerechtigheid moet oefenen
tegen de personen die, achter de
schermen verborgen blijvende, de
zedelijke verantwoordelijkheid van
het heele complot dragen en oorzaak
kunnen wezen van den ondergang,
ja zelfs den dood van honderden
onschuldige menschen om niet
eens te gewagen van de stoffelijke
schade welke aan de Transvaalsche
samenleving is berokkend door de
huidige agitatie.
Laten alle Transvaalsche burgers
zich als één man scharen om presi
dent Kruger en krachtig het hoofd
bieden aan degenen die den Staat
bedreigen.
Laten alle Uitlanders die geen
werktuig of slachtoffer willen worden
van de linancieel-politieke samenzwe
ring tegen de Z.-A. Republiek, aan
de Tranvaalsche burgers de hand rei
ken tot handhaving der bestaande
orde van zaken.
Eigenaardig is wel, dat de «Volks
stem" reeds op 31 December de vraag
behandelde, wat er zou moeten ge
beuren met de vrijbuiters, die eerst
den volgenden dag slaags raakten
met de Boeren. Dat is wel een be
wijs van vast vertrouwen op den
moed en de kracht van het eigen
volk, van hoop op de zegepraal der
goede zaak. Het blad schrijft:
De afwikkeling der bestaande diplo
matieke quaestie is van later zorg.
Wat nu besproken moet worden,
is de vraag, wat er met die 800 en
hun leiders zal gedaan worden, als
de Regeering ze levend in handen
krijgt. Hun kalmpjes te verzoeken
terug te keeren gelijk de Britsche
Hooge Commissaris deed zooals
zij gekomen zijn, is natuurlijk ondenk
baar. Ze aan de genade van den
Engelschen strafrechter over te laten,
is evenmin verdedigbaar. Wie hoog
verraad tegen de Z. A. Republiek in
de Z. A. Republiek pleegt, sta terecht
onder de strafwet en voor de recht
banken der Z.-A. Republiek.
De openbare meening is vrij beslist
in dit opzicht. De heer Jameson
met zijn satellieten hebben met opzet
en voorbedachten rade onzen Staat
aangerand. Zij hebben zich dus aan
de strafwet van onzen Staat te on
derwerpen en mogen aan hun rang
of nationaliteit geen aanspraak ont-
leenen op straffeloosheid of wat daar
mede gelijk zou staan.
Verder geeft hetzelfde blad een
beschrijving van den toestand in Jo
hannesburg op 30 December, en deelt
het de proclamatie mede, die presi
dent Kruger verspreidde bij het ver
nemen der tijdingen van de onlusten
in de mijnstreek en van de nadering
der Engelsche bende.
Te merkwaardig om ze niet over
te nemen, zijn de twee, niel geheel
eensluidende lezingen, die het blad
geeft van den slag bij Krugersdorp
Maandag 30 December trok de troep
over de grens en Malinani door,
rechtshoudende om te komen op den
weg tusschen Blauwbank en Johan
nesburg op een plaats in de nabijheid
van Krugersdorp.
Hoewel de troep het gemakkelijk
aanlegde, had toch tusschen Malmani
en de Rietspruit geen voorval van
eenig belang plaats. Goede voorzor
gen waren genomen. Men zorgde
op het golvende open hoogland te
blijven.
De aanvoerders waren, na dr. Ja-
meson, sir John Willoughby, majoor
Gray en ook andere officieren.
De correspondent kreeg ze in 't
gezicht van uit een plek picht bij
Rietspruit op een afstand van onge
veer 500 yards. Hij zag den troep
optrekken in 2 kolonnes met llankeer-
afdeelingen, voorhoede en achter
hoede de kanonnen voorop en de
wagens achteraan. Het legertje werd
geschat op 600 man.
Terwij 1 hij bezig was het in oogen-
schouw te nemen, ongeveer 2 uur
50 min. nam., zag hij ook benden
gewapende burgers opdoemen die lan gs
de ruggen naar het linker front reden.
De achterste van deze was reeds bijna
op Martini-afstand gekomen.
De troep van Jameson marcheerde
kalm door op een bende aan. In
een open dal gekomen, van voren
bestreken door een oneffen bodem,
scheen hij reeds hulpeloos aan een
eventueel kanonvuur te zijn prijsge
geven. Maar de burgers hadden geen
kanonnnen te hunner beschikking.
