NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND Officieel© Publicatiën. Gemengd Nieuws. i\o. 18. Zaterdag 29 Februari 1896. Vijf-en-twintigste jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentien: BINNENLAND. F euilleton. 1MEHSF00RTSCHE GODBANT. VOOR Eer 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Amersfoort. Van -6 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentièn viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Croote letters en vignetten naar plaatsruimte. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op artikel 3, 17, 18 en 24 der verordening op de heffing van eene plaat selijke directe belasting naar het inkomen; Brengen ter kennis van belanghebben den dat zy, wier beschryvingsbiljet veer tien dagen na de uitreiking niet is terug gehaald, verplicht zijn het uiterlijk acht dagen na het versti ijken van dezen ter mijn op de gemeente-secietarie te be zorgen. Voorts, dat belastingplichtigen voor wie aan hun woning geen beschry vings- biljet is uitgereikt, gehouden zijn hiervan vóór 1 Maart a.s. kennie te geven op de gemeente-secretairie. (De belastingplicht vangt aan bij een jaarlijksch inkomen van f 500.) Zulks alles op straffe bepaald bij art. 271 en volgende der gemeentewet. Amersfoort, 25 Februari 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort doen te weten, dal in dit jaar de navolgende markten gehouden worden. Paardenmarkten Maandag, den 16. Maart, Donderdag, den 9. Apiil, Donderdag, den 20. Augustus en Zaterdag, den 17. October. Bundveeuiarkten Donderdagen, den 2., 9, 10, 23,30 April. 7, 14 en 21 Mei en Maandag, den 19. October (ossenmarkt). Rundvee-, Schapen- en Tarkens- markt. (Weekmarkt). lederen Vrijdag. Amersfoort, den 26. Februari 18'J6. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNJNCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. In zijn Haagsche Kout met »De(n) Provincialen Groninger" deelt Joh. Gram het volgende mede »Als men zoo hoort en leest, dat H. M. zich overal vertoont en zooveel bijwoont, denkt men onwillekeurig, dat er weinig tijd voor de staats-zaken zal overschieten. Alles schijnt hierbij echter van een goede verdeeling van tijd af te hangen, want het is bekend, dat H. M.; tot ergernis en teleurstelling der ambtenaren, van elke zaak, die Haar belang inboezemd, zich al de retro-acten laat voorleggen. ^Onlangs veltelde mij iemand hoe de Regentes den toenmaligen Minister van Waterstaat Havelaar destijds ten paleize ontvangende, in den loop van het gesprek verband houdende met waterstaatswer ken, tot den Minister zeide: Ik heb u al eens meer willen vragen, mij eens eene juiste beschrijving van de werking van den Baarlwijkschen overlaat te geven." De Minister keek heel vreemd op. In den loop van het gesprek, dat zich hier uit ontspon, bleek het den staatsdienaar dat de Regentes zich de moeite en studie getroost had om een lijvig handboek over het waterstaatswezen door te werken. Hierdoor had de Regentes zich zulk een duidelijk begrip van de werking der ver schillende hulpmiddelen bij ijsgang ge vormd, dat, toen H. M., al pratende, Hare opvatting van dien gewichtige overlaat had uiteengezet, de Minster eenvoudig zei: «Uwe Majesteit heeft de werking er van zoo duidelijk en juist verklaard, dat het mij niet mogelijk zoude zijn, die bevattelijker uit te leggen.,' Het jaarlijksch bezoek van H.H. M.M. de Koninginnen aan Amsterdam, zal vermoedelijk op 21 April a. s. en volgende dagen plaats hebben. Ter waarschuwing. Door geheel Nederland zwerft een man, Van de Pavert geheeten, die zijn domici lie heeft te Deventer. Zooals hij voor geeft, is hij vroeger schoolmeester geweest; daarom zoekt hij bij voorkeur het mede lijden der onderwijzers op te wekken en hen te bewegen tot het geven van geld, kleederen, enz. en ook