Om i uur p. m. werd door Jame
son's troep het vuur geopend, om
de stelling der burgers stormender
hand te nemen. Commandant H.
Malan had zich ondertusschen, ver
sterkt door de afdeelingen van uit
Pretoria, onder de veldkornetten Glas
en Roos, verschanst binnen den om
trek van Ottos batterij, een welge
kozen stelling. Hij werd beschoten
door de Maxims en Gardeners, wier
vuur van weinig uitwerking was;
toch werd Botha, van de Krugers-
dorper afdeeling, er door gewond.
Bij de aanvallen vielen 7; 5 werden
gewond en 2 gedood.
Nogmaals werd door Jameson een
aanval gedaan, maar het nooit fa
lende geweer van den Boer dunde
zijn rijen. De vlucht werd algemeen.
Het overschot der binnendringers
is gevlucht in de richting van Rand-
fontein.
Een later bericht vermeldt dat er
dezen morgen nog meer gevochten
is. Het blijkt dat de Staatsartillerie
nog juist van pas kwamzij was op
het punt om vuur te openen, toen
dr. Jameson de witte vlag liet op
steken, waarop de commandant bevel
gaf het vuren te doen ophouden. De
staat van zaken is toen aan de Re
geering in overweging gegeven.
[Ander bericht.) In den namiddag
van gister (2 Januari) ving te Doorn-
kop, anderhalf uur ten Noorden van
Krugersdorp, het gevecht tusschen
de Jarnesontroep en de Boeren aan,
tengevolge van het afschieten der
Maxims door eerstgenoemden.
De aanvang van1 het gevecht werd
voorafgegaan door een oogenblik van
intense spanning.
De eerste aanval geschiedde op de
Potchefstroomers ondercomdt Cronjé,
honderd man sterk. Daarop werd
het gevecht algemeen. Spoedig werd
het duidelijk dat de Boeren het ter
rein in hun voordeel hadden en tegen
het vallen van den avond trok de
Jameson-troep al vechtende in de
richting van Luipaards valei terug.
De Boeren schoten, niettegenstaande
't heftige vuur der Maxims, met be
daarde gewisheid vele bedienaars der
kanonnen neer, zoodat men het raad
zaam achtte de wijk te nemen in een
20)
Arme Hertogin I Zoo jong en schoon, met
zulk een liefdevol gemoed I Om hetzelve
in haar binnenste tot bitterheid en alsem
te voelen verkeeren te weten dat haar
karakter van dag tot dag verminderde
onder den invloed dezer vernietigende
hartstochten; vervuld te zijn met afschuw
van zichzelve en met wroeging, immer
en opnieuw naar een geneesmiddel te
zoeken en datzelve niet te vinden 1 Hare
gezondheid begon haar te begeven, haar
eetlust verdween, er werd een genees
heer bij geroepen. Hij schreef gestadige
afwisseling van lucht en plaats voor. Zy
ging naar Ems, naar Biarritz. Zij gaf
zich over in eene draaikolk van vroolijk-
heid. Maar langzaam en zeker knaagde
de worm voort aan hare ziel.
Om tot den Hertog terug te keerenl
Het was niet lang na het tooneel op de
Fancy Bazar dat hy tot ontdekking kwam
dat Mevrouw de Marsal hem slechts ge-
bruikt had als een wapen tegen den Graaf
de M. Zij was geene goedhartige vrouw
de gedachte van aan anderen smart te
veroorzaken gaf haar geen oogenblik leed;
zij maakte er geen gewetensbezwaar van
een man te gebruiken en hem zoodra zij
hem niet meer noodig had als een ouden
handschoen ter zijde te werpen. De Her
tog had hare ijdelheid in de hand ge
werkt, geheel Parijs wist dat hij bereid
en verlangend was geweest zijne jeug
dige, schoone vrouw te verlaten en zijne
toewijding aan haar te hernieuwen. Per
soonlijk gaf zij niets om hem de
weinige teederheid welke zij te geven
had werd geschonken aan zijn schoonen,
jongen mededinger. De ijverzuchtige hou
ding van den Hertog, zijn klachten, zijn
lijden verveelden haar onduldbaar; de
tijd bleef niet lang uit dat zij «niet te
huis" voor hem was. Reeds vond zijne
zonde hom uit. Hij gevoelde zich ellen
dig. Éénmaal, in een hevig oogenblik
van terugkeer in zichzelven, was hij op
het punt zich naar de Hertogin te be
geven, zich aan haar voeten te werpen
haar te smeeken hem te vergeven,
hem de liefde terug te schenken van
welke hij zoo schandelijk misbruik had
gemaakt. Eene valsche schaamte hield
hem terug.