van hun naam. Enkele onderwijzers hebben hunne saven en hun naam geschonken, uit medelijden met den rood- en prijsharigen, gebakkebaarden man, die aldus spreekt: »Ik lijd aan zenuwtoevallen, waarom ik dan ook mijne betrekking van onderwij zer vaarwel moest zeggen. (Dan komen de waterlanders). Soms krijg ik die toevallen meermalen op eenen dag en dan neem ik aanstonds uit dit kleine fleschje eenige druppels spiritus. En dan wil het wel eens weer bedaren. Dikwijls heb ik aan ziekenhuizen en andere inrich tingen gevraagd, om mij op te nemen, maar altijd moet ik hooren, dat het reeds te vol is", enz. enz. Daar nu eenige onderwijzers begonnen te bemerken dat die spiritus dient om de jeneverlucht te verdiijven, heeft men een onderzoek bij de politie van Deven ter ingesteld, waai op het volgende ant woord kwam: nDeventer, Februari 1896. Van de Pavert is een bedelaar, die hier gedomicilieerd, doch steeds zwervende is en veel sterken drank gebruikt." Diploma A voor de zuivere toepas sing van het Correspondentieschrift en vertrouwdheid met liet systeem »Stolze VVerij" kon dezer dagen worden verstrekt aan de dames A. H. van Heijst, z. b., den Haag; C. K. Korf, z. b. Heerenveen, M. J. Verbrugh, z. b. Middelburg; en aan de heeren, W. J. Bierens de Haan, Civiel Ingenieur, Zwolle; H. Hoogewerfl, Kantoorbediende, Rotterdam; P, Lager- weij, Onderwijzer, Martensdijk; A. A. P. Dupreè, Sergeant Inf., Delft; J. P. Scheepmaker, Volontair b/d Politie, Hil versum, J. J. Sipsma, Rijksveldwachter, Avereest; P. Slagter, z. b. den Haag; Z. Tadema, z. b. Assen D. Vooglit, wachtm. Ie Regt Veld. Art. Amersfoort, (leerling van den wachtm. ie Regt Veld Art. J. Wijk) en G. F, Ypmeij, Klerk ter secretarie te Stedum. Over de proefschriften van 7 Candida- ten moest afwijzend worden beschikt. Ook een jubileum. De firma de Koning-Tilly te Haarlem, herdacht gister den dag waarop voor 2ü0 jaar de Hollandsche Sequah haar sedert alom bekend geworden fabriek van Haar lemmerolie vestigde. In ons land is de roem van dit univer seel geneesmiddel wat gedaald, rnaar in Amerika sfikt men het nog bij massa's. Dat Sequah het zoover brengen zal is niet te verwachten. De »Sequah-oil" en de ^Prairie flower" zijn na 3!/a jaar al bijna weer vergeten. Kapitein H. Seret, van de artillerie, wiens voorbijgaan voor den rang van majoor tot zooveel geschrijf aanleiding gaf, heeft ontslag uit den militairen dienst gevraagd. Uit een schrijven uit Johannesburg vernam Hel Vaddat het korps vrij willigers, die zich bij de mogelijkheid van een aanval op stad door de Engel- schen op Oudejaarsavond met de ver dediging belastte, werd aangevoerd door een oud-Hagenaar, H. Staas, die onder officier is geweest bij de grenadiers en agers. De heer Staas, kapitein van de infanterie der vrijwilligers, werd later ook belast met het overbrengen van de buitgemaakte geweren en kanonnen en met het begeleiden van het gevangen genomen Hervormings-Comité naar Pre toria. Uit hetzelfde schrijven blijkt dat onder den troep van Jameson, die krijgs gevangenen werd gemaakt, zich ook een Hollander bevond, Van der Toorn gehee ten, die een hetrekking bij het spoor had gehad, maar was ontslagen. De mailboot iKoningin Wilhelmina" bracht gister-morgen te Vlissingen 10,500 Kg. post brieven en drukwerken aan. Dit gewicht, verdeeld over 461 zakken, is het grootste dat tot heden werd vervoerd. Of er ook geschreven en gelezen wordt! IJs ongelnkken. Het beetje vorst der laatse dagen heeft nog eenige slachtoffers geëischt. Te Andelst verdronk een knaapje van 12jaar te Opheusden twee broertjes van 11 en 13 jaar. Te Steenwijk zijn zeven jongens te gelijk door het ijs gezakt, maar allen gered, dank zij de hulp van een onder wijzer J. Laverman en den timmerman G. Ten Wolde. Te Groningen is een man, die een jon