Had hy slechts naar die ingeving ge
handeld, had hij dat liefdevolle hart te
recht verstaan, hij had kunnen weten
welke bronnen van liefde en vergeving
daarin sluimerden, gei eed bij ééne aan
raking los te stroomen.
Zij zoude zijn afgemat hoofd op hare
trouwe borst gelegen hebben, hem met
haar liefdevolle woorden hebben getroost,
hem vrij en volkomen vergeven hebben
uit den grond van haar hart.
Vrouwen bezitten eene bizondere kracht
tot vergeven.
Maar schaamte hield hem terug, en
beider ellende nas bezegeld. Zij hield
zichzelve op met haar hoogmoed, en hij
zocht troost aan onwaardige bronnen.
Er kwam een andere oorzaak van ver
vreemding tusschen hen. De Hertog had
vurigljjk naar een erfgenaam verlangd,
nadat hij bijna twee jaren gehuwd was
en er nog steeds geene hoop bestond dat
zijn verlangen zoude worden vervuld, be
gon hij een versmoorden wrok tegen de
Hertogin te voeden. Meer dan eens
maakte hij in hare tegenwoordigheid zin
spelingen op zijne teleurstelling. Ook zij
had zich aan die hoop vastgeklemd, in
hare verwezelyking eene laatste kans van
verzoening en hereeniging met den Her
tog ziende. Dat dit haar ontzegd werd,
daartegen kwam zij hevig in opstand, en
haar hart werd toorniger en bitterder.
Het scheen haar toe als aan zoo vele
door leed smartelijk getroffen zielen, als
men slechts gelukkig was, zoude het zoo
gemakkelijk vallen om goed te zijn.
Mevrouw de Feuil zag, met altijd klim
mend leed, de verandering in haar klein
kind aan. Viva, die gewoon was ge
weest met zulk een leederen eerbied naar
hare zachte raadgeving te luisteren, werd
ongeduldig wanneer zij deze thans ver
nam, begon teekenen van vermoeidheid
bij raad, van toorn en verzet te geven
wanneer zy sprak van het nut in tegen
spoed gelogen.
Zij was niet meer de oude Viva. Maar
de zachtmoedige vrouw onthield zich van
haar iets te verwijten zij verdubbelde
slechts haar gebeden en smeekingen tol
den troon der genade voor haar kind.
HOOFDSTUK VIII.
De «lianiauteu slang.
Op een kouden namiddag, reed de
Hertogin door de Champs Elysées, heer
lijk in bont gehuld. Zij kon thans niet
verdragen in een gesloten rijtuig te rij
den. Voortdurend snakte zij naar lucht,
zooals lieden die lijden aan verkropte
overspanning en gebrek aan slaap, dat
altijd doen. Het was voedsel en leven
tevens voor haar. Plotseling uitte zij
een lichten kreet en riep den knecht
toe om op te houden. Zij had een oud
vriend bespeuid, die zijn weg te voet
door de Champs Elysées vervolgde. De
kleur steeg haar naar het bleeke gelaat,
haar oogen klaarden op, en toen het
rijtuig een el van hem af stilstond, be
merkte Kapitein Clive voor het oogen
blik niet hoezeer zij veranderd was.
«Gij te Parijs I" roept zij met vroolyke
stem uit: «waart gy op weg naar onze
woning?"
De gebronsde kleur zijner gelaatstrek
ken wordt nog een weinig sterker, hy
ziet haar veelbeteekenend aan, terwijl
hij langzaam antwoordt:
«Neen ik zoude- slechts voorbij zijn
gewandeld."
Zij heeft vergeten op welken voet zy
gescheiden zijn, hare bezwering dat
hij zich van haar verwijderd zoude hou
den, dat er ooit eenige vreeze bestaan
heeft dat de wereld huil namen verbin
den zoude; zij kent slechts het gevoel
dal zich meester van ons maakt wanneer
men plotseling een dierbaar en lang ver
loren vriend ontmoet.
«01 maar dan moet gij komen I" roept
zij: «kom thans mede ik ben op weg
naar' huis. En ik heb duizend dingen
die ik u moet vragen en van u verne-