gen wilde redden, zelf door het ijs gezakt. Toch wist hij den knaap, die reeds onder het ys gescholen was, te bereiken. Bei den werden toen met eer. dreg gered Het schip «Fram" (Voorwaarts), waarmede dr. Nansen zijn reis naar de Noordpool heeft ondernomen, is in 1892 op de w-rf van Collin Archer, te Laurvig gebouwd. De «Fram" heeft sterk naar huiten gebogen zijden en een vlakken bodem, zoodat als ijsmassa's tegen de zijden van het schip drukken, dit daar door niet in elkaar wordt gediukt, maar opgeheven en, op het ijs liggend, met den stroom mee gaat. Het is gebouwd van het sterkste hout dat er te krijgen was en zoo zorgvuldig van waterdichte ruimten voorzien, d it elke duim, die niet werd ingenomen door het provi'iid, voldoende voor 6 jaar, voor dat doel was gebruikt. De «Fiam" is van electrisch licht voor zien, zoodal men gedurende deri Poolnacht het schoonste licht op het schip zal kun nen hebben. Ter verkrijging van dat licht heeft men op het dek een motor opgesteld, doch de inrichting is zoodanig gemaakt, dat de dynamo ook door hand- kraclit kan wotden gedreven. In het «salon", dal des winters tot ge meenschappelijk woonvertrek is ingericht, is eene piano aanwezig, zoodat er aan de Noordpool zelfs muziek kan gemaakt worden. Nansen zelf heeft zich door langdurige oefeningen gehard tegen de koude. Wan neer het in Noorwegen vroor dat het kraakte, sliep hij buiten in de sneeuw, in eene lichte zijden tent. Vleescb en slecht humeur. Meviouw Ernst Hart, een Engelsche dame, die een specialiteit is op het punt van diëet, schrijft: «Een betreurenswaardig gevolg van overmatig vleesch eten in Engeland is het slecht humeur van degenen, die verplicht zijn samen te wonen, als in Engeland. Wanneer wij ons huiselyk leven vergelijken met dat van andere landen, waar vleesch niet zoo het voor naamste voedsel ie, zal men opmerken, dat het daar veel beter is. In Frankrijk, waar minder vleesch wordt gegeten, is een beschaafde toon de regel van liet huisgezin; in het visch- en rjjst-etende Japan zyn ruwe woorden onbekend, en beleefdheid tegen elkander 27) Hij deelde in korte woorden de geschie denis mede van het diamanten sieraad dat haar geleid had tot de ontdekking van de ontrouw des Hertogs. Daarop schreef hij een brief die den Hertog overhandigd moest worden ingeval dat hij stierf, en het laatst van alle een aan de Hertogin. Hij stak al de brieven in eene enve loppe welke gericht was aan zijn knecht, met een koit hevel om ze in geval van overlijden te bezorgen, en plaatste haar in het vloeiboek. Toen zood hij om zyn bediende, be val hem niet op hem te bljjven wachten en hem den volgenden morgen niet te roepen en te wachten tot hij schelde, waarna hij zich zorgvuldig aankleedde en het hotel verliet. Het was hem ingevallen dat de Her- togin zijn doen en laten den volgenden morgen kon laten nagaan, en hem mis schien zoude volgen en beproeven het tweegevecht te verhinderen. Intusschen neemt Viva droevig bij haar eigen harte raad, en poogt zij te ver geefs eene uitvlucht uit hare droevige verslagenheid te vinden. Ten laatste ontbiedt zij Désirée. Het getrouwe meisje treedt binnen met een bleek, ontsteld gelaat; zy is ten zeerste ontdaan door de gebeurtenissen der laatste weinige urenzij kent hare meesteres te zeer en heeft haar te lief om eenig kwaad van haar te vermoeden, maar waartoe bevindt zij zich hier in het hotel van Kapitein Clive? Waarom heeft zy haar huis plotseling en heimelijk verlaten op den avond zelfs dat zij in de Tuileriën zoude gegeten hebben? Désirée's vrouwe lijke geest treurt diep over het heerlijk toilet dat Mevrouw de Hertogin zoude gedragen hebben. Désirée heeft hare meesteres en zoogzuster van ganscher harte lief; zij is tevreden met haar lot gevallen, welke deze ook mogen zyn, te volgen het is geen eigenbaat die de hevige onrust veroorzaakt waaraan zij lijdt. «Kom hier, Désirée!" zegt de Herto gin als zij binnenkomt; «zit hier neder," (terwijl zij op een bankje aan haar voe ten wijst): «Ik heb u iets te zeggen." En zy stort in het oor der getrouwe vriendin, de geschiedenis van het pakje, haar bezoek aan den schouwburg, haar telegram aan haar oom, en zijn antwoord, baar plotseling besluit, hel d <aruit voort vloeiend tweegevecht, uit. «O! die verrader I" prevelt Désirée tusschen haar tanden, terwijl zij aan Antoine denkt: «01 mevrouw, er was altijd iets dat mij in hem tegenstond. Ik gevoelde, trots zijn zachte manieren, dat hij valsch en bedriegelijk was. Het was geen ongeluk maar eene sluwe be doeling." «Hoe kan ik hem ooit beleedigd heb ben I" prevelt de Hertogin op droevige wijze: «Waarom zoude hij gewenscht hebben mij het hart te folteren?" «Het is waarschijnlijker dat het eene vete tegen den Hertog gold," antwoordt Désirée: «01 dat monster I" De Hertogin breDgt de hand aan het hoofd. «Wat of er ook gebeure, moeten wij dat tweegevecht voorkomen! Kan ik op uwe hulp rekenen, Désirée? «Behoeft gij dat te vrag-n, Mevrouw roept zij uit, terwjjl zij de hand harer meesteres kust." «Neen," antwoordt de Hertogin har telijk: «Oa u thans aankleeden terwijl ik schrijf. Zult gij niet bang zijn op dit uur uit te gaan om den Hertog te spreken «Ik ben bevreesd voor niets," geeft Désirée vastberaden ten antwoord. Viva zet zich neder om aan haar echt genoot te schrijven. Ach! welk eene harde taak voor eene vrouw, onschuldig en beleedigd als zij is, om te smeeken alsof schuld en schande haar toekwamen. «Victor," (schrijft zij) «ik weet niet hoe mij tot u te wenden, met het be wustzijn dat hoe onschuldig ik ook ben, ik als het ware overtuigd sta van een vreeselijk misdiijf. Wie zoude mij zoo goed kennen als gy? hoe kunt gij mij een oogenblik in staal achten tot een misdadigen hartstocht voor een ander? In een oogenblik van waanzin, aange dreven door mijn onrecht (een onrecht mij door u aangedaan) tot de grens van wanhoop; gedwongen door de volstrekte noodzakelijkheid uw dak te verlaten, en met een gevoel alsof ik verlaten was door hen die mij tot steun en bescher ming hadden moeten zyn, werd ik ver leid hei aanbod van Kapitein Clive om mij naar Italië te vergezellen, aan te nemen. Maar nog voor ik één uur ons huis verlaten had, ontwaakte ik tot het bewust zijn der krankzinnigheid van zulk een plan morgen zoude ik mij op weg naar Engeland bevonden hebben. Waaitoe behoef ik mij te beijveren om mij vrjj te spreken van eenig vermoeden van schuld; gij kent mij te goed om mij in uw hart te wantrouwen; maar toch, in dien gij het noodig acht, laat mij u dan zweien bij mijn overleden vader en moe der, bij al mijne hoop voor den hemel, dal ik u nimmer door woord, handelwyze of gedachte, beleedigd heb of ontrouw ben geweest. Gij zijl het die jegens mij gezondigd hebt, die mijn hait hebt ge broken, die mijn leven hebt verwoest, en toch zoude ik u thans niets willen verwijten, ben ik zelfs bereid u uwe wreedheid, uw beleedigingen te vergeven. Maar dit tweegevecht mag niet, moet met plaats hebben, Victor; bet zoude krankzinnig zijn, een moord wezen. Gij hebt geene eer te wreken; Kapitein Clive heeft u niet beleedigd; nooit weid liet getingste liefdeteeken tusschen ons gewisseld Dé-irée verliet mij niet sedert ik hier kwam; ik heb Kapitein Clive slechts een paar minuien gezien, toen hij my uwe uitdaging mededeelde Ik zal hem nimmer wederzien. En het was slechts in een oogenblik van medelyden, dat hij, mij door wanhoop verineesterd ziende, en mij willende helpen, my zyne bescherming aanbood. Hij zal niet beproeven op u te schie ten, dal weet ik; zoo gij hem neervelt

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1